NL1025290C2 - Muntuitgifteapparaat. - Google Patents

Description

Titel: Muntuitgifteapparaat

De uitvinding heeft betrekking op een muntuitgifteapparaat, omvattende een muntenbuffer.

Muntuitgifteapparaten zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld in 5 wissel- of wisselgeldautomaten, waarbij munten met verschillende diameters zijn opgeslagen in de muntenbuffer. Hierbij omvat de muntenbuffer verschillende opslageenheden die tijdens gebruik zijn gevuld met munten die een gelijke diameter of gewicht hebben. Veelal liggen de munten met hun platte zijden aan tegen een naburige exemplaar in een 10 kolomvormige opslageenheid die horizontaal of verticaal is geplaatst.

Tijdens het uitwerpen van een munt treedt een uitwerpmechanisme in werking waarmee een munt die zich aan een uiteinde van een kolom munten bevindt, naar een compartiment wordt getransporteerd dat bereikbaar is voor de gebruiker.

15 Dergelijke muntuitgifteapparaten zijn vanwege hun omvang en gewicht echter niet geschikt voor gebruik door een consument. Daarom zijn consumenten aangewezen op portemonnees of beurzen waarin het muntgeld gezamenlijk is ondergebracht. Aangezien de verschillende munten in één compartiment van de portemonnee of beurs zijn opgeborgen, ie het echter 20 niet altijd gemakkelijk de gewenste munten daaruit te selecteren, bijvoorbeeld voor het verrichten van een betaling met een gepast bedrag. Ook personen die beroepsmatig met behulp van een portemonnee betalingen met gepaste bedragen verrichten of innen zien zich met dit probleem geconfronteerd.

25 De uitvinding beoogt een muntuitgifteapparaat te verkrijgen van de in de aanhef genoemde soort, waarbij met behoud van de voordelen, genoemde nadelen worden vermeden. In het bijzonder beoogt de uitvinding een handzaam muntuitgifteapparaat te verkrijgen. Daartoe heeft de muntenbuffer een meervoudig aantal naast elkaar geplaatste muntenbanen 1025290 I 2

I die aan een invoerzijde zijn ingericht voor het opnemen van munten met een I

I vooraf bepaalde diameter en die aan een uitvoerzijde zijn voorzien van een I

I mechanisme dat in afhankelijkheid van een bedieningssignaal de munten I

I blokkeert of uitgeeft, van welke muntenbuffer de muntenbanen voorts zijn I

I 5 ingericht voor het in een rij met de randen naar elkaar gericht opslaan van I

I de munten. I

I Door de muntenbanen voor munten met verschillende diameters I

I naast elkaar te plaatsen, dat wil zeggen in parallel op te stellen, en door de I

I munten met de randen naar elkaar toe gericht, dus in een rij naast elkaar, I

I 10 op te nemen wordt een muntenbuffer verkregen waarin de munten compact I

I kunnen worden opgeslagen. Hierdoor krijgt de gebruiker de beschikking I

I over een compact en daarmee handzaam opslagsysteem voor munten I

I waarmee hij of zij, bij een voldoende gevulde muntenbuffer, op vlotte wijze I

I een willekeurig, relatief gering bedrag kan verkrijgen, bijvoorbeeld voor het I

I 15 verrichten van een betaling. I

I De muntenbanen hebbèn elk een invoerzijde voor het invoeren van I

I de munten, en een uitvoerzijde die is voorzien van een mechanisme dat in I

I afhankelijkheid van een bedieningssignaal de munten blokkeert of uitgeeft, I

I zodat de munten slechts op commando van de gebruiker de muntenbuffer I

I 20 kunnen verlaten. I

I Bij voorkeur omvat het muntuitgifteapparaat een I

I dataverwerkingeeenheid die is ingericht om aan de hand van een ingevoerd I

I bedrag en van gedetecteerde hoeveelheden ingevoerde munten een I

I combinatie van munten te bepalen die het ingevoerde bedrag representeren. I

I 25 Hierdoor wordt bereikt dat de gebruiker niet zelf de combinatie van munten I

I hoeft te berekenen, zodat de noodzakelijke hoeveelheid denkwerk bij gepast I

I betalen met muntgeld wordt gereduceerd. Dit verhoogt het betaalgemak en I

I vermindert de vaak als vervelend en belastend ervaren aspecten van het I

I rekenwerk bij het verrichten van gepaste betalingen. I

I 1025290 3

Door de dataverwerkingseenheid voorts in te richten voor uitgifte van de bepaalde combinatie van munten door middel van aansturing van de mechanismen voor het blokkeren en uitgeven van de munten met het bedieningssignaal wordt een verder geautomatiseerd muntuitgifteapparaat 5 verkregen dat de bepaalde combinatie van munten kan uitgeven aan de hand van een ingevoerd bedrag en gedetecteerde aanwezige munten in de muntenbuffer. Hierdoor wordt het betalingsgemak voor de gebruiker van het muntuitgifteapparaat nog gemakkelijker, aangezien de gewenste combinatie van munten niet door de gebruiker eigenhandig en stuk voor 10 stuk uit de muntenbuffer dient te worden verwijderd.

De dataverwerkingseenheid kan zijn geïntegreerd met de muntenbuffer. Door tevens andere functionaliteit, zoals bijvoorbeeld mobiele communicatie en/of elektronische agenda, toe te voegen aan de dataverwerkingseenheid, neemt de toepasbaarheid van het geheel toe. Op 15 elegante wijze kan de dataverkingseenheid echter ook via een connector of* via een draadloze verbindingseenheid aansluitbaar zijn met de muntenbuffer van het muntuitgifteapparaat. De dataverwerkingseenheid kan dan op voordelige wijze worden geïntegreerd met een draagbaar elektronisch apparaat, zoals een GSM of een palmtop.

20 Bij voorkeur overlapt tenminste één baan van de muntenbuffer althans gedeeltelijk een andere baan, zodat ruimte wordt bespaard, hetgeen ten goede komt aan de afmetingen van het muntuitgifteapparaat. Bij de overlap strekt de ene baan zich namelijk althans gedeeltelijk uit boven de andere baan.

25 Door te muntenbuffer zodanig in te richten dat een eerste baan voor het opnemen van munten met een vooraf bepaalde diameter enigszins schuin is georiënteerd ten opzichte van een andere, naast de eerste geplaatste baan voor het opnemen van munten met een kleinere diameter, op zodanige wijze dat beide banen zich in hoofdzaak uitstrekken vanaf een 30 eerste, daarboven gelegen geometrisch vlak naar een tweede vlak dat j 1025290

4 I

daaronder en in hoofdzaak parallel aan het eerste geometrische vlak is I

gelegen, neemt de helling van de baan voor kleinere munten toe, zodat de I

beschikbare ruimte tussen de twee geometrische vlakken effectiever wordt I

benut en de totale benodigde afmetingen van de muntenbuffer nog verder I

5 verkleinen. I

Op voordelige wijze kan de baan voor de munten met de grootste I

diameter maximaal drie munten bevatten. In het geval van Euro-munten I

betreft het de munt ter waarde van twee Euro, zodat de totale lengte van de I

baan enigszins kleiner is dan de lengte van de Euro-bankbiljetten. I

10 Uiteraard zijn andere lengtes voor de muntenbanen ook mogelijk, I

bijvoorbeeld voor vier munten van de grootste diameter, of een banenlengte I

waarbij de totale loze ruimte in al de muntenbanen van de muntenbuffer I

wordt geminimaliseerd. I

In een eenvoudige, goedkope uitvoering omvat het mechanisme I

15 voor het blokkeren en uitgeven van munten van elke baan tenminste één I

aanslag die verplaatsbaar is tussen een blokkéerstand waarin munten I

verhinderd worden de baan via de uitvoerzijde te verlaten, en een I

uitgiftestand waarin tenminste één munt de baan onder invloed van de I

zwaartekracht via de uitvoerzijde kan verlaten. Bij voorkeur is de aanslag I

20 verplaatsbaar via bediening van een elektromagneet, zodat het blokkeren en I

uitgeven van munten in afhankelijkheid van een elektronisch I

bedieningssignaal kan plaatsvinden. Vanzelfsprekend kan de aanslag ook I

zijn ingericht om in afhankelijkheid van een mechanisch bedieningssignaal I

te worden bediend, bijvoorbeeld via een drukknop. I

25 Op alternatieve wijze kan de elektromagneet zonder tussenkomst I

van een aanslag de munten blokkeren indien magnetisch materiaal in de I

munten is verwerkt. De munten kunnen de baan onder invloed van de I

zwaartekracht via de uitvoerzijde verlaten indien de elektromagneet niet I

wordt bekrachtigd. I

1025290 I

5

Door een mechanisme voor het blokkeren en uitgeven van munten te construeren dat een tweede aanslag omvat die verplaatsbaar is tussen een blokkeerstand en een uitgiftestand wordt bereikt dat de munten gedoseerd het apparaat kunnen verlaten, zodat wordt tegengegaan dat bij 5 het uitgeven van de munten teveel exemplaren beschikbaar komen. De dosering kan worden verkregen door de tweede aanslag pas in de uitgiftestand te brengen als de eerste aanslag vanuit de uitgiftestand terug is gebracht in de blokkeerstand.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn 10 weergegeven in de volgconclueies.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in de tekening is weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een 15 muntuitgifteapparaat overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 2 een schematisch zijaanzicht van het muntuitgifteapparaat uit Fig. 1;

Fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van het muntuitgifteapparaat uit Fig. 1; 20 Fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van het muntuitgifteapparaat uit Fig. 1 in gedeeltelijk opengewerkte toestand; en

Fig. 5 een schematisch vergroot aanzicht van een muntenbaan van het muntuitgifteapparaat uit Fig. 1.

De figuren zijn slechts schematische weergaven van een 25 voorkeursuitvoering van de uitvinding. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Figuur 1 toont een voorkeursuitvoering van een muntuitgifteapparaat 1 overeenkomstig de uitvinding. Het muntuitgifteapparaat 1 heeft een muntenbuffer 2 waarin een meervoudig aantal muntenbanen 3 is 30 aangebracht. Elke muntenbaan 3 is vlak uitgevoerd en strekt zich uit vanaf 1025290 I 6 I een niet getoonde invoerzijde naar een uitvoerzijde 4. Het is uiteraard ook I mogelijk de muntenbanen 3 gekromd uit te voeren.

I Het muntuitgifteapparaat 1 is voorts voorzien van een toetsenbord 5 voor het activeren van elektronische functies van het apparaat 1 en voor I 5 het invoeren van een geldbedrag. Nabij het toetsenbord 5 is een weergavescherm 6 aangebracht waarin informatie kan worden getoond, I zoals bijvoorbeeld het ingevoerde bedrag of het totale bedrag wat in munten I is opgeslagen in de muntenbuffer 2. Ook heeft het apparaat 1 een I elektronisch geheugen 7 voor het opslaan van digitale informatie. In het I 10 apparaat 1 is een als chip uitgevoerde dataverwerkingseenheid 8 I aangebracht voor het uitvoeren van berekenings- en aanstuurfuncties. De I dataverwerkingseenheid 8 kan uiteraard ook zijn uitgevoerd als een printplaat of moederbord met een meervoudig aantal discrete elektronische I elementen. Het apparaat 1 heeft daarnaast een connector 9 die I 15 datauitwisseling mogelijk maakt met externe apparatuur, bijvoorbeeld voor het bijhouden van de totale muntvoorraad in de muntenbuffer 2 of voor het verwerken van betalingen in software applicaties.

I Na het aanschakelen van het apparaat 1 worden de in de I muntenbuffer 2 opgeslagen munten automatisch gedetecteerd of uitgelezen I 20 uit het elektronische geheugen 7. Dit bedrag kan worden weergegeven pp het weergavescherm 6 in cijfers of via een andere representatie, bijvoorbeeld I grafisch, eventueel per munttype. Door het intoetsen van een bedrag op het I toetsenbord 5 kan een gebruiker een bedrag invoeren in de I dataverwerkingseenheid 8. De dataverwerkingseenheid 8 bepaalt I 25 vervolgens aan de hand van de hoeveelheid opgeslagen munten een I combinatie van munten die het ingevoerde bedrag representeren. Deze I rekenkundige operatie wordt uitgevoerd volgens een vooraf bepaald I optimalisatiealgoritme. Daarna stuurt de dataverwerkingseenheid 8 een I hieronder beschreven mechanisme aan voor het in afhankelijkheid van een I 30 bedieningssignaal opslaan en uitgeven van de munten, zodat het gewenste I 1025290 7 bedrag in munten wordt uitgegeven en voor de gebruiker beschikbaar komt door het apparaat 1 zodanig scheef te houden, dat de uitvoerzijden 4 van de muntenbanen 3 enigszins lager zijn gelegen dan de invoerzijden. Onder invloed van de zwaartekracht verlaat de combinatie van de munten dan het 5 muntuitgifteapparaat 1. Door middel van het weergaveecherm 6 geeft de dataverwerkingseenheid 8 terugkoppeling met betrekking tot de ingevoerde opdracht, zoals de uitgegeven munten of het tekort aan munten. Ook kan de dataverwerkingseenheid 8 aangeven dat een gepaste betaling niet mogelijk is en dat een wisselgeldbedrag is vereist. Daarnaast kan bij de opdracht 10 bijvoorbeeld worden verzocht om uitgifte van een specifiek munttype. Door bij het invoeren van het bedrag tevens een code in te toetsen kan het uitgavepatroon digitaal worden geregistreerd.

Zoals duidelijker zichtbaar is in Figuur 2, dat een schematisch zijaanzicht van het muntuitgifteapparaat 1 toont, hebben de muntenbanen 15 3 elk een verschillende breedte B. Hierdoor is elke muntenbaan 3 geschikt voor het opnemen van daarbij behorende munten met een specifieke, vooraf bepaalde diameter. In plaats van muntenbanen 3 met verschillende breedtes B kunnen ook muntenbanen 3 worden toegepast die in breedte B overeenkomen, zodat een type munt in verschillende muntenbanen 3 kan 20 worden opgenomen. De getoonde uitvoeringsvorm heeft echter acht muntenbanen 3 met verschillende breedtes B en is daardoor geschikt voor het opnemen van bijvoorbeeld Euro-munten die de typen één, twee, vijf, tien, twintig en vijftig cent-munten, alsmede de één en twee Euro-munten omvat. Ten einde de ruimte in de muntenbuffer 2 efficiënt te benutten 25 overlappen de muntenbanen elkaar. Bovendien zijn de muntenbanen 3 enigszins schuin georiënteerd ten opzichte van elkaar, op zodanig wijze dat de muntenbanen 3 zich in hoofdzaak uitstrekken vanaf een eerste, daarboven gelegen geometrisch vlak VI naar een tweede, daaronder gelegen geometrisch vlak V2 dat in hoofdzaak parallel is georiënteerd ten opzichte 30 van het eerste geometrisch vlak VI. Een muntenbaan 3 voor het opnemen 1025290_ I 8 I van een kleinere munt maakt een grotere hoek met de geometrische vlakken VI, V2 dan een muntenbaan 3 die geschikt is voor het opnemen van een I grotere munt. Hierdoor wordt de ruimte in de muntenbuffer 2 efficiënt I benut. Het muntuitgifteapparaat heeft bijvoorbeeld afmetingen van circa 12 I 5 cm x circa 8 cm x circa 2 cm.

I Zoals eveneens zichtbaar in Figuur 1 heeft het muntuitgifte· I apparaat 1 ook een invoereenheid 10 die aan de invoerzijde van de I muntenbanen 3 is aangebracht. De invoereenheid 10 omvat een getrapte I invoerbaan 11, waarbij treden 12 via gleuven 13, zichtbaar in Figuur 4 dat 10 een schematisch aanzicht van het muntuitgifteapparaat 1 in gedeeltelijk opengewerkte toestand toont, aansluiten op de invoerzijden van de muntenbanen 3. De gleuven bepalen de maximale diameter van de munt 15 I die in de muntenbaan 3 kan worden opgenomen. Door de hierboven I beschreven constructie kan een munt 15 gemakkelijk worden opgenomen in I 15 een muntenbaan 3 die geschikt ie voor het opnemen van munten met een ·

I vooraf bepaalde diameter. Door de munt op een geschikte trede 12 te leggen I

I en het muntuitgifteapparaat 1 enigszins te kantelen, zodat de invoerzijde I

I van de muntenbaan 3 hoger ligt dan de uitvoerzijde 4 van de muntenbaan 3, I

schuift de munt onder invloed van de zwaartekracht in de muntenbaan 3,

I 20 ook als de elektronische functies van het apparaat 1 zijn uitgeschakeld. I

I Figuur 3 toont een schematisch aanzicht van de bovenzijde van het I muntuitgifteapparaat 1. Zoals getoond, vernauwt de getrapte invoerbaan 11 I zich waarbij de wanden 14 van de invoerbaan 11 een maximale diameter I bepalen van een op de treden 12 te plaatsen muntstuk 15. Hiermee wordt I 25 bereikt dat door een muntstuk 15 in de vernauwende invoerbaan 11 te schuiven totdat verder schuiven niet meer mogelijk is, op zeer efficiënte I wijze de muntenbaan 3 wordt gevonden die geschikt is voor opname van de I munt 15. Na het inschuiven van de munt 15 in de invoerbaan 11 ligt althans I een gedeelte van de wand 14 van de invoerbaan en althans een deel van de I 30 rand 16 van de bijbehorende trede 12 aan tegen de rand 17 van de munt 15.

I 1025290 9

Op de hierboven beschreven wijze kan de munt 15 vervolgens worden opgenomen in de muntenbaan 3.

Figuur 5 toont een schematisch vergroot aanzicht van een muntenbaan 3 van het muntuitgifteapparaat 1. De munten 15 zijn in een rij 5 met de randen 17 naar elkaar gericht opgeslagen in de muntenbaan 3. De muntenbaan 3 is voorzien van een mechanisme voor het blokkeren en uitgeven van de munten 15. Het mechanisme omvat twee aanslagen 18,19 die elk verplaatsbaar zijn tussen een blokkeerstand waarin de munten 15 verhinderd worden de muntenbaan via de uitvoer zij de 4 te verlaten, en een 10 vrijgavestand waarin tenminste één munt, de laatste, het dichtst bij de uitvoerzijde gelegen munt 21, de uitvoerzijde 4 kan verlaten. De aanslagen 18,19 worden elk via een elektromagneet 23, 24 geactiveerd, die op hun beurt worden aangestuurd door een bedieningssignaal dat wordt gegenereerd door de dataverwerkingseenheid 8. Door de implementatie van 15 de twee aanslagen 18,19 is het mogelijk de munten 15, 21, 22 gedoseerd uit te geven. De muntuitgifte gaat als volgt in zijn werk. Vóór een muntuitgifte bevinden beide aanslagen 18,19 zich in de blokkeerstand. Bij uitgifte verplaatst de eerste, nabij de uitvoerzijde 4 van de muntenbaan 3 opgestelde aanslag 18 naar de vrijgavestand, zodat de laatste munt 21 wordt 20 vrijgegeven. Aangezien de tweede, verder van de uitvoerzijde 4 opgestelde aanslag 19 zich nog in de blokkeerstand bevindt blijven de andere munten 15 nog in de muntenbuffer 2. Vervolgens verplaatst de eerste aanslag 18 naar de blokkeerstand, waarop de tweede aanslag 19 naar de vrijgavestand verplaatst, zodat de op een na laatste munt 22 naar de uitvoerzijde 4 kan 25 schuiven. Indien ook deze op een na laatste munt 22 moet worden uitgegeven herhaalt het hierboven beschreven proces zich. Tenslotte verplaatsen beide aanslagen 18,19 naar de blokkeerstand.

De muntenbanen 3 van het muntuitgifteapparaat 1 omvatten voorts een detectiesysteem voor het detecteren van de aanwezigheid van 30 munten 15 in de muntenbuffer 2. De hoeveelheid munten 15 kan middels 1025290 I 10 I een uitleessysteem worden ingevoerd in de hierboven beschreven I dataverwerkingseenheid 8. In de getoonde uitvoering omvat het I detectiesysteem paren lichtbronnen, bijvoorbeeld LED's 25 en optische I sensoren, bijvoorbeeld fotodiodes 26, zodat een goedkoop en betrouwbaar I 5 detectiesysteem is verkregen. De paren LED's 25 en fotodiodes 26 zijn op I vaste afstanden van elkaar opgesteld op zodanige wijze dat per muntpositie I de aanwezigheid van een munt 15 kan worden gedetecteerd, zodat alle in de I muntenbuffer 2 aanwezige munten 15 kunnen worden gedetecteerd.

I De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven 10 uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk.

Zo kan de aanslag van het mechanisme voor het blokkeren en uitgeven van de munten worden bediend door een piezo element in plaats van door een elektromagneet.

I Ook kan aan het muntuitgifteapparaat een uitklapbaar aanhangsel I 15 worden bevestigd voor het opbergen van bankbiljetten, bankpassen en/of I andere documenten, zoals een rijbewijs, visitekaartjes en/of een buskaart.

I Het aanhangsel kan bijvoorbeeld scharnierend openklappen en aan de I binnenzijde tevens zijn voorzien van een extra toetsenbord en een extra I weergavescherm voor meer complexe functionaliteit.

I 20 Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden I geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de I hiernavolgende conclusies.

1025290

Claims (18)

1. Muntuitgifteapparaat, omvattende een muntenbuffer met een meervoudig aantal naast elkaar geplaatste muntenbanen die aan een invoerzijde zijn ingericht voor het opnemen van munten met een vooraf bepaalde diameter en die aan een uitvoerzijde zijn voorzien van een 5 mechanisme voor het in afhankelijkheid van een bedieningssignaal blokkeren of uitgeven van de munten, van welke muntenbuffer de muntenbanen voorts zijn ingericht voor het in een rij met de randen naar elkaar gericht opslaan van de munten.

2. Muntuitgifteapparaat volgens conclusie 1, waarbij tenminste één 10 baan een andere baan althans gedeeltelijk overlapt.

3. Muntuitgifteapparaat volgens conclusie 1 of 2, waarbij een eerste baan voor het opnemen van munten met een vooraf bepaalde diameter enigszins schuin is georiënteerd ten opzichte van een andere, naast de eerste geplaatste baan voor het opnemen van munten met een kleinere 15 diameter, zodanig dat beide banen zich in hoofdzaak uitstrekken vanaf een eerste, daarboven gelegen geometrisch vlak naar een tweede vlak dat daaronder en in hoofdzaak parallel aan het eerste geometrische vlak is gelegen.

4. Muntuitgifteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, 20 waarbij de baan die is ingericht voor het opnemen van munten met de grootste, vooraf bepaalde diameter ten hoogste drie munten kan bevatten.

5. Muntuitgifteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het mechanisme voor het blokkeren en uitgeven van de munten van elke baan tenminste één aanslag omvat die verplaatsbaar is tussen een 25 blokkeeretand waarin munten verhinderd worden de baan via de uitvoerzijde te verlaten, en een uitgiftestand waarin tenminste één munt de baan via de uitvoerzijde kan verlaten. 1025290 I 12 Η

6. Muntuitgifteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, I waarbij het mechanisme voor het blokkeren en uitgeven van de munten een elektromagneet omvat voor het blokkeren van een nabij de uitvoerzijde van I de baan gelegen munt. I 5

7. Muntuitgifteapparaat volgens conclusies 5 en 6, waarbij de aanslag I door middel van de elektromagneet verplaatsbaar is tussen de I blokkeerstand en de vrijgavestand.

8. Muntuitgifteapparaat volgens één der conclusies 6-7, waarbij het mechanisme voor het blokkeren en uitgeven van de munten een tweede I 10 aanslag omvat die verplaatsbaar is tussen een blokkeerstand en een I uitgiftestand.

9. Muntuitgifteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, I omvattende een detectiesysteem voor het detecteren van de aanwezigheid I van munten in de muntenbanen. I 15

10. Muntuitgifteapparaat volgens conclusie 9, waarbij het I detectiesysteem een lichtbron en een optische detector omvat.

11. Muntuitgifteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een invoereenheid met een getrapte invoerbaan, waarbij treden I van de invoerbaan aansluiten op de invoerzijden van de naast elkaar I 20 geplaatste muntenbanen.

12. Muntuitgifteapparaat volgens conclusie 11, waarbij de getrapte I invoerbaan zich vernauwt en waarbij de wanden van de invoerbaan een I maximale diameter bepalen van een op de treden te plaatsen muntstuk.

13. Muntuitgifteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, I 25 omvattende een dataverwerkingseenheid die is ingericht om aan de hand I van een ingevoerd bedrag en van gedetecteerde hoeveelheden ingevoerde I munten een combinatie van munten te bepalen die het ingevoerde bedrag I representeren.

14. Muntuitgifteapparaat volgens conclusie 13, waarbij de I 30 dataverwerkingseenheid is ingericht voor het vrijgeven van de bepaalde I 1025290 combinatie van munten door middel van aansturing van de mechanismen voor het blokkeren en uitgeven van de munten in de muntenbanen.

15. Muntuitgifteapparaat volgens conclusie 13 of 14, waarbij de dataverwerkingseenheid aansluitbaar ie via een connector.

16. Muntuitgifteapparaat volgens één der conclusies 13-15, waarbij de dataverwerkingseenheid is geïntegreerd met een draagbaar elektronisch apparaat.

17. Muntuitgifteapparaat volgens één der conclusies 13-16, omvattende een elektronisch geheugen.

18. Muntuitgifteapparaat volgens één der conclusies 13-17, omvattende een weergavescherm. 1025290