NL1024079C1 - Vasthoudinrichting voor een kabel. - Google Patents

Vasthoudinrichting voor een kabel. Download PDF

Info

Publication number
NL1024079C1
NL1024079C1 NL1024079A NL1024079A NL1024079C1 NL 1024079 C1 NL1024079 C1 NL 1024079C1 NL 1024079 A NL1024079 A NL 1024079A NL 1024079 A NL1024079 A NL 1024079A NL 1024079 C1 NL1024079 C1 NL 1024079C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drum
cable
lateral surface
holding device
rotation
Prior art date
Application number
NL1024079A
Other languages
English (en)
Inventor
Markus Van Der Laan
Original Assignee
Novatug B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Novatug B V filed Critical Novatug B V
Priority to NL1024079A priority Critical patent/NL1024079C1/nl
Priority to EP04774868A priority patent/EP1654186A1/en
Priority to US10/567,458 priority patent/US20060226278A1/en
Priority to PCT/NL2004/000561 priority patent/WO2005019088A1/en
Priority to AU2004266984A priority patent/AU2004266984A1/en
Priority to BRPI0413510-5A priority patent/BRPI0413510A/pt
Application granted granted Critical
Publication of NL1024079C1 publication Critical patent/NL1024079C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66DCAPSTANS; WINCHES; TACKLES, e.g. PULLEY BLOCKS; HOISTS
    • B66D1/00Rope, cable, or chain winding mechanisms; Capstans
    • B66D1/28Other constructional details
    • B66D1/30Rope, cable, or chain drums or barrels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Unwinding Of Filamentary Materials (AREA)
  • Storage Of Web-Like Or Filamentary Materials (AREA)

Description

Vasthoudimichting voor een kabel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vasthoudinrichting voor een kabel, omvattende een trommel voor het aan het mantelvlak daarvan bevatten van ten 5 minste twee wikkelingen van de kabel, welke trommel roterend gelagerd is. Een dergelijke vasthoudinrichting is in de stand der techniek algemeen bekend. Met behulp van een roterende trommel kan een kabel vastgetrokken worden respectievelijk weer gelost worden. Dergelijke trommels worden met name in de scheepvaart gebruikt zoals op sleepboten of andere vaartuigen.
10 Bij het onder spanning staan van de kabel en het lossen daarvan ontstaan in de rondom de trommel gewikkelde kabel grote ‘knijpkrachten’ tov onderliggende kabel, die de sterkte en levensduur van de kabel beperken.
Gezien de grotere diameter van de trommel (en dus grote arm van uitgaande kabel) zijn er grote krachten nodig om de kabel onder volle belasting vast te houden 15 almede om de kabel aan te trekken. Dat betekent dat het rem/blokkeersysteem (en in mindere mate de aandrijfmotor) voor de trommel dienovereenkomstig zwaar uitgevoerd dient te zijn om een grote kracht op de kabel, die zich vertaalt via de diameter van de trommel, in een groot koppel, op te kunnen brengen. De diameter van de trommel wordt bepaald door de diameter van de kabel. Kabels kunnen slechts aan een beperkte 20 buiging onderworpen worden. Bij te grote buiging treedt een aanzienlijk verlies aan sterkte op alsmede op den duur schade aan de kabels op.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een vasthoudinrichting voor een kabel te voorzien waarmee het mogelijk is met een verhoudingsgewijs klein rem/blokkeersysteem en een eenvoudige trommel een grote vasthoudkracht d.w.z. een 25 groot koppel op de trommel op te brengen. Anderzijds dient gewaarborgd te zijn dat met de trommel voldoende verplaatsing van de kabel gerealiseerd kan worden.
Dit doel wordt bij de hierboven beschreven vasthoudinrichting verwezenlijkt doordat de afstand van het mantelvlak van die trommel tot de rotatiehartlijn van die lagering langs de omtrek van die trommel varieert.
30 Volgens de onderhavige uitvinding valt het hart van de trommel niet langer samen met het rotatiehart van de aandrijving daarvan. Daardoor zal het mantelvlak van de trommel waarop de kabel komt te liggen afwisselend dichter bij en verder af van het rotatiehart komen te liggen. Op het moment dat het rotatiehart het dichtst bij het mantelvlak ligt kan de hoogste vasthoudkracht op de kabel uitgeoefend worden. Op het 1024079 — 2 moment dat het mantelvlak het verst van de rotatiehartlijn afligt is deze kracht het kleinst. Door de excentrische opstelling kan enerzijds verwezenlijkt worden dat door passende keuze van de aangrijpplaats van de kabel in optimale vasthoudkracht voorzien wordt en anderzijds gegarandeerd wordt dat voldoende S opwikkel/afwikkelsnelheid aanwezig is. Op deze wijze kan met een verhoudingsgewijs kleine rem/blokkeersysteem (dat de aandrijfmotor kan omvatten) volstaan worden. De beperking van de grootte van het rem/blokkeersysteem is in hoofdzaak afhankelijk van de verkleining van de afstand van het rotatiehart tot het mantelvlak.
Bij een bijzondere uitvoering blijkt de capaciteit van het rem/blokkeersysteem 10 met meer dan een factor tien verkleind te kunnen worden. Daardoor is het mogelijk uit te gaan van een volledig gewijzigde zeer vereenvoudigde constructie.
I Indien de afstand van het mantelvlak tot het rotatiehart van de trommel bijzonder klein is zal bij trek geen of nauwelijks moment optreden. Het lossen van de kabel dient I dan verwezenlijkt te worden door het positief aandrijven van de trommel door het met I 15 een motor verdraaien. Daardoor neemt bovendien de afstand toe waarna de beweging I vanzelf voortgezet wordt. De positieve aandrijving kan echter ook middels een mechaniek of hefboom gerealiseerd worden.
I In alle gevallen zal bij het lossen de trommel behoorlijke rotatiesnelheden kunnen krijgen. Door het excentrisch uitgevoerd zijn ontstaat in principe onbalans. Volgens de 20 onderhavige uitvinding wordt deze onbalans weggenomen door in balancering te voorzien bijvoorbeeld door het aanbrengen van extra gewichten. Door deze gewichten zoveel mogelijk aan de buitenomtrek aan te brengen wordt bovendien het H traagheidsmoment vergroot
Belangrijk voordeel van deze roterende uitvoering is dat de kabel tijdens het 25 lossen onder grote belasting tesamen met het dragend oppervlak (geen slip) meebeweegt en geen slijtage oplevert aan beide oppervlakken.
Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding valt ten minste een plaats van de omtrek van het mantelvlak in hoofdzaak samen met het rotatiehart van die lagering. Onder in hoofdzaak dient verstaan te worden dat enige afstand kan bestaan 30 vanwege de diameter van de aandrijfas.
Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zal bij voorkeur bij toepassing op sleepboten met in het horizontale vlak 360 graden draaibare sleepinstallaties de rotatiehartlijn bij voorkeur in hoofdzaak verticaal zijn. Hierdoor is I 1024079 3 het mogelijk om in tegenstelling met conventionele lieren met horizontale rotatiehartlijnen een geringe inbouwhoogte te realiseren, terwijl de kabel toch een geringe buiging ondergaat (grote trommeldiameter).
Volgens een verder van voordeel zijnde uitvoering is het mantelvlak cilindrisch 5 en meer in het bijzonder cirkelcilindrisch. Om de vasthoudkracht van de kabel te vergroten zijn (op een deel) van het mantelvlak groeven aangebracht voor het opnemen van de kabel. Bij het gebruik van dergelijke groeven kan de vasthoudkracht tot een hoger percentage van de treksterkte van de kabel vergroot worden. Tot 95% van de breeksterkte van de niet-gebogen kabel is bij keuze van een optimale diameter van de 10 trommel gebleken.
Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering wordt het oppervlak van het mantelvlak ruwer uitgevoerd of voorzien van andere materialen met een grotere wijvingscoefficient om de wrijving tussen het mantelvlak en de kabel toe te laten nemen. Hierdoor wordt per omwikkeling meer kracht overgebracht en kan volstaan 15 worden met minder wikkelingen op de trommel.
Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering bestaat de trommel uit een excentrisch deel en uit een centrisch deel, waarbij een geleidingssysteem de kabel van het ene naar het andere deel kan geleiden. Hierbij is het mogelijk om bij het binnenhalen en uitvieren de kabel op het centrische deel te geleiden en slechts in het 20 geval van vasthouden de kabel om het excentrische deel te leiden. De scheiding tussen deze delen kan uitgevoerd worden door een schutbord voorzien van een opening van 10 - 25% van de omtrek.
Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is de trommel niet alleen uitgevoerd als vasthoudinrichting voor de kabel maar eveneens als opslag. Hierbij zal 25 veelal het deel voor de opslag van de kabel centrisch ten opzichte van de draaias geplaatst zijn. In het algemeen zal een afzonderlijk deel van de trommel dat boven of onder de vasthoudinrichting ligt daarvoor gebruikt worden.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een lierstelsel waarbij de opslag van de kabel gescheiden is van de vasthoudinrichting. Deze opslag bevindt zich op afstand 30 en kan geschieden op velerlei wijzen waaronder opslag op een enkele trommel, opslag om een stelsel van meerdere trommels, opgeslagen in opbergsysteem etc
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont: 1 02407 3 I 4
I Fig. 1 schematisch de vasthoudimichting volgens de uitvinding in combinatie met I
I een afzonderlijke kabelopslag; en I
I Fig. 2 in onderaanzicht de vasthoudinrichting volgens de uitvinding; en I
I Fig. 3 schematisch de vasthoudinrichting volgens een andere variant van de I 5 uitvinding in combinatie met een afzonderlijke kabelopslag.
I In fig. 1 is met 1 de vasthoudinrichting volgens de uitvinding aangegeven. Deze I bestaat uit een trommel 2 die aangedreven wordt door een motor 10 en I rem/blokkeersysteem 20 en 21. Met 9 is de lagering van de constructie aangegeven I maar begrepen zal worden dat elke andere lagering toegepast kan worden. Trommel 2 I 10 is ciikelcilindrisch uitgevoerd met een hartlijn 11. Bovenop trommel 2 is de cirkelcilindrische opslagtrommel 14 bevestigd met een hartlijn 12. In het afgebeelde I uitvoeringsvoorbeeld valt het hart van de opslagtrommel 14 samen met hartlijn 12.
Echter is het eveneens mogelijk deze excentrisch te plaatsen zoals trommel 2.
De rotatiehartlijn van de aandrijfas 8 van motor 10 is met 12 aangegeven. Uit fig.
15 1 en 2 blijkt dat de rotatiehartlijnen 11 en 12 ten opzichte van elkaar verplaatst zijn. De trommel 2 is aan het mantelvlak 13 voorzien van omtreksgroeven 3 voor het opnemen
I van twee wikkelingen kabel 4. I
I Met 5 is een kabelgeleider aangegeven die in de richting van pijl 6 op en neer I bewogen kan worden teneinde de kabel op de juiste wijze in de groef te geleiden I 20 danwel om de kabel te geleiden van de trommel 2 naar de opslagtrommel 14 en I omgekeerd. Vanaf het benedendeel van trommel 2 hangt een rand 20 af waarop op zeer I schematische wijze een remblok 21 aan kan grijpen.
I In fig. 2 is de trommel getoond in de positie waarin de grootste trekkracht I geleverd kan worden. Het blijkt dat de hartlijn 12 in hoofdzaak samenvalt met het I 25 mantelvlak 13 zodat op de kabel 4 met behulp van een motor 10 de maximale trek resp.
I loskracht uitgeoefend kan worden.
I In fig. 3 is een andere variant van de uitvinding getoond met een afzonderlijke I opslagtrommel 7. De kabel 4 loopt eerst rondom de cirkelcilindrische trommel 2 met I hartlijn 11, vervolgens een aantal lagen rondom het cirkelcilindrische deel met hartlijn I 30 12 en vervolgens door naar de afzonderlijke opslagtrommel 7. In het afgebeelde I uitvoeringsvoorbeeld valt het hart van de bovenste trommel samen met hartlijn 12.
Echter is het eveneens mogelijk dit deel samen te laten vallen met hartlijn 11, de kabel I loopt dan een aantal wikkelingen rondom een excentrische trommel en loopt I 1 ü 2 4 0 7 9 5 vervolgens door naar de afzonderlijke opslagtrommel 7. Bovendien is het mogelijk motor 10 te verplaatsen voor aandrijving van opslagtrommel 7. Door aandrijving van opslagtrommel 7 wordt trommel 2 aangedreven.
Bij het lezen van het bovenstaande zullen bij de vakman duidelijke varianten S opkomen, deze zijn met name afhankelijk van het gebruik van de vasthoudinrichting. Dergelijke varianten liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.
j 024079

Claims (11)

1. Vasthoudinrichting (1) voor een kabel (4), omvattende een trommel (2) I voor het aan het mantelvlak (13) daarvan bevatten van ten minste twee I 5 wikkelingen van de kabel, welke trommel roterend gelagerd is, met bet I kenmerk, dat de afstand van het mantelvlak van die trommel tot de rotatiehartlijn I (12) van die lagering langs de omtrek van die trommel varieert
2. Vasthoudinrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste een plaats van I 10 de omtrek van het mantelvlak in hoofdzaak samenvalt met het rotatiéhart van die lagering.
3. Vasthoudinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat I mantelvlak cirkelcilindrisch is. I 15
4. Vasthoudinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de trommel wordt aangedreven door een motor (10).
5. Vasthoudinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in 20 dat mantelvlak kabelopneemgroeven (3) zijn aangebracht.
6. Vasthoudinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het I oppervlak van het mantelvlak is voorzien van middelen om meer wrijving te I verkrijgen tussen het mantelvlak en de kabel. I 25
7. Vasthoudinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die I trommel uitgevoerd is voor het opnemen van een voorraad kabel. i
8. Vasthoudinrichting volgers een van de voorgaande conclusies omvattende 30 remmiddelen. I 1024079
9. Lierstelsel omvattende een omwikkel/aiwikkeltrommel (7) omvattende een voorraadkabel alsmede een vasthoudimichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies.
10. Sleepboot omvattende een lierinrichting met vasthoudinrichting volgens een van de conclusies 1-8 waarbij het kabelafgeefpunt/opneempunt ten opzichte van die boot over 360 ° in een in hoofdzaak horizontaal vlak versteld kan worden.
11. Sleepboot volgens conclusie 10 waarbij de hartlijn van die trommel in 10 onbelaste toestand in hoofdzaak verticaal is. 1024079
NL1024079A 2003-08-11 2003-08-11 Vasthoudinrichting voor een kabel. NL1024079C1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024079A NL1024079C1 (nl) 2003-08-11 2003-08-11 Vasthoudinrichting voor een kabel.
EP04774868A EP1654186A1 (en) 2003-08-11 2004-08-10 Retaining device for a cable
US10/567,458 US20060226278A1 (en) 2003-08-11 2004-08-10 Retraining device for a cable
PCT/NL2004/000561 WO2005019088A1 (en) 2003-08-11 2004-08-10 Retaining device for a cable
AU2004266984A AU2004266984A1 (en) 2003-08-11 2004-08-10 Retaining device for a cable
BRPI0413510-5A BRPI0413510A (pt) 2003-08-11 2004-08-10 sistema de guincho compreendendo um dispositivo retentor para um cabo e rebocador

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024079A NL1024079C1 (nl) 2003-08-11 2003-08-11 Vasthoudinrichting voor een kabel.
NL1024079 2003-08-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024079C1 true NL1024079C1 (nl) 2005-02-14

Family

ID=34214840

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024079A NL1024079C1 (nl) 2003-08-11 2003-08-11 Vasthoudinrichting voor een kabel.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20060226278A1 (nl)
EP (1) EP1654186A1 (nl)
AU (1) AU2004266984A1 (nl)
BR (1) BRPI0413510A (nl)
NL (1) NL1024079C1 (nl)
WO (1) WO2005019088A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7909308B2 (en) * 2007-04-19 2011-03-22 Sikorsky Aircraft Corporation Winch system for VTOL aircraft
NL2011226C2 (en) * 2013-07-26 2015-01-27 Novatug Holding B V Retaining device for a cable, winch control arrangement comprising such a retaining device and method for operating such a winch control arrangement.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1621714A (en) * 1926-02-12 1927-03-22 Joseph G Dyer Bull-wheel attachment
NO434273L (nl) * 1973-11-13 1975-06-09 Hydraulik Brattvaag As
DE3149589A1 (de) * 1981-12-15 1983-06-23 Stetter Gmbh, 8940 Memmingen "seiltrommel fuer eine seilwinde eines hebezeuges"
GB2296229A (en) * 1994-12-20 1996-06-26 Alform Extrusions Ltd Winding drum
NL1012977C1 (nl) * 1999-09-03 2001-03-06 Imc Group B V Ontwerp voor sleepboot.
CA2488106C (en) * 2002-06-06 2011-08-16 Gilman A. Hill Deep-well, continuous-coiled-tubing apparatus and method of use
US7364136B2 (en) * 2005-07-15 2008-04-29 Tiffin Scenic Studios, Inc. Hoist assembly

Also Published As

Publication number Publication date
BRPI0413510A (pt) 2006-10-10
EP1654186A1 (en) 2006-05-10
AU2004266984A1 (en) 2005-03-03
WO2005019088A1 (en) 2005-03-03
US20060226278A1 (en) 2006-10-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9382103B2 (en) Hoist
JP3701059B2 (ja) 合成繊維ケーブル用ケーブル締結装置
CA1240308A (en) Integrated winch and windlass
CN102745579B (zh) 升降驱动装置及具备该升降驱动装置的机械式停车设备
US4575050A (en) Mobile cable winch
DK2429933T3 (en) A device for handling of rope and use thereof
NL1024079C1 (nl) Vasthoudinrichting voor een kabel.
EP1175367A1 (fr) Systeme de freinage automatique d'une cabine d'ascenseur
EP1110857A2 (fr) Dispositif d'équilibrage d'un navire, notamment en roulis
JP2002507528A (ja) トラクションシーブエレベータの制動方法およびトラクションシーブエレベータ
JP4030024B2 (ja) ワイヤーロープに張力負荷を発生させる装置
EP1860055A1 (en) Brake auxiliary device of elevator
GB2146969A (en) Feed device for guiding a rope onto a winding drum
JPH11292478A (ja) 摩擦巻胴式走行駆動装置
JP2003089486A (ja) エレベータの主索取替装置及び主索取替方法
JP2942922B2 (ja) ケーブルドラムの回転駆動装置
JPH11507307A (ja) 船舶の緊急時牽引のための装置
EP3693324A1 (fr) Palan électrique à courroies synchrones
FR2926803A1 (fr) Economie d'energie par suppression du contrepoids d'un ascenseur pour machineries stationnaires avec un controle de positionnement et de vitesse
FR2625186A1 (fr) Systeme d'avalage de cables plats ou sangles et de prehension de charge servant notamment a la manutention de charges
EP0442929B1 (en) Holding and storage device for rope
JPH026064Y2 (nl)
RU2099277C1 (ru) Канатоукладчик для лебедок
FI120489B (fi) Tarttuja sekä tartuntamenetelmä rullien, erityisesti paperi- ja kartonkirullien käsittelyyn
JPS60501156A (ja) ウインチの改良

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Discontinued due to expiration of the term of protection

Effective date: 20090811