NL1023354C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023354C2 NL1023354C2 NL1023354A NL1023354A NL1023354C2 NL 1023354 C2 NL1023354 C2 NL 1023354C2 NL 1023354 A NL1023354 A NL 1023354A NL 1023354 A NL1023354 A NL 1023354A NL 1023354 C2 NL1023354 C2 NL 1023354C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- base material
- layer
- binder
- weight
- culture medium
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/10—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing inorganic material
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/20—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing natural organic material
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/40—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor characterised by their structure
- A01G24/44—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor characterised by their structure in block, mat or sheet form
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Inorganic Chemistry (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Cultivation Of Plants (AREA)
- Crystals, And After-Treatments Of Crystals (AREA)
- Apparatus Associated With Microorganisms And Enzymes (AREA)
- Micro-Organisms Or Cultivation Processes Thereof (AREA)
- Laminated Bodies (AREA)
Description
Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmediurn
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium voor het daarin laten groeien van planten.
In de praktijk is het algemeen bekend om kweekmedi-5 ums toe te passen in bijvoorbeeld de tuinbouw. Met name in d^ kassenteelt worden kweekmediums algemeen toegepast om zaden te ontkiemen en planten te laten groeien. Een bekende werkwijze om een kweekmedium te vervaardigen, staat beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage NL-1.017.460. In die aanvrage 10 wordt genoemd dat een organisch basismateriaal met een poly-meriseerbaar mengsel wordt vermengd, waarna het polymeriseer-bare mengsel wordt gepolymeriseerd. Bij die werkwijze is het echter noodzakelijk om een schuimmiddel toe te voegen indien een open structuur in de polymeermatrix gewenst is. Dit zal 15 in het algemeen het geval zijn omdat daardoor een verbeterde wateropneembaarheid wordt verkregen. Echter, het kweekmedium dat volgens die werkwijze wordt verkregen, heeft een zeer harde samenstelling, welke niet kan worden verminderd door aanpassing van de hoeveelheid polymeer.
20 Het is derhalve een doel van de uitvinding om een werkwijze te verschaffen waarmee een kweekmedium kan worden vervaardigd dat een gebonden maar open structuur heeft.
Met name is het een doel van de uitvinding om een kweekmedium te verschaffen dat een consistentie heeft die in 25 hoofdzaak gelijk is aan de consistentie van het basismateriaal .
ITen slotte heeft de uitvinding tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee een kweekmedium kan worden verkregen dat milieuvriendelijk is.
30 Teneinde ten minste één van de hiervoor genoemde doelen te verkrijgen, verschaft de uitvinding een werkwijze als in de aanhef genoemd, welke wordt gekenmerkt doordat het de stappen omvat van: a)-het vermengen van I: een deeltjesvormig basisma-35 teriaal, gekozen uit ten minste één van organische en anorga- n 2 33 r 4 nische materialen, met II: een thermoplastisch biologisch af-breekbaar bindmiddel, H b) het verwarmen van ten minste het bindmiddel, ten- H einde dit althans gedeeltelijk te doen vervloeien, H 5 c) het afkoelen van het mengsel om het bindmiddel in H een in hoofdzaak vaste vorm te brengen en waardoor althans H een deel van het basismateriaal door middel van het bindmid- H del onderling is verbonden.
H Met een dergelijke werkwijze wordt een kweekmedium H 10 verkregen dat een consistentie heeft die in hoofdzaak gelijk H is aan de consistentie van het oorspronkelijke basismateri- H aal. Bovendien is de structuur van het kweekmedium in hoofd- zaak gelijk aan de structuur van het oorspronkelijke basisma- teriaal.
15 Door deze eigenschappen van het kweekmedium dat met de werkwijze volgens de uitvinding is verkregen, is het kweekmedium zeer geschikt voor wortelingroei. Het kweekmedium H dat met de werkwijze volgens de uitvinding is verkregen, kan dan ook zeer geschikt worden toegepast voor het laten kiemen 20 van zaden en het laten groeien van planten.
Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding staan beschreven in de afhankelijke I conclusies.
Met name wordt de voorkeur gegeven aan een werkwijze 25 waarbij de hoeveelheid bindmiddel maximaal 25 gew.% is, bij voorkeur maximaal 15 gew.%, met meer voorkeur maximaal 10 gew.%, met nog meer voorkeur maximaal 7 gew.%, met nog weer meer voorkeur maximaal 5 gew.%, en met de meeste voorkeur I maximaal 4 gew.%, betrokken op het gewicht van het basismate- I 30 riaal. Hierdoor wordt verkregen dat het basismateriaal onder ling een goede verbinding verkrijgt, waardoor het niet los uit elkaar valt, maar waarbij de structuur van het kweekmedium zodanig open is dat wortelingroei niet wordt gehinderd.
Een verdere voorkeur wordt verkregen wanneer het 35 deeltjesvormige basismateriaal een grootste afmeting heeft van 10 mm, bij voorkeur maximaal 5 mm, met meer voorkeur maximaal 2 mm, en met nog meer voorkeur maximaal 1 mm. Hier- 3 I door wordt bijgedragen aan een voor wortelingroei geschikte I structuur van het kweekmedium.
I Teneinde het kweekmedium direct na het vervaardigen I ervan te kunnen verwerken, heeft het de voorkeur dat na het I 5 vermengen van de uitgangsmaterialen in stap a) een vormgeven- I de behandeling wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan een derge- I lijke vormgevende behandeling bestaan uit het tot een cilin- I dervormige staaf vormgeven van het materiaal. Door deze tot I geschikte lengtes onder te verdelen, worden tonvormige kweek- I 10 mediums verkregen die in de tuinbouw makkelijk kunnen worden I verwerkt. Deze zijn bekend onder de aanduiding "kweekplug".
I Ook andere vormen zijn mogelijk, zoals teeltmatten en teelt- I blokken. Dergelijke vormgevingen zijn algemeen bekend uit de I praktijk, bijvoorbeeld in de kassenteelt.
I 15 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwij- I ze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het orga- I nische basismateriaal wordt gekozen uit de groep die bestaat I uit veen, compost, kokosvezels, kokosgranulaat, hennepvezels, I stro, gras, houtzaagsel, koffieresidu, gft-afval, residu uit I 20 de veevoederindustrie en residu uit de papierindustrie. Der- I gelijke organische uitgangsmaterialen zijn algemeen beschik- I baar en worden in het algemeen niet verder verwerkt. Derhalve I levert de onderhavige uitvinding een bijdrage aan het herge- I bruik van organisch afval.
25 Voorts wordt de uitvinding bij voorkeur gekenmerkt, I doordat het anorganische basismateriaal wordt gekozen uit de I groep die bestaat uit klei, aarde, perliet, steenwol en ove- I rige inerte anorganische materialen. Hierdoor is het herge- I bruik van anorganische materialen gewaarborgd.
I 30 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvin- I ding wordt een, bij voorkeur biologisch afbreekbaar, elasto- I meer tijdens stap a) toegevoegd. In dat geval is het mogelijk I om de hoeveelheid, bij voorkeur biologisch afbreekbaar, bind- middel te verminderen. De hoeveelheid elastomeer die wordt 35 toegevoegd, en de verminderde hoeveelheid bindmiddel, kunnen I daarbij zodanig op elkaar worden afgestemd dat een kweekmedi- I um wordt vervaardigd met gewenste eigenschappen. Met name is I het een voordeel dat door middel van een dergelijke uitvoe- H /Λ ringsvorm waarbij een elastomeer wordt toegevoegd, blijvende elastische eigenschappen aan een materiaal worden verschaft. Afhankelijk van de glastemperatuur van het elastomeer zullen ook bij lagere temperaturen elastische eigenschappen behouden 5 blijven.
Het verwarmen van ten minste het bindmiddel, volgens stap b) van de werkwijze volgens de uitvinding, geschiedt bij voorkeur door middel van stoom. Indien stoom, bij voorkeur droge stoom, in het mengsel uit stap a) wordt toegevoerd, kan H 10 een snelle verwarming van het mengsel worden verkregen. Met H name wanneer zogenoemde droge stoom (dat wil zeggen stoom die H slechts water in de gasfase en geen gecondenseerd water be- H vat) wordt toegevoerd, zal een effectieve opwarming van het H mengsel worden verzorgd. Een excessieve toevoer van water H 15 wordt daardoor voorkomen. Het is voldoende wanneer lage druk- stoom wordt toegevoerd (bijvoorbeeld 0,5 bar overdruk, temp.
H 112°C). Door een dergelijke toevoer van stoom zal het mengsel H binnen enkele seconden op een temperatuur van 100°C worden gebracht. De opwarmtijd is uiteraard afhankelijk van de hoe- 20 veelheid stoom en de hoeveelheid van het mengsel.
Doordat de opwarming snel kan geschieden, zal H slechts een beperkte hoeveelheid water aan het mengsel worden toegevoerd. Stoom kan eenvoudig door middel van injectielan- zen in het mengsel worden gebracht, waardoor een gelijkmatige 25 verdeling van de stoomtoevoer en derhalve een gelijkmatige opwarming van het gehele mengsel eenvoudig kan worden ver- I zorgd. Een deskundige in de techniek is eenvoudig in staat om het aantal injectiepunten en de hoeveelheid stoom te optima- I liseren.
30 Een andere mogelijkheid om het mengsel dat in stap a) wordt verkregen op te warmen, is gebruik van magnetron- I straling. Magnetronstraling heeft als voordeel dat het het I mengsel zonder fysiek contact kan verwarmen. Er dienen echter afdoende maatregelen te worden genomen om het weglekken van 35 magnetronstraling uit de verwarmingsinstallatie naar de omge- ving te voorkomen.
Nog een andere mogelijkheid is het gebruik van in- I frarood straling. Het nadeel hiervan is dat de opwarming van 5 de buitenste laag uit stap a) snel wordt verkregen, maar dat de bulk van het mengsel minder snel wordt verwarmd. De warm-tegeleiding naar de bulk toe is slechts langzaam. Het hiermee verbonden nadeel is dat de buitenste laag van het mengsel, 5 die snel wordt opgewarmd, kan uitdrogen. De uitdroging wordt slechts in geringe mate verkregen met opwarming door middel van magnetronstraling. Bij opwarming met behulp van stoom wordt in het geheel geen uitdroging verkregen.
Het kweekmedium dat met de werkwijze volgens de uit-10 vinding wordt vervaardigd, kan tijdens stap c), door middel van geforceerde toevoer van bijvoorbeeld een gas of een vloeistof worden gekoeld. Het is echter ook mogelijk om de overgang naar de vaste vorm, volgens stap c), te verkrijgen door middel van ongeforceerde afkoeling aan de omgeving. Af-15 hankelijk van de omgevingstemperatuur kan een afkoeling op deze wijze binnen enkele minuten tot enkele uren worden verkregen.
Indien een geforceerde afkoeling niet gewenst is, is het mogelijk om om het kweekmedium een omhulling aan te bren-20 gen. Een dergelijke omhulling kan bijvoorbeeld bestaan uit dun papier of een ander soortgelijk, biologisch afbreekbaar materiaal. Deze omhulling dient een zodanige stevigheid te hebben dat gedurende de periode van afkoeling, totdat het thermoplastische, biologisch afbreekbare polymeer een vol-25 doende vaste vorm heeft aangenomen, behouden blijft. Een dergelijke omhulling kan bijvoorbeeld biologisch afbreken of anderszins vergaan. Het materiaal dient slechts een zodanige consistentie te hebben, dat het niet eenvoudig kapot gaat gedurende de periode dat het kweekmedium nog geen eigen stevig-30 heid heeft ontwikkeld.
Het heeft uiteraard de voorkeur dat het bindmiddel bij omgevingstemperatuur dan wel toepassingstemperatuur van het kweekmedium in hóofdzaak in een vaste vorm verkeert.
Bij voorkeur heeft het thermoplastische, biologisch 35 afbreekbare polymeer een smelttraject dat is gelegen in het temperatuurstraject dat loopt van 20 tot 130°C, bij voorkeur van 40 tot 120°C, en met meer voorkeur van 60 tot 100°C. Daardoor zal het geproduceerde kweekmedium dat is verkregen volgens de werkwijze van de uitvinding, bij kamertemperatuur (ongeveer 18°C) een goede vormstabiliteit hebben. Bij toepas-singstemperaturen van groter dan 20°C heeft het de voorkeur dat het smelttraject van het polymeer bij een hogere tempera-5 tuur dan die toepassingstemperatuur begint, teneinde aan het kweekmedium tijdens gebruik een gewenste vormstabiliteit te verschaffen.
Het biologisch afbreekbare polymeer kan elk polymeer H zijn dat geen schadelijke stoffen vormt tijdens de afbraak H 10 ervan. Een keuze kan bij voorbeeld uit de volgende groepen H worden gemaakt: 1) biologisch afbreekbare polyesters zoals statisti- H sche, aliphatische aromatische copolyesters die zijn geba- H seerd op de verschillende monomeren van butaandiol, adipine- H 15 zuur en tereftaalzuur;
H 2) polymelkzuur verbindingen, waaronder de A en de D
variant; 3) polyhydroxybutyraat (PHB) verbindingen en polyhy- H droxyalkanoaat (PHA) verbindingen; en 20 4) zetmeel verbindingen.
Voorbeelden van geschikte vertegenwoordigers uit de genoemde groepen zijn de volgende: polymelkzuur, zetmeel, po- lyesteramide (BAC), poly-S-caprolacton, (bijvoorbeeld het product Mater BI van de firma Novamont SpA te Italië).
H 25 Ten slotte wordt gewezen op een voorkeursuitvoe- ringsvorm van de vormgevende stap, waarbij tijdens het vorm- geven een gedeeltelijke compressie van het mengsel wordt ver- kregen. Deze compressie wordt bij voorkeur uitgevoerd tot aan I 99 %, bij voorkeur tot aan 95 %, met meer voorkeur tot aan 30 90 %, en met nog meer voorkeur tot aan 80 % van het oorspron- kelijke volume van het mengsel. Daardoor wordt een enigszins I verbeterde vermenging van bindmiddel en basismateriaal ver- I kregen, waardoor het bindmiddel in sterkere mate rond het ba- I sismateriaal kan vloeien dan het geval zou zijn zonder een I 35 dergelijke compressie. De onderlinge verbinding van de deel- I tjes van het basismateriaal wordt daardoor verbeterd. Ten ge- I volge daarvan wordt, bij gelijke hoeveelheden bindmiddel, een I betere hechting tussen de deeltjes van het basismateriaal 7 verkregen of, teneinde een gelijke hechting te verkrijgen, kan bij een dergelijke compressie de hoeveelheid bindmiddel worden verminderd.
De uitvinding zal hierna aan de hand van een voor-5 keursuitvoeringsvorm nader worden verduidelijkt.
In de figuren wordt een schematische weergave getoond van voorkeursuitvoeringsvormen voor het uitvoeren van de werkwijze.
Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de werk-I 10 wijze volgens de uitvinding.
I Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de werk- I wijze volgens de uitvinding.
I Fig. 3 toont een derde uitvoeringsvorm van de werk- I wijze volgens de uitvinding.
I 15 Fig. 4, 5 en 6 tonen een variant van een werkwijze I volgens de uitvinding.
I Gelijke verwijzingscijfers hebben in de verschillen- I de figuren telkens dezelfde betekenis.
I In fig. 1 wordt getoond hoe een onderste laag 1 een I 20 daarop gelegde tweede laag 2 omvat. De eerste laag 1 bestaat I uit een mengsel van basismateriaal en bindmiddel. Het basis- I materiaal wordt gekozen uit ten minste één van een organisch I en anorganisch materiaal. Voorbeelden van organische materia- I len zijn veen, compost, kokosvezels, kokosgranulaat, hennep- I 25 vezels, stro, gras, houtzaagsel, koffieresidu, gft-afval, re- I sidu uit de veevoederindustrie en residu uit de papierindu- I strie. Voorbeelden van anorganische basismaterialen zijn I klei, aarde, perliet, steenwol en overige inerte anorganische materialen. Met inerte anorganische materialen wordt bedoeld I 30 dat het betreffende materiaal geen reactiviteit vertoont bij I de beoogde toepassing en geen schadelijke invloed heeft op het kiemen van zaden of het daarin laten groeien van planten.
I Het bindmiddel is een thermoplastisch biologisch af- I breekbaar bindmiddel. Een zeer geschikt voorbeeld van een I 35 bindmiddel is een C-polycaprolactone. Een dergelijk materiaal I is verkrijgbaar bij de firma Dow Chemical, en wordt in de handel gebracht onder de handelsnaam Tone Polymers. Een der- gelijk ε-caprolactone is biologisch afbreekbaar en zal bij temperaturen boven ongeveer 60'C enigszins smelten.
De laag 2 bestaat uit basismateriaal. Hieraan is, in H het weergegeven voorbeeld, geen bindmiddel toegevoegd.
H 5 De onderste laag 1 heeft twee zijkanten 3, 4. Bij H een vormgevende bewerking wordt de onderste laag 1 zodanig H omgevouwen dat de zijkanten 3, 4 tegen elkaar aan zijn gele- H gen en waarbij de tweede laag 2 wordt omsloten door de eerste H laag 1. Dit is weergegeven in het rechter deel van fig. 1.
H 10 Hoewel in fig. 1 de onderste laag 1 als een coheren- H te laag is aangeduid, zal het duidelijk zijn dat deze onder- H ste laag 1 ook in grote mate bestaat uit basismateriaal. Der- halve zal in de praktijk een minder duidelijk, of in het ge- heel geen, zichtbaar verschil zijn tussen de onderste laag 1 15 en de bovenste laag 2.
H Hoewel de dikte van de onderste laag 1 relatief ge- H ring is in fig. 1, kan deze in de praktijk aanzienlijk dikker zijn. De eigenschappen van het vormgegeven product, aangeduid met verwijzingsletter A in fig. 1, zullen afhangen van de 20 dikte van de laag 1. Ook zullen de eigenschappen van het ge- vormde product A uiteraard afhangen van de hoeveelheid bind- middel die wordt gebruikt.
In fig. 2 staat een variant getoond van de uitvoe- ringsvorm die staat weergegeven in fig. 1. In de uitvoerings- I 25 vorm volgens fig. 2 wordt een onderste laag 1, bestaande uit basismateriaal en bindmiddel, gedeeltelijk afgedekt door een I tweede laag 2. Op de tweede laag 2 is een derde laag 5 aange- I bracht die bestaat uit een basismateriaal en bindmiddel. De tweede laag 2 is identiek aan de laag 2 zoals getoond in fig.
I 30 1.
I De bovenste laag 5 in fig. 2 heeft twee zijkanten 6, I 7. Bij een vormgevende behandeling van de constructie zoals I getoond in fig. 2, wordt een product B verkregen. Hierbij zijn de zijkanten 3, 4 van de onderste laag 1 aangelegd tegen 35 de zijkanten 6 respectievelijk 7 van de bovenste laag 5. Wanneer dit vormgegeven product aan een behandeling wordt onderworpen waardoor het bindmiddel 6 vloeibaar wordt gemaakt en zich aan en om de deeltjes van het basismateriaal voegt, zul- 9 len ook de betreffende zijkanten 3, 6 respectievelijk 4, 7 aan elkaar hechten. Derhalve wordt na de werkwijze volgens de uitvinding een kweekmedium verkregen met een coherente buitenste laag bestaande uit basismateriaal en bindmiddel en een 5 coherente binnenste laag bestaande uit enkel basismateriaal.
Fig. 3 toont ten slotte een laag 1 bestaande uit basismateriaal en bindmiddel. Deze basislaag 1 wordt aan een vormgevende behandeling onderworpen, waarna een kweekmedium C wordt verkregen dat in zijn geheel bestaat uit basismateriaal 10 en bindmiddel. De hoeveelheid bindmiddel is bij voorkeur zodanig, bijvoorbeeld maximaal 25 gew.%, bij voorkeur maximaal 15 gew.%, met meer voorkeur maximaal 10 gew.%, betrokken op de hoeveelheid basismateriaal, dat een kweekmedium wordt verkregen met een consistentie die in hoofdzaak gelijk is aan de 15 consistentie van het basismateriaal alleen. Volgens een verdere voorkeur is de hoeveelheid bindmiddel maximaal 7 gew.%, met nog meer voorkeur maximaal 5 gew.%, en met nog meer voorkeur maximaal 4 gew.%, betrokken op de hoeveelheid basismateriaal.
20 Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet be perkt is tot de in de figuren getoonde en de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm volgens een voorkeur van de uitvinding. Hoewel in de figuren slechts een vormgeving tot een streng is getoond, is het ook mogelijk om het materiaal vol-25 gens de uitvinding te vervaardigen in een mal, bijvoorbeeld in de vorm van een kubus van bijvoorbeeld 10x10x10 cm, of in balkvormige mallen van bijvoorbeeld 100x20x10 cm, etc., waardoor dergelijke grotere vormgegeven kweekmediums worden vervaardigd. Deze kunnen geschikt worden toegepast als teeltmat-30 ten of teeltblokken, etc., in de zogenoemde substraatteelt. Substraatteelt wordt algemeen in de tuinbouw toegepast, bijvoorbeeld bij de teelt van kasgroenten zoals tomaten, paprika's, en dergelijke.
Een variant voor het vervaardigen van bijvoorbeeld 35 kweekpluggen of andere gevormde voorwerpen door middel van een werkwijze volgens de uitvinding staat getoond in de fig.
4 t/m 6. Fig. 4 toont een matrijs 8 welke een bovenzijde 9 en een onderzijde 10 heeft. In de matrijs 8 zijn doorgaande ga- ten gevormd waardoor een opening 11 aan de bovenzijde 9 wordt gevormd en een opening 12 aan de onderzijde 10. De opening 11 aan de bovenzijde is enigszins groter dan de opening 12 aan de onderzijde 10. De gaten worden vanaf de bovenzijde gevuld 5 met het mengsel van deeltjesvormig basismateriaal en thermo-H plastisch, biologisch afbreekbaar bindmiddel. Dit kan ge- H schieden door het mengsel door middel van bijvoorbeeld een H schraapmes op de bovenzijde 9 van de matrijs 8 aan te brengen H en zodoende de genoemde gaten te vullen. Hierbij is het moge- H 10 lijk dat de matrijs op een constante verhoogde temperatuur H wordt gehouden, die zodanig is dat het thermoplastische poly- H meer althans gedeeltelijk zal vervloeien. Hierdoor wordt in de matrijs een binding gevormd tussen het polymeer en het ba- sismateriaal. Teneinde de gaten in de matrijs 8 goed te kun- 15 nen vullen, heeft het de voorkeur dat de matrijs 8 op een on- H dergrond wordt geplaatst, waardoor de openingen 12 aan de on- derzijde 10 zijn afgesloten.
In een volgende stap wordt de matrijs 8 omgekeerd, waardoor de bovenzijde 9 onder komt te liggen en de onderzij- 20 de 10 boven komt te liggen. Dit is in fig. 5 nader verduide- lijkt. In de matrijs 8 zijn slechts twee gaten getoond; het zal echter duidelijk zijn dat in de praktijk meerdere gaten in de matrijs 8 kunnen zijn aangebracht. Een verzamelhouder 13 bevindt zich onder de matrijs 8, zodanig dat de gaten in 25 de matrijs 8 zijn uitgelijnd met uitsparingen in de verzamel- houder 13. De kweekmediums die zich bevinden in de gaten in I de matrijs 8, kunnen vervolgens vanaf de zijde 10 van de ma- trijs 8 naar beneden worden gedrukt, waardoor de kweekmediums I in de uitsparingen in de verzamelhouder 13 komen te liggen.
30 Het uitdrukken van de vormgegeven kweekmediums uit de matrijs 8 wordt vereenvoudigd wanneer de gaten enigszins I conisch zijn gevormd. Hierbij heeft het de voorkeur dat de I opening in de onderzijde 10 enigszins kleiner is dan de ope- I ning in de bovenzijde 9. Het doorgaande gat in de matrijs 8 I 35 is daardoor conisch gevormd. Wanneer de matrijs 8 wordt omge- I keerd (zoals getoond in fig. 5), zal het vormgegeven kweekme- I dium makkelijker uit de matrijs 8 kunnen worden gedrukt.
11
Fig. 6 toont een nadere verduidelijking van de stap om het vormgegeven kweekmedium uit het gat in de matrijs 8 te drukken. Hiertoe is een uitdrukker 14 boven de opening 12 gebracht. Deze uitdrukker 14 kan naar beneden toe, in de rich- 5 ting van de opening 11, dat wil zeggen door het gat in de ma trijs 8 heen, worden bewogen, waardoor het vormgegeven kweekmedium uit het gat in de matrijs 8 wordt gedrukt. Wanneer de matrijs 8 aanliggend op de verzamelhouder 13 is geplaatst, is het voldoende dat de uitdrukker 14 tot aan de opening 11 kan 10 worden gevoerd. Wanneer het kweekmedium in de uitsparingen in de verzamelhouder 13 is gebracht, zal het uiteinde van de uitdrukker 14 daarbij nog in contact zijn met de bovenzijde van het vormgegeven kweekmedium. Zoals tevens in fig. 6 is getoond, is de uitdrukker 14 voorzien van een spil 15 welke 15 naar beneden toe, vanuit het uiteinde van de uitdrukker 14, kan worden gevoerd. In een uitgevoerde positie heeft de spil 15 de stand zoals met stippellijnen aangeduid met verwij-zingscijfer 16. Wanneer de uitdrukker zich met zijn uiteinde juist boven het oppervlak van het kweekmedium bevindt en de 20 spil 15 wordt uitgevoerd, zal een opening in het kweekmedium (niet getoond) worden gevormd. Hierdoor is het zeer eenvoudig om bijvoorbeeld jonge aanplant, stekjes of zaden en dergelijke in het kweekmedium te plaatsen. Wanneer deze stap tot het vormen van een opening in het kweekmedium wordt uitgevoerd 25 wanneer de temperatuur zich nog in het smelttraject van het polymeer of daarboven bevindt, zal de opening, bij afkoeling, behouden blijven.
In de figuren is de conische vorm van de gaten in de matrijs 8 overdreven weergegeven. In de praktijk zal een veel 30 geringer verschil tussen afmeting van de openingen 11 en 12 mogelijk zijn, waarmee een goede uitdrukbaarheid van het kweekmedium uit de matrijs 8 behouden blijft.
De verwarming van het bindmiddel, teneinde dit te doen vervloeien, kan op velerlei wijzen geschieden. Zoals 35 hiervoor reeds genoemd, wordt de voorkeur gegeven aan verwarming met behulp van stoom. Hiertoe kan stoom door middel van injectielanzen in het mengsel worden geïnjecteerd waardoor, afhankelijk van het aantal injectiepunten, een gelijkmatige verwarming van het mengsel eenvoudig wordt verkregen. Een deskundige is in staat om het aantal injectiepunten, alsmede de toe te voeren hoeveelheid stoom, te bepalen om een ge-schikte verwarming van het mengsel te verzorgen. Bij voorkeur 5 wordt gebruik gemaakt van droge stoom, dat wil zeggen stoom H waaruit gecondenseerd water is verwijderd. Bij een geschikte H uitvoeringsvorm is het eenvoudig mogelijk om binnen enkele
H seconden een temperatuur van het mengsel van ongeveer 100°C
H te verkrijgen. Dit is zelfs mogelijk bij laagdiktes van het 10 mengsel tot 10 cm of meer. Hiertoe kan bijvoorbeeld stoom bij
H een druk van 0,5 bar overdruk, en een temperatuur van 112°C
H worden gebruikt. Door de grote warmte-inhoud van het stoom is H slechts een zeer geringe hoeveelheid nodig om het mengsel te verwarmen.
15 Een andere mogelijkheid is om infrarood straling toe te passen. Weer een andere mogelijkheid is het gebruik van magnetronstraling. Het bindmiddel dient daarbij een zodanige H consistentie te hebben dat het door middel van magnetronstra- ling kan worden verwarmd. Ook kan het bindmiddel indirect 20 worden verwarmd door warmteoverdracht vanuit, met magnetron- straling verwarmd, water dat zich in het mengsel bevindt.
Wanneer de buitenste rand van een teeltplug, zoals getoond in de fig. 1 en 2, van bindmiddel is voorzien maar de kern bestaat uit alleen basismateriaal, is het zeer eenvoudig 25 mogelijk om planten in het rulle binnendeel van de plug te steken zonder dat de plug uit elkaar valt.
Als biologisch afbreekbare polymeren kunnen alle po- I lymeren worden toegepast die bij afbraak geen schadelijke H stoffen leveren. Hiermede wordt bedoeld dat de afbraakproduc- I 30 ten geen voor planten en dieren schadelijke componenten die- nen te bevatten. Hierbij is het mogelijk om biologisch af- I breekbare synthetische polymeren of biologisch afbreekbare I biopolymeren te gebruiken. Ook combinaties hiervan zijn moge- I lijk. In het algemeen kunnen de polymeren worden gekozen uit: -- "I ^If-Ρ^!ΡΤΓΤΤ1·1 13 1) biologisch afbreekbare polyesters zoals statistische, aliphatische aromatische copolyesters die zijn gebaseerd op de verschillende monomeren van butaandiol, adipine-zuur en tereftaalzuur;
5 2) polymelkzuur verbindingen, waaronder de A en de D
variant; 3) polyhydroxybutyraat (PHB) verbindingen en polyhy-droxyalkanoaat (PHA) verbindingen; en 4) zetmeel verbindingen.
10 Bijvoorbeeld kunnen dergelijke polymeren worden gekozen uit polymelkzuur, zetmeel, polyesteramide of polycaprolactone.
De afmetingen van de kweekmediums kunnen in grote mate worden gevarieerd. Bijvoorbeeld kan het medium een vorm en een afmeting hebben die telkens een holte in een teeltblok 15 exact vult. Geschikte afmetingen zijn pluggen met een diameter van 13 mm, 20 mm en 28 mm. Deze worden in de praktijk algemeen toegepast.
Sommige polymeren hebben een waterafstotende werking. Aangezien het kweekmedium dat volgens de werkwijze 20 wordt vervaardigd, echter alleen basismateriaal en bindmiddel omvat, heeft een dergelijk waterafstotend karakter van het bindmiddel in de praktijk geen invloed op het waterabsorbe-rende vermogen van het basismateriaal. Hierbij heeft het echter de voorkeur dat de hoeveelheid bindmiddel maximaal 25 25 gew.% bedraagt.
Om een sterk toegenomen bevochtigbaarheid van het basismateriaal te verkrijgen, kan een oppervlaktespanningver-lagend middel worden toegevoegd, bijvoorbeeld WMC. Hierdoor wordt de wateropneembaarheid van het te verkrijgen kweekmedi-30 urn vergroot.
; · ·-. - ^ t=j fi
Claims (14)
- 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de hoeveelheid bindmiddel maximaal 25 gew.%, bij voorkeur maximaal 15 gew.%, met meer voorkeur maximaal 10 gew.%, met nog meer voorkeur maximaal 7 gew.%, met nog weer meer voor- keur maximaal 5 gew.%, met de meeste voorkeur maximaal 4 gew.% is, betrokken op het gewicht van het basismateriaal.
- 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken- I merk, dat na het vermengen in stap a), een vormgevende behan- deling wordt uitgevoerd.
- 4. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 3, met I het kenmerk, dat een vormgevende behandeling wordt uitgevoerd I 25 tussen de stappen b) en c).
- 5. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 4, met I het kenmerk, dat het organische basismateriaal wordt gekozen uit de groep die bestaat uit veen, compost, kokosvezels, kokosgranulaat, hennepvezels, stro, gras, houtzaagsel, koffie-30 residu, gft-afval, residu uit de veevoederindustrie en residu uit de papierindustrie.
- 6. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat het anorganische basismateriaal wordt gekozen uit de groep die bestaat uit klei, aarde, perliet, steen-35 wol en overige inerte anorganische materialen.
- 7. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk/ dat het deeltjesvormige basismateriaal een grootste afmeting heeft van 10 mm, bij voorkeur 5 mm, met meer voorkeur 2 mm, en met nog meer voorkeur 1 mm.
- 8. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat tijdens de stap a) een biologisch afbreekbaar elastomeer wordt toegevoegd.
- 9. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat: 10. een eerste laag van basismateriaal plus bindmiddel wordt gepositioneerd, waarop een tweede laag van basismateriaal wordt gepositioneerd, en ten slotte een derde laag van basismateriaal plus bindmiddel wordt gepositioneerd; 1 - vervolgens een vormgevende behandeling wordt uit- 15 gevoerd, teneinde de eerste en derde laag aan weerszijden van de tweede laag naar elkaar toe te bewegen, teneinde de tweede laag geheel door de eerste en derde laag te doen omsluiten; - het bindmiddel wordt vervloeid met het basismateriaal; en 20. het bindmiddel in een in hoofdzaak vaste vorm wordt gebracht, teneinde het basismateriaal in de, de tweede laag omgevende laag te verbinden.
- 10. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat: 25. een eerste laag van basismateriaal plus bindmiddel wordt gepositioneerd, waarop een tweede laag van basismateriaal wordt aangebracht; - waarna een vormgevende behandeling wordt uitgevoerd door de eerste laag over de tweede laag te vouwen, ten- 30 einde de tweede laag geheel door de eerste laag te doen omsluiten; - waarna het bindmiddel wordt vervloeid met het basismateriaal; en - het bindmiddel in een in hoofdzaak vaste vorm 35 wordt gebracht, teneinde het basismateriaal in de, de tweede laag omgevende laag te verbinden.
- 11. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 10, met het kenmerk, dat stap c) wordt uitgevoerd met geforceerde h fi O O Q C A H toevoer van een gas of een vloeistof, of door middel van on- geforceerde afkoeling aan de omgeving.
- 12. Werkwijze volgens een der conclusies 2 t/m 11, met het kenmerk, dat een kweekmedium wordt gevormd in de vorm 5 van een kweekplug, een teeltmat, een teeltblok, of dergelij-
- 13. Werkwijze volgens een der conclusies 2 t/m 12, met het kenmerk, dat tijdens het vormgeven een compressie wordt uitgevoerd tot 99 %, bij voorkeur tot 95 %, met meer 10 voorkeur tot 90 %, en met nog meer voorkeur tot 80 % van het volume dat na het vermengen is verkregen.
- 14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een thermoplastisch, biologisch afbreek- baar polymeer wordt vermengd met een smelttraject dat is ge- 15 legen in het temperatuurstraject van 20-130°C, bij voorkeur I van 40-120°C, met meer voorkeur van 60-100°C.
- 15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, H met het kenmerk, dat de verwarming in stap b) wordt uitge- H voerd door toevoer van stoom aan het mengsel. I inoQQcri
Priority Applications (18)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022683A NL1022683C1 (nl) | 2003-02-14 | 2003-02-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
NL1023354A NL1023354C2 (nl) | 2003-02-14 | 2003-05-07 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
MXPA05008621A MXPA05008621A (es) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Metodo para fabricar un sustrato para crecimiento. |
EP04709782A EP1599088B2 (en) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Method of manufacturing a growth substrate |
PT04709782T PT1599088E (pt) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Método de fabrico de um substrato de crescimento |
PCT/NL2004/000091 WO2004071176A1 (en) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Method of manufacturing a growth substrate |
DE602004010075T DE602004010075T3 (de) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Verfahren zur herstellung eines wachstumssubstrats |
JP2006502739A JP2007528697A (ja) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | 生育基体の製造方法 |
US10/545,192 US7712252B2 (en) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Method of manufacturing a growth substrate |
CN200480006527XA CN1758847B (zh) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | 制造植物可在其上生长的培养基的方法 |
DK04709782.9T DK1599088T4 (da) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Fremgangsmåde til fremstilling af et vækstsubstrat |
CA2514671A CA2514671C (en) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Method of manufacturing a growth substrate |
PL377765A PL377765A1 (pl) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Sposób wytwarzania podłoża wzrostu |
AT04709782T ATE377939T1 (de) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Verfahren zur herstellung eines wachstumssubstrats |
ES04709782T ES2297381T5 (es) | 2003-02-14 | 2004-02-10 | Método de fabricación de un sustrato de cultivo. |
US10/782,419 US20040235168A1 (en) | 2003-02-14 | 2004-02-17 | Method of manufacturing a culture medium |
IL170227A IL170227A (en) | 2003-02-14 | 2005-08-10 | A method of producing a substrate for growth |
MA28439A MA27656A1 (fr) | 2003-02-14 | 2005-08-12 | Procede de fabrication de substrat de culture |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022683 | 2003-02-14 | ||
NL1022683A NL1022683C1 (nl) | 2003-02-14 | 2003-02-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
NL1023354 | 2003-05-07 | ||
NL1023354A NL1023354C2 (nl) | 2003-02-14 | 2003-05-07 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023354C2 true NL1023354C2 (nl) | 2004-08-17 |
Family
ID=32871313
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1022683A NL1022683C1 (nl) | 2003-02-14 | 2003-02-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
NL1023354A NL1023354C2 (nl) | 2003-02-14 | 2003-05-07 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1022683A NL1022683C1 (nl) | 2003-02-14 | 2003-02-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US7712252B2 (nl) |
EP (1) | EP1599088B2 (nl) |
JP (1) | JP2007528697A (nl) |
AT (1) | ATE377939T1 (nl) |
CA (1) | CA2514671C (nl) |
DE (1) | DE602004010075T3 (nl) |
DK (1) | DK1599088T4 (nl) |
ES (1) | ES2297381T5 (nl) |
IL (1) | IL170227A (nl) |
MA (1) | MA27656A1 (nl) |
MX (1) | MXPA05008621A (nl) |
NL (2) | NL1022683C1 (nl) |
PL (1) | PL377765A1 (nl) |
PT (1) | PT1599088E (nl) |
WO (1) | WO2004071176A1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1029571C2 (nl) | 2005-07-20 | 2007-01-23 | Jiffy Internat As | Werkwijze voor het kweken van planten alsmede een kweekmedium. |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1570715A1 (en) * | 2004-03-02 | 2005-09-07 | Eurochem N.V. | Seed pellets and soils for growing plants |
US7256033B2 (en) | 2004-06-25 | 2007-08-14 | E. I. Du Pont De Nemours And Company | Delta-8 desaturase and its use in making polyunsaturated fatty acids |
US7943823B2 (en) | 2006-04-28 | 2011-05-17 | E.I. Du Pont De Nemours And Company | Delta-8 desaturase and its use in making polyunsaturated fatty acids |
FI122418B (fi) * | 2007-12-13 | 2012-01-13 | Valtion Teknillinen | Luonnonkuitupohjainen komposiittimateriaali |
CA2736093C (en) * | 2008-09-03 | 2015-04-28 | Grow-Tech Llc | Biopolymer-based growth media, and methods of making and using same |
FR3016495A1 (fr) * | 2014-01-23 | 2015-07-24 | Sebastien Bortot | Composition de support de culture horticole semi-synthetique |
EP3154334B1 (de) * | 2014-07-28 | 2018-08-01 | Jowat AG | Verfahren zur nutzbarmachung von feinteiligem torf |
CN107529729B (zh) | 2015-02-19 | 2020-10-16 | 克里斯托弗·斯坎内尔 | 膨润土用于提高植物生长相关性状的用途 |
EP3162192A1 (en) | 2015-10-27 | 2017-05-03 | Oxydator IVS | Self-supporting plugs and other structures for use in plant production |
CN106106089A (zh) * | 2016-06-28 | 2016-11-16 | 李建涛 | 一种室内空气净化的植物栽培基质 |
EP3763202B1 (de) | 2019-07-10 | 2023-12-27 | Floragard Beteiligungs-GmbH | Kultursubstrat für pflanzen |
US20230180669A1 (en) * | 2020-05-18 | 2023-06-15 | Smithers-Oasis Company | Composition and manufacturing method for a compostable floral arrangement medium |
Family Cites Families (30)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5618165B2 (nl) * | 1974-08-29 | 1981-04-27 | ||
US4258659A (en) * | 1976-07-07 | 1981-03-31 | Quality Bedding And Litter, Inc. | Animal litter and process and structure for making same |
US4209945A (en) * | 1978-06-07 | 1980-07-01 | Capability Brown Limited | Plant growth package |
NL8601217A (nl) * | 1986-05-14 | 1987-12-01 | Fibraconsult Management Und Be | Vormling, vervaardigd uit een bindmiddel bevattend vezelmateriaal en werkwijze ter vervaardiging van de vormling. |
US4777763A (en) † | 1986-06-17 | 1988-10-18 | Owens-Corning Fiberglas Corporation | Plant growing medium |
DE3706235A1 (de) * | 1987-02-26 | 1988-09-08 | Wacker Chemie Gmbh | Verfahren zur herstellung von substratmassen fuer die pflanzenzucht |
JPH0198548U (nl) * | 1987-12-19 | 1989-06-30 | ||
CA2051173A1 (en) * | 1990-09-13 | 1992-03-14 | Takeji Suzuki | Artificial soil and process for producing the same |
JPH057427A (ja) * | 1991-07-01 | 1993-01-19 | Nagano Pref Gov Noukiyou Chiiki Kaihatsu Kiko | 植物育成用培土及びその製法 |
DE4121903C2 (de) * | 1991-07-02 | 1993-12-23 | Rockwool Mineralwolle | Mineralwolle-Formkörper |
JP2742347B2 (ja) † | 1991-11-07 | 1998-04-22 | 工業技術院長 | 生分解性不織布成型容器 |
JP2742345B2 (ja) * | 1991-11-14 | 1998-04-22 | 工業技術院長 | 生分解性不織布成型容器及びその成型方法 |
SE502680C2 (sv) * | 1993-03-30 | 1995-12-04 | Vaestsallat Ab | Upprullbart odlingssubstrat innehållande massafibrer |
JPH07107863A (ja) * | 1993-10-13 | 1995-04-25 | Suzuki Sogyo Co Ltd | 植木鉢及びその製造方法 |
JPH1014408A (ja) † | 1996-07-04 | 1998-01-20 | Tokai Kasei:Kk | 苗木栽培容器 |
US6071574A (en) * | 1997-07-11 | 2000-06-06 | Southpac Trust International, Inc. | Folded corrugated material and method for producing same |
DE19911114C2 (de) † | 1999-03-12 | 2003-03-20 | Titv Greiz | Fasermatte zur Förderung des Kulturpflanzenwachstums |
NL1011794C1 (nl) * | 1999-04-14 | 2000-10-17 | Visser S Gravendeel Holding | Vormvaste teeltsubstraatsamenstelling en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. |
JP2000324945A (ja) * | 1999-05-18 | 2000-11-28 | Natl Fedelation Of Agricult Coop Assoc | 育苗用培土 |
US6453610B2 (en) * | 1999-08-06 | 2002-09-24 | E. I. Du Pont De Nemours And Company | Method for modifying root growth |
JP2001128560A (ja) † | 1999-11-10 | 2001-05-15 | Yasuo Iwamoto | 動植物残滓を主原料とした植木鉢及びこの製法 |
DE60124962T2 (de) * | 2000-01-14 | 2007-03-08 | Kao Corp. | Verfahren zur Herstellung von Material für die Entsorgung von Exkrementen |
JP2002078416A (ja) * | 2000-09-05 | 2002-03-19 | Yamamoto Co Ltd | 園芸用培地 |
NL1017460C2 (nl) † | 2001-02-28 | 2002-09-03 | Sluis Cigar Machinery B V V D | Kweekmedium. |
US7241832B2 (en) * | 2002-03-01 | 2007-07-10 | bio-tec Biologische Naturverpackungen GmbH & Co., KG | Biodegradable polymer blends for use in making films, sheets and other articles of manufacture |
JP2003047335A (ja) * | 2001-08-06 | 2003-02-18 | Fujikoo:Kk | 培植資材とその製造法 |
JP2003061466A (ja) * | 2001-08-29 | 2003-03-04 | Yamamoto Co Ltd | 育苗用培地製造装置における育苗用培土供給装置 |
US6846858B2 (en) * | 2002-04-24 | 2005-01-25 | Brenton L. Lemay | Artificial soil composition and methods of its making and use |
US20040020114A1 (en) * | 2002-07-23 | 2004-02-05 | Bki Holding Corporation | Cellulose support for seed |
US7059083B2 (en) * | 2003-02-12 | 2006-06-13 | Gp Cellulose, Llc | Seedbed for growing vegetation |
-
2003
- 2003-02-14 NL NL1022683A patent/NL1022683C1/nl not_active IP Right Cessation
- 2003-05-07 NL NL1023354A patent/NL1023354C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-02-10 ES ES04709782T patent/ES2297381T5/es not_active Expired - Lifetime
- 2004-02-10 AT AT04709782T patent/ATE377939T1/de active
- 2004-02-10 PT PT04709782T patent/PT1599088E/pt unknown
- 2004-02-10 US US10/545,192 patent/US7712252B2/en not_active Expired - Fee Related
- 2004-02-10 EP EP04709782A patent/EP1599088B2/en not_active Expired - Lifetime
- 2004-02-10 MX MXPA05008621A patent/MXPA05008621A/es active IP Right Grant
- 2004-02-10 JP JP2006502739A patent/JP2007528697A/ja active Pending
- 2004-02-10 CA CA2514671A patent/CA2514671C/en not_active Expired - Fee Related
- 2004-02-10 PL PL377765A patent/PL377765A1/pl not_active IP Right Cessation
- 2004-02-10 DE DE602004010075T patent/DE602004010075T3/de not_active Expired - Lifetime
- 2004-02-10 WO PCT/NL2004/000091 patent/WO2004071176A1/en active IP Right Grant
- 2004-02-10 DK DK04709782.9T patent/DK1599088T4/da active
- 2004-02-17 US US10/782,419 patent/US20040235168A1/en not_active Abandoned
-
2005
- 2005-08-10 IL IL170227A patent/IL170227A/en not_active IP Right Cessation
- 2005-08-12 MA MA28439A patent/MA27656A1/fr unknown
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1029571C2 (nl) | 2005-07-20 | 2007-01-23 | Jiffy Internat As | Werkwijze voor het kweken van planten alsmede een kweekmedium. |
WO2007011225A2 (en) | 2005-07-20 | 2007-01-25 | Jiffy International As | Method for cultivating plants as well as a culture medium |
WO2007011225A3 (en) * | 2005-07-20 | 2008-02-21 | Jiffy Internat As | Method for cultivating plants as well as a culture medium |
JP2009508469A (ja) * | 2005-07-20 | 2009-03-05 | ジフィー インターナショナル エーエス | 培養培地及び植物の栽培方法 |
US7866090B2 (en) | 2005-07-20 | 2011-01-11 | Lucas Everhardus Maria Langezaal | Method for cultivating plants as well as a culture medium |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US7712252B2 (en) | 2010-05-11 |
DK1599088T3 (da) | 2008-03-03 |
EP1599088B1 (en) | 2007-11-14 |
US20040235168A1 (en) | 2004-11-25 |
ATE377939T1 (de) | 2007-11-15 |
NL1022683C1 (nl) | 2004-08-17 |
ES2297381T5 (es) | 2011-10-20 |
MA27656A1 (fr) | 2005-12-01 |
MXPA05008621A (es) | 2006-01-31 |
CA2514671C (en) | 2012-01-10 |
ES2297381T3 (es) | 2008-05-01 |
IL170227A (en) | 2012-06-28 |
DE602004010075T2 (de) | 2008-09-11 |
CA2514671A1 (en) | 2004-08-26 |
EP1599088A1 (en) | 2005-11-30 |
PL377765A1 (pl) | 2006-02-20 |
US20060248795A1 (en) | 2006-11-09 |
DK1599088T4 (da) | 2011-11-14 |
JP2007528697A (ja) | 2007-10-18 |
WO2004071176A1 (en) | 2004-08-26 |
PT1599088E (pt) | 2008-02-18 |
DE602004010075D1 (de) | 2007-12-27 |
EP1599088B2 (en) | 2011-08-03 |
DE602004010075T3 (de) | 2012-02-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1023354C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een kweekmedium. | |
DK2770815T3 (en) | PLANT GROWTH substrate | |
JP2004508446A (ja) | 成形品を製造するための成形用混合物 | |
NL1017460C2 (nl) | Kweekmedium. | |
US20180310493A1 (en) | Self-supporting plugs and other structures for use in plant production | |
FI88511C (fi) | Formad kropp framstaelld av en blandning bestaoende foer en stoerre del av baerarfibrer och foer en mindre del av termoplastiska syntetiska bindningsfibrer och foerfarande foer framstaellning av denna formade kropp | |
CN1758847B (zh) | 制造植物可在其上生长的培养基的方法 | |
NL9401955A (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van voedingsmedia en potten voor planten. | |
EP0442811B2 (fr) | Technique de culture hors-sol utilisant des matériaux issus de substrats usagés | |
Parida et al. | Efficacy of Biodegradable Containers in Nursery Raised with Teak Seedlings | |
JP2016136853A (ja) | 植物を移植して育成する方法 | |
BRPI0903244A2 (pt) | suportes agroecológicos para plantas e processo de sua produção | |
CA3179251A1 (en) | Composition and manufacturing method for a compostable floral arrangement medium | |
JP3535891B2 (ja) | 育苗用容器及びその製造法 | |
BE685697A (nl) | ||
JPH0890522A (ja) | 植物繊維系廃棄物から成る成形品及び同成形品を製造する方法 | |
WO2000025570A1 (fr) | Materiau fixe par exploitation de l'etalement de racines | |
JP2003268633A (ja) | 熱融着性繊維 | |
JP2006254797A (ja) | 植物栽培容器およびその製造方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180601 |