NL1020940C2 - Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas. - Google Patents

Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas. Download PDF

Info

Publication number
NL1020940C2
NL1020940C2 NL1020940A NL1020940A NL1020940C2 NL 1020940 C2 NL1020940 C2 NL 1020940C2 NL 1020940 A NL1020940 A NL 1020940A NL 1020940 A NL1020940 A NL 1020940A NL 1020940 C2 NL1020940 C2 NL 1020940C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
roof
unit
parts
support unit
Prior art date
Application number
NL1020940A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Hubertus Ema Malschaert
Jozef Johannes Mar Groenewegen
Original Assignee
Maurice Kassenbouw B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maurice Kassenbouw B V filed Critical Maurice Kassenbouw B V
Priority to NL1020940A priority Critical patent/NL1020940C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020940C2 publication Critical patent/NL1020940C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas.
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas vanaf de buitenzijde ervan, waarbij het dak is voorzien van zich in een gootrichting uitstrekkende parallelle goten, omvattende een draageenheid, eerste verplaatsingsmiddelen voor het langs de goten in de gootrichting 10 boven het dak verplaatsen van de draageenheid en eerste ondersteuningsmiddelen aan de draageenheid voor het ten minste tijdens verplaatsing van de draageenheid in de gootrichting afsteunen van de draageenheid op ten minste twee goten.
Vanaf begin jaren tachtig heeft men kunnen constateren dat 15 de standaard ruitmaten die worden toegepast bij kassen, ook wel _ ______ warenhuizen genaamd, is toegenomen van 1,65 bi.i 0,73 meter tot heden ten___ dagen 1,12 bij 2,57 meter of afgeleiden daarvan. Tevens zijn de kassen steeds hoger geworden hetgeen zich uit in het feit dat moderne kassen veelal worden uitgevoerd met een kolomhoogte van 5,5 meter boven het 20 maaiveld. Ondanks de wens om grotere ruitmaten toe te gaan passen, wordt dit nog niet uitgevoerd aangezien de kas-branche vooralsnog geen goede reparatiemethodieken voorhanden heeft. Ondanks de toegenomen ruitafmetingen zijn de toegepaste werkmethoden bij reparatiewerkzaamheden nog steeds traditioneel waarbij het personeel steeds grotere risico's 25 loopt. Het gevolg hiervan is dat bij calamiteiten de continuïteit van de bedrijfsvoering bij glastuinbouw in gevaar komt doordat de reparatiewerkzaamheden niet snel en doeltreffend kunnen worden uitgevoerd.
Een inrichting volgens de aanhef is bekend uit het 30 Nederlands octrooi 1013226. De hierin beschreven inrichting is bestemd voor het vervangen van ruiten in een kasdak, met name van zogenaamde 2
Venlo-kassen. Het dak van dergelijke kassen kenmerkt zich door een repeterend patroon van parallelle gootliggers steunend op kolommen in de kas waarbij midden tussen de gootliggers op een hoger niveau nokliggers aanwezig zijn. Tussen naburige gootliggers en nokliggers strekken zich 5 schuin georiënteerde ruiten uit die zijn opgesloten tussen glasroeden die zich eveneens tussen naburige nokliggers en gootliggers uitstrekken in de richting loodrecht op die van de nokliggers en gootliggers. Aldus ontstaan naast elkaar gelegen kapdelen begrensd door goten en met de vorm van een omgekeerde V. De inrichting die is ingericht voor het vervangen 10 van ruiten van de kapdelen, is voorzien van een gestel met een aantal steunwielen waarmee het gestel verrijdbaar is over de gootliggers. Het gestel is in hoofdzaak omgekeerd V-vormig, waardoor de vorm aansluit op die van de kapdelen. Het gestel is verder onder andere voorzien van opslagbakken voor ruiten, van scharnierbare loopplanken voor werklieden 15 alsmede van een manipulator voor het manipuleren van ruiten.
Ondanks de onmiskenbare voordelen die aan deze inrichting zijn verbonden, wordt een belangrijk bezwaar ervan gevormd door het feit dat voor het uitvoeren van werkzaamheden aan dakdelen die deel uitmaken van verschillende kapdelen, het noodzakelijk is om de gehele inrichting 20 naar een uiteinde van een kapdeel te verplaatsen, de inrichting aldaar op een gevel lift te plaatsen, de gevel lift te verplaatsen naar een uiteinde van het ander kapdeel om aldaar de inrichting weer op het betreffende kapdeel te plaatsen. Alternatief wordt aangegeven dat ook gebruik kan worden gemaakt van een hoogwerker waarvoor buiten de kas geschikte ruimte 25 aanwezig moet zijn, om de inrichting iedere keer naar een ander kapdeel te verplaatsen. Een dergelijke gang van zaken is zeer omslachtig. Bovendien leent de beschreven inrichting volgens de stand van de techniek slechts voor werkzaamheden aan het dak van een kas meer specifiek voor het vervangen van ruiten. Daar komt bij dat de omgekeerde V-vorm van het 30 gestel van de inrichting volgens de stand van de techniek, deze inrichting slechts geschikt maakt voor toepassing bij kassen met bepaalde 3 kapdeelafmetingen.
Terzijde wordt opgemerkt dat er vanaf 1995 een ontwikkeling gaande is waarbij zogenaamde servicerails aan de kopgevel van een kas wordt gemonteerd. Langs deze rail is een zogenaamd doek verplaatsbaar 5 waarop een inrichting voor het wassen van ruiten van het dak van de kas kan worden geplaatst. Deze wasinrichting is vanaf het doek op het dak van de kas verplaatsbaar en weer terug waarbij voor het verplaatsen van de wasinrichting van het ene kapdeel naar het andere kapdeel gebruik wordt gemaakt van het doek dat zich verplaatst langs de servicerail. Het aantal 10 kassen dat is voorzien van een dergelijke servicerail blijkt nog klein te zijn aangezien er ook reinigingsinstallaties beschikbaar zijn die ook zonder rail toepasbaar zijn. Voor wat betreft de inrichting volgens NL 1013226 wordt opgemerkt dat deze te groot is om door de gangbare docks te kunnen worden gedragen en gemanipuleerd.
15 De uitvinding beoogt voor de genoemde bezwaren al dan niet _________ in-voorkeupsu-i t-voeri ngsvormen e-rvaneen-ve-rbete-n-ng te-b-i eden-en kenmerkt ---- — zich hiertoe doordat de inrichting volgens de aanhef is voorzien van tweede verplaatsingsmiddelen voor het zelfstandig in een dwarsrichting loodrecht op de gootrichting boven het dak verplaatsen van de 20 draageenheid tijdens ondersteuning op twee goten. Aldus wordt voorkomen dat voor het verplaatsen van de inrichting naar een ander kapdeel de inrichting buiten het dak om via een gevel lift, dan wel door gebruikmaking van een hoogwerker, naar een ander kapdeel moet worden verplaatst, waardoor een belangrijke tijds- en materiaal besparing kan 25 worden gerealiseerd. Bovendien is de inrichting volgens de uitvinding in beginsel ook geschikt om daar vanaf werkzaamheden aan alle gevels, dus inclusief de kopgevels die zich uitstrekken loodrecht op de gootrichting, uit te voeren waardoor de toepassingsmogelijkheden van de inrichting volgens de uitvinding groter zijn dan die van de inrichting volgens de 30 stand van de techniek. Dergelijke werkzaamheden aan de gevel kunnen worden uitgevoerd in totale onafhankelijkheid van de gesteldheid van de n O f ; ,· ' 4 bodem die de desbetreffende kas omringt.
Een uitermate gunstige uitvoeringsvorm hiertoe wordt verkregen indien de tweede verplaatsingsmiddelen zich in de dwarsrichting uitstrekkende geleidingen omvatten waarbij de tweede 5 verplaatsingsmiddelen en de draageenheid met elkaar zijn verbonden en ten opzichte van elkaar in de dwarsrichting verplaatsbaar zijn en dat tweede ondersteuningsmiddelen zijn voorzien aan de geleidingen voor het ten minste tijdens verplaatsing van de draageenheid in de dwarsrichting afsteunen van de geleidingen met de draageenheid op ten minste twee 10 goten. Door gebruik te maken van de mogelijkheid om de tweede verplaatsingsmiddelen en de draageenheid ten opzichte van elkaar in de dwarsrichting te verplaatsen en ten behoeve van het in de dwarsrichting verplaatsen van de draageenheid afwisselend afsteunen van de inrichting via de eerste ondersteuningsmiddelen en de tweede ondersteuningsmiddelen 15 kan met de inrichting de volgende cyclus worden toegepast om de draageenheid in de dwarsrichting over het dak te verplaatsen:
Uitgaande van de situatie waarbij de inrichting inclusief de geleidingen afsteunt op twee naburige goten via de eerste ondersteuningsmiddelen worden de geleidingen in de richting van het kasdeel waarheen de 20 draageenheid dient te worden verplaatst, verplaatst door middel van verschuiving ervan langs de draageenheid dusdanig dat de geleidingen zich boven het desbetreffende kasdeel uitstrekken. Vervolgens wordt de afsteunende functie van de eerste ondersteuningsmiddelen voor het afsteunen van de inrichting, overgenomen door de tweede 25 ondersteuningsmiddelen, waarna de draageenheid ten opzichte van de geleidingen in de gewenste richting wordt verplaatst, waarna derhalve de draageenheid zich boven een naburig kapdeel bevindt. Na het overnemen van de afsteunende functie van de tweede ondersteuningsmiddelen door de eerste ondersteuningsmiddelen kan deze cyclus zich zo vaak als gewenst 30 herhalen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de tweede 5 ondersteuningsmiddelen verticaal verplaatsbaar ten opzichte van de geleidingen. Aldus kan door het omhoog bewegen door de tweede ondersteuningselementen ten opzichte van de geleidingen tijdens afsteuning door de tweede ondersteuningselementen de verticale positie 5 van de geleidingen worden verlaagd, bijvoorbeeld totdat de eerste ondersteuningsmiddelen in contact komen met dakgoten, waarna de afsteunende functie van de tweede ondersteuningselementen wordt overgenomen door de eerste ondersteuningselementen. Omgekeerd geldt uiteraard dat bij een neergaande beweging van de tweede 10 ondersteuningselementen in eerste instantie de afsteunende functie van de eerste ondersteuningselementen overgenomen kan worden door de tweede ondersteuningselementen waarbij bij verdergaande neergaande beweging van de tweede ondersteuningselementen ten opzichte van de geleidingen, het verticale niveau van de geleidingen inclusief die van de eerste 15 ondersteuningselementen wordt verhoogd. Op deze manier is het in beginsel ___ ___ mogellj-k om_de draageenhe-i-d-en -met- name-de- eerste ondersteuningselementen — als het ware over de nok van een kapdeel heen te tillen. Door de tweede ondersteuningselementen in een relatief hoge positie te brengen kan worden voorkomen dat tijdens het in de dwarsrichting verplaatsen van de 20 geleidingen ten opzichte van de draageenheid, de nok van een kapdeel zich in de baan van de tweede ondersteuningselementen bevindt.
Overeenkomstige voordelen zijn van toepassing indien men de eerste ondersteuningselementen verticaal verplaatsbaar ten opzichte van de draageenheid uitvoert waarbij wordt opgemerkt dat indien zowel de 25 eerste ondersteuningselementen als de tweede ondersteuningselementen verticaal verplaatsbaar zijn respectievelijk ten opzichte van de draageenheid en de geleidingen, de draageenheid zonder de noodzaak van verticale verplaatsingen ervan, in beginsel over het totale oppervlak van het dak kan worden verplaatst.
30 Ten einde een zo stabiel mogelijke situatie te creëren, met name tijdens het verplaatsen van de draageenheid ten opzichte van de 1 0 2 GG : . -_ 6 geleidingen in de dwarsrichting, geniet het de grote voorkeur indien de tweede ondersteuningselementen zijn ingericht voor het afsteunen van de geleidingen met de draageenheid op drie goten. Aldus wordt voorkomen dat tijdens genoemde verplaatsing kanteling van de inrichting optreedt 5 vanwege het verplaatsen van het zwaartepunt.
Met name in combinatie met laatstgenoemde voorkeursuitvoeringsvorm, is het zeer voordelig indien aan de onderzijde van de tweede ondersteuningselementen dragende wielen zijn aangebracht voor het in de gootrichting verplaatsen van de geleidingsmiddelen met de 10 draageenheid, aangezien dan de druk op de constructie van de kas over een groter aantal goten wordt verdeeld.
Ten einde de inrichting volgens de uitvinding geschikt te maken voor kassen van verschillende afmetingen met name voor wat betreft de afstand tussen naburige goten, is het zeer voordelig indien de positie 15 van ten minste een deel van de tweede ondersteuningselementen aan de geleidingen in de dwarsrichting instelbaar is.
Een zelfde voordeel is van toepassing indien de positie van ten minste een deel van de eerste ondersteuningselementen aan de draageenheid in de dwarsrichting instelbaar is.
20 Bij voorkeur omvat de draageenheid ten minste twee ten opzichte van elkaar in de gootrichting verplaatsbare draagdelen. Hieraan is het voordeel verbonden dat de inrichting als deze niet in gebruik is, niet noodzakelijkerwijs een even groot volume hoeft in te nemen als wanneer hij wel in gebruik is. Dit biedt met name voordelen ten aanzien 25 van opslag en transport van de inrichting.
Een in dit opzicht een zeer efficiënte uitvoeringsvorm kan worden verkregen indien met ieder verplaatsbaar draagdeel een geleiding is verbonden waardoor tijdens het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de draagdelen ook de bijbehorende geleidingen zich ten opzichte van 30 elkaar verplaatsen.
Genoemde draagdelen zouden zeer voordelig bordesdelen 7 kunnen zijn waarbij via een doorgang tussen de bordesdelen in een uit elkaar verplaatste toestand van de bordesdelen werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan het dak, waarbij werklieden zich bijvoorbeeld staand, zittend, hurkend of liggend op de bordesdelen bevinden. Tevens 5 kan via de doorgang een ruit, al dan niet ter vervanging van een kapotte ruit, naar het dak worden toegevoerd.
Ter fysieke ontlasting van de werklieden heeft het de voorkeur indien aan de draageenheid een hijseenheid is voorzien voor het verticaal verplaatsen van ruiten, bijvoorbeeld door bovengenoemde 10 doorgang.
Ten einde de toepassingsmogelijkheden van de inrichting volgens de uitvinding niet te beperken tot werkzaamheden aan het dak van een kas is het zeer voordelig indien de hijseenheid zich tot in bovenaanzicht buiten de draageenheid uitstrekt voor het langs een gevel 15 van de kas verticaal verplaatsen van ruiten.
______ ______ Mede vanwege het. reeds -beschreven voordeel van -een.- — inrichting waarvan de afmetingen in niet gebruikstoestand kleiner zijn dan die in gebruikstoestand, geniet het de voorkeur indien de hijseenheid door een doorgang tussen de draagdelen heen in verticale richting 20 verplaatsbaar is. Nadat de draagdelen uit elkaar zijn bewogen kan de hijseenheid vervolgens omhoog worden bewogen waardoor deze zich boven de draagdelen zelf kan uitstrekken.
Met name ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden aan een gevel van een kas is het zeer voordelig indien de inrichting is 25 voorzien van uitstekende delen waaraan een bordes kan worden opgehangen aan de buitenzijde van een gevel.
Volgens een zeer bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting opgenomen in een transportcontainer welke is voorzien van hefmiddelen voor het vanuit de transportcontainer op een geschikte hoogte 30 brengen van de inrichting ter voorbereiding van het op het dak plaatsen van de inrichting. Door toepassing van een dergelijke transportcontainer 1 η o n q a o._ δ wordt de benodigde tijd voor het op een kasdak plaatsen van de inrichting verder bekort.
Om enerzijds een goede bescherming van de inhoud van de transportcontainer te waarborgen maar anderzijds het op een geschikte 5 hoogte brengen van de inrichting niet in de weg te staan, is de transportcontainer bij voorkeur voorzien van een dak dat kan worden geopend.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens 10 de uitvinding in een tweetal toepassingen.
De figuren 1 t/m 6 hebben hierbij betrekking op de eerste toepassing en tonen in perspectivisch bovenaanzicht achtereenvolgende stappen tijdens de eerste toepassing van deze eerste uitvoeringsvorm.
De figuren 4a en 5a tonen respectievelijk een detail van de 15 figuren 4 en 5.
De figuren 7 en 8 tonen de voorkeursuitvoeringsvorm tijdens een tweede toepassingsmogelijkheid ervan.
Figuur 1 toont een kas 1 van het Venlo-type. De kas 1 omvat kopgevel 2 en zijgevel 3. Het dak van de kas kan geacht worden opgebouwd 20 te zijn uit naburige kapdelen 4a, 4b, etc. die worden begrensd door goten 5 die zich in de richting evenwijdig van die van zijgevel 3 uitstrekken. Tussen twee naburige goten 5 bevindt zich op een hoger verticaal niveau een nok 6 waardoor ieder kapdeel 4a de vorm heeft van een omgekeerde V. Zoals algemeen bekend worden de kopgevel 2, zijgevel 3 en kapdelen 4a, 25 4b, etc., in hoofdzaak gevormd door glaspanelen die zich voor wat betreft de kopgevel 2 en zijgevel 3 verticaal uitstrekken en voor wat betreft de kapdelen 4 schuin uitstrekken tussen de goten 5 en een daar naastgelegen nok 6.
Op een afstand 7 van circa vijftig centimeter naast 30 zijgevel 3 nabij een einde ervan is een transportcontainer 8 geplaatst op stelpoten 9. De lengterichting van de transportcontainer 8 is parallel 9 gelegen aan die van kopgevel 2. De transportcontainer 8 heeft als dak twee om een langshoekrand van de transportcontainer 8 kantelbare dakdelen 10a, 10b waardoor de bovenzijde van de transportcontainer geheel kan worden geopend.
5 Deze geopende situatie is weergegeven in figuur 2. In het inwendige van de transportcontainer 8 is een constructie 11 opgenomen die bestemd is om zich zelfstandig zowel in de richting evenwijdig aan de goten 5 als loodrecht op deze richting te kunnen verplaatsen over het dak van kas 1. Door het geopende dak heen kan de constructie 11 omhoog worden 10 geheven door middel van vier hefcilinders 12. De constructie 11 is voorzien van een rechthoekig raamwerk gelegen onder en de gemeenschappelijke omtrek in hoofdzaak volgend van twee tegen elkaar geschoven bordesdelen 13a, 13b. Het rechthoekig raamwerk wordt aan de kopse zijde ervan gevormd door twee kokers 14 die dienst doen als 15 buitenste telescoopbuisdelen voor het uitschuiven van binnenste _____ telescoopbuisdelen 15. 16 (zie figuur 3) aanwezig aan beide kopse zi.ide __ van het raamwerk. Deze binnenste telescoopbuisdelen 15, 16 ondersteunen tezamen met de langsdelen van het rechthoekig raamwerk de beide bordesdelen 13a, 13b nadat deze bordesdelen 13a, 13b uit elkaar zijn 20 geschoven in een richting evenwijdig aan een richting van goten 5.
Ieder bordesdeel 13a, 13b is nabij zijn buitenste hoeken voorzien van in totaal twee in hoogte verstelbare pootdelen 17, 18. De hoogteverstelling van deze pootdelen 17, 18 kan binnen het kader van de uitvinding op verschillende wijzen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld 25 handmatig, hydraulisch, pneumatisch of elektrisch waarbij laatstgenoemde wijze de voorkeur heeft vanwege de algemene beschikbaarheid van elektrische energievoorzieningen in de directe omgeving van een kas 1. De positie van de pootdelen 17, 18 gezien in de langsrichting van de bordesdelen 13a, 13b, dus loodrecht op de richting van goten 5 is 30 instelbaar ten einde constructie 11 geschikt te maken voor toepassing bij kassen van verschillende afmetingen zoals nog uit het navolgende 1 n 9 n o a a 10 duidelijker zal worden.
Met de buitenste langsranden van de bordesdelen 13a, 13b zijn een tweetal geleidingen 19a, 19b verbonden waarvan de lengte ruim twee maal zo groot is als die van de bordesdelen 13a, 13b. Net als 5 bordesdelen 13a, 13b zijn ook de geleidingen 19a, 19b nabij hun uiteinden voorzien van in hoogte verstelbare pootdelen 20, 21. Tevens is tussen de twee uiterste pootdelen 20, 21 van een geleiding 19a, 19b, per geleiding 19a, 19b een derde pootdeel 20, 21 aanwezig, waardoor, zoals nog uit het navolgende duidelijk zal worden, de constructie 11 via de pootdelen van 10 de geleidingen 19a, 19b op drie goten 5 kan af steunen. Ieder van de pootdelen 20, 21 is aan zijn onderzijde voorzien van een tweetal wielen 22. Zoals een vergelijking tussen de figuren 2 en 3 leert zijn de pootdelen 20, 21, die ieder de vorm hebben van een ongelijkzijdige rechthoekige driehoek, zwenkbaar om een verticale as evenwijdig aan de 15 lange rechthoekszijde van de driehoekvorm. Aldus wordt.de constructie 11 passend gemaakt voor transportcontainer 8, doordat binnen de transport-container 8 de pootdelen 20, 21 tegen de geleidingen 19a, 19b zijn gezwenkt en daaraan evenwijdig uitstrekken, terwijl nadat de constructie 11 uit de transportcontainer 8 is geheven, de pootdelen 20, 21 onder een 20 hoek van 90 graden naar buiten worden gezwenkt zodat zij zich evenwijdig aan de gootrichting loodrecht op de geleidingen 19a, 19b uitstrekken.
Nadat de bordesdelen 13a, 13b uit elkaar zijn geschoven, is hiertussen een ruimte gecreëerd waar door heen omhoog een trapeziumachtig raamwerk 23 omhoog kan worden bewogen. Dit raamwerk 23 is tevens 25 aan zijn bodem voorzien van twee bordesdelen 24a, 24b. In omhoog geschoven toestand van het trapezium-achtig raamwerk aansluiten op bordesdelen 13a, 13b waardoor tussen de diverse bordesdelen 13a, 13b, 24a, 24b een rechthoekige omsloten doorgang 28 ontstaat. Aan de bovenzijde is het raamwerk 23 voorzien van een, zich loodrecht op de 30 richting van de goten 5 uitstrekkende telescopische arm 25 met daarbij het uiteinde ervan een hijsmechanisme 26 voor het verticaal verplaatsen 1; u - : 11 van ruiten.
Nadat de constructie 11 zoals omschreven omhoog is bewogen, de bordesdelen 13a, 13b tezamen met geleidingen 19a, 19b uit elkaar zijn geschoven, het trapezium-achtig raamwerk 23 tussen de bordesdelen 13a, 5 13b door omhoog is bewogen en de diverse pootdelen 17, 18, 20, 21 op de juiste posities zijn gebracht en gezwenkt, worden door niet nader getoonde aandrijfmiddelen de geleidingen 19a, 19b langs de buitenste langsranden van bordesdelen 13a, 13b in de richting van kas 1 verschoven totdat, zoals weergegeven in figuur 4a de twee achterste (althans gezien 10 volgens het perspectief van de figuren) pootdelen 20, 21, zich recht boven goten 5a, 5b bevinden. Vervolgens worden, zoals weergegeven in figuur 4a, deze pootdelen 20, 21 omlaag bewogen zoals met stippellijn weergegeven in figuur 4a totdat de wielen in contact komen met de goten 5a, 5b en hierop gaan afsteunen. Vervolgens worden de bordesdelen 13a, 15 13b onder mee name van het rechthoekige raamwerk, én het trapezium- ___ ____ achtige raamwerk 23 langs de _gele_i_dingen_19_a. 19b_in de richting_v.an_ kas____ .
1 verschoven. Tijdens deze verschuiving wordt de dragende functie die hefcilinders 12 hebben voor de constructie 11 overgenomen door de pootdelen 20, 21, waarbij het contact tussen de hefcilinders 12 en de 20 constructie 11 volledig verloren gaat. De verschuiving van de bordesdelen 13a, 13b wordt voortgezet totdat de pootdelen 17, 18 aan deze bordesdelen 13a, 13b zich richt boven goten 5a, 5b bevinden. Vanuit deze toestand worden de pootdelen 17, 18 omlaag bewogen zodat zij net als pootdelen 20, 21 komen te rusten op goten 5a, 5b. Vervolgens worden de pootdelen 20, 21 25 omhoog bewogen zodat de afsteuning van de constructie 11 plaatsvindt via pootdelen 17, 18 in plaats van via pootdelen 20, 21.
In een volgende stap verplaatsen de geleidingen 19a, 19b zich weer verder in de richting van pijlen 27 totdat de pootdelen 20, 21 zich boven de goten 5a, 5b, 5c bevinden, waarna de pootdelen 20, 21 weer 30 worden verlaagd om af te steunen op goten 5a, 5b, 5c. Nadat vervolgens de pootdelen 17, 18 omhoog zijn bewogen (totdat het onderste niveau ervan 12 gelegen is boven het verticale niveau van nokken 6), worden de bordesdelen 13a, 13b tezamen met het rechthoekige raamwerk en het trapezium-achtige raamwerk weer in de richting volgens pijlen 27 verschoven om zich uit te strekken boven het kapdeel zich uitstrekkend 5 tussen de goten 5b, 5c.
Bovenstaand omschreven proces kan zich herhalen totdat de bordesdelen 13a, 13b zich boven het kapdeel bevinden waar de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Door gebruikmaking van de wielen 22 onder aan de pootdelen 20, 21 kan de constructie 11 langs de 10 goten 5 worden verreden totdat de relevante locatie zich onder de doorgang 28 bevindt. Werklieden kunnen nu, zich bevindend op één van de bordesdelen 13a, 13b, 24a, 24b via doorgang 28 de locatie waar de werkzaamheden aan het dak dienen te worden uitgevoerd bereiken terwijl eveneens door gebruikmaking van het hijsmechanisme 26 ruiten die 15 opgesteld kunnen zijn op bijvoorbeeld één van de bordesdelen 13a, 13b, 24a, 24b door de doorgang 28 heen te laten zakken.
Het grote voordeel van de constructie 11 ten opzichte van de stand van de techniek is gelegen in het feit dat de constructie 11 zich zelfstandig niet alleen in de richting van goten 5 over het dak van 20 kas 1 kan verplaatsen, maar eveneens in een richting loodrecht daarop.
In de figuren 7 en 8 wordt een alternatieve toepassing van de voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding geïllustreerd. Het alternatieve karakter van deze toepassing is gelegen in het feit dat constructie 11 niet wordt toegepast voor het uitvoeren 25 van werkzaamheden aan het dak van kas 1, maar aan de kopgevels 2 dan wel zijgevels 3 van kas 1.
Zoals zichtbaar in figuur 7 bevindt constructie 11 zich op het dak van kas 1 aan de zijde van zijgevels 3. Dusdanig dat een uiteinde van geleidingen 19a, 19b zich uitstrekken aan de buitenzijde van zijgevel 30 3. Aldus is het mogelijk om aan deze uiteinden middels kabels 40, 41 een werkplateau 42 op te hangen waar vandaan los van de grond werklieden hun 1 n?Q: ·.
13 werkzaamheden kunnen uitvoeren. Door het uitschuiven van telescooparm 25 waarbij eveneens het hijsmechanisme 26 zich aan de buitenzijde van zijgevel 3 uitstrekt kunnen te plaatsen ruiten 43 tussen de buitengevel 3 en het werkplateau 42 worden gemanipuleerd ten behoeve van de 5 werkzaamheden van de werklieden. Door het verrijden van constructie 11 in de richting van goten 5, zoals bovenstaand reeds aangegeven, kan de gehele zijgevel 3 op deze manier worden bestreken.
Zoals schematisch weergegeven in figuur 8 is het met constructie 11 eveneens mogelijk om op een vergelijkbare wijze de 10 kopgevels 2 vanaf de buitenzijde te benaderen. Door de constructie 11 te voorzien van geschikte uitstekende delen, bijvoorbeeld in de vorm van een golfconstructie waarvan het uiteinde zich uitstrekt aan de buitenzijde van kopgevels 2, kan werkplateau 42 aan met de golfconstructie verbonden kabels 40, 41 worden opgehangen aan de buitenzijde van de kopgevels 2.
15 Door het bijvoorbeeld zwenkbaar maken van telescooparm 25 om een _______ verticale as in het hart van het trapezium-achtlg. raamwerk 23_kan _een______ _ situatie worden gecreëerd waarbij het hijsmechanisme 26 zich ook aan de buitenzijde van de kopgevels 2 kan uitstrekken. Voor het traploos verplaatsen van werkplateau 42 langs de kopgevels 2 kan gebruik worden 20 gemaakt van de procedure zoals reeds uiteengezet met betrekking tot de eerste toepassing (zie figuren 1 t/m 6).
Alhoewel voor de tweede toepassing zoals omschreven aan de hand van de figuren 7 en 8 gebruik wordt gemaakt van dezelfde uitvoeringsvorm van constructie 11 als voor de eerste toepassing, zal het 25 de vakman duidelijk zijn dat ook met een sterk vereenvoudigde uitvoeringsvorm kan worden volstaan, waarbij er bijvoorbeeld geen sprake is van bordesdelen 13a, 13b die al dan niet uit elkaar verschuifbaar zijn.
Zoals aan de hand van de bovenstaande beschrijving van een 30 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding duidelijk is, biedt de uitvinding grote voordelen: In principe kan de inrichting volgens de 14 uitvinding vanaf ieder willekeurig punt langs de kas daarop worden geplaatst zodat deze altijd vanaf een zo gunstig mogelijke positie kan starten. Hierbij is er geen noodzaak van een rijbaan of ruimte langs of achter een kas. Voor de beweging van de inrichting volgens de uitvinding 5 over de kas zijn er veel minder manipulaties en handelingen en dus manuren nodig hetgeen kostenbesparend werkt. Zodra geplaatst op het dak kan de inrichting iedere positie op het dak bereiken zonder de noodzaak van het dak af te moeten. De inrichting is bovendien niet beperkt tot toepassing bij kassen van bepaalde afmetingen maar is instelbaar op deze 10 afmetingen, terwijl allerhande soorten werkzaamheden ermee kunnen worden uitgevoerd, zoals het wassen van ruiten of het vervangen van ruiten.
Alhoewel bovenstaand omschreven in een situatie waarbij de inrichting geplaatst wordt op het dak, is het ook zeer wel denkbaar, zeker bij grotere kassen indien de inrichting wordt uitgevoerd als een 15 installatie die permanent op het dak aanwezig is waardoor werkzaamheden aan het dak of de gevel van de kas zeer snel kunnen worden uitgevoerd ten opzichte van de gangbare methodieken.
1 n. 9 P.\'* A '

Claims (17)

1. Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas vanaf de buitenzijde ervan, waarbij het dak is 5 voorzien van zich in een gootrichting uitstrekkende parallelle goten, omvattende een draageenheid, eerste verplaatsingsmiddelen voor het langs de goten in de gootrichting boven het dak. verplaatsen van de draageenheid en eerste ondersteuningsmiddelen aan de draageenheid voor het tenminste tijdens verplaatsing van de draageenheid in de gootrichting afsteunen van 10 de draageenheid op tenminste twee goten, gekenmerkt door tweede verplaatsingsmiddelen voor het zelfstandig in een dwarsrichting loodrecht op de gootrichting boven het dak verplaatsen van de draageenheid tijdens ondersteuning op tenminste twee goten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 tweede verplaatsingsmiddelen zich in de dwarsrichting uitstrekkende ______geleidingen_omvatten waarbi.i de tweede verplaatsingsmiddelen en de _ draageenheid met elkaar zijn verbonden en ten opzichte van elkaar in de dwarsrichting verplaatsbaar zijn en dat tweede ondersteuningsmiddelen zijn voorzien aan de geleidingen voor het tenminste tijdens verplaatsing 20 van de draageenheid in de dwarsrichting afsteunen van de geleidingen met de draageenheid op tenminste twee goten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede ondersteuningselementen verticaal verplaatsbaar zijn ten opzichte van de geleidingen.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste ondersteuningselementen verticaal verplaatsbaar zijn ten opzichte van de draageenheid.
5. Inrichting volgens één van de conclusies 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de tweede ondersteuningselementen zijn ingericht voor het 30 afsteunen van de geleidingen met de draageenheid op drie goten.
6. Inrichting volgens één van de conclusies 2, 3, 4 of 5, met 1 0?r. ;_ het kenmerk, dat aan de onderzijde van de tweede ondersteuningselementen dragende wielen zijn aangebracht voor het in de gootrichting verplaatsen van de geleidingsmiddelen met de draageenheid.
7. Inrichting volgens één van de conclusies 2, 3, 4, 5 of 6, 5 met het kenmerk, dat de positie van tenminste een deel van de tweede ondersteuningselementen aan de geleidingen in de dwarsrichting instelbaar is.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positie van tenminste een deel van de eerste 10 ondersteuningselementen aan de draageenheid in dê dwarsrichting instelbaar is.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draageenheid tenminste twee ten opzichte van elkaar in de gootrichting verplaatsbare draagdelen omvat.
10. Inrichting volgens conclusie 2 en conclusie 9, met het kenmerk, dat met ieder verplaatsbaar draagdeel een geleiding is verbonden waardoor tijdens het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de draagdelen ook de bijbehorende geleidingen zich ten opzichte van elkaar verplaatsen.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de draagdelen bordesdelen zijn waarbij via een doorgang tussen de bordesdelen in een uit elkaar verplaatste toestand van de bordesdelen werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan het dak.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat aan de draageenheid een hijseenheid is voorzien voor het verticaal verplaatsen van ruiten.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de hijseenheid zich tot in bovenaanzicht buiten de draageenheid uitstrekt voor het langs een gevel van de kas verticaal verplaatsen van ruiten.
14. Inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11 en conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de hijseenheid door een doorgang tussen de ψ η draagdelen heen in verticale richting verplaatsbaar is.
15. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van uitstekende delen waaraan een bordes kan worden opgehangen aan de buitenzijde van een gevel.
16. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is opgenomen in een transportcontainer welke is voorzien van hefmiddelen voor het vanuit de transportcontainer op een geschikte hoogte brengen van de inrichting ter voorbereiding van het op het dak plaatsen van de inrichting.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de transportcontainer is voorzien van een dak dat kan worden geopend. i f! ' ί
NL1020940A 2002-06-26 2002-06-26 Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas. NL1020940C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020940A NL1020940C2 (nl) 2002-06-26 2002-06-26 Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020940A NL1020940C2 (nl) 2002-06-26 2002-06-26 Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas.
NL1020940 2002-06-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020940C2 true NL1020940C2 (nl) 2003-12-30

Family

ID=31885064

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020940A NL1020940C2 (nl) 2002-06-26 2002-06-26 Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020940C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2140754A1 (en) * 2008-07-02 2010-01-06 Havecon Kassenbouw B.V. Assembly and method for glazing a building structure
WO2010037883A1 (es) * 2008-10-03 2010-04-08 Universidad De Almería Equipo para disposición del plástico de cubierta de invernaderos
WO2010040876A1 (es) * 2008-10-10 2010-04-15 Universidad De Almería Método de instalación del film plástico de cubierta para invernaderos

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0345907A1 (en) * 1988-06-07 1989-12-13 P.L.J. Bom Beheer B.V. Method and device for building a greenhouse
NL9000480A (nl) * 1990-02-28 1991-09-16 Apolonia Maria Brabander Werkwijze en inrichting voor het bouwen van een warenhuis.
NL9300563A (nl) * 1993-03-30 1994-10-17 Joost Buijs Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een ruit in een glasdek van een kas.
NL1013226C2 (nl) * 1999-10-06 2001-04-10 Joost Van Der Waay Inrichting voor het vervangen van ruiten in een kasdak.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0345907A1 (en) * 1988-06-07 1989-12-13 P.L.J. Bom Beheer B.V. Method and device for building a greenhouse
NL9000480A (nl) * 1990-02-28 1991-09-16 Apolonia Maria Brabander Werkwijze en inrichting voor het bouwen van een warenhuis.
NL9300563A (nl) * 1993-03-30 1994-10-17 Joost Buijs Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een ruit in een glasdek van een kas.
NL1013226C2 (nl) * 1999-10-06 2001-04-10 Joost Van Der Waay Inrichting voor het vervangen van ruiten in een kasdak.

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2140754A1 (en) * 2008-07-02 2010-01-06 Havecon Kassenbouw B.V. Assembly and method for glazing a building structure
NL2001747C2 (nl) * 2008-07-02 2010-01-14 Havecon Kassenbouw B V Samenstel en werkwijze voor het beglazen van een bouwkundige constructie.
WO2010037883A1 (es) * 2008-10-03 2010-04-08 Universidad De Almería Equipo para disposición del plástico de cubierta de invernaderos
ES2362767A1 (es) * 2008-10-03 2011-07-13 Universidad De Almería Equipo para disposición del plástico de cubierta de invernaderos.
WO2010040876A1 (es) * 2008-10-10 2010-04-15 Universidad De Almería Método de instalación del film plástico de cubierta para invernaderos
ES2362831A1 (es) * 2008-10-10 2011-07-13 Universidad De Almeria Método de instalación del film plástico de cubierta para invernaderos.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6770228B2 (en) Method for successive concreting of high vertical walls
US2717801A (en) Lifting apparatus for construction materials
KR20150042185A (ko) 등반 스크린용 개량 프레임
NL1020940C2 (nl) Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een dak of gevel van een kas.
NL1035335C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het optrekken van rijenwoningen.
NL2016551B1 (nl) Mobiel robotstation en reparatiemethodiek
KR102197142B1 (ko) 교량 슬래브 거치 장치
US4976086A (en) Method and device for building a greenhouse
NL1013226C2 (nl) Inrichting voor het vervangen van ruiten in een kasdak.
BE1019772A3 (nl) Robot voor het uitzetten van potten.
JPH04261901A (ja) 鉄道軌道の橋渡しに役立つ渡し橋
NL1015924C2 (nl) Vaartuig voorzien van een inrichting voor het verwijderen resp. plaatsen van een onderstructuur van een boor- of productieplatform.
NL1016449C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het opbouwen van warenhuizen.
DK179290B1 (en) Work platform comprising a crane device
NL1008007C2 (nl) Warenhuisbeglazingsinrichting.
RU26778U1 (ru) Эстакада
NL8201879A (nl) Bouwconstructie.
NL1008406C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het beglazen van dekvlakken van een warenhuis.
JPH105161A (ja) 清掃装置及び清掃方法
NL1029228C2 (nl) Automatische transportwagen voor een kas.
NL1022724C2 (nl) Werkwijze voor het behandelen van een stalen balk.
US2590304A (en) Apparatus and method for molding concrete floor slabs in situ
NL1032420C1 (nl) Productdrager.
JP3457283B2 (ja) 自走式タワークレーンの搬出作業方法
NL9001175A (nl) Werkwijze en inrichting voor het beglazen van een gevel van een warenhuis.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090101