NL1019297C1 - Versnellingsblok met verstevigingsdeel. - Google Patents

Versnellingsblok met verstevigingsdeel. Download PDF

Info

Publication number
NL1019297C1
NL1019297C1 NL1019297A NL1019297A NL1019297C1 NL 1019297 C1 NL1019297 C1 NL 1019297C1 NL 1019297 A NL1019297 A NL 1019297A NL 1019297 A NL1019297 A NL 1019297A NL 1019297 C1 NL1019297 C1 NL 1019297C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
accelerator
acceleration
block
reinforcement
reinforcement part
Prior art date
Application number
NL1019297A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Petrus Andreas Zanden
Original Assignee
Johannes Petrus Andreas Zanden
Zand Rosemarie Johanna Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1018383A external-priority patent/NL1018383C2/nl
Application filed by Johannes Petrus Andreas Zanden, Zand Rosemarie Johanna Van Der filed Critical Johannes Petrus Andreas Zanden
Priority to NL1019297A priority Critical patent/NL1019297C1/nl
Priority to AU2002346339A priority patent/AU2002346339A1/en
Priority to PCT/NL2002/000425 priority patent/WO2003000423A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019297C1 publication Critical patent/NL1019297C1/nl
Priority to US10/745,635 priority patent/US7051964B2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C13/00Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills
    • B02C13/26Details
    • B02C13/28Shape or construction of beater elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C13/00Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills
    • B02C13/14Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices
    • B02C13/18Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor
    • B02C13/1807Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate
    • B02C13/1814Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate by means of beater or impeller elements fixed on top of a disc type rotor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C13/00Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills
    • B02C13/14Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices
    • B02C13/18Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor
    • B02C13/1807Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate
    • B02C13/1835Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills with vertical rotor shaft, e.g. combined with sifting devices with beaters rigidly connected to the rotor the material to be crushed being thrown against an anvil or impact plate by means of beater or impeller elements fixed in between an upper and lower rotor disc
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49002Electrical device making
    • Y10T29/49117Conductor or circuit manufacturing
    • Y10T29/49124On flat or curved insulated base, e.g., printed circuit, etc.
    • Y10T29/49155Manufacturing circuit on or in base

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Control Of Throttle Valves Provided In The Intake System Or In The Exhaust System (AREA)
  • Crushing And Pulverization Processes (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)

Description

-1-
VERSNELUNGSBLOKMETVERSTEVIGINGSDEEL GEBIED VAN DE UITVINDING
5 De uitvinding heeft betrekking op het gebied van het versnellen van materiaal, met name een stroom van korrelvormig of deeltjesvormig materiaal, met behulp van centrifugaalkracht, met in het bijzonder het doel om de versnelde korrels of deeltjes met een zodanige snelheid te doen botsen tegen een inslagorgaan dat deze breken.
10 ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Volgens een bekende techniek kan de beweging van een materiaalstroom met behulp van de centrifugaalkracht worden versneld. Het materiaal wordt daarbij op het middendeel (het cirkelvormig doseervlak van een ontvangst- en verdeelorgaan) van een rotor gedoseerd en daarna opgenomen door 15 een of meer versnellingsorganen die door die rotor worden gedragen en zijn voorzien van een versnellings- vlak dat zich vanaf dat doseervlak uitstrekt in de richting van de uitwendige rand van de rotor. Het materiaal wordt, onder invloed van middelpuntvliedende kracht, langs het versnellingsvlak versneld en, wanneer het van het versnellingsorgaan loskomt, met hoge snelheid naar buiten geslingerd. Gezien vanuit stilstaand standpunt beweegt het materiaal, nadat het van het versnellingsorgaan loskomt, met 20 nagenoeg constante snelheid langs een nagenoeg rechte stroom, die naar voor is gericht. Gezien vanuit een met het versnellingsorgaan meebewegend standpunt beweegt het materiaal, nadat het van het versnellingsorgaan loskomt, langs een spiraalvormige stroom die naar achter is gericht, gezien in de rotatierichting. De relatieve snelheid neemt daarbij toe langs die spiraalvormige baan naarmate het materiaal zich verder van de rotatiehartlijn verwij dert.
25 Het versnelde materiaal kan nu worden opgevangen door een stationair inslagorgaan dat is opge steld in de rechte stroom die de materiaal beschrijft, met het doel het materiaal tijdens de botsing te doen breken. Het stationair inslagorgaan kan bijvoorbeeld worden gevormd door een pantserring, die rond de rotor is opgesteld. Het verkleiningsproces vindt gedurende deze enkele inslag plaats, waarbij wordt gesproken van een enkelvoudige inslagbreker. Een dergelijke inrichting is bekend uit US 5,248,101 30 (Rose). Het is ook mogelijk om materiaal te laten inslaan tegen een stationair botorgaan in de vorm van bed van eigen materiaal. Een dergelijke inrichting is bekend uitUS 4,662,571 (MacDonald).
In plaats van het materiaal direct te laten inslaan tegen een stationair inslagorgaan, is het ook mogelijk om het materiaal eerst te laten inslaan tegen een met het versnellingsorgaan geassocieerd co-roterend inslagorgaan dat door die rotor wordt gedragen en is opgesteld dwars in de spiraalvormige 35 stroom die het materiaal beschrij ft, met het doel het materiaal eenmaal te laten botsen voor het statio- -2- nair inslagorgaan treft. Daarbij wordt gesproken van een direct meervoudige inslagbreker. Een dergelijke inrichting is bekend uit PCT/NL97/00565, die op naam van de aanvrager is gesteld.
Beide typen bekende verkleiningsinrichtingen hebben het nadeel dat het materiaal vrij geconcentreerd in een horizontaal vlak (ofwel binnen een schijf met een in verticale richting smalle bandbreedte) 5 over die rotor beweegt en rondom vanaf de rotor naar buiten wordt geslingerd.
In de bekende enkelvoudige inslagbreker wordt het materiaal, dat op het middendeel van de rotor wordt gedoseerd, vanaf dat middendeel in een (nagenoeg) horizontaal vlak (vlak van rotatie) langs het versnellingsvlak van het versnellingsorgaan versneld en daarna rondom vanaf de rotor naar buiten geslingerd. Dit heeft tot gevolg dat zowel de slijtage langs het versnellingsorgaan als de slijtage langs 10 het inslagvlak van het stationair inslagorgaan in verticale richting geconcentreerd plaatsvindt. Deze concentratie neemt nog toe wanneer de slijtage langs het versnellingsorgaan een kanaal begint te vormen, en dit gebeurt normaal vrij snel. De concentratie van de slijtage is er de oorzaak van dat de standtij d van zowel het versnellingsorgaan als het stationair inslagorgaan worden beperkt, terwijl slechts een deel van het slijtmateriaal wordt (kan worden) benut. Bovendien kan de geconcentreerde slijtage 15 langs het inslagorgaan de breukwaarschijnlijkheid in negatieve beïnvloeden.
Door het stationair inslagorgaan in verticale richting (heen en weer) te laten bewegen wordt bereikt dat minder concentratie plaatsvindt doordat de slijtage meer in verticale richting langs het (stationair) inslagvlak wordt gespreid. Dit vergroot de standtijd van het stationair inslagorgaan terwijl de breukwaarschijnlijkheid kan worden verbeterd.
20 In geval van de bekende meervoudige inslagbreker is de concentratie van de slijtage nog (veel) problematischer: Omdat de beweging van de materiaalstroom tussen het versnellingsorgaan en het co-roterend inslagorgaan invariant is (met betrekking tot de rotatiesnelheid) en in wezen deterministisch verloopt, slaat het materiaal tegen het co-roterend inslagorgaan heel geconcentreerd in. Er kan daardoor vrij snel een holte vormen in het inslagvlak. Dit kan de inslag van de materiaalstroom sterk 25 verstoren en bekert de standtij d. Het co-roterend inslagorgaan moet daarom relatief snel worden vervangen, terwijl het slechts gedeeltelijk is versleten. Afhankelijk van het type slijtmateriaal waaruit het co-roterend inslagorgaan is samengesteld kan door de concentratie hier ook metaalmoeheid een rol gaan spelen.
Zoals gezegd zijn genoemde storingsinvloeden van grote invloed op de breukwaarschijnlijkheid, 30 die normaal sterk terugloopt naarmate de storingsinvloeden toenemen. Voor het realiseren van een redelijke verkleiningsgraad moet de inslagsnelheid daarom veelal worden opgevoerd, hetgeen extra energie vergt, de slijtage en daarmee de storingsinvloed nog sterker doet toenemen, terwijl een ongewenst groot aantal aan zeer fijne delen kan ontstaan. Een en ander heeft tot gevolg dat het verkleinings-proces niet altijd even goed beheersbaar is en niet alle korrels op uniforme wijze worden gebroken. Het 35 verkregen breekprodukt bezit daardoor vaak een vrij grote spreiding in korrelafmeting en korrel- -3- configuratie.
De feitelijke versnelling op de rotor vindt plaats met versnellingsorganen die rondom het middendeel van de rotor zijn opgesteld, op welk middendeel het te versnellen (en te breken) materiaal wordt gedoseerd. De geleiders zijn voorzien van een versnellingsvlak dat zich vanaf de uitwendige rand van 5 het middendeel uitstrekt in de richting van de uitwendige rand van de rotor; in geval van enkelvoudige inslagbrekers normaal in een radiale richting. Dergelijke geleiders zijn bekend uit ondermeer US 6,149,086 (Young) en US 6,179,234 (Marshall). De bekende versnellingsorganen staan bloot aan intense geleidings-slijtage. Om toch een redelijke standtijd te behalen zijn de bekende versnellingsorganen daarom vrij zwaar uitgevoerd, hetgeen een zware ophangconstructie (draagorgaan) noodzakelijk maakt waarbij 10 speciale voorzieningen moeten worden getroffen om het zware versnellingsorgaan goed te bevestigen.
Daarvoor moet het versnellingsorganen worden geborgd en zijn vaak bouten nodig. Dit alles maakt het uitwisselen van de slijtdelen gecompliceerd en tijdrovend; terwijl de standtijd, zeker in geval van abrassief materiaal, beperkt blij ft.
De bekende versnellingsorganen hebben voorts het probleem dat de geleidingsslijtage die op-15 treedt zich langs het versnellingsvlak op een plaats concentreert doordat een geledingskanaal vormt met als gevolg dat de slijtage steeds sterker progressief gaat toenemen naarmate deze voortschrijd; tegelijkertijd heeft dit tot gevolg dat steeds een beperkt deel van het slijtmateriaal - normaal niet meer dan 25-35% - wordt verbruikt. Uit US 5,921,484 (Smith) en US 5,954,282 (Britzke) / US 6,171,713 (Smith) zijn versnellingsorganen bekend waarvan het versnellingsvlak speciaal is bewerkt middels 20 respectievelijk configuratie en gebruik van hardmetaal, met het doel een grotere geleidingsslijtage-weerstand te bereiken zodat de standtijd wordt vergroot.
Uit US 3,767,127 (Wood) is een versnellingsorgaan bekend - die van speciaal belang is met betrekking tot het versnellingsorgaan volgens de uitvinding - die symmetrisch V-vormig is uitgevoerd en is voorzien van twee versnellingsvlakken; welk V-vormig versnellingsorgaan met de punt is gericht 25 naar de rotatiehartlijn en afsteund tegen een V-vormig draagorgaan, waartegen het zich onder invloed van de middelpuntvliedende kracht stevig vastzet. Een dergelijke V-vormig versnellingsorgaan heeft het voordeel dat de rotor in beide richtingen operationeel is waardoor de standtijd wordt verdubbeld en het slijtmateriaal meer effectief wordt verbruikt, terwijl de delen door de eenvoudige ophanging heel makkelijk uitwisselbaar zijn en niet speciaal behoeven te worden geborgd. Bovendien kan een V-vormig 30 versnellingsorgaan, wanneer het voldoende hoog wordt uitgevoerd, worden omgekeerd, waarmee de standtijd kan worden verviervoudigd ten opzichte van een enkelvoudig versnellingsorgaan. Het bekende V-vormig versnellingsorgaan heeft echter ook nadelen. Zo concentreren zich, door de grote middelpuntvliedende kracht die wordt opgewekt, in de V-vormig punt grote spanningen. Omdat het slijtmateriaal waaruit het versnellingsorgaan is samengesteld zo hard mogelijk moet worden gekozen 35 (groter dan Rc 55, bij voorkeur groter dan Rc 60) is het onvermijdelijk dat het materiaal bros is en -4- dientengevolge slechts een beperkte treksterkte heeft. Daardoor treedt in het bekende V-vormig versnellingsorgaan makkelijk breuk op ter plaatse van de V-vormig punt waardoor het versnellings-orgaan in twee delen breekt die vervolgens naar buiten worden geslingerd. Uit US 3,652,023 (Wood) is een V-vormig versnellingsorgaan bekend die als een rondom gesloten driehoek is uitgevoerd die in 5 het midden is voorzien van een opening met behulp waarvan het versnellingsorgaan wordt opgehangen. Een dergelijk versnellingsorgaan is steviger dan een open V-vormig versnellingsorgaan maar de configuratie vergt veel extra slijtmateriaal dat niet kan worden benut. Dit type V-vormig versnellingsorgaan is daardoor niet echt effectief. Het is duidelij k dat een V-vormig versnellingsorgaan grote voordelen heeft. Doch, desondanks vele pogingen in deze richting, is het door de brosheid van het slijt-10 materiaal niet echt gelukt om de V-vorm effectief te benutten.
DOEL VAN DE UITVINDING
Het doel van de uitvinding is daarom een versnellingsorgaan te verschaffen, zoals hierboven 15 omschreven, die deze nadelen mist, of althans in mindere mate vertoont; welk versnellingsorgaan zowel kan worden toegepast als versnellingsorgaan voor een enkelvoudige rotor waarmee de versnelling van dat materiaal in een stap plaatsvindt, als voor een geassocieerde versnellingsunit waarmee de versnelling in twee (of drie en meer) stappen plaatsvindt, welke versnellingsunit is voorzien van een geleidingsorgaan en tenminste een met dat versnellingsorgaan geassocieerd co-roterend inslagorgaan, 20 die beide in V-vorm kunnen worden uitgevoerd. Het doel van de uitvinding is met name gericht op genoemd co-roterend inslagorgaan. Onder materiaal wordt hier verstaan een brokstuk, korrel of een deeltje c.q. een stroom van brokstukken, korrels of deeltjes.
Dit doel wordt bereikt door het versnellingsorgaan dat is voorzien van een versnellingsblok langs tenminste de achterzijde van het versnellingsblok - dat is de zijde tegenover het versnellingsvlak - te 25 voorzien van een verstevigingsdeel dat hecht is verbonden met het versnellingsblok - welk verstevigings- deel een (aanzienlijk) grotere treksterkte heeft dan het versnellingsblok - zodanig dat het versnellingsorgaan en het verstevigingsdeel ter plaatse van het aanhechtingsvlak als het ware een geheel vormen. Het versnellingsorgaan volgens de uitvinding bestaat derhalve uit een versnellingsblok dat is samengesteld uit een hard (Rc 55-65) slijtmateriaal met een geringe treksterkte en een (metalen) verstevigings-30 deel met een grote treksterkte (en geringere hardheid).
Een verder doel van de uitvinding is het verstevigingsdeel zo uit te voeren dat het versnellingsorgaan op eenvoudige wijze met een rotor c.q. een draagorgaan dat door de rotor wordt gedragen kan worden verbonden en uitgewisseld.
Het versnellingsorgaan kan worden uitgevoerd als een enkelvoudig versnellingsorgaan met een 35 enkel versnellingsblok, maar ook symmetrisch in bijvoorbeeld (bij voorkeur) een V-vorm met twee 10 -5- versnellingsblokken; welke laatste configuratie de voorkeur heeft. In geval van de V-vorm wordt het probleem van geringe treksterkte van het slijtmateriaal namelijk opgevangen door het V-vormig verstevigingsdeel; waarbij aangetekend dat de versnellingsblokken afzonderlijk (los) van elkaar met een verstevigingsdeel kunnen worden verbonden. De spanningen die optreden in de V-vormige punt 5 worden nu geheel opgevangen door het metalen verstevigingsdeel dat daarvoor voldoende treksterkte heeft; de versnellingsblokken worden hierbij niet extra belast. Wanneer de versnellingsblokken ter plaatse van de V-vorm vast met elkaar zijn verbonden kunnen deze in de V-punt scheuren. Dit behoeft echter geen probleem te vormen omdat het versnellingsblok is aangehecht tegen het verstevigingsdeel.
De uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat de versnellingsblokken afzonderlijk van elkaar zijn 10 opgesteld op het V-vormig verstevigingsdeel; dat wil zeggen dat de versnellingsblokken zich ter plaatse van de V-naad op een afstand bevinden van elkaar. De V-naad - die zich tussen de versnellingsblokken bevindt - kan gebogen zijn uitgevoerd (hetgeen de voorkeur heeft), waarbij sprake is van een verstevigingsdeel met twee daarop bevestigde c.q. daarmee hecht verbonden versnellingsblokken, maar kan ook meer recht zijn uitgevoerd doordat twee verstevigingsplaten ter plaatse van de V-naad 15 aan elkaar gelast worden. De uitvinding voorziet in de mogelijkheid waarbij het versnellingsorgaan hoger wordt uitgevoerd en daardoor omkeerbaar is. De spanningen die optreden in het versnellingsblok van het V-vormig versnellingsorgaan is in wezen gelijk aan die in de enkelvoudige configuratie. Omdat het V-vormig versnellingsorgaan symmetrisch is uitgevoerd en symmetrisch op de rotor is opgesteld (met de punt naar binnen gericht) ten opzichte van de radiale lijn vanuit die rotatiehartlijn van 20 de rotor, kan zich ter plaatse van de buitenzijde van de V-vormige punt (die is gericht naar de rotatiehartlijn) tussen de versnellingsblokken een bed van eigen (te breken) materiaal vastzetten onder invloed van middelpuntvliedende kracht: dat voorkomt dat ter plaatse van de V-vormige punt slijtage c.q. beschadiging kan optreden aan het verstevigingsdeel.
Het versnellingsblok is samengesteld uit een materiaal dat tenminste zo hard is dan het te versnel-25 len c.q. te breken materiaal. Het heeft de voorkeur om het versnellingsblok samen te stellen uit een metaallegering met een grote hardheid, bij voorkeur een hardheid groter dan Rc 60. Het verstevigingsdeel wordt bij voorkeur samengesteld uit metaal met een voldoende grote treksterkte en een zodanige dikte dat de spanningen in de V-naad kunnen worden opvangen.
De uitvinding voorziet voorts in de mogelijkheid van een uitvoering van het versnellingsorgaan 30 met een U-vormig verstevigingsdeel welke omkeerbaar is.
Het samengesteld versnellingsorgaan volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het verstevigingsdeel is voorzien van tenminste een haak waarmee het versnellingsorgaan tegen het draag-orgaan kan worden bevestigd c.q. geborgd, zodanig dat het zich onder invloed van middelpuntvliedende kracht stevig vastzet. Ook kan het verstevigingsdeel worden voorzien van draadeinden c.q. draad-35 openingen, zodanig dat het versnellingsorgaan met behulp van bouten tegen het draagorgaan kan wor- ·. < -6- den vastgezet c.q. geborgd.
De hechte binding tussen het verstevigingsdeel en het versnellingsblok langs het aanhechtings-vlak wordt bereikt met behulp van warmte. Het versnellingsblok kan in vloeibare toestand op de versnellingsplaat worden aangebracht, maar ook op andere wijze, bijvoorbeeld in de vorm van een 5 spray. Het heeft daarbij de voorkeur het verstevigingsdeel te voren te verwarmen op een temperatuur ongeveer gelijk aan die van het aan te hechten (aan te gieten) materiaal van het versnellingsblok; en het verstevigingsdeel langs het aanhechtingsvlakte voren te behandelen met een speciale hulpstof die de hechting bevorderd.
Het samengesteld versnellingsorgaan volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het 10 verstevigingsdeel zich niet alleen uitstrekt langs de achterzijde van het versnellingsblok maar ook langs een tenminste andere zijde, bij voorkeur de buitenzijde.
Het samengesteld versnellingsorgaan volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het verstevigingsdeel is voorzien van tenminste een haak, en/of een draadeind, en/of een draadgat, waarmee het versnellingsorgaan tegen dat draagorgaan kan worden bevestigd.
15 Het samengesteld versnellingsorgaan volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het versnellingsorgaan van de uitvinding wordt aangewend voor een enkelvoudige rotor waarmee het materiaal in een stap worden versneld; en voorziet ook in de mogelijkheid om het versnellingsorgaan van de uitvinding toe te passen op een rotor waarmee het materiaal in twee stappen wordt versneld, dus zowel als geleidingsorgaan en/of als (co-roterend) inslagorgaan. Met name als co-roterend inslag-20 orgaan biedt het V-vormig samengesteld versnellingsorgaan heel interessante mogelijkheden.
Het versnellingsorgaan volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het versnellingsorgaan wordt gedragen door de rotor met behulp van een in wezen V-vormig draagorgaan dat met de punt is gericht naar de rotatiehartlijn en zich spiegelsymmetrisch uitstrekt lang de radiale lijnvanuit de rotatiehartlijn; waarbij de V-vormige punt natuurlijk is gericht in de richting van de rotatiehartlijn. De V-25 vormige punt van het draagorgaan kan ter plaatse aansluiten tegen het versnellingsorgaan maar ook zijn afgeknot, waarbij alleen de zijden afsteunen.
Het versnellingsorgaan volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het versnellingsorgaan scharnierend wordt opgehangen.
Het verstevigingsdeel en het versnellingsblok kunnen bestaan uit, c.q. zijn opgebouwd uit, c.q. 30 geproduceerd als: - het verstevigingsdeel bestaat uit een metalen plaat waarvan een eerste vlak hecht verbonden is langs dat eerste vlak met een tweede vlak van dat versnellingsblok dat de achterzijde vormt van dat versnellingsblok; - de hechting tussen dat eerste en dat tweede vlak wordt bewerkstelligd met behulp van thermische 35 behandeling; 4 -7- - de hechting tussen dat eerste en dat tweede vlak wordt bereikt door dat tweede vlak tegen dat eerste vlak te gieten; - het versnellingsbak en het verstevigingsdeel direct achter elkaar worden gegoten, en wel het verstevigingsdeel met een eerste smelt en het versnellingsblok direct daarna met een tweede smelt op 5 het moment dat de eerste smelt nog in vloeibare toestand verkeerd, althans op een temperatuur is dat volledige versmelting van de eerste en tweede smelt plaatsvindt, waarbij de legeringen van de eerste en tweede smelt niet gelijkzijn; - het verstevigingsdeel en het versnellingsblok tegelijkertijd wordt gegoten met een smelt van gelijke samenstelling en alleen het versnellingsblok thermisch nabehandeld wordt zodanig dat het 10 versnellingsblok een grotere hardheid krijgt dan het verstevigingsdeel; - het verstevigingsdeel bestaat uit een metalen plaat met een grote treksterkte, welk versnellingsblok wordt vastgegoten aan het verstevigingsdeel; - het versnellingsblok middels sintering wordt vastgehecht aan het verstevigingsdeel; - het versnellingsblok met behulp van solderen wordt vastgehecht aan het verstevigingsdeel; 15 - het verstevigingsdeel lasbaar is.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De besproken en andere doelstellingen, kenmerken en voordelen van de inrichting van de uitvin-20 ding worden voor een beter begrip toegelicht in de volgende gedetailleerde beschrijving van de inrich ting van de uitvinding in samenhang met begeleidende schematische tekeningen.
Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 2 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 3 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
25 Figuur 4 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 5 toont schematisch een vijfde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 6 toont schematisch een zesde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 7 toont schematisch een zevende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 8 toont schematisch een achtste uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
30 Figuur 9 toont schematisch een negende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 10 toont schematisch een tiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 11 toont schematisch een elfde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan Figuur 12 toont schematisch een twaalfde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 13 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een versnellingsinrichting.
35 Figuur 14 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een versnellingsinrichting.
Λ, ·· if -8-
Figuur 15 toont schematisch een bovenaanzicht B-B van een dertiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 16 toont schematisch een achteraanzicht A-A volgens figuur 15.
Figuur 17 toont schematisch een zijaanzicht C-C volgens figuur 16.
5 Figuur 18 toont schematisch een bovenaanzicht van de dertiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan met een symmetrisch draagorgaan.
Figuur 19 toont schematisch het draagorgaan volgens figuur 18.
Figuur 20 toont schematisch een bovenaanzicht E-E van een veertiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
10 Figuur 21 toont schematisch een achteraanzicht D-D volgens figuur 20.
Figuur 22 toont schematisch een zijaanzicht F-F volgens figuur 21.
Figuur 23 toont schematisch een bovenaanzicht van de veertiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan met een symmetrisch draagorgaan.
Figuur 24 toont schematisch het draagorgaan volgens figuur 23.
15 Figuur 25 toont schematisch een bovenaanzicht H-H van een vijftiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 26 toont schematisch een achteraanzicht G-G volgens figuur 25.
Figuur 27 toont schematisch een zijaanzicht K-K volgens figuur 27.
Figuur 28 toont schematisch een bovenaanzicht van de vijftiende uitvoeringsvorm van het 20 versnellingsorgaan met een enkelvoudig draagorgaan.
Figuur 29 toont schematisch een bovenaanzicht van een zestiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 30 toont schematisch een bovenaanzicht van een zeventiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
25 Figuur 31 toont schematisch een achteraanzicht M-M van een achtiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 32 toont schematisch een zijaanzicht L-L volgens figuur 31.
Figuur 33 toont schematisch een achteraanzicht 0-0 van een negentiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
30 Figuur 34 toont schematisch een zijaanzicht N-N volgens figuur 33.
Figuur 35 toont schematisch een achteraanzicht Q-Q van een twintigste uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan.
Figuur 36 toont schematisch een zijaanzicht P-P volgens figuur 35.
35 -9-
BESTE MANIER VOOR HET UITVOEREN VAN DE INRICHTING VAN DE UITVINDING
Onderstaand volgt een gedetailleerde verwijzing naar de geprefereerde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Voorbeelden daarvan zijn weergegeven in de bijgaande tekeningen. Hoewel de uitvinding zal 5 worden beschreven samen met de geprefereerde uitvoeringsvormen, dient duidelijk te zijn dat de beschreven uitvoeringsvormen niet bedoeld zijn om de uitvinding te beperken tot die specifieke uitvoeringsvormen. Integendeel, de bedoeling van de uitvinding is het omvatten van alternatieven, aanpassingen en equivalenten die passen binnen de aard en reikwijdte van de uitvinding, zoals gedefinieerd door bijgevoegde conclusies.
10 Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (1). Het versnellingsorgaan (1) bestaat uit een versnellingsblok (2) dat aan de voorzijde (3) is voorzien van een inslagvlak en langs de achterzijde (4) - dat is de zijde tegenover het versnellingsvlak - is voorzien van een verstevigingsdeel (5), welk versnellingsblok (2) en verstevigingsdeel (5) die langs een aanhechtings-vlak (6) hecht met elkaar zijn verbonden; zodanig dat het versnellingsblok (2) en het verstevigingsdeel 15 (5) als het ware een geheel vormen. Deze constructie voorkomt dat tijdens belasting door stukken (korrels of deeltjes) materiaal die met grote snelheid tegen dat inslagvlak botsen, dat stukken afbreken van het versnellingsblok (2) dat samengesteld is uit een hard en daardoor bros materiaal met geringe treksterkte. In het versnellingsblok (2) kunnen door de belasting overigens wel scheuren ontstaan maar de verstevingingsplaat voorkomt dat stukken afbreken; het is duidelijk dat bij te hoge belasting of 20 wanneer men het versnellingsblok en het verstevigingsdeel laat doorbranden, beschadiging aan het versnellingsorgaan (1) kunnen optreden.
Figuur 2 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (7), waarbij het verstevigingsdeel (8) is doorgetrokken langs een van de opstaande zijde (9) van het versnellingsblok (10). Deze uitvoeringsvorm (7) kan noodzakelijk zijn wanneer het versnellingsblok (10) zeer 25 zwaar wordt belast.
Figuur 3 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (11), waarbij het verstevigingsdeel (12) aan twee opstaande zijden (13)(14) is doorgetrokken, waardoor het versnellingsblok (15), dat hier is uitgevoerd met een bol inslagvlak (16), nog steviger wordt opgesloten. De uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het verstevigingsdeel (12) langs een, twee, drie of 30 vier opstaande zijden wordt doorgetrokken. De uitvinding voorziet voorts in de mogelijkheid dat het versnellingsblok en het daarbij behorend verstevigingsdeel niet rechthoekig maar rond of gedeeltelijk rond worden uitgevoerd. De vorm wordt bepaald door de toepassing. Dit maakt het mogelijk de vorm van het inslagblok zo economisch mogelijk te kiezen zodat de benodigde hoeveelheid slijtmateriaal, dat normaal veel duurder is dan het materiaal waaruit het verstevigingsdeel is samengesteld, tot een mini-35 mum kan worden beperkt.
-10-
Figuren 4 en 5 tonen schematisch een vierde (17) en een vijfde (18) uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan, waarbij het verstevigingsdeel (19)(20) is voorzien van respectievelijk een rechte (21) en een gehoekte (22) haak voor het bevestigen van het versnellingsorgaan (17)(18) tegen een draagorgaan (hier niet afgebeeld).
5 Figuren 6 en 7 tonen schematisch een zesde (23) en zevende (24) uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan, waarbij het verstevigingsdeel (25)(26) respectievelijk is voorzien van daareinden (27) en draadgaten (28), voor het bevestigen van het versnellingsorgaan (23)(34) tegen een draagorgaan (hier niet afgebeeld).
Het is duidelijk dat de bevestigingsplaat en ook de vorm van het versnellingsblok op meerdere 10 wijzen kunnen worden bezien van bevestigingsvormen en bevestigingsmiddelen voor bevestiging te gen een draagorgaan of een directe bevestiging aan een rotor.
Figuur 8 toont schematisch een achtste uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (29), waarbij dat versnellingsorgaan (29) dubbelsymmetrisch is uitgevoerd, V-vormig, en is voorzien van een verstevigingsdeel (30) en twee daarmee hecht verbonden in wezen identieke versnellingsblokken (31)(32), 15 die los van elkaar in een spiegelsymmetrische configuratie zijn verbonden met dat spiegelsymmetrisch V-vormig verstevigingsdeel (30). Het V-vormig versnellingsorgaan (29) kan worden gedragen (door een rotor (hier niet afgebeeld)) met behulp van een in wezen V-vormig draagorgaan (33) dat aansluit tegen het V-vormig verstevigingsdeel (30). De versnellingsblokken (31)(32) bevinden zich op een afstand van elkaar en strekken zich uit langs de uitwendige randen (34)(35) van het verstevigingsdeel 20 (30) die parallel lopen met de V-naad (36). Ter plaatse van de hier gebogen V-naad (36) is dus een opening (37) tussen de versnellingsblokken (31)(32). De ruimte (37) tussen de versnellingsblokken (31)(32) vult zich op een rotor (hier niet afgebeeld) onder invloed van middelpuntvliedende kracht op met een bed van eigen materiaal (38) waardoor beschadiging langs het open gedeelte (39) van het verstevigingsdeel (30) en de naar binnen gerichte vlakken (40)(41) van de versnellingsblokken (31)(32) 25 wordt voorkomen. De gebogen V (36) heeft het voordeel dat het draagorgaan (33) in de V (42) goed aan kan sluiten. Een dergelijke constructie heeft het voordeel dat het versnellingsorgaan (29) zich onder invloed van middelpuntvliedende kracht goed stevig vastzet tegen het draagorgaan (33) en niet verder behoeft te worden geborgd, terwijl uitwisseling heel eenvoudig is.
Figuur 9 toont schematisch een negende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (43), in 30 wezen gelijk aan de achtste uitvoeringsvorm (29) uit figuur 8, waarbij de V-vorm is bereikt door de twee versnellingsorganen (44)(45) ter plaatse van de verstevigingsplaten (46)(47) onder een hoek (49) aan elkaar te lassen (48). Omdat de aansluiting in de hoek (49) hier moeilijker precies is te realiseren heeft het de voorkeur het V-vormig draagorgaan (50) uit te voeren met een afgeknotte punt (51).
Figuur 10 toont schematisch een tiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (52), waar-35 bij dat versnellingsorgaan (52) V-vormig is uitgevoerd met een gebogen V-vormig verstevigingsdeel -11- (53), waarbij het versnellingsbak (54) als een geheel is uitgevoerd. In deze uitvoeringsvorm kunnen in de V-naad (55) van het versnellingsblok (54) scheuren optreden, maar deze behoeven normaal geen probleem te zijn doordat het versnellingsblok bij elkaar wordt gehouden door het verstevigingsdeel (53).
5 Figuur 11 toont schematisch een elfde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (56), waarbij dat versnellingsorgaan (56) U-vormig is uitgevoerd met een gebogen U-vormig verstevigingsdeel (57), waarbij het versnellingsblok (58) als een geheel is uitgevoerd. Een dergelijke uitvoeringsvorm maakt het mogelijk het versnellingsorgaan op een rotor eenmaal om te keren, hetgeen een efficiënt gebruik mogelijk maakt.
10 Figuur 12 toont schematisch een twaalfde uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (59), waarbij datversnellingsorgaan (59) V-vormig is uitgevoerd met een gebogen V-vormig verstevigingsdeel (60), met twee afzonderlijke versnellingsblokken (61 )(62), waarbij het verstevigingsdeel (60) zich uitstrekt langs de opstaande buitenzijden (63)(64) van de versnellingsblokken (61 )(62).
Figuur 13 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een versnellingsinrichting (65), 15 waarbij de versnellingsorganen (66) zijn gemonteerd op een rotor (67) die hier roteerbaar is in beide draairichtingen rond een verticale rotatiehartlijn (O), op welke rotor (67) het materiaal met behulp van een doseerorgaan (hier niet afgebeeld) wordt gedoseerd op een middendeel (68) van die rotor (67) op een doseerplaats nabij die rotatiehartlijn (O). Het gedoseerde materiaal wordt van daar toegevoerd aan een versnellingsorganen (66) die hier V-vormig zijn uitgevoerd, in wezen volgens de achtste uitvoerings-20 vorm uit figuur 8. Het gedoseerde materiaal wordt opgenomen door de versnellingsvlakken (69) van de versnellingsblokken (70) en onder invloed van middelpuntvliedende kracht langs deze versnellingsvlakken versneld en daarna met grote snelheid vanaf de rotor naar buiten geslingerd. Aan de binnenzijde (71) van het versnellingsorgaan (66) zet zich een bed (72) van eigen materiaal vast die voorkomt dat beschadiging kan optreden aan de V-vormige punt (73) van het verstevigingsdeel (74).
25 Figuur 14 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een versnellingsinrichting (75), waarbij het materiaal wordt versneld in twee stappen met behulp van een versnellingsunit die bestaat uit tenminste een eerste versnellingsorgaan (76) voor het versnellen van dat materiaal in een eerste stap en een met dat eerste versnellingsorgaan (76) geassocieerd tweede versnellingsorgaan (77) voor het versnellen van dat materiaal in een tweede stap, welk eerste versnellingsorgaan (76), dat hier V-vormig 30 is uitgevoerd, is voorzien van twee eerste versnellingsvlakken (78)(79) die zich uitstrekken in de richting van de uitwendige rand (80) van die rotor (81) voor het versnellen van dat gedoseerde materiaal met behulp van middelpuntvliedende kracht, waarna dat materiaal, wanneer dat van dat eerste versnellingsorgaan (76) loskomt in een naar achter gerichte spiraalvormige baan (82)(83) wordt geleid, gezien vanuit een met dat eerste versnellingsorgaan (76) meebewegend standpunt, van welk 35 tweede versnellingsorgaan (77), dat hier V-vormig is uitgevoerd, het tweede versnellingsvlak (84)(85) .· -·. -3 -s ? ; i; ’ ,· .it -12- dwars is opgesteld in die naar achter gerichte spiraalvormige baan (83)(84), voor het versnellen van dat materiaal met een slag.
Figuur 15 t/m 17 tonen schematisch een dertiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (86) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (87) en een verstevigings-5 deel (88), welk verstevigingsdeel (88) is voorzien van een bevestigingsorgaan in de vorm van een uitstekend gedeelte (89) dat is voorzien van een steunvlak (90) dat dwars is gericht op het radiaal vlak vanuit die rotatiehartlijn en evenwijdig loopt met die rotatiehartlijn, en een zwaluwstaartverbinding (91) die dwars is gericht op het steunvlak (90) en zich vanaf dat steunvlak (90) uitstrekt in de richting van die uitwendige rand van die rotor, welke zwaluwstaartverbinding (91) parallel (92) maar ook naar 10 buiten verwij dend (93) kan worden uitgevoerd.
Figuur 18 toont schematisch het dertiende versnellingsorgaan (86) bevestigd aan een V-vormig draagorgaan (94) dat is voorzien van een inkeping (95) met een steunvlak (96) waarin het uitstekend gedeelte (89) past c.q. langs de zwaluwstaartverbinding (91)(92)(93) kan worden ingeschoven.
Figuur 19 toont schematisch alleen het draagorgaan (94) van het dertiende versnellingsorgaan 15 (86) dat hier symmetrisch, in V-vorm, is uitgevoerd en derhalve twee enkelvoudige versnellings- organen (86) draagt.
Figuur 20 t/m 22 tonen schematisch een veertiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (97) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (98) en een verstevigingsdeel (99), welk verstevigingsdeel (99) is voorzien van een bevestigingsorgaan in de vorm van een 20 inkeping (100) die is voorzien van een steunvlak (101) dat dwars is gericht op het radiaal vlak vanuit die rotatiehartlijn en evenwijdig loopt met die rotatiehartlijn, en een zwaluwstaartverbinding (102) die dwars is gericht op het steunvlak (101) en zich vanaf dat steunvlak (101) uitstrekt in de richting van die uitwendige rand van die rotor, welke zwaluwstaartverbinding (102) hier parallel is uitgevoerd.
Figuur 23 toont schematisch het veertiende versnellingsorgaan (97) bevestigd aan een V-vormig 25 draagorgaan (103) dat is voorzien van een uitstekend gedeelte (104) met een steunvlak (105) waarover die inkeping (100) van dat veertiende versnellingsorgaan (97) past c.q. langs de zwaluwstaartverbinding (102) kan worden ingeschoven.
Figuur 24 toont schematisch alleen het draagorgaan (103) van het veertiende versnellingsorgaan (97) dat hier symmetrisch, in V-vorm, is uitgevoerd en derhalve twee enkelvoudige versnellings-30 organen (97) draagt.
Figuur 25 t/m 27 tonen schematisch een vijftiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (106) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (107) en een verstevigingsdeel (108), welk verstevigingsdeel (108) is voorzien van een bevestigingsorgaan in de vorm van een uitstekend gedeelte (109) dat symmetrisch midden op het achtervlak (110) van het verstevigingsdeel 35 (108) is gepositioneerd, zodanig dat het versnellingsorgaan (106) omkeerbaar is, welk uitstekend ge- -13- deelte (109) is voorzien van twee steunvlakken (111)(112) die dwars zijn gericht op het radiaal vlak vanuit die rotatiehartlijn en evenwijdig loopt met die rotatiehartlijn, en een zwaluwstaartverbinding (113) die dwars is gericht op die steunvlakken (111)(112) en zich tussen die steunvlakken (111)(112) uitstrekt in de richting van die uitwendige rand van die rotor, welke zwaluwstaartverbinding hier 5 parallel maar natuurlijk ook naar buiten verwijdend kan worden uitgevoerd.
Figuur 28 toont schematisch het vijftiende versnellingsorgaan (106) bevestigd aan een enkelvoudig draagorgaan (114) dat is voorzien van een inkeping (115) met een steunvlak (116) waarin het uitstekend gedeelte (109) past c.q. langs de zwaluwstaartverbinding (113) kan worden ingeschoven.
Figuur 29 toont schematisch een zestiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (117) 10 dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (118) en een verstevigingsdeel (119), welk verstevigingsdeel (119) is voorzien van een uitstekend gedeelte (120) dat zich uitstrekt in de richting van die rotatiehartlijn, waarbij dat verstevigingsdeel (119) is samengesteld uit een lasbaar materiaal voor het bevestigen van het versnellingsorgaan (117) met dit uitstekend gedeelte (120) aan het draagorgaan (hier niet afgebeeld); waarbij het ook mogelijk is twee uitstekende gedeelten in een V-15 vorm aan elkaar te lassen (hier niet afgebeeld).
Figuur 30 toont schematisch een zeventiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (121) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (122) en een verstevigingsdeel (123), welk verstevigingsdeel (123) is voorzien van een haak (124) waarmee het versnellingsorgaan (121) aan het draagorgaan (hier niet afgebeeld) kan worden bevestigd.
20 Figuren 31 en 32 tonen schematisch een achtiende uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan (125) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (126) en een verstevigingsdeel (127), welk verstevigingsdeel (127) wordt gevormd door een plaat die is voorzien van een aantal ronde openingen (128); waarbij het versnellingsblok (126) wordt aangegoten, als een smelt, op deze plaat waarbij die ronde openingen (128) zich vullen met die smelt. Daarmee wordt bereikt dat het 25 verstevigingsdeel (127) tijdens het gieten de temperatuur aanneemt van de smelt, waardoor tijdens het afkoelen temperatuurspanningen worden voorkomen en een goede hechting ontstaat tussen verstevigingsdeel (127) en versnellingsblok (126). Het is duidelijk dat het verstevigingsdeel (127) aan de achterzijde kan worden voorzien van een uitstekend gedeelte of inkeping als eerder omschreven.
Figuren 33 en 34 tonen schematisch een negentiende uitvoeringsvorm van het versnellings-30 orgaan (129) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (130) en een verstevigingsdeel (131) in wezen gelijk aan het achtiende enkelvoudig versnellingsorgaan (125) uit figuren 31 en 32 maar hier rond is uitgevoerd; waarbij het natuurlijk mogelijk is het versnellingsorgaan ook in een andere vorm uit te voeren.
Figuren 35 en 36 tonen schematisch een twintigste uitvoeringsvorm van het versnellingsorgaan 35 (132) dat enkelvoudig is uitgevoerd en is voorzien van een versnellingsblok (133) en een verstevigings- i..
-14- deel (134) in wezen gelijk aan het negentiende enkelvoudig versnellingsorgaan (129) uit figuren 33 en 34 maar hier is voorzien van een metaal buisgedeelte (135) dat zich uitstrekt rond dat verstevigingsblok (133); waarmee wordt bereikt dat een nog grotere hechting wordt verkregen.
De uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat het materiaal voor de eerste of de tweede stap met 5 een andersoortig geleidings- c.q. inslagorgaan wordt versneld.
De voorafgaande beschrijvingen van specifieke uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding werden met het oog op illustratie- en beschrijvingsdoeleinden vermeld. Zij zijn niet bedoeld als een uitputtende opsomming of de uitvinding te beperken tot de exact weergegeven vormen, en gelet op bovenstaande explicatie zijn er uiteraard vele aanpassingen en variaties mogelij k. De uitvoeringsvormen 10 werden gekozen en beschreven teneinde de principes van de uitvinding en de praktische toepassingsmogelijkheden ervan op de best mogelijke wijze te beschrijven om daarmee andere ter zake deskundigen in staat te stellen op optimale wijze gebruik te maken van de uitvinding en de uiteenlopende uitvoeringsvormen met de diverse voor het specifiek beoogde gebruik geschikte aanpassingen. Het is de bedoeling dat de reikwijdte van de uitvinding wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies 15 volgens lezing en interpretatie overeenkomstig algemeen geaccepteerde wettelijke beginselen, zoals het beginsel van equivalenten en de revisie van onderdelen.
20 25 30 35 i

Claims (21)

1. Een versnellingsinrichting voor het versnellen van materiaal met behulp van middelpuntvliedende kracht, omvattende: 5. een rotor die roteerbaar is in tenminste een draairichting rond een verticale rotatiehartlijn; - een doseerorgaan voor het doseren van materiaal op die rotor op een doseerplaats nabij die rotatiehartlijn; - tenminste een versnellingsunit die is voorzien van tenminste een versnellingsorgaan en een draagorgaan, voor het versnellen van dat gedoseerde materiaal in tenminste een eerste stap, welk 10 versnellingsorgaan met behulp van dat draagorgaan wordt gedragen door die rotor, welk versnellings orgaan zich bevindt op een afstand van die rotatiehartlijn en is voorzien van tenminste een versnellings-blok, welk versnellingsblok aan de voorzijde is voorzien van een versnellingsvlak dat zich uitstrekt in de richting van de uitwendige rand van die rotor; - daardoor gekenmerkt dat: 15. dat versnellingsblok langs tenminste de achterzijde - dat is de zijde tegen over het versnellings vlak - is voorzien van een verstevigingsdeel dat hecht verbonden is met die achterzijde, welk verstevigings-deel is samengesteld uit een materiaal met een grotere treksterkte dan dat versnellingsblok.
2. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij die versnellings-unit is voorzien van een eerste en een tweede versnellingsorgaan, voor het in twee stappen versnellen van dat materiaal, welk 20 eerste versnellingsorgaan wordt gevormd door een geleidingsorgaan dat is voorzien van een geleidingsvlak dat zich uitstrekt in de richting van die uitwendige rand van die rotor, met behulp van welk geleidingsorgaan dat materiaal in een naar achter gerichte spiraalvormige baan wordt gebracht gezien vanuit een met dat geleidingsorgaan meebewegend standpunt, welk geleidingsorgaan is geassocieerd met dat tweede versnellingsorgaan, welk tweede versnellingsorgaan wordt gevormd door een co-roterend 25 inslagorgaan dat is voorzien van een inslagvlak dat dwars is gericht op die spiraalvormige baan.
3. Versnellingsinrichting volgens conclusie 2, waarbij alleen dat co-roterend inslagorgaan is uitgevoerd als een versnellingsblok met een verstevigingsdeel.
4. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat versnellingsblok en dat verstevigingsdeel direct achter elkaar worden gegoten, en wel dat verstevigingsdeel met een eerste smelt en dat 30 versnellingsblok direct daarna met een tweede smelt op het moment dat die eerste smelt nog in vloeibare toestand verkeerd, althans op een temperatuur is dat volledige versmelting van die eerste en tweede smelt plaatsvindt, waarbij de legeringen van die eerste en tweede smelt niet gelijk zijn.
5. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat verstevigingsdeel en dat versnellingsblok tegelijkertijd wordt gegoten met een smelt van gelijke samenstelling en alleen dat versnellingsblok 35 thermisch nabehandeld wordt zodanig dat dat versnellingsblok een grotere hardheid, en daarmee gerin- 1 f'r i .:-¾ * U » c: b » -16- gere treksterkte, krijgt dan dat verstevigingsdeel.
6. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat verstevigingsdeel bestaat uit een metalen plaat met een grote treksterkte, welk versnellingsblok als een smelt wordt vastgegoten aan dat verstevigingsdeel.
7. Versnellingsinrichting volgens conclusie 6, waarbij die metalen plaat op een temperatuur wordt gebracht ongeveer gelijk aan die smelt.
8. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat verstevigingsdeel bestaat uit een metalen plaat waarvan een eerste vlak hecht verbonden is langs dat eerste vlak met een tweede vlak van dat versnellingsblok dat de achterzijde vormt van dat versnellingsblok.
9. Versnellingsinrichting volgens conclusie 4, waarbij die hechting tussen dat eerste en dat tweede vlak wordt bewerkstelligd met behulp van thermische behandeling.
10. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat eerste vlak van dat versnellingsblok middels sintering wordt vastgehecht aan dat tweede vlak van dat verstevigingsdeel.
11. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat eerste vlak van dat versnellingsblok 15 met behulp van solderen wordt vastgehecht aan dat tweede vlak van dat verstevigingsdeel.
12. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat verstevigingsdeel lasbaar is.
13. Versnellingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij dat verstevigingsdeel is voorzien van een bevestigingsorgaan.
14. Versnellingsinrichting volgens conclusie 13, waarbij dat versnellingsorgaan met behulp van 20 dat bevestigingsorgaan wordt verbonden met dat draagorgaan, zodanig dat dat versnellingsorgaan uitneembaar is.
15. Versnellingsinrichting volgens conclusie 14, waarbij dat versnellingsorgaan zodanig wordt verbonden dat dat versnellingsorgaan onder invloed van middelpuntvliedende kracht afsteund tegen dat draagorgaan.
16. Versnellingsinrichting volgens conclusie 14, waarbij dat bevestigingsorgaan wordt gevormd door een uitstekend gedeelte langs het achtervlak van dat verstevigingsdeel en een inkeping langs de voorzij de van dat draagorgaan, welk uitstekend gedeelte in die inkeping past.
17. Versnellingsinrichting volgens conclusie 14, waarbij dat bevestigingsorgaan wordt gevormd door een inkeping langs het achtervlak van dat verstevigingsdeel en een uitstekend gedeelte langs de 30 voorzij de van dat draagorgaan, welk uitstekend gedeelte in die inkeping past.
18. Versnellingsinrichting volgens een der conclusies 16 en 17, waarbij die inkeping en dat uitstekend gedeelte ieder zijn voorzien van een in wezen identiek steunvlak, welke steunvlakken evenwijdig lopen met die rotatiehartlijn en dwars zijn gericht op het radiaal vlak vanuit die rotatiehartlijn en tegen elkaar aansluiten.
19. Versnellingsinrichting volgens conclusie 18, waarbij dat bevestigingsorgaan is voorzien van -17- een zwaluwstaartverbinding die dwars is gericht op dat steunvlak en zich vanaf dat steunvlak uitstrekt in de richting van die uitwendige rand van die rotor.
20. Versnellingsinrichting volgens conclusie 19, waarbij die zwaluwstaartverbinding zich verwijd in de richting van die uitwendige rand van die rotor.
21. Versnellingsinrichting volgens conclusie 18, waarbij dat uitstekend gedeelte symmetrisch is gepositioneerd ten opzichte van dat versnellingsorgaan, zodanig dat dat versnellingsorgaan omkeerbaar is. 10 15 20 25 30 35
NL1019297A 2001-06-26 2001-11-05 Versnellingsblok met verstevigingsdeel. NL1019297C1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019297A NL1019297C1 (nl) 2001-06-26 2001-11-05 Versnellingsblok met verstevigingsdeel.
AU2002346339A AU2002346339A1 (en) 2001-06-26 2002-06-26 Strengthening plate and method for the use thereof
PCT/NL2002/000425 WO2003000423A2 (en) 2001-06-26 2002-06-26 Strengthening plate and method for the use thereof
US10/745,635 US7051964B2 (en) 2001-06-26 2003-12-29 Strengthening plate and method for the use thereof

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018383A NL1018383C2 (nl) 2001-06-26 2001-06-26 Versnellingsblok met verstevigingsplaat.
NL1018383 2001-06-26
NL1019297A NL1019297C1 (nl) 2001-06-26 2001-11-05 Versnellingsblok met verstevigingsdeel.
NL1019297 2001-11-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019297C1 true NL1019297C1 (nl) 2003-01-07

Family

ID=26643370

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019297A NL1019297C1 (nl) 2001-06-26 2001-11-05 Versnellingsblok met verstevigingsdeel.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US7051964B2 (nl)
AU (1) AU2002346339A1 (nl)
NL (1) NL1019297C1 (nl)
WO (1) WO2003000423A2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE332750T1 (de) * 2002-06-26 2006-08-15 Passage De Douro Bvba Strukturelles verbundbeschleunigungsglied
CA2708547C (en) * 2007-12-11 2016-04-19 Isentropic Ltd Valve
WO2010008273A1 (en) * 2008-07-15 2010-01-21 Synside Maatschap Sliding member that is pivotly attached along one side to an open rotor

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3204882A (en) * 1962-06-15 1965-09-07 Pettiboute Mulliken Corp Rock crusher
US3346203A (en) * 1965-07-12 1967-10-10 Bath Iron Works Corp Impeller for centrifugal pulverizer
US3767127A (en) * 1971-12-20 1973-10-23 B Wood Impact crusher
ZA844074B (en) * 1983-05-30 1986-04-30 Vickers Australia Ltd Abrasion resistant materials
GB8727231D0 (en) * 1987-11-20 1987-12-23 Impact Technology Ltd Machine for comminuting materials
EP0562194B1 (en) * 1992-03-27 1998-08-12 Nakayama Iron Works, Ltd. Vertical shaft impact crusher
DE19528512C2 (de) * 1995-08-03 2001-02-22 Swb Stahlformgusgmbh Verschleißteile und Verfahren zu deren Herstellung
US6033791A (en) * 1997-04-04 2000-03-07 Smith And Stout Research And Development, Inc. Wear resistant, high impact, iron alloy member and method of making the same
BE1011841A3 (fr) * 1998-03-17 2000-02-01 Magotteaux Int Ejecteur a une ou plusieurs poche(s).
EP1084751A1 (en) * 1999-09-20 2001-03-21 Van der Zanden, Johannes Petrus Andreas Josephus Method and device for synchronously and symmetrically making material collide

Also Published As

Publication number Publication date
US7051964B2 (en) 2006-05-30
WO2003000423A3 (en) 2003-05-01
AU2002346339A1 (en) 2003-01-08
WO2003000423A2 (en) 2003-01-03
US20040250418A1 (en) 2004-12-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6342451B2 (ja) 鉱物材料を粉砕するための方法及び装置
US6571493B2 (en) Cutting edge
JP3827078B2 (ja) 材料の衝突を同期的かつ対称的にする装置
NL1019297C1 (nl) Versnellingsblok met verstevigingsdeel.
CA1046092A (en) Cutter head
NL1018383C2 (nl) Versnellingsblok met verstevigingsplaat.
HU226992B1 (en) Method for manufacturing of ejector with one or several pockets
EP1567272B1 (en) Structural composite accelerator member
AU683848B2 (en) Spread path modifier for agricultural spreader
NL1013895C1 (nl) Rotor voor het versnellen van een stroom korrelvormig materiaal.
NL1021940C2 (nl) Inslagorgaan met draagorgaan.
JP3550994B2 (ja) ベルトコンベヤの落口シュート
NL1012022C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het in ÚÚn in wezen vooraf bepaalde stroom leiden van materiaal.
NL1020957C2 (nl) Botsorgaan met botsrelief.
NL1017934C2 (nl) Autogene rotor.
NL1023598C1 (nl) Zelfroterend inslagorgaan.
NL1036747C (en) Sliding member that is pivotly attached along one side to an open rotor.
NL1017851C1 (nl) Autogene rotor.
AU679124B2 (en) Modifications to mineral breakers
EP1200192A1 (en) Composite sacrificial components
DK2394741T3 (en) Tool effort to an interior to locate the allocation of a piece of material and an interior that are equipped with such action
NL1019301C2 (nl) Rotor met uitneembaar draagorgaan.
NL1039346C2 (en) Sliding block and attachment member.
RU2085289C1 (ru) Мелющая лопатка колеса мельницы-вентилятора
NZ274265A (en) Centrifugal mineral breaker in which the rotor assembly has at least one inset on the surface of its top or bottom plate

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060601