NL1016027C2 - Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke. - Google Patents

Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL1016027C2
NL1016027C2 NL1016027A NL1016027A NL1016027C2 NL 1016027 C2 NL1016027 C2 NL 1016027C2 NL 1016027 A NL1016027 A NL 1016027A NL 1016027 A NL1016027 A NL 1016027A NL 1016027 C2 NL1016027 C2 NL 1016027C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pots
conveyor
dispensing station
substrate
transferring
Prior art date
Application number
NL1016027A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Gerrit Mostert
Original Assignee
Gebel Techniek Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gebel Techniek Bv filed Critical Gebel Techniek Bv
Priority to NL1016027A priority Critical patent/NL1016027C2/nl
Priority to EP01203203A priority patent/EP1183941A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1016027C2 publication Critical patent/NL1016027C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/088Handling or transferring pots

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)
  • Intermediate Stations On Conveyors (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaai lingen bevattende substraatkluiten of dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatklui ten of dergelijke voorzien van een opstelorgaan voor het ondersteunen van tenminste een substraatkluiten bevattende bak en van tenminste een op en neer beweegbaar grijporgaan, dat tijdens bedrijf langs een ge-leidingsorgaan in een in hoofdzaak horizontale verplaatsingsrichting 10 verplaatsbaar is tussen een stand voor het uitnemen van een substraatkl uit of dergelijke uit een zich op het opstelorgaan bevindende bak en een stand voor het in een afgeefstation afgeven van de substraat-kluiten of dergelijke aan een opneemorgaan.
Een dergelijke inrichting is te ontnemen uit de Nederlandse 15 octrooiaanvrage 9000803. Bij deze bekende inrichting wordt het opstelorgaan voor de bakken waaruit de substraatkluiten worden uitgenomen gevormd door hetzij een tafel of door een transporteur. De opneemorganen, waarin de substraatkluiten of dergelijke in een afgeefstation worden geplaatst, worden gevormd door bakken of zogenaamde trays, die 20 zijn voorzien van een groot aantal openingen met het oog op het opnemen van een groot aantal substraatkluiten of dergelijke. Deze door bakken gevormde opneemorganen worden met behulp van een door twee eindloze banden gevormde transporteur langs het afgeefstation verplaatst.
25 Het gebruik maken van dergelijke opneemorganen in de vorm van bakken of trays, die zijn voorzien van een groot aantal opneem-openingen voor substraatkluiten of dergelijke is duur. Een verder probleem bij het opkweken van gewassen in dergelijke bakken is, dat het vaak voorkomt, dat althans een deel van het zaad of van de zaai-30 lingen niet tot bloei komt. Een bak, waarin enige zaden of zaailingen niet tot bloei zijn gekomen, kan men echter niet verwijderen in verband met de daarin aanwezige wel tot bloei komende zaden of zaailingen. Dit resulteert in een minder optimaal gebruik van het door de bakken in beslag genomen oppervlak waarop het zaad of de zaailingen 35 tot bloei moeten komen.
1 f’ ·; c "f o -*>- 2
In vele gevallen bestaat er dan ook behoefte aan het gebruik maken van los van elkaar staande potten in ieder waarvan een substraatkluit of dergelijke kan worden aangebracht. Op de eerste plaats is het gebruik van dergelijke potten goedkoper dan het gebruik 5 van bakken of zogenaamde trays, terwijl een pot, die een niet tot bloei komend zaad of zaailing bevat, gemakkelijk verwijderd kan worden van tussen de wel tot bloei komende zaden of zaailingen bevattende potten, die vervolgens weer kunnen worden aaneengeschoven om een optimaal gebruik van de door de potten ingenomen oppervlakte te kunnen 10 maken.
In verband hiermede bestaat er reeds lange tijd behoefte aan een inrichting, die geschikt is voor het op effectieve wijze aanbrengen van substraatkluiten of dergelijke in los van elkaar staande potten.
15 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de inrichting is voorzien van een toevoertransporteur voor het achter elkaar toevoeren van door los van elkaar staande potten gevormde opneemorganen naar het afgeefstation en van een afvoertransporteur voor het afvoeren van de potten uit het afgeefstation, terwijl nabij 20 de ter hoogte van het afgeefstation gelegen uiteinden van de transporteurs middelen zijn aangebracht voor het overbrengen van de potten vanaf de toevoertransporteur naar de afvoertransporteur.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een geleid toe- en afvoeren van de afzonderlijke potten aan het 25 afgeefstation worden bewerkstelligd, zodanig, dat met behulp van het grijporgaan substraatkluiten of dergelijke in de potten kunnen worden geplaatst.
Een compacte bouw van de inrichting kan daarbij worden verkregen indien de toevoertransporteur en de afvoertransporteur zich 30 althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Daarbij is een gunstige opstelling ten opzichte van het opstelorgaan voor het ondersteunen van tenminste een substraatkluiten bevattende bak te verkrijgen, indien de beide transporteurs zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan de in hoofdzaak horizontale verplaatsingsrichting van het 35 grijporgaan uitstrekken.
3
Een eenvoudige uitvoering van de middelen voor het overbrengen van de potten van de ene transporteur naar de andere transporteur wordt verkregen indien gebruik wordt gemaakt van een heen en weer beweegbaar schuifstuk.
5 Bij voorkeur zijn daarbij twee tegenover elkaar gelegen heen en weer beweegbare schuifstukken aangebracht, zodanig, dat in het afgeefstation tenminste een pot tussen de schuifstukken vast te klemmen is, zodat een nauwkeurige positionering van de pot in het afgeefstation kan worden bewerkstelligd.
10 Indien de transporteurs met de middelen voor het over brengen van de potten van de ene transporteur naar de andere transporteur zijn aangebracht op een hulpgestel, kan dit hulpgestel zodanig uitgevoerd zijn, dat dit losmaakbaar te koppelen is aan een bestaande inrichting voor het overbrengen van substraatkluiten vanuit een bak 15 naar een andere bak, van het type zoals bijvoorbeeld bekend is uit bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 9000803. Op deze wijze kan men een machine verkrijgen, die zowel kan worden gebruikt voor het overbrengen van substraatkluiten vanuit een bak naar een andere bak als voor het overbrengen van substraatkluiten of dergelijke uit een 20 bak naar los van elkaar staande potten.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande tekeningen waarin schematisch een uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding is weergegeven.
Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een deel 25 van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont op grotere schaal een deel van de in figuur 1 weergegeven constructie.
De in figuur 1 weergegeven inrichting omvat een gestel 1 en een tweetal eindloze transportbanden 2 en 3 met behulp waarvan niet 30 nader weergegeven bakken, die zijn voorzien van een groot aantal substraatklui ten of dergelijke opnemende openingen in tegengestelde richtingen kunnen worden verplaatst zoals aangegeven met behulp van de pijlen A en B. Tenminste een niet nader weergegeven in hoogterichting beweegbaar grijporgaan is langs een eveneens niet nader weergegeven, 35 zich dwars over beide transportbanden 2 en 3 uitstrekkend geleidings-orgaan in horizontale richting en in hoofdzaak loodrecht op de lengte- 101:-2 ?3 4 richting van de beide transportbanden 2 en 3 heen en weer verplaatsbaar. Een mogelijke uitvoeringsvorm van een dergelijke opstelling is te ontnemen uit de bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 9000803, in het bijzonder figuur 2, waarvan de inhoud door deze verwijzing 5 hierin wordt opgenomen zodat geacht wordt, dat op de opbouw en werking van deze onderdelen hier niet nader behoeft te worden ingegaan.
Verder is de inrichting voorzien van een bij voorkeur door een eindloze transportband gevormde toevoertransporteur 4 en van een bij voorkeur door een eindloze transportband gevormde afvoer-10 transporteur 5. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld strekken de beide transporteurs 4 en 5 zich evenwijdig aan elkaar en loodrecht op de verplaatsingsrichtingen van de transportbanden 2 en 3, dus ook evenwijdig aan de horizontaal gerichte verplaatsingsrichting van de niet weergegeven grijper uit.
15 Bij voorkeur zijn de beide transportbanden 4 en 5 met behulp waarvan tijdens bedrijf met substraatkluiten te vullen potten 6 kunnen worden verplaatst alsmede de verdere hieronder nog nader beschreven middelen voor het regelen van de verplaatsing van de potten 6 tijdens bedrijf bevestigd aan een niet nader weergegeven hulpgestel, 20 dat losmaakbaar te bevestigen is aan een reeds in het verkeer zijnde machine van het type zoals geopenbaard in bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 9000803. Uiteraard zal het echter ook denkbaar zijn om een machine op te bouwen, die uitsluitend is voorzien van een opstel-orgaan voor het ondersteunen van tenminste een substraatkluiten 25 bevattende bak, dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door de transportband 2, maar ook een andere opbouw kan hebben, en van de beide transporteurs 4 en 5 met de daarmee samenhangende middelen voor het verplaatsen van de potten 6.
Zoals in het bijzonder in figuur 2 is weergegeven is naast 30 de toevoertransporteur 4 een zich evenwijdig aan de lengterichting van de transporteur 4 uitstrekkende drager 7 opgesteld, die met behulp van verstel organen, bijvoorbeeld verstelcilinders 8, loodrecht op zijn lengterichting heen en weer verplaatsbaar is zoals aangegeven met behulp van de dubbele pijl E.
35 Aan deze drager 7 zijn een aantal, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld drie, hefbomen 9 zwenkbaar gekoppeld met behulp i 5 van zich verticaal uitstrekkende scharnierassen 10. De gezien in de beoogde verplaatsingsrichting C van de potten op de toevoer-transporteur 4 stroomopwaarts gelegen uiteinden van de hefbomen 9 zijn voorzien van verdikkingen of aanslagen 11. Gezien in de verplaatsings-5 richting volgens pijl C is stroomafwaarts van de verzwenkbare hefbomen 9 op de drager 7 een verdere aanslag 12 aangebracht, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een om een zich verticaal uitstrekkende as 13 draaibare schijf.
Nabij de van de drager 7 afgekeerde langszijde van de 10 transportband 4 is een zich evenwijdig aan de lengterichting van de transportband 4 uitstrekkende geleidingslijst 14 aangebracht, waarvan de uiteinden met behulp van zich verticaal uitstrekkende scharnierassen 15 zijn gekoppeld met op eveneens verticaal staande assen 16 draaibare armen 17.
15 De geleidingslijst 14 kan vanuit de in de figuur weergegeven stand in een van de drager 7 afgekeerde richting uitwijken tegen de werking van verende middelen in, die de geleidingslijst 14 in de weergegeven stand trachten te houden.
Gezien in de verplaatsingsrichting volgens pijl C is 20 stroomafwaarts van de drager 7 van een aantal, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld vier uitsparingen, 18 voorzien schuifstuk 19 aangebracht, dat met behulp van verstelcilinders 20 of dergelijke eveneens in horizontale richting en loodrecht op de lengterichting van de transportband 4 heen en weer beweegbaar is, zoals aangeduid met 25 behulp van de pijl F.
Nabij de van de transportband 4 afgekeerde zijkant van de transportband 5 is tegenover het schuifstuk 19 een soortgelijk schuifstuk 21 opgesteld, dat eveneens is voorzien van een viertal uitsparingen 22. Het schuifstuk 21 is daarbij met behulp van de verstel-30 cilinders 23 of dergelijke eveneens in horizontale richting en loodrecht op de lengterichting van de transportbanden 4 en 5 verschuifbaar, zoals aangeduid met de pijl F.
Tijdens bedrijf zullen potten 6, waarin substraatkluiten of dergelijke moeten worden geplaatst, met behulp van de transportband 4 35 worden verplaatst in de richting volgens pijl C. Een voorlopende pot zal eerst in aanraking komen met de een aanslag vormende verdikking 11 101 δ ij? 6 van de gezien in de figuren meest rechtse hefboom 2. Daardoor wordt deze hefboom zodanig verzwenkt, dat deze pot de desbetreffende verdikking of aanslag 11 kan passeren, waarna de verder bewegende pot de in de figuren meest rechts gelegen hefboom weer terug zal verzwenken 5 in de in de figuren weergegeven stand.
Zo zal deze voorlopende pot de kniehefbomen 9 kunnen passeren en tot stilstand komen tegen de voorste aanslag 12. De daaropvolgende pot kan vervolgens bewegen tot nabij de aanslag 11 van de gezien in figuur 2 meest linkse hefboom 9 de daaropvolgende pot tot 10 aan de deel van de middelste hefboom 9 uitmakende aanslag en de vierde pot tot aan de deel van de gezien in figuur 2 meest rechtse hefboom 9 uitmakende aanslag 11. Zo worden een viertal potten in een groep opgesteld. Eventuele afwijkingen in de afmetingen van de potten kunnen worden opgenomen door de verend beweegbare geleidingslijst 14.
15 Indien zo een groep van een aantal, in het onderhavige voorbeeld vier potten 6 is gevormd, zal de drager 7 gezien in figuur 2 naar beneden worden bewogen om de aanslagen 11 en 12 uit de be-wegingsbaan van de potten 6 te brengen. De zo gevormde groep potten wordt dan met behulp van de transportband 4 verder verplaatst in de 20 richting van het schuifstuk 19 waarbij de potten tegenover de uitsparingen 18 worden opgesteld. Met behulp van het schuifstuk 19 worden dan de potten verschoven naar de in de figuur 2 weergegeven stand en daarin tussen de beide schuifstukken 19 en 21 vastgeklemd. Vervolgens kan met behulp van het niet nader weergegeven grijporgaan zaden of 25 zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke worden uitgenomen uit een op het door de transportband 2 gevormde opstel orgaan staande bak of tray en worden- overgebracht in de potten 6. Nadat zo in ieder van de potten 6 een substraatkluit of dergelijke is aangebracht kunnen de potten met behulp van de transportband 5 weer in de richting 30 volgens pijl D worden afgevoerd.
Het zal duidelijk zijn, dat de uitvoering van de schuifstukken 19 en 21 ook zodanig kan zijn, dat substraatkluiten in de potten 6 worden aangebracht terwijl zij nog op de transportband 4 staan om vervolgens de potten 6 met de middelen voor het overbrengen 35 van de potten vormend schuifstuk 19 over te brengen naar de transportband 5.

Claims (9)

1. Inrichting voor het overbrengen van zaden of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke voorzien van een opstel-5 orgaan voor het ondersteunen van tenminste een substraatkluiten of dergelijke bevattende bak en van tenminste een op en neer beweegbaar grijporgaan, dat tijdens bedrijf langs een geleidingsorgaan in een in hoofdzaak horizontale verplaatsingsrichting verplaatsbaar is tussen een stand voor het uitnemen van een substraatkluit of dergelijke uit 10 een zich op het opstelorgaan bevindende bak en een stand voor het in een afgeefstation afgeven van de substraatkluit of dergelijke aan een opneemorgaan, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een toevoertransporteur voor het achter elkaar toevoeren van door los van elkaar staande potten gevormde opneemorganen naar het afgeefstation en 15 van een afvoertransporteur voor het afvoeren van de potten uit het afgeefstation, terwijl nabij de ter hoogte van het afgeefstation gelegen uiteinden van de transporteurs middelen zijn aangebracht voor het overbrengen van de potten van de toevoertransporteur naar de afvoertransporteur.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transporteurs tenminste nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transporteurs tenminste nagenoeg evenwijdig zijn opgesteld aan de in hoofdzaak horizontale verplaatsingsrichting van 25 het grijporgaan.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het overbrengen van de potten vanaf de ene transporteur naar de andere transporteur een heen en weer beweegbaar schuifstuk omvatten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat ter hoogte van het afgeefstation twee tegenover elkaar gelegen heen en weer beweegbare schuifstukken zijn aangebracht waartussen tenminste een in het afgeefstation gelegen pot kan worden vastgeklemd.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat 35 het schuifstuk is voorzien van tenminste een uitsparing voor het opnemen van tenminste een deel van een pot. δ
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gezien in de richting waarmede de potten met behulp van de toevoertransporteur worden verplaatst stroomopwaarts van het afgeefstation een drager is opgesteld, die voorzien is van een aantal 5 om verticaal staande assen verzwenkbare hefbomen aan de bovenstroomse einden waarvan aanslagen zijn aangebracht alsmede van een vaste aanslag, terwijl de drager in een richting dwars op de lengterichting van de aanvoertransporteur verplaatsbaar is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 10 tegenover de drager een verend beweegbare geleidingslijst voor de potten is opgesteld.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transporteurs met de middelen voor het overbrengen van de potten zijn aangebracht op een hulpgestel, dat losmaakbaar te 15 koppelen is aan een bestaande inrichting voor het overbrengen van substraatkluiten vanuit een bak naar een gezien in de verplaatsings-richting van het grijporgaan ernaast opgestelde bak. \ I U i ·,’ ü <-1 I Λ
NL1016027A 2000-08-28 2000-08-28 Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke. NL1016027C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016027A NL1016027C2 (nl) 2000-08-28 2000-08-28 Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke.
EP01203203A EP1183941A1 (en) 2000-08-28 2001-08-27 Device for transferring balls of substrate or the like containing seeds or seedlings

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016027 2000-08-28
NL1016027A NL1016027C2 (nl) 2000-08-28 2000-08-28 Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016027C2 true NL1016027C2 (nl) 2002-03-01

Family

ID=19771959

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016027A NL1016027C2 (nl) 2000-08-28 2000-08-28 Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1183941A1 (nl)
NL (1) NL1016027C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2003228143A1 (en) * 2002-05-07 2003-11-11 Dirk Bruygom Planting machine and method for relatively high-speed planting of plants which may or may not have germinated
NL1020548C2 (nl) * 2002-05-07 2003-11-10 Dirk Bruygom Pootmachine en werkwijze voor het met relatief hoge snelheid poten van al dan niet ontkiemde planten.
NL1025625C2 (nl) * 2004-03-03 2005-09-07 Cornelis Kap Stelsel en werkwijze voor het kweken/verplaatsen van gewassen.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0090474A1 (en) * 1982-03-30 1983-10-05 Visser Tuinbouwtechniek En Hout B.V. Method and device for sowing and planting out
NL9000803A (nl) 1990-04-05 1991-11-01 Visser S Gravendeel Holding Werkwijze voor het zijdelings aangrijpen van plantwortelkluiten.
US5247761A (en) * 1991-01-03 1993-09-28 Robotic Solutions, Inc. Computer controlled seedling transfer apparatus
DE9413124U1 (de) * 1994-08-13 1994-12-08 Gernert, Joachim, 97447 Gerolzhofen Vorrichtung zum Befüllen von Trägerplatten mit Pflanzentöpfen

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2802386B1 (fr) * 1999-12-16 2002-03-22 Claude Ferrand Robot de repiquage de vegetaux

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0090474A1 (en) * 1982-03-30 1983-10-05 Visser Tuinbouwtechniek En Hout B.V. Method and device for sowing and planting out
NL9000803A (nl) 1990-04-05 1991-11-01 Visser S Gravendeel Holding Werkwijze voor het zijdelings aangrijpen van plantwortelkluiten.
US5247761A (en) * 1991-01-03 1993-09-28 Robotic Solutions, Inc. Computer controlled seedling transfer apparatus
DE9413124U1 (de) * 1994-08-13 1994-12-08 Gernert, Joachim, 97447 Gerolzhofen Vorrichtung zum Befüllen von Trägerplatten mit Pflanzentöpfen

Also Published As

Publication number Publication date
EP1183941A1 (en) 2002-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9463935B1 (en) Vibratory product conveyor system
NL1019257C2 (nl) Werkwijze voor het in een kas op een eerste laag niveau aangebrachte drager kweken van in houders opgenomen gewassen.
US6742647B2 (en) Apparatus and method for conveying and/or transferring fruits
NL1019870C2 (nl) Meervoudige verplantmachine.
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
NL8902316A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van gerangschikte stekken.
DK165588B (da) Indretning til selektiv overfoering af artikler fra en til flere transportoerer
NL1016027C2 (nl) Inrichting voor het overbrengen van zaad of zaailingen bevattende substraatkluiten of dergelijke.
NL1031333C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van bloemen.
NL8800217A (nl) Werkwijze en inrichting voor het volautomatisch inleggen van voorwerpen, in het bijzonder bonbons, in een verpakkingseenheid.
US4411366A (en) Device for grading products
NL9100785A (nl) Inrichting voor het opnemen in casu overnemen, vertikaal transporteren en afgeven van voorwerpen zoals eieren.
JPH0266006A (ja) 垂直供給物品の捕捉及び移動装置
NL1027412C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van een voorwerp.
NL1036829C2 (nl) Inrichting voor het verzamelen van vruchten tijdens het oogsten ervan.
NL8600225A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van eieren of soortgelijke kwetsbare voorwerpen.
EP3699098A1 (en) Feed device for forming product groups which are formed of a plurality of flat baked items, and feeding the product groups to a packaging machine
JP2002338046A (ja) トレイ分離装置
JPH0551124A (ja) 選別装置の供給装置
NL2019298B1 (en) Plant potting machine having a spacer insert provided at a swing arm.
NL1018278C2 (nl) Steksteekinrichting voor het steken van stekken.
FI88351C (fi) Anordning foer transport av tomma odlingsraennor i en vaextodlingsanlaeggning
NL1018273C2 (nl) Steksteekinrichting voor het steken van stekken.
NL1020548C2 (nl) Pootmachine en werkwijze voor het met relatief hoge snelheid poten van al dan niet ontkiemde planten.
NL1019495C2 (nl) Transportinrichting, alsmede werkwijze en inrichting voor het overbrengen van voorwerpen van een transporteur naar een volgende transporteur.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050301