NL1015211C2 - Aandrijving. - Google Patents

Aandrijving. Download PDF

Info

Publication number
NL1015211C2
NL1015211C2 NL1015211A NL1015211A NL1015211C2 NL 1015211 C2 NL1015211 C2 NL 1015211C2 NL 1015211 A NL1015211 A NL 1015211A NL 1015211 A NL1015211 A NL 1015211A NL 1015211 C2 NL1015211 C2 NL 1015211C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
disk
conical
disc
annular
cladding
Prior art date
Application number
NL1015211A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1015211A1 (nl
Inventor
Robert Fischer
Bernhard Walter
Christian Bauer
Friedmann Oswald
Original Assignee
Luk Lamellen & Kupplungsbau
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Luk Lamellen & Kupplungsbau filed Critical Luk Lamellen & Kupplungsbau
Publication of NL1015211A1 publication Critical patent/NL1015211A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015211C2 publication Critical patent/NL1015211C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H55/00Elements with teeth or friction surfaces for conveying motion; Worms, pulleys or sheaves for gearing mechanisms
    • F16H55/32Friction members
    • F16H55/52Pulleys or friction discs of adjustable construction
    • F16H55/56Pulleys or friction discs of adjustable construction of which the bearing parts are relatively axially adjustable

Description

Titel: Aandrijving
De uitvinding heeft betrekking op een aandrijving en in het bijzonder een kegelschijf voor een kegelschijvenaandrijving met eindloos orgaan overeenkomstig de aanhef van de hoofdconclusie.
Een kegelschijvenaandrijving met eindloos orgaan met een in de 5 aanhef bedoelde kegelschijf is bijvoorbeeld beschreven in DE 197 48 675 Al en wordt aan de hand van fig. 10 en 11 toegelicht.
Een aandrijfmotor 2, bijvoorbeeld de verbrandingsmotor van een motorvoertuig, drijft via een draaizwenkdempinrichting 4 en een koppel-voeler 6 een eerste kegelschijvenpaar 8 van een kegelschijvenaandrijving 10 10 aan, dat een tweede kegelschijvenpaar 12 omvat, dat via een inrichting 14, die een aanloopelement, bijvoorbeeld een aanloopkoppeling of een omzetter, en een keerstelsel voor het omkeren van de draairichting bevat en via een differentieel 16 aandrijfassen 18 aandrijft.
De koppeloverdracht tussen de beide kegelschijvenparen 8 en 12 15 vindt plaats via een eindloos orgaan 20, bijvoorbeeld een schakelketting, waarvan de drukstukken 22 via zijdelingse kopvlakken in ingrijping komen met corresponderend uitgevoerde kegelvormige aanloopvlakken van de kegelschijven. Het verstellen van de overbrenging van de aandrijving vindt plaats, doordat de afstand tussen de kegelschijven van een kegel-20 schijvenpaar tegengesteld wordt gewijzigd. Daartoe zijn verstelinrichtingen aanwezig, die op voordeel biedende wijze voorzien zijn van telkens twee stelcilinders 24a, 24b en 26a, 26b, waarvan er telkens één in hoofdzaak koppelafhankelijk de aanpersdruk tussen de kegelschijven en de drukstukken bepaalt en de andere de verstelling van de overbrenging bewerkstelligt, 25 dat wil zeggen de afstand tussen de kegelschijven van elk kegelschijvenpaar instelt.
. De opbouw en de functie van de beschreven inrichting, die op velerlei wijzen kan worden gevarieerd, zijn op zich bekend en wordt 1015211 2 zodoende niet nader toegelicht.
Fig. 11 toont de kegelschijven 30 en 32 van een kegelschijven-paar, waarbij de kegelschijf 30 star op een as 34 is bevestigd of eendelig met de as 34 is gevormd, en de kegelschijf 32 via een vertanding 36 draaivast 5 met de as 34 is verbonden, evenwel axiaal ten opzichte van de as 34 verschuifbaar is.
De drukstukken 22 en de kegelschijf 32 zijn in fig. 11 in twee verschillende standen weergegeven, namelijk de stand, waarin het eindloze orgaan met de grootste straal rond het kegelschijvenpaar loopt (onder-10 gelegen positie van het drukstuk 22), waarbij de kegelschijven 30 en 32 een onderling minimale afstand hebben (bovengelegen helft van fig. 10), en de stand, waarin het eindloze orgaan met minimale straal rond het kegelschijvenpaar loopt en de kegelschijven op hun onderhnge maximale afstand liggen.
15 Aan de kegelschijven 30 en 32 respectievelijk de kegelvormige binnenvlakken daarvan voor de wrijvingsaangrijping op de kopse vlakken van de drukstukken 22 worden hoge eisen gesteld. Ondanks hoge vlakte-drukken mag er geen inslijpen van de vlakken plaatsvinden om een lange standtijd van de aandrijving te waarborgen. Daartoe wordt in DE 197 43 20 675 Al een meerdelige uitvoering van de kegelschijven voorgesteld, waarbij deze een kegelschijvenlichaam 38 omvatten, op het kegelvormige binnenvlak waarvan een schotelvormige bekledingsschijf 40 wordt aangebracht, die in ingrijping komt met het eindloze orgaan. Op deze wijze zijn slechts hoge eisen wat betreft vlaktedruk, slijtvastheid, etc. te stellen aan het 25 materiaal van de bekledingsschijf 40, en kan het kegelschijflichaam 38 zelf uit relatief goedkoop materiaal, bijvoorbeeld gietmateriaal, zijn vervaardigd. De bekledingsschijf 40 kan op de meest variërende wijzen zijn verbonden met het kegelschijflichaam 38, bijvoorbeeld door het in vorm aansluiten, als de naar elkaar toegekeerde vlakken van het kegelschijflichaam 38 en de 30 bekledingsschijf 40 met corresponderende uitsparingen en uitsteeksels zijn 1015211 3 voorzien, door lijmen, door op de bekledingsschijf aangebrachte tongen, die in corresponderende uitsparingen van het kegelschijflichaam steken etc. Tussen de bekledingsschijf 40 en het kegelschijflichaam 38 kan een tussen-element zijn aangebracht, dat slechts uit een lijmlaag bestaat of door een 5 schijf uit elastomeer materiaal wordt gevormd. De totale constructie kan ook zodanig zijn, dat tussen de bekledingsschijf 40 en het kegelschijflichaam 38 een fluïdumlaag van het voor de aandrijving toegepaste hydraulische fluïdum aanwezig is. Met de beschreven opstelling wordt niet alleen een wat de kosten betreft gunstige productie van de aandrijving bereikt; additioneel 10 wordt de akoestische kwaliteit verbeterd, aangezien geruis, dat wordt opgewekt wanneer de drukstukken achtereenvolgens in contact komen met de kegelschijvenparen, worden gedempt.
Uit DE 691 00 344 T2 is een kegelschijf bekend, op het kegelschijflichaam waarvan een bekledingsschijf uit staal van hoge kwaliteit is 15 gelijmd, waarbij als lijm een polyurethaanlijm wordt toegepast, waarmee zowel een goede geruisdemping alsook een wat de kosten betreft gunstige fabricage van de aandrijving wordt bereikt, aangezien slechts hoge eisen zijn te stellen aan het materiaal van de bekledingsschijf.
In de praktijk hebben zich met de bedoelde kegelschijven, in het 20 bijzonder wanneer de bekledingsschijf direct op het kegelschijflichaam is gelijmd, problemen voorgedaan, doordat de verlijming zelf op het materiaal van het tussenelement niet voldoende duurzaam was.
Doel van de uitvinding is een kegelschijf als bedoeld zodanig verder te ontwikkelen, dat bij goede akoestische demping een lange duur-25 zaamheid en een wat de kosten betreft gunstige fabricage wordt verkregen.
Dit doel wordt met het kenmerk van de hoofdconclusie bereikt.
Bij de kegelschijf volgens de uitvinding wordt het materiaal van het tussenelement en, indien aanwezig, z'n lijmbevestiging, minder op afschuiving belast, maar kan optredende krachten als gevolg van z'n 30 materiaaleigenschappen, zoals buigzaamheid en uitzetbaarheid opvangen.
1015211 4
De volgconclusies 2 tot 7 zijn gericht op een eerste uitvoeringsvorm van de kegelschijf volgens de uitvinding.
De volgconclusies 8 tot 12 zijn gericht op een tweede uitvoeringsvorm van de kegelschijf volgens de uitvinding.
5 De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van schema tische tekeningen bij wijze van voorbeeld en met verdere details worden toe gelicht.
Daarbij toont:
Fig. 1 een doorsnedeaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van 10 de kegelschijf in gemonteerde toestand;
Fig. 2 het aanzicht volgens fig. 1 in geklonken toestand,
Fig. 3 twee aanzichten van een voor de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 2 toepasbare ringschijf,
Fig. 4 de ringschijf volgens fig. 3 in vervormde toestand, 15 Fig. 5 een verdere uitvoeringsvorm van een ringschijf,
Fig. 6 een doorsnede door een verdere uitvoeringsvorm van een kegelschijf,
Fig. 7 een aanzicht op een bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 toepasbare ringschijf, 20 Fig. 8 aanzichten van een verdere uitvoeringsvorm van een kegelschijf,
Fig. 9 een doorsnede door een gewijzigde uitvoeringsvorm van een kegelschijf,
Fig. 10 de in het voorgaande toegelichte constructie van een 25 kegelschijvenaandrijving met eindloos orgaan en
Fig. 11 een doorsnede door een kegelschijvenpaar van de aandrijving volgens fig. 10,
Fig. 12 een doorsnede door een kegelschijvenpaar, . Fig. 12a een doorsnede door een draaiverbinding, 1015211 5
Fig. 13 een doorsnede door een kegelschijf,
Fig. 14 een doorsnede door een kegelschijvenpaar,
Fig. 15 een doorsnede door een kegelschijvenpaar,
Fig. 16a een doorsnede door een kegelschijvenpaar, 5 Fig. 16b een kegelschijf in doorsnede,
Fig. 17a een doorsnede door een kegelschijvenpaar en Fig. 17b een kegelschijf in doorsnede.
De fig. 1 en 2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een kegelschijf.
10 Overeenkomstig fig. 1 is de kegelschijf voorzien van een kegel- schijflichaam 50 en een als kegelplaat aangeduide bekledingsschijf 52, waarvan de voorzijde 54 het met het niet weergegeven eindloze orgaan in ingrijping komende vlak is. Dit vlak kan vlak, convex of concaaf zijn uitgevoerd.
15 De bekledingsschijf 52, die uit geharde, slijtvaste metaalplaat bestaat, is niet direct aan het kegelschijflichaam 50 bevestigd, maar onder tussenvoeging van een bij voorkeur uit metaal bestaande ringschijf 54, die op de navolgend beschreven wijze op blinde wijze verniet is met de bekledingsschijf 52 en het kegelschijflichaam 50.
20 In de ringschijf 54 zijn gaten 56 aangebracht, die bijvoorbeeld door de ringschijf 54 heen zijn gedrukt, zodat hun randen voorzien zijn van kragen 58. De gaten worden vanaf verschillende zijden door de ringschijf 54 heen gevormd, zodat aan beide zijden van de ringschijf 54 kragen 58 uitsteken.
25 Het kegelschijflichaam 50 en de ringschijf 54 zijn voorzien van met de kragen 58 corresponderende uitsparingen 60, waarin de kragen 58 passend reiken.
Vanaf de van de kragen 58 afgekeerde zijden van de gaten 56 worden in de gaten 56 telkens kegelbouten 52 ingebracht respectievelijk 30 ingedrukt.
1015211 6
Fig. 1 toont de kegelschijf in gemonteerde toestand. Fig. 2 toont de opstelling volgens fig. 1 na het samenpersen van de bekledingsschijf 52 en het kegelschijflichaam 50. Zoals getoond, dringen bij het samenpersen de kegelbouten 62 middels het gaan aanliggen van hun met grotere diameter 5 uitgevoerde kopse vlakken tegen de bekledingsschijf 52 respectievelijk het kegelschijflichaam 50 de gaten 56 binnen, waarbij de kragen 58 worden opgerekt, zodat de ringschijf 54 met de bekledingsschijf 52 en het kegelschijflichaam 50 wordt vastgeklonken. De ringschijf 54 is zodanig gevormd, dat deze de noodzakelijke vervorming tot aan het begin van het klinken in 10 wezen elastisch opneemt. Het dikkere einde van de kegelbout 52 is zodanig gedimensioneerd, dat de door het trekproces bij het naar binnen drukken van de kegelbout 52 in het betreffende gat 56 in de ringschijf 54 ontstane ruimte wordt opgevuld. Daardoor kan de klinkverbinding een grotere kracht loodrecht op de inschuifrichting opnemen.
15 Fig. 3 toont in a) een aanzicht op een ringschijf 54 en in b) een snede door de ringschijf 54.
Overeenkomstig fig. 3a) zijn de gaten 56 in het radiaal buiten-gelegen gebied en radiaal binnengelegen gebied van de ringschijf 54 in omtreksrichting op onderling gelijke afstanden aangebracht.
20 Radiaal tussen de gaten 56 is de ringschijf 54 met zich in omtreksrichting uitstrekkende sleuven 64 uitgevoerd, die een radiale vervormbaarheid en een vervormbaarheid loodrecht op het vlak van tekening van fig. 3 van de ringschijf 54 vergemakkelijken.
Fig. 3b) toont de ringschijf 54 in vlakke toestand direct na het 25 vervaardigen van de gaten 56 en de sleuven 64. Fig. 4 toont de ringschijf 54 in z'n voor de montage vervormde, ketelvormige respectievelijk kegelschijfvormige toestand.
Fig. 5 toont een ten opzichte van fig. 3 gewijzigde uitvoeringsvorm van een ringschijf 70, die slechts in z'n radiaal buitenge legen gebied voor-30 zien is van gaten 56.
1015211 7
De ringschijf 70 is op regelmatige omtreksafstanden van z'n buitenrand voorzien van zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende sleuven 72, waarbij van de binnengelegen einden daarvan in beide omtreksrich-tingen sleuven 74 uitgaan, zodat naar elkaar toewijzende, bladveervormig 5 veertongen 76 zijn gevormd, aan de eindgebieden waarvan de gaten 56 zijn aangebracht. De gaten van telkens een veertong zijn voorzien vanuit het vlak van tekening naar onder toe uitstekende kragen; de gaten van de tegenovergelegen veertongen van naar boven toe uitstekende kragen, zodat de klinkverbinding op soortgelijke wijze zoals aan de hand van fig. 2 toe-10 gelicht, van de ene veertong 76 met het kegelschijflichaam en de andere veertong met de bekledingsschijf plaatsvindt. Op deze wijze is een in omtreksrichting draaistijve, doch in radiale en axiale richting zachte verbinding tussen het kegelschijflichaam en de bekledingsschijf tot stand gebracht.
15 Het zal duidelijk zijn, dat het samenstel volgens fig. 5 op velerlei wijze kan worden gevarieerd, bijvoorbeeld kunnen meerdere veertongen op radiale afstanden door corresponderende uitvoering van de sleuven zijn aangebracht. Elke veertong kan slechts voorzien zijn van één gat, etc.
De ringschijf 54 respectievelijk 70 kan door een eenvoudige plaat 20 worden gevormd of kan een uit een aantal lagen samengestelde meervoudige schijf zijn.
In de montagetoestand volgens fig. 1 kan een voorklinken plaatsvinden.
Het centreren van de bekledingsschijf 52 vindt plaats via het 25 vastklinken, zodat voor de tolerantiecompensatie het vrijliggende ingrijp- of loopvlak van de bekledingsschijf na het klinken kan worden bewerkt.
Voor de slotbewerking kan de bekledingsschijf 52 vol tegen het kegelschijflichaam worden gedrukt, waarbij de bekledingsschijf ten opzichte van het kegelschijflichaam kan worden afgedicht. Voor het afdichten kan 30 een op de kegelschijf achterblijvende afdichting of een dichting aan de zijde 1015211 8 van de inrichting worden toegepast.
De ringschijf kan zodanig zijn voorgevormd, dat na het klinken een voorspankracht resteert, die de bekledingsschijf tegen het kegelschijf-lichaam trekt.
5 Fig. 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van een kegelschijf.
Tussen het kegelschijflichaam 50 en de bekledingsschijf 52 is een uit drie lagen samengesteld tussensamenstel 78 aangebracht, dat een ringschijf 80 omvat, die sandwichvorming tussen twee isolatielagen respectievelijk isolatieschijven 82 en 84 is opgenomen. De isolatieschijf 82 is verlijmd met 10 de bekledingsschijf 52. De isolatieschijf 84 is verlijmd met het kegelschijflichaam 50. Het verlijmen van de isolatieschijven 82 en 84 met de ringschijf 80 wordt aan de hand van fig. 7 toegelicht. Overeenkomstig fig. 7 is de ringschijf 80 voorzien van uitsparingen, waarvan er drie in omtreksrichting naast elkaar gelegen massief zwart zijn aangeduid. In z'n totaliteit gezien 15 wisselen twee typen uitsparingen elkaar af, en wel een in z'n totaliteit gezien T-vormige uitsparing 86 en een in z'n totaliteit gezien boomvormige uitsparing 88.
De stam van de boomvormige uitsparing 88 verloopt radiaal tot ongeveer de binnenrand van de ringschijf 80 en eindigt in twee tegengesteld 20 in omtreksrichting lopende takken 90, die op dezelfde radiale plaats uitgaan van de stam. Zich radiaal verder buitenwaarts bevindende takken 92 strekken zich eveneens eerst tegengesteld uit in omtreksrichting, maar zijn dan radiaal binnenwaarts lopend omgebogen om zich dan weer in de richting van de stam in omtreksrichting uit te strekken. Op deze wijze zijn aan 25 beide zijden van de stam van elke boomvormige uitsparing 88 aangebrachte gebieden respectievelijk velden 92 en 94 gevormd, die telkens via radiale halzen 96 en zich in omtreksrichting uitstrekkende takken 98 verbonden zijn met een radiaal verlopende stam 100 van de ringschijf 80, die van een binnengelegen omtreksgebied van de ringschijf radiaal buitenwaarts uit-30 gaat. Alle op één zijde van de stam van een boomvormige uitsparing 88 1015 214- 9 liggende velden 92 zijn verlijmd met de ene isolatie schijf, terwijl alle op de andere zijde van de stam liggende velden 94 verlijmd zijn met de andere isolatieschijf.
Met de beschreven opstelling, die op velerlei wijze kan worden 5 gewijzigd, wordt het navolgende bereikt:
Door het afwisselend verlijmen van de velden 92 respectievelijk 94 met de isolatieschijven 82 respectievelijk 84 worden bij een relatieve beweging tussen de bekledingsschijf 52 en het kegelschijflichaam 50 de telkens aan de corresponderende isolatieschijf vastgelijmde velden meege-10 nomen, terwijl tussen de niet aan de betreffende isolatieschijf vastgelijmde velden en de isolatieschijf een relatieve beweging mogelijk is. De relatieve beweging wordt zodoende door een relatieve beweging van de velden 52 ten opzichte van de velden 54 en de vervorming van het materiaal van de ring-schijf 80 opgenomen. De onderverdeling van de ringschijf 80 door middel 15 van de uitsparingen 86 en 88 in afzonderlijke velden is zodanig, dat de verbinding tussen de velden 92 en 94 in axiale en radiale richting buigslap en in omtreksrichting verdraaistijf is.
Zodoende wordt, op soortgelijke wijze als bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 een relatieve beweging tussen de bekledingsschijf en het 20 kegelschijflichaam opgenomen door het materiaal van de ringschijf, die mechanisch dienovereenkomstig is uitgevoerd. Het zal duidelijk zijn, dat het lijmen op het materiaal kan zijn aangepast aan de betreffende isolatieschijf, bijvoorbeeld in de vorm van een door vulkaniseren aangebrachte elastomeer. Met de beschreven opstelling wordt bereikt, dat in de bekledingsschijf 25 52 opgewekt contactgeluid goed wordt gedempt, aangezien geen metaalbrug aanwezig is tussen de isolatieschijf 52 en het kegelschijflichaam 50. Aangezien het materiaal van de isolatieschijven een duidelijk kleinere E-modulus heeft dan het staal van de bekledingsschijf of van het kegelschijflichaam, moeten de isolatieschijven in staat zijn relatieve vervormingen 30 tussen kegelschijflichaam en bekledingsschijf probleemloos te compenseren, 1015211 10 hetgeen door de beschreven constructie van de ringschijf en de verlijmingen wordt bereid.
Het zal duidelijk zijn, dat de meest onderling variërende opstellingen en uitvoeringen van de uitsparingen mogelijk zijn, wanneer daarmee 5 slechts wordt bereikt, dat de met verschillende isolatieschijven verbonden respectievelijk verlijmde gebieden via het materiaal van de ringschijf 80 in axiale en radiale richting slap en in omtreksrichting stijf met elkaar zijn verbonden.
De isolatieschijven kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een normali-10 ter in koppelingen toegepast wrijvingsmateriaal. De ringschijf kan zijn vervaardigd van plaat, papier of een matrixmateriaal uit hars en vezels. De ringschijf kan ook uit meerdere lagen zijn samengesteld. De constructie kan voor een verdere dempingsverbetering zijn gevuld met vloeistof of ook met zand, waarmee de uitsparingen worden opgevuld.
15 Fig. 8 toont een verdere uitvoeringsvorm van een kegelschijf, waarbij fig. 8a) een doorsnede soortgelijk aan die volgens fig. 6 toont, fig. 8b) een aanzicht op een sector van een tussensamenstelling toont en fig. 8c) een vergroot detailaanzicht van fig. 8a) toont.
Voor elementen met een soortgelijke functie zijn dezelfde ver-20 wijzingscijfers gebruikt als in fig. 6.
Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 8c), bestaat het tussensamen-stel 78 uit een weefselschijf 102, die sandwich vormig is opgenomen tussen ten opzichte van elkaar concentrisch aangebrachte ringen respectievelijk ringschijven 104 en 106. Zoals getoond, is een aantal ringschijven 104, 106 25 met verschillende stralen concentrisch ten opzichte van elkaar aangebracht. De ringschijven 104, 106 zijn afwisselend enerzijds met het kegel-schijflichaam 50 en anderzijds met de bekledingsschijf 52 verlijmd, zoals in fig. 8b) door de elkaar radiaal afwisselende, verschillend gearceerde lijm-gebieden is aangeduid.
1015 211 11
Op deze wijze wordt bereikt, dat relatieve bewegingen tussen het kegelschijflichaam 50 en de bekledingsschijf 52 in verregaande mate uitsluitend kunnen worden opgenomen door het materiaal van de weefselschijf 102. Het weefsel van de weefselschijf 102 kan bestaan uit draad of bijvoor-5 beeld kunststofvezels. Op voordeel biedende wijze is het zodanig elastisch, dat het in de gebieden tussen de met verschillende stralen uitgevoerde ring-schijven 104, 106 vervormingen kan compenseren, zonder dat de uit isolatiemateriaal bestaande ringschijven ontoelaatbaar worden belast op afschuiving of trek.
10 Het zal duidelijk zijn, dat de ringschijven ook kunnen worden vervangen door vlakke elementen, die niet in de vorm van concentrische ringen maar bijvoorbeeld radiale ruggen zijn uitgevoerd en afwisselend verlijmd zijn met de bekledingsschijf en het kegelschijflichaam.
Fig. 9 toont een uitvoeringsvorm van een kegelschijf, waarbij het 15 tussensamenstel 78 door een eendelige, zich over nagenoeg het totale kegel-vlak van het kegelschijflichaam 50 uitstrekkende ringschijf 108 is vervangen, die bij in bovenaanzicht op de schijf 108 overlappende gebieden 110, 112 verlijmd is met het kegelschijflichaam 50 respectievelijk de bekledingsschijf 52. Ook bij deze uitvoeringsvorm wordt een relatieve beweging tussen 20 de bekledingsschijf 52 en het kegelschijflichaam 50 niet dwangmatig opgenomen door een afschuiving van het materiaal van de ringschijf, maar door de vervorming daarvan tussen de niet verlijmde vlakken. De gebieden 110 en 112 kunnen radiaal en/of in omtreksrichting onderling op afstand liggen. De ringschijf 108 kan één- of meerlagig zijn uitgevoerd als elastomere laag 25 met hoge demping.
Fig. 12 toont een kegelschijvenstel 200 met een axiaal vast opgestelde kegelschijf 201 en een axiaal verschuifbare kegelschijf 202, die met de kegelschijf 201 draaivast is opgesteld. Op de beide kegelschijven 201 en 202 zijn bekledingsschijven 203, 204 met een tussenlaag 205, 206 aanwezig, 30 waarbij het eindloze orgaan 210 in wrijvend contact staat met de be- 1015211 12 kledingsschijven 203, 204.
De bekledingsschijven 203, 204 zijn van metaal vervaardigd en zijn bij voorkeur eendelig of meerdelig uitgevoerd. Bijvoorbeeld bestaat de bekledingsschijf uit een eerste schijfvormig element 203a en een ringvormig 5 tweede element 203b, die op voordeelbiedende wijze zijn verbonden. Deze verbinding bestaat bijvoorbeeld uit een lasverbinding 211. Het element 203b steekt ten opzichte van het element 203a in axiale richting uit, zodat het op een schouder 201a van de kegelschijf 201 kan liggen.
De tussenlaag is eveneens in een radiaal buitengelegen ring-10 gebied 205a in axiale richting afgeschuind en wordt gedragen door de schouder 201a.
Voor het draaivast meenemen van de tussenlaag en de bekledingsschijf met de kegelschijf is in de schouder 201a een aantal tanden 220 of uitsparingen 221 aangebracht, die over de omtrek verdeeld zijn opge-15 steld. In deze uitsparingen 221 of tandholten grijpen uitbuikingen 230 van de tussenlaag en/of tanden 240 van de bekledingsschijf. De bekledingsschijf is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld radiaal binnenwaarts niet afgesteund.
Overeenkomstig een verder uitvoeringsvoorbeeld volgens ftg. 13 is 20 de bekledingsschijf 303 op een aanzetstuk 302, zoals een schouder, radiaal binnenwaarts opgenomen. Door het opnemen van de bekledingsschijf radiaal binnenwaarts door de schouder kan de bekledingsschijf eveneens worden gecentreerd.
De vertande kegelschijven met tussenschijf en bekledingsschijf 25 zijn als volgt opgebouwd, zie bijvoorbeeld fig. 12, 12a en 13. De eigenlijke kegelschijf 201, 202 en 301 wordt met een vertanding op de buitengelegen diameter vervaardigd. De tandflanken zijn bij voorkeur ook uitgevoerd, waarbij hier ook andere tandprofïelen mogelijk zijn. Een tussenelement 205, 305, dat op voordeel biedende wijze kan zijn uitgevoerd als staalplaat, dat 30 als tussenlaag dient, is aangepast aan de hoek van de kegelschijven corres- 1015211 13 ponderend gevormd en bezit bovendien aan de buitenomtrek een vertande kraag 205a. Het als tussenplaat 205 aangeduide deel heeft daarbij na de vervorming een in wezen gelijkblijvende wanddikte. Bij de voorgenomen montage wordt de tussenplaat 205 axiaal op de kegelschijf 201 geschoven, 5 zodat de tanden van beide delen in elkaar grijpen. De vertanding van beide delen kan daarbij zodanig zijn uitgevoerd, dat een geringe speling of echter ook een geringe overmaat aanwezig is, zodat beide delen dienovereenkomstig moeten worden samengevoegd. De tussenplaat 205 ligt na het uitvoeren van de voormontage in wezen vlaksgewijs aan tegen de kegelschijf 10 201. Een verdere plaat, een zogenoemde dekplaat of bekledingsschijf 203, wordt nu op de voorgemonteerde delen geschoven. Deze dekplaat 203, 303 heeft een soortgelijke contour zoals de hiervoor beschreven tussenplaat 205, 305 en is bij de voorgevormde kraag 203b voorzien van een binnen-vertanding. Hierbij zou het ook mogelijk zijn, dat de plaat eendelig of uit 15 meerdere delen is vervaardigd. De buitengelegen kraag met de vertanding zou daarbij bijvoorbeeld resulteren in een afzonderlijk deel 203b. Dit afzonderlijk deel 203b zou voor de montage of daarna kunnen worden verbonden met het plaatdeel 203, waarop het eindloze orgaan 210 loopt.
De vertanding is zodanig uitgevoerd, dat deze in de tandholten 20 van de tussenplaat past. Daarbij is de afstand van tegenover elkaar gelegen tandflanken van kegelschijf en dekplaat kleiner dan de wanddikte van de zich daartussen bevindende plaat. Aldus wordt bij de eindmontage, door de aanwezige overdekking, de tussenplaat door de dekplaat tegen de tandflanken aangedrukt. De tussenplaat 205 wordt daarbij tot boven de vloei-25 grens vervormd en spant tegelijkertijd de dekplaat ten opzichte van de kegelschijf. Dit zorgt ervoor, dat alle drie delen spelingsvrij onderling zijn verbonden en de dekplaat bovendien gepositioneerd wordt ten opzichte van de kegelschijf. Een slechts bij de tandflanken bestaande overdekking reduceert de bij de montage optredende reactiekrachten in radiale richting. 30 De vertanding heeft bovendien tot doel het heersende moment betrouwbaar 1015211 14 en spelingsvrij over te dragen. Daarbij kan de vertanding echter ook zodanig worden uitgevoerd, dat de overdekking niet slechts bij de tandflanken, maar ook bij de tandvoet en/of de tandkop aanwezig is.
De beschreven montagevolgorde kan bij andere uitvoerings-5 voorbeelden ook in een andere volgorde plaatsvinden. Ook kan het voordeel-biedend zijn, wanneer de tussenplaat met de dekplaat is te monteren en aansluitend dit tussensamenstel op de kegelschijf is te schuiven.
De fig. 14 en 15 tonen uitvoeringsvoorbeelden waarbij de bekledingsschijf 404, 403, 453, 454 draaivast is verbonden met de 10 betreffende kegelschijf 401, 402, 451, 452 en de tussenelement 405, 406, 455, 456 door middel van bijvoorbeeld stiften of andere vasthoudmiddelen 410, 411, 460, 461. Bij het uitvoeringsvoorbeeld is erin voorzien, dat de dekplaat 403, 404, 453, 454 door middel van verbindingselementen zoals stiften, bouten, schroeven of nieten is te verbinden met de kegelschijf 401, 15 402, 451, 452. Daartoe worden de vasthoudmiddelen, zoals stiften in openingen, zoals boringen in de betreffende elementen aangebracht en de elementen in axiale richting verbonden. Het aanbrengen van de stiften of vasthoudmiddelen kan radiaal binnenwaarts en/of radiaal buitenwaarts plaatsvinden.
20 De fig. 16a, 16b en 17a, 17b tonen een meenemen van de dek platen of de bekledingsschijf met de kegelschijf door middel van een veelhoek- respectievelijk spieasverbinding. De afzonderlijke verbindingsmogelijkheden liggen daarbij telkens axiaal ten opzichte van de kegelschijf en kunnen gelijktijdig ook als arretering voor de tussenplaat dienst doen.
25 Fig. 16a toont een bekledingsschijf 503, die met een tussenlaag 505 op de kegelschijf 501 draaivast is aangebracht, waarbij de bekledingsschijf 503 radiaal binnenwaarts op een schouder 510 is opgenomen. Aangezien de schouder 510 in de doorsnede van fig. 16b bezien veelhoekig is uitgevoerd en de radiaal binnengelegen rand 511 van de bekledingsschijf 30 dezelfde of een daarmee corresponderende contour in doorsnede bezit, is de 1015211 15 bekledingsschijf draaivast verbonden met de kegelschijf.
Fig. 17a toont een bekledingsschijf 553, die met een tussenlaag 555 op de kegelschijf 551 draaivast is aangebracht, waarbij de bekledingsschijf 553 radiaal binnenwaarts is opgenomen op een schouder 560.
5 Aangezien de schouder 560 in de doorsnede van fig. 17b bezien is uitgevoerd met tanden en de radiaal binnengelegen rand 561 van de bekledingsschijf dezelfde of een corresponderende vertanding in doorsnede bezit, is de bekledingsschijf draaivast verbonden met de kegelschijf.
Bijzonder voordeelbiedend is het, wanneer de tussenlaag tussen 10 de kegelschijf en de bekledingsschijf en/of de tegenvlakken, die met de tussenlaag in contact komen een oppervlaktebekleding hebben, zoals bijvoorbeeld gefosfateerd, hard verchroomd tegen slijtage of met een glijlaag bekleed door middel van bijvoorbeeld teflon of een ander glijlagermateriaal zijn. Deze glijbekleding vermindert de wrijvingswaarde tussen de 15 tussenlaag en de tegenvlakken.
Bijzonder voordeelbiedend is het, wanneer de tussenlaag door middel van olie wordt omspoeld, zodat op voordeelbiedende wijze passingroest wordt weggespoeld en de glijvlakken worden gesmeerd.
Daartoe kunnen in de tussenlaag en/of de tegenvlakken gleuven, zoals in 20 het bijzonder labyrinthvormige gleuven of kanalen, zijn aangebracht.
Op voordeelbiedende wijze kan de tussenlaag zijn vervaardigd van staalplaat of glijlagermateriaal, zoals bijvoorbeeld brons.
Verder is het voordeelbiedend, wanneer de basislichamen van de kegelschijven oppervlaktegehard zijn. Ook kan het doelmatig zijn, wanneer 25 deze veredeld zijn en eventueel inductief gehard.
De bekledingsschijven zijn bij voorkeur oppervlaktegehard.
De met de aanvrage ingediende conclusies zijn formulerings-voorstellen zonder prejuditie voor het verkrijgen van verdere octrooibescherming. Aanvraagster behoudt zich het recht voor, nog verdere, tot 30 dusverre in de beschrijving en/of de tekeningen geopenbaarde kenmerk- 1015211 16 combinaties te claimen.
In de volgconclusies gebruikte verwijzingen hebben betrekking op de verdere uitvoering van het onderwerp van de hoofdconclusie door de kenmerken van de betreffende volgconclusies; ze dienen niet te worden 5 opgevat als afstand doen van het verkrijgen van een zelfstandige bescherming voor de kenmerkencombinatie van de verwijzende conclusies.
Aangezien de onderwerpen van de volgconclusies met het oog op de stand van de techniek op de prioriteitsdag eigen en onafhankelijke uitvindingen kunnen vormen, behoudt aanvraagster zich het recht voor, 10 deze tot onderwerp van onafhankelijke conclusies of afsplitsingen te maken. Ze kunnen verdere ook zelfstandige uitvindingen bevatten, die een van de onderwerpen van de voorafgaande volgconclusies onafhankelijke vorm hebben.
De uitvinding is ook niet beperkt tot de uitvoeringsvoorbeelden 15 van de beschrijving. Veeleer zijn binnen het kader van de onderhavige openbaarmaking talrijke wijzigingen en modificaties mogelijk, in het bijzonder varianten, elementen en combinaties en/of materialen, die bijvoorbeeld door combinatie of wijziging van afzonderlijke in verbinden met de in de algemene beschrijving en uitvoeringsvormen alsmede de conclusies 20 beschreven en in de tekeningen weergegeven kenmerken respectievelijk elementen of werkwijzestappen voor de vakman met het oog op de oplossing van het probleem zijn te ontnemen en door combineerbare maatregelen tot een nieuw voorwerp of tot nieuwe werkwij zestappen respectievelijk werkwij zestap volgorde leiden, ook in zoverre deze reparatie-, test- en 25 werkmethoden betreffen.
1015211

Claims (12)

1. Kegelschijf voor een kegelschijvenaandrijving met eindloos orgaan, omvattende een schotelvormige bekledingsschijf, waarvan de rugzijde via een tussenelement verbonden is met het kegelvlak van het kegelschijven-lichaam, en waarvan de voorzijde voor een ingrijping met het eindloze 5 orgaan vrijligt, met het kenmerk, dat het tussenelement bij niet overlappende plaatsen van z'n voorzijde respectievelijk achterzijde met de achterzijde van de bekledingsschijf respectievelijk van het kegelvlak van het kegelschijvenlichaam is verbonden.
2. Kegelschijf volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussen-10 element een metallische ringschijf is, die door klinken verbonden is met de bekledingsschijf en het kegelschijflichaam.
3. Kegelschijf volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ringschijf is voorzien met door kragen omgeven gaten, waarbij een aantal van de kragen aan de ene zijde en andere kragen aan de andere zijde van de ring- 15 schijf uitsteken en reiken in uitsparingen, die in de bekledingsschijf en het kegelschijflichaam zijn aangebracht, en dat in de gaten telkens vanaf de van de kraag afgekeerde zijde kegelbouten zijn ingebracht, waarvan de grotere kopzijden bij het drukken van de bekledingsschijf in de richting van het kegelschijflichaam op de bekledingsschijf respectievelijk het kegelschijf-20 lichaam steunnemen om de ringschijf door klinken te verbinden met de bekledingsschijf respectievelijk het kegelschijflichaam.
4. Kegelschijf volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het dikkere einde van de kegelbouw na het klinken de bij de ringschijf ontstane ruimte in wezen opvult.
5. Kegelschijf volgens een der conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat het klinken bij het binnengelegen omtreksrandgebied en bij het buitengelegen omtreksrandgebied van de ringschijf plaatsvindt en de 1015211 ringschijf radiaal tussen de klinkverbindingenvoorzien is van zich in omtreksrichting uitstrekkende sleuven.
6. Kegelschijf volgens een der conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat de klinkverbinding van de ringschijf met de bekledingsschijf respectievelijk 5 het kegelschijflichaam op naar elkaar toegekeerde eindgebieden van aan de omtrek van de ringschijf aangebrachte, tegengesteld in omtreksrichting lopende tongen tot stand is gebracht.
7. Kegelschijf volgens een der conclusies 2 tot 6, met het kenmerk, dat de ringschijf zodanig is voorgespannen, dat deze de bekledingsschijf in de 10 richting naar het kegelschijflichaam trekt.
8. Kegelschijf volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussenelement door lijmen verbonden is met de bekledingsschijf en het kegelschijflichaam.
9. Kegelschijf volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 15 tussenelement gevormd is door een ringschijf, die sandwichvormig is opgenomen tussen twee isolatieschijven, waarbij de isolatieschijven op niet overlappende plaatsen verlijmd zijn met de ringschijf en aan hun telkens van de ringschijf afgekeerde zijden verlijmd zijn met de bekledingsschijf respectievelijk het kegelschijflichaam.
10. Kegelschijf volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ringschijf door corresponderend uitgevoerde uitsparingen is onderverdeeld in velden, die met telkens een van de isolatieschijven zijn verlijmd en in axiale en radiale richting buigslap en in omtreksrichting draaistijf onderling zijn verbonden.
11. Kegelschijf volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het tussenelement gevormd is door een weefselschijf, die sandwichvormig tussen daarmee verlijmde, concentrische ringschijven is opgenomen, die afwisselend verlijmd zijn met de bekledingsschijf en het kegelschijflichaam.
-12. Kegelschijf volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 30 tussenelement gevormd is door een ringschijf, die op radiaal en/of axiaal van 1015211 elkaar verwijderde plaatsen verlijmd is met de bekledingsschijf respectievelijk het kegelschijflichaam. 1015211
NL1015211A 1999-05-17 2000-05-16 Aandrijving. NL1015211C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19922575 1999-05-17
DE19922575 1999-05-17

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1015211A1 NL1015211A1 (nl) 2000-11-20
NL1015211C2 true NL1015211C2 (nl) 2003-08-07

Family

ID=7908276

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015211A NL1015211C2 (nl) 1999-05-17 2000-05-16 Aandrijving.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6648781B1 (nl)
JP (1) JP2000337480A (nl)
DE (1) DE10022846B4 (nl)
NL (1) NL1015211C2 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4392406B2 (ja) * 2003-02-28 2010-01-06 ヤマハ発動機株式会社 ベルト式連続無段変速装置、連続無段変速装置用シーブおよびベルト式連続無段変速装置を搭載した車両
DE102004021609A1 (de) * 2004-05-03 2005-12-01 Winkelmann Palsis Motortechnik Gmbh & Co.Kg Getriebeteil
CN100595455C (zh) * 2004-08-19 2010-03-24 卢克摩擦片和离合器两合公司 锥盘缠绕接触装置变速器以及具有这种变速器的机动车
JP4851105B2 (ja) * 2005-03-07 2012-01-11 バンドー化学株式会社 ベルト伝動装置
JP5030492B2 (ja) * 2006-07-12 2012-09-19 ヤマハ発動機株式会社 ベルト式無段変速機および鞍乗型車両
DE102008014241A1 (de) * 2007-04-02 2008-10-09 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Verfahren zum Herstellen einer Kegelscheibe sowie Kegelscheibe und Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
JP4335941B2 (ja) 2007-12-21 2009-09-30 株式会社豊田中央研究所 ベルト式無段変速機及びそのプーリ
FR2966543B1 (fr) * 2010-10-25 2013-06-07 France Reducteurs Poulie pour dispositif de transmission a courroie, notamment pour variateur de vitesse a courroie, et variateur de vitesse a courroie integrant une telle poulie
US8555836B2 (en) * 2010-12-10 2013-10-15 Delphi Technologies, Inc. Electric drive camshaft phaser with torque rate limit at travel stops
WO2013057833A1 (ja) * 2011-10-21 2013-04-25 トヨタ自動車株式会社 車両用ベルト式無段変速機のプーリ機構
JP6257905B2 (ja) 2013-03-22 2018-01-10 株式会社豊田中央研究所 無段変速機
US10655723B2 (en) * 2014-03-14 2020-05-19 ZPE Licensing Inc. Super charger components
US10851884B2 (en) 2014-03-14 2020-12-01 ZPE Licensing Inc. Super charger components
US11041558B2 (en) * 2014-03-14 2021-06-22 ZPE Licensing Inc. Super charger components
JP6248773B2 (ja) 2014-04-17 2017-12-20 株式会社デンソー 動力伝達装置
WO2016035385A1 (ja) * 2014-09-05 2016-03-10 本田技研工業株式会社 無段変速機
RU2576829C1 (ru) * 2014-11-24 2016-03-10 Артём Станиславович Усов Клиновая цепная передача
WO2016088650A1 (ja) * 2014-12-01 2016-06-09 本田技研工業株式会社 ベルト式無段変速機
RU2578434C1 (ru) * 2015-01-26 2016-03-27 Елена Владимировна Усова Клиновая передача круглозвенной цепью
US10557541B2 (en) * 2016-09-19 2020-02-11 Deere & Company Dry variable speed drive mechanism
US10794663B2 (en) 2017-05-11 2020-10-06 ZPE Licensing Inc. Laser induced friction surface on firearm
JP6747377B2 (ja) * 2017-05-16 2020-08-26 アイシン・エィ・ダブリュ株式会社 無段変速機および伝動ベルト

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1637402A (en) * 1925-11-11 1927-08-02 Abbott Geoffrey Joseph Power-transmission pulley
US3142997A (en) * 1961-11-27 1964-08-04 John F Rampe Molded plastic pulley with heat conducting metal lining
JPS5940061A (ja) * 1982-08-31 1984-03-05 Miki Puurii Kk 無段変速プ−リ
US4790799A (en) * 1986-06-25 1988-12-13 Manville Corporation Continuously variable transmission belt and pulley arrangement
EP0462637A1 (en) * 1990-06-19 1991-12-27 Vcst Pulley arrangement for a transmission provided with a flexible transmission element
EP0777069A1 (en) * 1995-11-28 1997-06-04 Van Doorne's Transmissie B.V. Pulley
DE19743675A1 (de) * 1996-10-08 1998-04-09 Luk Getriebe Systeme Gmbh Getriebe
DE19748675A1 (de) 1996-11-08 1998-05-14 Hyundai Electronics Ind Vorausleseverfahren für ein Speicherbauelement und einen Speicheraufbau unter Verwendung des Vorausleseverfahrens
DE19730400A1 (de) * 1997-07-16 1999-02-11 Daimler Benz Ag Laufscheibe für stufenlose und mit einem Umschlingungsglied versehenes Umschlingungsgetriebe

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1125738A (en) * 1966-11-03 1968-08-28 Solar Thomson Eng Co Improvements in and relating to pulleys
JPS5536670A (en) * 1978-09-06 1980-03-14 Junpei Onaka Transmission mechanism
US4692128A (en) * 1986-06-25 1987-09-08 Manville Corporation Continuously variable transmission pulley
NL1001815C2 (nl) 1994-12-06 1998-05-20 Luk Getriebe Systeme Gmbh Draaimomentsensor alsmede een daarmee uitgevoerde kegelschijf- omspanningsoverbrenging.
DE19546293B4 (de) 1994-12-15 2009-11-26 Luk Gs Verwaltungs Kg Antriebseinheit mit einem stufenlos einstellbaren Kegelscheibenumschlingungsgetriebe

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1637402A (en) * 1925-11-11 1927-08-02 Abbott Geoffrey Joseph Power-transmission pulley
US3142997A (en) * 1961-11-27 1964-08-04 John F Rampe Molded plastic pulley with heat conducting metal lining
JPS5940061A (ja) * 1982-08-31 1984-03-05 Miki Puurii Kk 無段変速プ−リ
US4790799A (en) * 1986-06-25 1988-12-13 Manville Corporation Continuously variable transmission belt and pulley arrangement
EP0462637A1 (en) * 1990-06-19 1991-12-27 Vcst Pulley arrangement for a transmission provided with a flexible transmission element
DE69100344T2 (de) 1990-06-19 1994-05-05 Volvo Car Bv Scheibe für Zugmittelgetriebe.
EP0777069A1 (en) * 1995-11-28 1997-06-04 Van Doorne's Transmissie B.V. Pulley
DE19743675A1 (de) * 1996-10-08 1998-04-09 Luk Getriebe Systeme Gmbh Getriebe
DE19748675A1 (de) 1996-11-08 1998-05-14 Hyundai Electronics Ind Vorausleseverfahren für ein Speicherbauelement und einen Speicheraufbau unter Verwendung des Vorausleseverfahrens
DE19730400A1 (de) * 1997-07-16 1999-02-11 Daimler Benz Ag Laufscheibe für stufenlose und mit einem Umschlingungsglied versehenes Umschlingungsgetriebe

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 008, no. 143 (M - 306) 4 July 1984 (1984-07-04) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE10022846B4 (de) 2013-03-28
NL1015211A1 (nl) 2000-11-20
DE10022846A1 (de) 2000-11-23
JP2000337480A (ja) 2000-12-05
US6648781B1 (en) 2003-11-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1015211C2 (nl) Aandrijving.
US9371866B2 (en) Wet clutch for a motorcycle
US20040235610A1 (en) Planet carrier for planetary gear set of automatic transmission
JPH09217820A (ja) プーリ
US20110147158A1 (en) Plate for a frictionally acting device and frictionally acting device having a plate of said type
JPH02203029A (ja) 摩擦ライニング支持体とハブを結合するスプリングコレットを備えた摩擦素子
JP2005530110A (ja) 円錐形ディスク式巻掛け伝動装置
JP7431856B2 (ja) 多板クラッチ、特にハイブリッドドライブトレイン用の多板クラッチ
CN105909688A (zh) 两片式离合器反作用板
KR101267102B1 (ko) 클러치 디스크
US5601174A (en) Clutch plate and method for its manufacture
CN104136793B (zh) 具有弹性对中元件的轴/毂连接元件
JP6207544B2 (ja) ドライブプレートとその製造方法
US20020195307A1 (en) Clutch
KR20010032819A (ko) 이중 질량부 감쇠 플라이휠
JP4188620B2 (ja) エンドベアリングおよびワンウェイクラッチ装置
FR2781266A1 (fr) Disque d'embrayage pour un embrayage a friction d'un vehicule automobile
US5366056A (en) Clutch friction wheel, especially for a motor vehicle clutch
JP3052279B2 (ja) クラッチディスク組立体およびそのプレート部材
CN101421530B (zh) 离合器盘装置
JP4096519B2 (ja) プラネタリギヤ装置
KR20040014398A (ko) 차량의 클러치용 가요성 플라이휠
KR20090074069A (ko) 클러치 마찰 디스크
WO2021005401A1 (en) Roller chain plates
EP0833075B1 (fr) Amortisseur de torsion à pièce de transmission à doigts, notamment friction d'embrayage pour véhicule automobile

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
CD Transfer of rights (laid open patent application)

Free format text: LUK LAMELLEN UND KUPPLUNGSBAU BETEILIGUNGS KG

RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20030605

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131201