NL1014624C2 - Opzetdoos, werkwijze en plano voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

Titel: Opzetdoos, werkwijze en plano voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een opzetdoos welke vouwbaar is tussen een ingevouwen en een opgezette stand. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op dozen die in ingevouwen stand worden verkocht en voor 5 gebruik door de consument worden opgezet. Dergelijke dozen zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het opbergen van speelgoed, ordners, tijdschriften en dergelijke.

Deze bekende opzetdoos bestaat uit een doosvormend 10 deel en een deksel. Het doosvormend deel omvat tenminste een grondpaneel, dat aan elke zijde wordt begrensd door een opstaand wandpaneel. Dit doosvormend deel kan worden afgesloten met een deksel, welk met één zijde zwenkbaar is verbonden aan één van de opstaande wandpanelen en aan de 15 overige zijden wordt begrensd door afhangende dekselranden. Het doosvormend deel en het deksel worden uit één plaat (plano) gevouwen. De plano is daartoe voorzien van insnijdingen, spleten, vouwlijnen, lippen en uitsparingen, een en ander zodanig dat de hiermee gecreëerde wandpanelen 20 in en om elkaar kunnen worden gevouwen zodat een opzetdoos met deksel ontstaat welke zonder lijm of andere bevestigingsmiddelen in elkaar blijft zitten.

Deze bekende opzetdozen worden in ingevouwen, dat wil zeggen platte vorm verkocht. De plano wordt daartoe 25 gedeeltelijk dubbelgevouwen en verpakt in bijvoorbeeld een wikkel of krimpfolie. In deze opgevouwen platte toestand nemen de dozen weinig ruimte in beslag. Dit is gunstig voor transport, opslag en benodigde uitstalruimte in de schappen van winkels. Bovendien loopt de opzetdoos in platgevouwen 30 vorm minder kans op beschadigingen in de vorm van uitscheurende ribben of ingedeukte wandpanelen tengevolge van onvoorziene krachten tijdens het traject van fabriek tot consument.

2

De gedeeltelijk dubbelgevouwen plano heeft een geringe dikte maar is groot wat betreft de overige afmetingen. Het gehele pakket is inherent tamelijk slap. Hierdoor is de platgevouwen opzetdoos moeilijk hanteerbaar 5 voor een winkelier of consument en bovendien gevoelig voor het ongewenst ombuigen of omvouwen van hoekpunten of andere uitstekende delen van de plano.

De uitvinding beoogt een opzetdoos van de in de inleiding beschreven soort, omvattend een doosvormend deel 10 een een deksel, welke opzetdoos tot een ingevouwen stand kan worden gevouwen waarin bovengenoemde nadelen zich niet voordoen. Daartoe is het doosvormend deel van de opzetdoos volgens de uitvinding opvouwbaar tot een blokvormig pakket dat althans in hoofdzaak binnen de opstaande randen van het 15 deksel ligt.

Het deksel vormt aldus een behuizing voor het doosvormend gedeelte van de opzetdoos waarbij de randen van het deksel het plaatmateriaal beschermen tegen ongewenst vervormingen zoals het omvouwen van uitstekende of slappere 20 wanddelen. De opelkaar gevouwen lagen plaatmateriaal van het doosvormend deel op hun beurt vullen het deksel en voorkomen daarmee indeuken daarvan.

Het opgevouwen pakket is compact en stevig en heeft handzame afmetingen waardoor het makkelijk kan worden 25 meegenomen door de consument. Bovendien is het vanwege zijn simpele geometrische vorm makkelijk te verpakken en goed stapelbaar, zowel tijdens transport als in de schappen van de winkels. Voorts kan het pakket op zijn zijkant of kopse kant worden vervoerd of uitgestald.

30 Tevens vereenvoudigt de uitvinding het in elkaar zetten van de opzetdoos. De consument hoeft nu zelf niet meer het deksel in elkaar te zetten, welk vanwege de relatief geringe afmetingen van de randen een lastig onderdeel vormt van de opzetdoos. Het deksel geeft de 35 consument bovendien een indicatie over de uiteindelijke 1014624 3 vorm en afmeting die de opzetdoos in opgezette toestand zal hebben.

Eventueel kan het doosvormend deel van de opzetdoos na gebruik worden teruggevouwen in het deksel, waarin het 5 ook zonder omhullende verpakking blijft zitten. Zo kan de opzetdoos compact en beschermd door het deksel worden opgeborgen tot nader gebruik.

In een voordelige uitvoering wordt de opzetdoos gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3. De ïo opzetdoos, althans in deze uitvoering, onderscheidt zich van bekende dozen door een extra vouwlijn in het grondpaneel. Tijdens het invouwen van de opzetdoos verschaft deze extra vouwlijn de ruimte die nodig is voor een aantal op elkaar gevouwen panelen van de opzetdoos. Met 15 hetzelfde doel is een extra vouwlijn in het dekselpaneel voorzien.

Opdat het dekselpaneel onbelemmerd kan vouwen rond de extra aangebrachte vouwlijn lopen de dekselranden niet door tot aan het achtervlak, maar slechts tot nabij deze 20 vouwlijn. Overigens is ook een uitvoering mogelijk waarbij de dekselranden wel doorlopen tot aan het achtervlak, maar waarbij het deel dat voorbij de vouwlijn reikt door middel van een insnijding van het dekselpaneel is gescheiden.

De dimensies van de opzetdoos zijn bij voorkeur 25 zodanig op elkaar afgestemd dat geen van de overige panelen van de opzetdoos groter is dan het dekselpaneel. De hoogte van de doos, ofwel de afstand tussen onder- en bovenkant van de opzetdoos is derhalve kleiner dan of hooguit gelijk aan de diepte van het deksel, dat is de afstand tussen 30 voor- en achterzijde van de opzetdoos.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een plano voor een opzetdoos, gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 7.

Dankzij het aanbrengen van een vouwlijn in het 35 grondpaneel, evenwijdig aan de vouwlijn tussen voor- en grondpaneel kan het deel tussen genoemde vouwlijnen tot een 4 opstaande wand worden gevouwen, waardoor tussen voor- en grondpaneel ruimte ontstaat waartussen andere panelen van de plano gevouwen kunnen worden. De afstand tussen beide vouwlijnen is bij voorkeur tenminste twee keer de dikte van 5 het planomateriaal.

Op vergelijkbare wijze verschaft een vouwlijn in het dekselpaneel, evenwijdig aan de vouwlijn waarmee het deksel scharnierend aan de opzetdoos is verbonden, de mogelijkheid om een deel van het dekselpaneel tot een opstaande wand te 10 vouwen tussen deksel- en achterpaneel.

Overigens kunnen voor de goede werking van de uitvinding de vouwlijnen in plaats van in het deksel- en grondpaneel worden aangebracht in het achter- en voorpaneel. Zolang de positie van de vouwlijnen maar 15 zodanig is dat de hierdoor begrensde panelen binnen het dekselpaneel passen. In de praktijk betekent dit veelal dat het grondpaneel bij benadering een kopie is van het dekselpaneel wat betreft afmeting en de positie van de extra vouwlijn. Voorts zal de hoogte van achter- en 20 voorpaneel kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de diepte van het deksel.

De twee opstaande wanden die door de extra vouwlijnen in het deksel en grondpaneel kunnen worden gevormd zijn bij voorkeur even hoog. Bovendien is de som 25 van beider hoogte bij voorkeur bij benadering gelijk aan de hoogte van de dekselranden. Dit resulteert in de ingevouwen stand tot een pakket waarbij het doosvormend deel niet uitsteekt boven de randen van het deksel.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt 30 een plano volgens de uitvinding verder gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10. De drievoudige uitvoering van de zijwanden van de opzetdoos en de dubbelwandig uitvoering van het grondpaneel maken enerzijds deel uit van de constructie waarmee de opzetdoos wordt gefixeerd in de 35 opgezette stand en dragen anderzijds bij aan de stijfheid en duurzaamheid van het product.

10 14 « ?i 5

In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een opzetdoos en plano volgens de uitvinding beschreven.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een 5 tekening worden verduidelijkt. In deze tekening worden gelijke onderdelen met hetzelfde verwijzingscijfer aangeduid. Getoond wordt in:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een opzetdoos; ïo figuur 2 een plano die aan de opzetdoos uit figuur 1 ten grondslag ligt; figuur 3 een perspectivisch aanzicht van de gedeeltelijk in elkaar gevouwen plano van figuur 2; figuur 4 een perspectivisch aanzicht van de 15 opzetdoos volgens figuur 1 in ingevouwen stand; figuur 5 een alternatieve uitvoeringsvorm voor een opzetdoos volgens de uitvinding; en figuur 6 een alternatieve vouwwijze voor een plano en opzetdoos volgens de uitvinding.

20 In Figuur 1 wordt een perspectivisch aanzicht van een opzetdoos in opgezette stand getoond. De opzetdoos omvat een doosvormend deel 1 en een deksel 2. Het doosvormend deel 1 heeft een in hoofdzaak rechthoekig grondpaneel 3, omgeven door vier opstaande wanden 6,7,15,16 25 en is aan bovenzijde afsluitbaar met een deksel 2. Dit deksel omvat een dekselpaneel 9, dat via één van zijn zijden 8 zwenkbaar is verbonden met het achterpaneel 7 van het doosvormend deel 1 en aan de overige drie zijden voorzien is van afhangende randen 12, 13, 14.

30 Voor zover vergelijkbare dozen zijn in diverse afmetingen verkrijgbaar, onder meer vastgelegd in de fefcolijst. Ofschoon de in de figuren getoonde opzetdoos een in hoofdzaak rechthoekig grondpaneel bezit, beperkt de uitvinding zich geenszins tot een dergelijke vorm. Ook 35 dozen met bijvoorbeeld een veelhoekig grondpaneel, of een

10 1 4 S 2 A

6 rechthoekig grondpaneel met enigszins afgeschuinde hoeken vallen binnen het toepassingsgebied van de uitvinding.

Figuur 2 toont de plano die aan de opbergdoos uit figuur 1 ten grondslag ligt. De plano bestaat in hoofdzaak 5 uit een rechthoekige plaat, bij voorbeeld van karton, bij voorkeur van recyclebaar golfkarton. Het stuk karton kan bedrukt worden met figuren, teksten of andersoortige decoraties. In het karton zijn insnijdingen, spleten en vouwlijnen gestanst. Een lichte afronding van de hoeken van ïo de uitsnijdingen voorkomt inscheuren van het materiaal.

Genoemde vouwlijnen en insnijdingen verdelen de plano in tenminste een doosvormend deel 1 en een dekselvormend deel 2. Het doosvormend deel 1 omvat een in hoofdzaak rechthoekig grondpaneel 3 waarmee aan twee 15 tegenover elkaar gelegen zijden zwenkbaar een voorpaneel 6, respectievelijk een achterpaneel 7 is verbonden langs respectievelijk een eerste vouwlijn 4 en een tweede vouwlijn 5.

Met het achterpaneel 7 is aan de tegenover de tweede 20 vouwlijn 5 gelegen zijde zwenkbaar een dekselpaneel 9 verbonden langs een derde vouwlijn 8. Het dekselpaneel 9 wordt aan de overige drie zijden begrensd door dekselrandpanelen 12, 13, 14, die langs respectievelijk een eerste, tweede en derde dekselrandvouwlijn tot opstaande 25 dekselranden kunnen worden gevouwen.

Met het achterpaneel 7 zijn voorts aan beide zich haaks op de tweede en derde vouwlijn 5, 8 uitstrekkende zijden een eerste, respectievelijk een tweede zijpaneel 15, 16 zwenkbaar verbonden langs respectievelijk een vierde 30 vouwlijn 17 en vijfde vouwlijn 18. Deze zijpanelen zijn aan een naar het deksel gerichte zijde, haaks op genoemde vierde en vijfde vouwlijn 17, 18 zwenkbaar verbonden met een eerste en tweede binnenzijpaneel 19, 20 langs respectievelijk een zesde vouwlijn 21 en een zevende 35 vouwlijn 22. De tegenoverliggende, naar het voorpaneel 6 gerichte zijde van het eerste en tweede zijpaneel 15, 16, 1 0 1 4 6 2 4 7 is via een achtste vouwlijn 25,- respectievelijk een negende vouwlijn 26 zwenkbaar verbonden met een eerste en tweede grondpaneelhelft 23, 24 welke in gevouwen toestand samen een tweede grondpaneel vormen aan de binnenzijde van de 5 opzetdoos.

Met het voorpaneel 6 zijn voorts aan de zich haaks op de eerste vouwlijn uitstrekkende zijden een eerste, respectievelijk tweede klempaneel 27, 28 zwenkbaar verbonden langs respectievelijk een tiende en elfde 10 vouwlijn 29, 30.

Het dekselpaneel 9 is verder voorzien van een twaalfde vouwlijn 10, evenwijdig aan de derde vouwlijn 8 en op relatief korte afstand daarvan. Deze afstand bedraagt in de getoonde uitvoering ongeveer twee keer de dikte van het is planomateriaal. Op de reden hiervan wordt nader teruggekomen.

Het grondpaneel 3 is voorzien van een met vouwlijn 10 vergelijkbare dertiende vouwlijn 11, welke zich evenwijdig aan de eerste vouwlijn 4 en op relatief korte 20 afstand daarvan uitstrekt.

De dekselranden 12, 13 aan weerszijden van het dekselpaneel 9 zijn ter hoogte van de twaalfde vouwlijn 10 ingekort zodat het dekselpaneel 9 ongehinderd langs genoemde twaalfde vouwlijn 10 kan vouwen. Dit kan ook 25 bereikt worden door een insnijding aan te brengen tussen het zich voorbij de vouwlijn uitstrekkende deel van de dekselrand en het dekselpaneel, langs de eerste en tweede dekselrandvouwlijn 33, 34.

De twaalfde en dertiende vouwlijnen 10, 11 in het 30 grond- en dekselpaneel, kunnen in plaats van of naast in genoemde panelen ook worden aangebracht in respectievelijk het voor- en achterpaneel 6,7. In dat geval moeten de klempanelen 27, 28 voor zover zij tot voorbij vouwlijn 11 reiken door middel van een insnijding langs respectievelijk 35 de tiende en elfde vouwlijn 29, 30 worden gescheiden van het voorpaneel 6.

1014624 8

Voorts zijn in de plano een aantal verbindingsmiddelen aangebracht. De beide grondpaneelhelften 23, 24 zijn uitgevoerd met een samenwerkende zwaluwstaart constructie 39, 40. Verder zijn de randen van het grondpaneel 3 uitgerust met 5 rechthoekige inkepingen 36, die in combinatie met spieetvormige uitsparingen 37 in de grondpaneelhelften 23, 24 en rechthoekige lippen 38 aan de naar het deksel 2 gerichte zijde van de binnenzijpanelen 19 en 20 een voorziening vormen waarmee de opzetdoos kan worden vastgezet. De werking van 10 deze verbindingsmiddelen 36 - 40, zal duidelijk worden bij het bespreken van het opzetten van de opzetdoos.

Verder zijn in de panelen die in de opgezette stand de zijwanden vormen van de opzetdoos, te weten zijpanelen 15, 16, binnenzijpanelen 19, 20 en klempanelen 27, 28 15 uitsparingen 41 aangebracht, welke in de opgezette stand van de opzetdoos handgrepen vormen.

Overigens wordt opgemerkt dat het doosvormend deel en het dekseldeel ook uit twee aparte plano's gevouwen kan worden, waarbij de snijlijn zich ter plaatse van de derde 20 vouwlijn 8 bevindt.

Figuur 4 toont de plano van figuur 2 gevouwen tot de vorm waarin het product op de markt wordt aangeboden. Het deksel 2 vormt met zijn drie randen 12,13,14 een behuizing waarin achtereenvolgens achterpaneel 7, grondpaneel 3 en 25 voorpaneel 6 harmonicagewijs, zoals geïllustreerd in figuur 3, zijn opgevouwen. In figuur 4 zijn duidelijk de opstaande wanden 31, 32 zichtbaar, verkregen door het dekselpaneel 9 langs vouwlijn 10 en het grondpaneel 3 langs vouwlijn 11 te vouwen. Genoemde wanden 31, 32 vormen samen de vierde rand 30 45 van het ingevouwen pakket en verschaffen tevens de ruimte tussen enerzijds deksel- en achterpaneel en anderzijds grond- en voorpaneel, nodig voor de tussen deze panelen opgevouwen overige panelen van de plano (te weten de zijpanelen 15, 16, binnenzijpanelen 19, 20, 35 grondpaneelhelften 23, 24 en klempanelen 27, 28).

.. · " <> s : : · £ -¾ 9

Een werkwijze voor het opzetten van een opzetdoos uit de plano van figuur 2 is als volgt. Achterpaneel 7 wordt met aangrenzend dekselgedeelte 2, dat bij aankoop reeds tot een deksel met opstaande randen is gevouwen, en 5 zijpanelen 15,16 omhoog gevouwen langs tweede vouwlijn 5.

De zijpanelen 15, 16 worden vervolgens haaks op het achterpaneel 7 gevouwen langs respectievelijk de vierde en vijfde vouwlijn 17 en 18, waarbij de aan deze zijpanelen 15, 16 verbonden grondpaneelhelften 23, 24 over het io grondpaneel 3 naar binnen zwenken. De spieetvormige uitsparingen 37 in de grondpaneelhelften 23, 24 zullen daarbij boven de inkepingen 36 aan weerszijden van het grondpaneel 3 terecht komen. In een voordelige uitvoering kunnen de grondpaneelhelften 23, 24 met elkaar worden 15 verbonden door genoemde zwaluwstaart constructie 39, 40. Deze verbinding kan krachten opnemen in haar vlak waardoor met deze krachten corresponderende verschuivingen van de zijpanelen 15, 16 die aan de grondpaneelhelften 23, 24 zijn verbonden worden belemmerd. Hierdoor wordt een nog meer 20 vormvaste opzetdoos verkregen. De dubbelwandig uitvoering van de bodem van de opzetdoos komt bovendien de stevigheid, althans het draagvermogen ten goede.

Vervolgens worden de klempanelen 27, 28 omhoog gevouwen langs respectievelijk de tiende en elfde vouwlijn 25 29, 30, waarna het voorpaneel 6 met genoemde klempanelen 27, 28 langs de eerste vouwlijn 4 in verticale stand wordt gevouwen. Hierdoor schuiven de klempanelen 27, 28 langs de binnenzijde van de zijpanelen 15, 16. Tot slot wordt de opzetdoos vastgezet door de binnenzijpanelen 19, 20 langs 30 respectievelijk zesde vouwlijn 21 en zevende vouwlijn 22 naar binnen in het doosvormende deel te vouwen, waardoor klempanelen 27, 28 opgesloten worden tussen deze binnenzijpanelen 19, 20 en de zijpanelen 15, 16. Het aan deze klempanelen 27, 28 verbonden voorpaneel 6 is hiermee 35 eveneens in de opstaande stand gefixeerd.

10 1 4 e 2 4 10

De binnenzijpanelen 19, 20 worden in de, bodem van de opzetdoos vastgezet met behulp van een lip 38, welke door de boven elkaar gelegen uitsparingen 37 en 36 in respectievelijk de grondpaneelhelften 23, 24 en het 5 grondpaneel 3 wordt gestoken. De op deze wijze gerealiseerde sluiting kan alleen worden ontsloten door een omhoog gerichte kracht die de lip 38 uit de spleet 37, 36 trekt. Tijdens normaal gebruik zal deze kracht zich niet voordoen en blijft de opzetdoos derhalve in opgezette io toestand.

De in drie lagen uitgevoerde zijwanden zijn bij zonder stevig en geschikt om de opzetdoos aan op te tillen. Eventueel kunnen daartoe zoals beschreven handgrepen 42 zijn voorzien in de vorm van uitsparingen 41. 15 Deze uitsparingen 41 dienen uiteraard zodanig in de drie samenstellende lagen van de zijwanden te zijn aangebracht dat zij in opgezette toestand in lijn met elkaar liggen.

Een werkwij ze voor het vouwen van de plano tot het in figuur 4 getoonde pakket is als volgt. Eerst worden 20 binnenzijpaneel 19 en grondpaneelhelft 23 naar binnen gevouwen op zijpaneel 15, waarna dit zijpaneel langs vierde vouwlijn 17 op het achterpaneel 7 wordt gevouwen.

Vervolgens wordt klempaneel 27 langs de tiende vouwlijn 29 op voorpaneel 6 gevouwen. Op dezelfde wijze worden de 25 symmetrisch aan de tegenoverliggende zijde van het achterpaneel 7 en voorpaneel 6 gelegen panelen 16, 20, 24 en 28 naar binnen gevouwen. Hiermee is de in figuur 3 getoonde half ingevouwen opzetdoos verkregen.

Vervolgens wordt het achterpaneel 7, met daarop de zes 30 eerder naar binnen gevouwen panelen 15, 16, 19, 20, 23, 24 op dekselpaneel 9 gevouwen langs de twaalfde en derde vouwlijn 10, 8 onder vorming van een opstaande wand 31. Genoemde zes panelen komen hierdoor tussen het deksel- en achterpaneel 9, 7 te liggen, omringd door de drie 35 dekselranden 12, 13, 14 en wand 31. Grondpaneel 3 wordt vervolgens langs tweede vouwlijn 5 teruggevouwen op 1 A Ί Λ A V Λ •' -«r-e ' ’· 1 tic·. " "> 11 achterpaneel 7, waarna voorpaneel 6, met daarop de naar binnen gevouwen klempanelen 27, 28 richting grondpaneel 3 wordt gevouwen langs dertiende vouwlijn 11 en eerste vouwlijn 4, waarbij een opstaande wand 32 wordt gevormd.

5 In figuren 5 en 6 zijn twee alternatieve uitvoeringsvormen getoond van plano's voor gebruik voor een opzetdoos volgens de uitvinding. In deze figuren hebben corresponderende delen corresponderende verwijzingscijfers, vermeerderd met 100 in figuur 5 en met 200 in figuur 6.

10 In de in figuur 5 getoonde uitvoeringsvorm omvat de plano wederom een doosvormend deel 101 en een dekselvormend deel 102. Het grondpaneel 103 is hierbij, evenals het dekselpaneel 109 achthoekig. Hierbij is wederom het voorpaneel 106 via een eerste vouwlijn 104 met het 15 grondpaneel 103 verbonden, terwijl aan de tegenovergelegen zijde het achterpaneel 107 via een tweede vouwlijn 105 zwenkbaar is verbonden met het grondpaneel 103 en aan de tegenovergelegen zijde via een derde vouwlijn 108 met het dekselpaneel 109. In het achterpaneel 107 is een extra 20 vouwlijn 110 aangebracht voor het verschaffen van ruimte voor tussen het dekselpaneel 109 en het grondpaneel 103 op te nemen lagen planomateriaal. De afstand K tussen de tweede vouwlijn 105 en de extra vouwlijn 110 komt ongeveer overeen met het aantal tussen genoemde panelen 103, 109 op 25 te nemen lagen planomateriaal. Via vierde vouwlijnen 117 zijn met de schuin verlopende zijden van het grondvlak 103 zwenkbaar zijpanelen 115 verbonden, welke aan de van de vijfde vouwlijn 117 afgekeerde zijde via een zesde vouwlijn 121 met een binnen zijpaneel 119 zijn verbonden. Eventueel 30 kan op het zijpaneel 115 een tweede extra vouwlijn 111 zijn voorzien, wederom voor het verschaffen van voldoende ruimte voor de lagen karton. Evenwel kan deze ook worden weggelaten. Aan de twee tegenovergelegen, overblijvende zijden is telkens via een vijfde vouwlijn 118 een verder 35 zijpaneel 116 verbonden met het grondpaneel 103. De verdere zijpanelen 116 zijn via elfde vouwlijnen 130 zwenkbaar ‘ .·* i 12 verbonden met klempanelen 127, 128, welke opgenomen kunnen worden tussen tegen elkaar aangevouwen zijpanelen 115 en binnenzijpanelen 119, voor het opzetten van de doos. De binnenzijpanelen 119 zijn voorzien van lippen 138, welke 5 bij opgezette doos kunnen aangrijpen in uitsparingen 137 in het bodempaneel 103. Langs de randen van het dekselvlak 109 zijn wederom dekselrandpanelen 113, 114 met hulpklemvlakken 160 voorzien, waarmee een dekselrand eenvoudig kan worden opgezet.

io In figuur 5 is met pijlen aangegeven hoe deze plano 101 kan worden opgevouwen, zodanig dat het doosvormend deel 101 passend kan worden opgenomen binnen een uit de dekselrandpanelen 113, 114 opgezette dekselrand. Pijlen P getrokken in volle lijnen geven aan dat een betreffend 15 paneel uit het vlak van tekening naar voren dient te worden gevouwen, rond de betreffende gekruiste vouwlijn tot op het daarnaast gelegen paneel, terwijl in onderbroken lijnen weergegeven pijlen R aangeven dat een betreffend paneel uit het vlak van tekening achterwaarts dient te worden gevouwen 20 tot tegen de achterzijde van het naastgelegen, daarmee via de betreffende vouwlijn verbonden paneel. Dit betekent dat bij een uit de betreffende plano gevouwen doos met in het deksel gevouwen doosvormend deel 101 het volledig doosvormend deel, althans de wanddelen en dergelijke zijn 25 opgenomen tussen het dekselpaneel 109 en het grondpaneel 103 .

Het zal duidelijk zijn dat op vergelijkbare wijze plano's, dat wil zeggen opzetdozen kunnen worden vervaardigd met anders gevormde plano's, waarbij 30 bijvoorbeeld een grondvlak en dekselvlak kunnen worden toegepast met anders gevormde, meerhoekige vorm.

In figuur 6 is een plano getoond die ongeveer gelijk is aan die als getoond in figuur 2, waarbij evenwel wederom met volgetrokken pijlen P en in onderbroken lijnen 35 weergegeven pijlen R een vouwwijze is aangegeven die enigszins afwijkt van die als beschreven aan de hand van

I 0 Ή ï 1 A

13 figuur 2. Zoals aangegeven zijn de corresponderende delen zoals panelen en vouwlijnen in figuur 6 aangegeven met verwijzingscijfers die corresponderen met die van figuur 2, opgehoogd met 200. De verschillende delen zullen slechts 5 worden benoemd voor zover noodzakelijk voor een goed begrip van deze uitvoeringsvorm.

In een plano volgens figuur 6 is de dertiende vouwlijn 211 opgenomen in het grondpaneel 203, evenals de twaalfde vouwlijn 210. Overigens wordt opgemerkt dat het 10 ook mogelijk is de twaalfde vouwlijn 210 aan te brengen in het achterpaneel 203 en de dertiende vouwlijn 211 in het voorpaneel 206. De twaalfde vouwlijn 210 en dertiende vouwlijn 211 liggen wederom op relatief korte afstand K van de naastgelegen vouwlijn. Bij deze uitvoeringsvorm wordt 15 wederom een dekselrand gevormd uit de dekselrandpanelen 212, 213, 214, waarbinnen het doosvormend deel 201 kan worden gevouwen. Daartoe wordt het achterpaneel 207 uit het vlak van tekening naar voren gevouwen langs de derde vouwlijn 208, tot tegen het dekselpaneel 209. De binnen 20 zijpanelen 219, 220 worden respectievelijk langs de zesde en zevende vouwlijn 221, 222 uit het vlak van tekening achterwaarts gevouwen tot tegen de naastgelegen zijpanelen 215, 216, terwijl de bodempaneelhelften 223, 224 uit het vlak van tekening naar voren worden gevouwen, langs 25 respectievelijk de achtste vouwlijn 225 en negende vouwlijn 226, tegen de zijpanelen 215, 216. Aansluitend worden de aldus samengevouwen delen tegen het achterpaneel 207 gevouwen, uit het vlak van tekening achterwaarts, langs respectievelijk de vierde vouwlijn 217 en de vijfde 30 vouwlijn 218. Het tussen de twaalfde vouwlijn 210 en de tweede vouwlijn 205 gelegen wandpaneel 231 wordt in een verticale stand gebracht door verzwenking rond de tweede vouwlijn 205, waarna het grondpaneel 203 tot tegen het achterwandpaneel 207 wordt gevouwen langs de twaalfde 35 vouwlijn 210. De klempanelen 227, 228 worden langs respectievelijk de tiende vouwlijn 229 en de elfde vouwlijn 10 14324 14 230 uit het vlak van tekening naar voren tot tegen het voorpaneel 206 gevouwen, waarna de aldus samengevouwen panelen langs de eerste vouwlijn 204 uit het vlak van tekening omhoog naar een verticale stand worden gevouwen.

5 Aansluitend wordt het tweede extra wandvlak 232 langs de dertiende vouwlijn 211 uit het vlak van tekening naar voren gevouwen, zodanig dat de klempanelen 227, 228 tussen het voorpaneel 206 en het grondpaneel 203 worden gevouwen.

Aldus is het doosvormend deel 201 als pakket opgevouwen tot 10 binnen de dekselrand, waarbij het dekselvlak 209 en het voorpaneel 206 de naar buiten gekeerde vlakken bepalen.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk 15 binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kan voor een plano voor een doos volgens de uitvinding worden gekozen voor een ander materiaal dan karton, bijvoorbeeld kunststof, waarbij de doos als 20 grondvorm allerlei verschillende vormen kan hebben. Het deksel kan een in elkaar gelijmde dekselrand hebben, aangezien deze in beginsel niet uit elkaar gevouwen behoeft te kunnen worden. Evenwel zijn de getoonde uitvoeringsvoorbeelden voordelig daar deze niet behoeven te 25 worden gelijmd.

Een doos volgens de uitvinding kan uiteraard in vele verschillende afmetingen worden uitgevoerd, afhankelijk van het gewenste gebruik. Een doos volgens de uitvinding kan zowel in massief karton als in golfkarton worden 30 uitgevoerd, afhankelijk van onder meer de gewenste toepassing.

Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

35

1 0 1 4 6 2 L

Claims (12)

1. Opzetdoos, voorzien van een doosvormend deel en een deksel, welke opzetdoos vouwbaar is tussen een ingevouwen stand en een opgezette stand, waarbij: het doosvormend deel ten minste een veelhoekig 5 grondpaneel omvat, dat aan een zijde zwenkbaar is verbonden met een achterpaneel en aan een daartegenover liggende zijde zwenkbaar is verbonden met een voorpaneel, en waarbij de overige zijden van het grondpaneel worden begrensd door daarmee zwenkbaar verbonden zijpanelen, ïo - het deksel een bij voorkeur in hoofdzaak aan het grondpaneel gelijkvormig dekselpaneel omvat dat op tenminste één zijde na wordt begrensd door randpanelen, welke randpanelen een vanaf het dekselpaneel opstaande rand vormen; 15. waarbij het deksel via de niet door een randpaneel begrensde zijde zwenkbaar is verbonden met het achterpaneel; waarbij in de ingevouwen stand het doosvormende deel in 20 hoofdzaak binnen de opstaande rand tegen het dekselpaneel is gevouwen, onder vorming van een blokvormig pakket met een in hoofdzaak aan het dekselpaneel gelijkvormig grondvlak; en in de opgezette stand het doosvormende deel een 25 opbergruimte insluit, afsluitbaar door het deksel.

2. Opzetdoos volgens conclusie 1, waarbij het doosvormende deel en het deksel uit één plano zijn gevouwen.

3. Opzetdoos volgens een van de voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk dat het grondpaneel een vouwlijn bezit evenwijdig aan en op korte afstand van de verbindingslijn tussen het grondpaneel en het voorpaneel en het dekselpaneel een vouwlijn bezit evenwijdig aan en op korte 1014624 afstand van de verbindingslijn van het deksel en het achterpaneel.

4. Opzetdoos volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de som van de afstand van de vouwlijn in het grondpaneel 5 tot het voorpaneel en de afstand van de vouwlijn in het dekselpaneel tot het achterpaneel bij benadering gelijk is aan de hoogte van de opstaande dekselranden.

5. Opzetdoos volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de randen aan weerszijden van het 10 deksel zich vanaf het voorpaneel uitstrekken tot nabij, bij voorkeur niet voorbij de vouwlijn in het dekselpaneel.

6. Opzetdoos volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in opgezette stand de afstand tussen grondpaneel en dekselpaneel kleiner dan of gelijk is aan de 15 afstand tussen voor- en achterpaneel.

7. Plano omvattende een dekseldeel en een doosvormend deel, waarbij het doosvormend deel tenminste een meerhoekig grondpaneel omvat, dat aan twee tegenoverliggende zijden langs een eerste respectievelijk tweede vouwlijn zwenkbaar 20 is verbonden met respectievelijk een voorpaneel en een achterpaneel, en dat aan de overige zijden is voorzien van zijpanelen, waarbij het dekselvormende deel een in hoofdzaak aan het grondpaneel gelijkvormig dekselpaneel omvat dat aan één zijde via een zich evenwijdig aan de 25 tweede vouwlijn uitstrekkende derde vouwlijn zwenkbaar is verbonden met het achterpaneel, tegenover het grondpaneel, welk dekselpaneel aan tenminste een aantal van de overige zijden is begrensd door een dekselrandpaneel, waarbij voorts evenwijdig aan en op relatief korte afstand van de 30 derde vouwlijn een verdere twaalfde vouwlijn is voorzien in het dekselpaneel of het achterpaneel.

8. Plano volgens conclusie 7, waarbij het grondpaneel in hoofdzaak rechthoekig is en een verdere dertiende vouwlijn heeft een en ander zodanig dat de afstand tussen 35 de tweede en derde vouwlijn, de afstand tussen de tweede en dertiende vouwlijn en de afstand tussen de eerste vouwlijn en de tegenoverliggende rand van het voorpaneel kleiner is dan of gelijk is aan de afstand tussen de twaalfde vouwlijn en de tegenoverliggende dekselrand.

9. Plano volgens conclusie 8, waarbij de afstand tussen 5 de eerste en de dertiende vouwlijn en de afstand tussen de derde en de twaalfde vouwlijn tenminste tussen 2 en 10 keer, meer in het bijzonder tussen 2 en 5 keer en bij voorkeur ongeveer twee tot drie keer de dikte van de plano bedraagt. io

10. Plano volgens een van de conclusies 8 of 9, waarbij aan de naar het dekselpaneel gerichte zijde van het eerste en tweede zijpaneel, respectievelijk een eerste en tweede binnenzijpaneel zwenkbaar is verbonden en waarbij aan de tegenoverliggende zijde van het eerste en tweede zijpaneel, 15 zwenkbaar een eerste en tweede grondpaneelhelft is verbonden en waarbij verder aan weerszijden van het voorpaneel, haaks op de eerste vouwlijn een eerste en tweede klempaneel zwenkbaar is verbonden.

11. Werkwijze voor het vouwen van de plano volgens een van 20 de conclusies 7-10, waarbij de zijpanelen op het achterpaneel worden gevouwen, en het achterpaneel, het grondpaneel en het voorpaneel langs respectievelijk de derde, tweede en eerste vouwlijn harmonicagewijs in het deksel worden gevouwen.

12. Opzetdoos, gevouwen uit een plano volgens een van de conclusies 7-11, waarbij het deksel met de opstaande randen de behuizing vormt, waarbinnen op het dekselpaneel harmonicagewijs het achter-, bodem- en voorpaneel liggen opgevouwen met tussen deksel- en achterpaneel tenminste 30 twee zijpanelen en eventueel twee binnenzijpanelen en tussen bodem- en voorpaneel eventueel twee klempanelen, waarbij het deel van het grondpaneel tussen de eerste en de dertiende vouwlijn en het deel van het dekselpaneel tussen de derde en de twaalfde vouwlijn twee boven elkaar gelegen 35 wanden vormen boven de twaalfde vouwlijn, waarbij de hoogte 1. i / h van beide wanden gezamenlijk ongeveer gelijk is aan de hoogte van de dekselranden. 1 < - ·> ^ i ‘ U v ·-' is.