NL8100481A

NL8100481A - Verpakkingsdoos.

Info

Publication number: NL8100481A
Application number: NL8100481A
Authority: NL
Original assignee: Hiemstra Evolux Bv
Priority date: 1980-02-01
Filing date: 1981-01-31
Publication date: 1981-09-01
Also published as: GB2068337B; DE3101975A1; GB2068337A; US4319680A

Description

«

Lx 5782

Titel: Verpakkingsdoos.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingsdoos voor het beschermen van een aantal voorwerpen, die aan tenminste twee zijden van een uitstekende stijve rand zijn voorzien, welke randen in hoofdzaak in een vlak liggen, zoals bijvoorbeeld verpakkingen, die 3 uit een stijf blad karton en een daarop aansluitende doorzichtige kunststofomhulling bestaan.

Dergelijke verpakkingen worden steeds meer gebruikt voor het verpakken van voorwerpen, waarbij de kunststofomhulling eenzijdig kan zijn, waarbij het verpakte voorwerp op het karton rust, of 10 dubbelzijdig, in welk geval het karton van instulpingen of uitsparingen is voorzien, waarin het verpakte voorwerp past.

Het is mogelijk groepen van dergelijke verpakkingen of soortgelijke goederen in een kartonnen doos naast en op elkaar te stapelen, doch, wanneer de inhoud van de verpakkingen betrekkelijk 15 zwaar of kwetsbaar is, dienen de verpakkingen van elkaar gescheiden te worden gehouden door middel van afzonderlijke tussenbodems, af-standhouders of dergelijke.

De uitvinding verschaft een verpakkingsdoos voor dit doel, die eenvoudig van opbouw en betrekkelijk goedkoop is, doch nochtans 20 een goede plaatsbepaling van de te verpakken voorwerpen verschaft, waarbij in het bijzonder wordt voorkomen, dat deze voorwerpen elkaar tijdens vervoer, opslag en verkoop kunnen beschadigen.

Daartoe wordt de verpakkingsdoos volgens de uitvinding, die aan tenminste één uiteinde open is, gekenmerkt door een aantal 25 elk langs een vouwlijn met het bladmateriaal van een dooswand samenhangende kleppen, waarbij tenminste een vrije rand van een klep bij het invouwen langs een vouwlijn in één vlak met een overeenkomstige rand van een andere klep kan worden gebracht, een en ander zodanig, dat de stijve rand van een te verpakken voorwerp aan één zijde op 30 een aantal van dergelijke vrije randen kan worden ondersteund, en aan de andere zijde door vrije randen van andere ingevouwen kleppen kan worden vastgezet.

Doordat de stijve randen van een te verpakken voorwerp aldus stevig .worden ingeklemd, wordt verhinderd, dat naburige voorwer-33 pe^i tegen elkaar kunnen stoten. Doordat de doos aan tenminste één uiteinde open is, blijven de verpakte voorwerpen zichtbaar. In ver- 81 00 48 1 - 2 - gelijking met geheel gesloten gangbare verpakkingsdozen wordt bovendien een materiaalbesparing verkregen.

Deze kleppen kunnen van verschillende vorm zijn, waarbij eerste kleppen worden gevormd door een eindgedeelte van een doos-5 wand, waarbij de vouwlijn een begrenzing van de desbetreffende doos-opening vormt, en tweede kleppen, die aan drie zijden uit een doos-wand zijn gesneden, en aan de vierde zijde door middel van een vouwlijn daarmede samenhangen.

De vouwlijn van de tweede kleppen staat in het bijzonder 10 loodrecht op het vlak van de te ondersteunen voorwerpen, waarvan dan de stijve rand met op vouwlijnen aansluitende zijranden van een aantal tweede kleppen in aanraking kan worden gebracht. Deze stijve randen kunnen dan bijvoorbeeld aan één zijde op dergelijke tweede kleppen rusten, en aan de andere zijde met de evenwijdig aan de vouw-15 lijn gerichte randen van eerste kleppen in aanraking zijn.

In het bijzonder kunnen in een dooswand verscheidene stellen van tweede kleppen zijn aangebracht, waarvan de voor het ondersteunen dienende randen van een stel in hoofdzaak in één vlak zijn gelegen, waarbij de afstand tussen de ondersteunende randen van 20 kleppen van verschillende stellen overeenkomt met de dikte van een daartussen te ondersteunen rand.

De eindkleppen, die de doosopening begrenzen, kunnen voorts van uitsteeksels of uitsparingen zijn voorzien, die met uitsparingen of uitsteeksels van naburige kleppen in aangrijping kunnen worden ge-25 bracht, teneinde deze kleppen in de ingevouwen stand te vergrendelen.

Een van tweede kleppen voorziene wand van de doos kan tenslotte van tenminste twee scheurlijnen zijn voorzien,' die zich elk vanuit een punt van een op de doosopening aansluitende rand tot aan een hoek van een opening van een tweede klep uitstrekken, teneinde 30 een gedeelte van deze wand gemakkelijk te kunnen openscheuren, waardoor de verpakte voorwerpen gemakkelijker toegankelijk worden, en de doos kan worden gebruikt voor het uitstallen van deze voorwerpen.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: 35 fig. 1 een doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van een verpakkingsdoos volgens de uitvinding; fig. 2 een zijaanzicht van een dergelijke doos; fig. 3 een deeldoorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2; fig. 4 een met fig. 2 overeenkomend aanzicht van een enigs- 81 0 0 48 1 - 3 -

zins gewijzigde uitvoeringsvorm van deze doos; en fig. 5 een overeenkomstig aanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van een verpakkingsdoos volgens de uitvinding.

De verpakkingsdoos volgens fig. 1..3 omvat een omhulling 1 5 uit karton of soortgelijk stijf materiaal in de vorm van een aan twee zijden open huls, waarvan de dwarsdoorsnede overeenkomt met de vorm van verpakkingen 2, die daarin dienen te worden ondergebracht. Elke verpakking bestaat daarbij uit een. vlakke betrekkelijk stijve plaat 3» bijvoorbeeld uit karton, die bijvoorbeeld aan èen zijde van 10 een in het bijzonder doorzichtige kunststofomhulling ^ is voorzien.

De plaat 3 steekt aan alle vier zijden uit, hetgeen het ondersteunen in een verpakkingsdoos vergemakkelijkt.

Zoals in fig. 1 is afgebeeld, zijn deze verpakkingen 2 paarsgewijs met de platen tegen elkaar aan gelegd. Daarbij kan de 15 vorm van de doorzichtige omhullingen verschillend zijn.

De doos is voorzien van een aantal daarmede samenhangende kleppen, waarmede de voornoemde verpakkingsparen tussen de uiteinden van de doos kunnen worden vastgehouden. Een viertal kleppen 6 zijn gevormd door de einden van de desbetreffende dooswanden naar binnen 20 te vouwen. De zijranden van deze kleppen zijn zodanig gesneden, dat deze met overeenkomstige randen van een naburige klep 6 in aangrij-ping kunnen komen, teneinde deze kleppen in de omgevouwen stand te vergrendelen.

De kleppen 6 aan het boveneinde van de doos van fig. 1 25 rusten op de vlakke randgedeelten van de bovenste verpakking.

Tussen de boven- en de benedenrand zijn tegenovergestelde wanden van de doos voorzien van twee paar met deze wand samenhangende kleppen 7 en 8, die rond loodrecht op de open eindvlakken van de doos gerichte vouwlijnen naar binnen kunnen worden gevouwen, zodat de op t'rt. £1 jL-, i 1 ·’ l 30 de vouwlijn aansluitende vrije randen daarvan met randgedeelten van de verpakkingen in aangrijping kunnen worden gebracht, zoals in fig. 1 is weergegeven. De middelste verpakking 2 wordt daarbij tussen kleppen 7 en 8 vastgehouden, waarbij uiteraard de afstand tussen de desbetreffende randen van deze klep aan de dikte van de randen van deze 35 verpakkingen 2 dient te zijn aangepast.

Om een dergelijke verpakkingsdoos te vullen worden eerst alleen de onderste kleppen 6 naar binnen gevouwen, waarna de onderste laag verpakkingen daarop wordt aangebracht. Vervolgens worden de kleppen 8 naar binnen geklapt, waarna de tweede laag wordt aange- 81 0 0 48 1 - 4 - bracht. Na het inklappen van de kleppen 7 worden ook.'de kleppen 6 naar binnen gevouwen, waarna de bovenste laag .voorbij de kleppen 6 naar binnen wordt gedrukt, waarbij de kleppen 6 terugwijken, en tenslotte over de randen van de bovenste laag terugveren.

5 Daar de uiteinden van de verpakkingsdoos open zijn, zijn de buitenste verpakkingen 2 zichtbaar. De door het naar binnen vouwen van de kleppen 7 en 8 ontstane openingen kunnen voorts worden gebruikt als handgrepen, waaraan de doos kan worden gedragen.

Het zal duidelijk zijn, dat de afmetingen van de verschil-10 lende kleppen 6, 7 en 8 dienen te zijn aangepast aan de afmetingen van de te verpakken verpakkingen of andere·.voorwerpen, waarbij in het bijzonder ervoor moet worden gezorgd, dat de buitenste verpakkingen 2 niet voorbij de „begrenzipgswanden van de doosopening uitsteken.

Wanneer de verpakkingen 2 kunststofomhullingen omvatten, 15 die aan beide zijden van de stijve plaat 3 zijn gelegen, kan uiteraard eenzelfde verpakkingsdoos worden gebruikt, waarbij dan uiteraard steeds sLechts een verpakking tussen de verschillende klepranden wordt vastgeklemd.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 is een stel 20 met onderbroken lijnen aangeduide scheur-of verzwakkingslijnen weergegeven, die een wandgedeelte begrenzen, dat doorstreept is weergegeven. Dit wandgedeelte kan gemakkelijk met de hand worden losgetrokken, waardoor de inhoud van de doos gemakkelijk toegankelijk wordt. De doos kan dan worden gebruikt om de daarin aanwezige ver-25 pakkingen uit te stallen, hetgeen in het bijzonder in een zelfbedie-ningszaak gunstig kan zijn. Bij de in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm blijven de kleppen 7 en 8 in de dooswand achter, zodat de ondersteuning van de verpakkingen 2 behouden blijft. Deze verpakkingen kunnen dan gemakkelijk uit de verpakkingsdoos worden genomen.

30 Fig. 5 toont sen andere uitvoeringsvorm 11 van de doos volgens de uitvinding, die, zoals afgebeeld, is bestemd voor het opnemen van verpakkingen 12 met een tweezijdige kunststofomhulling.

Het zal duidelijk zijn, dat inplaats daarvan ook stellen van-tegen elkaar geplaatste eenzijdig omhulde verpakkingen kunnen worden ver-35 pakt.

De verpakkingsdoos 11 komt in hoofdzaak overeen met die van fig. 1..3i doch bezit nu in een wand twee stel op dezelfde hoogte gelegen kleppen 17, teneinde, zoals afgebeeld, twee naast elkaar gelegen stapels verpakkingen 12, dan wel verpakkingen met grotere 810048 1 - 5 - afmetingen te kunnen ondersteunen· Deze doos is ingericht voor het ondersteunen van twee lagen, doch het zal duidelijk zijn, dat, wanneer de kleppen 17 op de wijze van fig. 2 worden verdeeld, ook meer lagen kunnen worden aangebracht.

5 Ook bij de doos volgens fig. 5 kunnen de scheurlijnen vol gens fig. 4 worden aangebracht·

In elk van de afgebeelde uitvoeringsvormen is het voldoende de kleppen 7i 8 of 17 in twee tegenoverliggende wanden van de doos aan te brengen. Vanneer echter meer ondersteuning vereist is, 10 bijvoorbeeld wegens de afmetingen of het gewicht van de verpakkingen, kunnen overeenkomstige kleppen ook in de andere zijwanden worden aangebracht· . De kleppen 7j 8 en 17 hebben zodanige afmetingen, dat een goede aangrijping met de te ondersteunen verpakkingen wordt verkregen, 15 zodat wordt verhinderd, dat deze kleppen losspringen. Het is uiteraard ook mogelijk ervoor te zorgen, dat een vergrendeling met de ver-pakkingsranden wordt verkregen.

Het is verder ook mogelijk de kleppen 7» 8 en 17 langs evenwijdig aan de vlakken van de doosopeningen gerichte vouwlijnen 20 invouwbaar te maken.

Het zal voorts duidelijk zijn, dat een dergelijke verpak-kingsdoos geschikt is voor het verpakken van elk voorwerp,.dat van uitstekende randen is voorzien, die op kleppen van de beschreven soort kunnen worden ondersteund en daarmede kunnen worden vastgehou-25 den.

Het zal verder duidelijk zijn, dat ook uitsluitend met kleppen 7 en 8 kan worden gewerktjen dat bij dozen, waarin slechts één laag van verpakkingen 2 behoeft te worden aangebracht, ook uitsluitend de kleppen 6 kunnen worden gebruikt.

81 00 48 1

Claims

1. Verpakkingsdoos uit een stijf bladoateriaal zoals karton, bestemd voor het verpakken van een aantal voorwerpen, die aan tenminste twee zijden van een uitstekende en in hoofdzaak in een vlak liggende stijve rand zijn voorzien, gekenmerkt door een 5 aantal elk langs een vouwlijn met het bladmateriaal van een dooswand 'samenhangende kleppen, waarbij tenminste een vrije rand van een klep door het vouwen langs de vouwlijn in één vlak met de overeenkomstige rand van een andere klep kan worden gebracht, een en ander zodanig, dat de stijve rand van een voorwerp aan een zijde op een aantal van 10 dergelijke vrije randen kan worden ondersteund, en aan de andere . zijde door vrije randen van andere omgevouwen kleppen kan worden vastgezet.

2. Doos volgens conclusie 1, gekenmerkt door eerste kleppen in de vorm van een eindgedeelte van een dooswand, waarbij de 15 vouwlijn van een dergelijke klep een begrenzing van de doosopening vormt.

3« Doos volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door tweede kleppen, die elk aan drie zijden uit een dooswand zijn gesneden, en aan de vierde zijde door een vouwlijn daarmede zijn verbonden. 20 b* Doos volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vouwlijn van een tweede klep loodrecht staat op het vlak van het te-ondersteunen randgedeelte van een te verpakken voorwerp, welk rand-gedeelte met een op de vouwlijn aansluitende vrije rand van deze klep in aanraking kan worden gebracht. 23 5·· Doos volgens conclusie 4, gekenmerkt door verscheidene in een aantal evenwijdig gerangschikte stellen van tweede kleppen, waarbij de afstand’ tussen overeenkomstige steunranden van deze kleppen overeenkomt met de dikte van de, te ondersteunen randgedeelten van een voorwerp. 30 6. Doos volgens een van de conclusies 2..5, m e t het ken merk, dat de eerste kleppen aan alle zijden van de desbetreffende doosopening zijn aangebracht, en aan de zijkanten van uitsteeksels of uitsparingen zijn voorzien, die met uitsparingen of .uitsteeksels van een naburige klep in aangrijping kunnen worden gebracht. 35 7* Doos volgens een van de conclusies 3··6, met het ken merk, dat een wand met tweede klep is voorzien van tenminste twee scheuriijnen, die zich elk vanuit een punt op de begrenzing van een doosopening tot aan een opening van een tweede’klep uitstrekken. 81 0 0 48 1