NL1012944C2 - Warenhuis met raamgaasdoek. - Google Patents

Description

Warenhuis met raamgaasdoek

De uitvinding heeft betrekking op een warenhuis dat tenminste één raamopening omvat met een daarmee samenwerkend raam. Het raam heeft raamranden, die in een open stand van het raam zich op een afstand bevinden van 5 tegenoverliggende kozijnwanden van het kozijn. Tussen de tegenoverliggende randen van het raam en het kozijn is een gaasdoek aangebracht, dat ervoor zorgt dat er wel lucht door de raamopening kan stromen, maar insekten tegenhoudt.

10 Een probleem bij het gebruik van dergelijke gaasdoeken is dat deze de neiging hebben om bij het sluiten_van het raam tussen de randen van het raam en het kozijn uit te steken en bekneld te raken. Bij het uit het Nederlands octrooi 1008995 bekende warenhuis is hiertoe 15 het gaasdoek zodanig uitgevoerd dat dit als een zak hangt, waarin een spangewicht is opgenomen. Bij het sluiten van het raam zorgt het spangewicht ervoor dat het gaasdoek mee naar binnen getrokken wordt.

De uitvinding beoogt nu dit bekende warenhuis 20 verder te verbeteren en in het bijzonder een economischer uitvoering van de gaasdoek mogelijk te maken. Dit doel wordt met de uitvinding bereikt, zoals gekenmerkt in conclusie 1. De instelling zorgt ervoor dat het gaasdoek zich van alle kozijnranden en raamranden in de richting 25 naar binnen uitstrekt, waardoor dit niet bekneld kan raken tussen de raam- en kozijnranden of daarbuiten kan uitsteken.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Hierdoor wordt bereikt dat bij wind het gaas-3 0 doek ten hoogste een beperkte mate kan bewegen en dus niet dientengevolge snel slijt.

Een geschikte uitvoering van het warenhuis volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 3. De gewenste lengte van de basis van de trapezium-vormige 'l 012844 2 doeken is eenvoudig te berekenen. Om de gewenste insnoering te verkrijgen, moet deze lengte kleiner zijn dan de omtrek ter plekke van het fictieve oppervlak, dat wordt gevormd door de corresponderende hoeken van het raam en 5 het kozijn met elkaar te verbinden.

Een andere geschikte uitvoeringsvorm is gekenmerkt in conclusie 4. De elastische middelen kunnen in het doek ingenaaide elastische banden zijn, maar op geschikte wijze kan ook de maatregel van conclusie 5 10 worden toegepast. Het gaasdoek is dan zelf elastisch en blijft uit zichzelf goed gespannen en trekt bij het sluiten van het raam op geschikte wijze naar binnen.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een gaasdoek, die kennelijk bestemd is voor een warenhuis 15 volgens de uitvinding.

— De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin een gedeelte van een dak van een warenhuis wordt getoond met een raam, waarbij een gaasdoek volgens de uitvinding is toegepast.

20 Figuur 1 geeft een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van het warenhuis volgens de uitvinding.

Figuur 2 geeft een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm.

25 Figuur 3 toont het warenhuis van figuur 2 met het raam in gesloten toestand, van binnen af.

Opgemerkt wordt dat in de figuren de in het gaasdoek ingetekende lijnen slechts een aanduiding van het oppervlak vormen en niet noodzakelijkerwijze corres-30 ponderen met draden van het doek.

Van het warenhuis 1 is in figuur 1 een gedeelte van het dak 2 getoond. Dit dak 2 bestaat op zichzelf bekende wijze uit een goot 3, een nok 4 en daartussen aangebrachte roeden 5. Tussen de roeden zijn ruiten 6 3 5 opgenomen.

Op regelmatige afstanden zijn in het dak twee raamopeningen 8 gevormd, door ter plekke tussen de naast elkaar liggende roeden 5 dwarsroeden 7 op te nemen. Boven 1 012944 3 deze dwarsroeden 7 wordt geen vast glas aangebracht, onder deze roede wel. De boven de dwarsroede 7 gevormde raamopeningen 8 kunnen gesloten worden met een raam 9 dat met een langzijde aan de goot 4 scharniert.

5 Zoals uit de figuren blijkt, is het hier weer gegeven raam 9 dubbel uitgevoerd en kan dit een dubbele raamopening 8 afdekken. De middenroede 10 strekt zich tussen deze raamopeningen 8 uit.

Om in de geopende stand van het raam 9 wel 10 lucht door de raamopeningen 8 te laten stromen, maar insekten tegen te houden, zijn gaasdoeken 11 aangebracht. In de hier getoonde uitvoeringsvorm is de dubbele raamopening 8 voorzien van twee gaasdoeken 11, zodat in de gesloten stand van het raam 9 geen gaasdoek tussen het 15 raam 9 en de middelroede 10 bekneld raakt.

— De gaasdoeken 11 zijn telkens aangebracht tussen de tegenoverliggende randen van het raam 9 en het tegenoverliggende kozijn van de raamopening 8. Onder kozijn wordt in dit verband verstaan de delen van de 20 kasconstructie, die de raamopening 8 omgeven.

Het raam 9 kan op verder bekende wij ze met behulp van uitzetstammen 12, die heen en weer bewogen worden met een bedieningsstang 13 open en gesloten worden.

25 De gaasdoeken 11 zijn zodanig uit gevoerd dat deze tussen de tegenoverliggende randen van het raam 9 en het raamkozijn een insnoering 14 vertoont. Hierdoor wordt verzekerd dat bij het sluiten van het raam het gaasdoek 11 niet tussen de tegenoverliggende randen van het raam 30 en het kozijn uit kunnen steken en het gaasdoek dus niet bekneld en beschadigd kan raken.

Bij de gaasdoeken 11 van figuur 1 wordt de insnoering verkregen doordat in het doek 11 niet nader in detail getoonde elastische draden zijn opgenomen. Het 35 weefsel van het doek 11 is hierdoor zelf elastisch en trekt bij het sluiten van het raam 9 naar binnen, teneinde te voorkomen dat het doek tussen de randen van het raam en het kozijn bekneld raakt.

10i2S44 4

Bij de uitvoering van het gaasdoek 15, zoals getoond in figuur 2 is de insnoering 19 verkregen door dit doek 15 samen te stellen uit twee delen 16, 17, die met een naad 18 aan elkaar zijn verbonden. Elk van de 5 delen 16, 17 hebben een trapezium-vorm, waarbij de basis ter plaatse van de naad 18 met elkaar zijn verbonden. De gewenste insnoering 19 kan eenvoudig worden bepaald door een geschikte lengte van de basis. Deze wordt kleiner genomen dan de omtrek ter hoogte van de naad 18 van het 10 oppervlak dat wordt bepaald door de hoeken aan de schar- nierzijde van het raam en de met stippellijn in figuur 2 aangegeven verbindingslijnen 20.

Zoals figuur 3 laat zien, vallen de gaasdoeken 15 in de gevouwen toestand bij gesloten raam 9, geheel 15 binnen de omtrek van het raam 9, zodat deze bij het sluiten—van het raam niet bekneld raken.

1 012944

Claims (6)

1. Warenhuis omvattende ten minste één raamopening en een daarmee samenwerkend raam, waarbij het raam raamranden heeft die in een open stand van het raam zich op een afstand bevinden van tegenoverliggende kozijnran- 5 den van het kozijn, waarbij een gaasdoek met de raamran den en de kozijnranden is verbonden welke tussen de tegenoverliggende randen in een insnoering vertoont.

2. Warenhuis volgens conclusie 1, waarbij het gaasdoek in de open stand van het raam tussen de raamran- 10 den en de kozijnranden ten minste nagenoeg gespannen is.

3. Warenhuis volgens conclusie 1 of 2, waarbij het raam en de raamopening rechthoekig zijn, het raam aan een zijde scharnierend met het raamkozijn is verbonden en de gaasdoek samengesteld is uit twee, met hun bases met 15 elkaar verbonden trapeziumvormige doeken.

4. Warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de insnoering gevormd wordt door met het doek verbonden elastische middelen.

5. Warenhuis volgens conclusie 4, waarbij de 20 elastische middelen in het doek opgenomen elastische draden zijn.

6. Gaasdoek kennelijk bestemd voor een warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies. i f > n ' C- £ A