NL2000643C2 - Behuizing voor een drooginrichting. - Google Patents

Description

Behuizing voor een drooginrichting

De uitvinding heeft betrekking op een behuizing voor een in- en uitklapbare drooginrichting, omvattende een aan een opstaande drager, zoals een wand, 5 bevestigbare, zich aan de achterzijde bevindende basis ten opzichte waarvan de drooginrichting inklapbaar is tot een pakket met een langwerpige vorm, aan de basis opgehangen vleugelmiddelen die volgens een in de langsrichting van het pakket gerichte zwenkas verzwenkbaar zijn tussen een gesloten stand voor het afschermen van de ingeklapte drooginrichting en een geopende stand waarin de drooginrichting in- en 10 uitklapbaar is, alsmede steunmiddelen voor het ondersteunen van de drooginrichting ten opzichte van de behuizing.

En dergelijke behuizing is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.434.897. Deze bekende behuizing bezit een kast die aan bijvoorbeeld een muur kan worden opgehangen. De voorzijde van de kast, die bestaat uit een achterwand, zijwanden en 15 bovenwanden, wordt gevormd door een platte deur die geopend en gesloten kan worden. Aan de bovenwand van de kast is een eerste drooginrichting opgehangen die bestaat uit een frame ten opzichte waarvan een aantal stangen radiaal kan worden uitgestoken naar het openen van de deur en het omhoog klappen van het frame. Ook de onderwand van de kast draagt een dergelijke drooginrichting met het frame en stangen, 20 dat bij geopende deur omlaag geklapt kan worden.

Deze bekende behuizing is weliswaar geschikt voor de hierboven beschreven drooginrichtingen, waarbij eerst het frame wordt uitgeklapt en daarna de stangen, doch voor andere drooginrichtingen is deze behuizing minder geschikt. Verwezen wordt naar de drooginrichting zoals bekend uit het Nederlandse octrooischrift 1.026.543, 25 bestaande uit een frame met een armstelsel en een daarmee samenwerkend stangenstelsel. Bij het uitklappen van een dergelijke drooginrichting nemen in de afmetingen daarvan in beide dwarsrichtingen toe, als gevolg waarvan het aanvankelijk uitklappen in het inwendige van de kast moeizaam is. Door de toenemende dwarsafmetingen van de drooginrichting kunnen de armen in botsing komen met de 30 zijwanden, en omgekeerd kan ook het inklappen problemen opleveren.

Het doel van de uitvinding is daarom een behuizing voor een drooginrichting te verschaffen die meer universeel kan worden toegepast, en waarbij het inklappen en uitklappen van een drooginrichting bij geopende behuizing geen problemen kan 2 opleveren. Dat doel wordt bereikt doordat de vleugelmiddelen zich in de gesloten stand naar voren uitstrekken ten opzichte van de basis.

Bij de behuizing volgens de uitvinding kunnen de vleugelmiddelen volledig worden weg geklapt, zodat deze op vrij grote afstand van de ingeklapte drooginrichting 5 komen te liggen, tot vrijwel tegen de opstaande drager aan. Het uitklappen van de drooginrichting kan als gevolg daarvan zonder problemen worden uitgevoerd, ook indien de drooginrichting bij het uitklappen niet alleen toenemende afmetingen naar voren ten opzichte van de basis krijgt, maar ook indien de afmetingen zijdelings toenemen. Bovendien verschaft en dergelijke uitvoering van de behuizing de 10 mogelijkheid om de vorm daarvan aan te passen aan het type drooginrichting dat kan worden opgenomen in de behuizing, doordat slechts de vleugelmiddelen hoeven te worden gewijzigd.

Dergelijke vleugelmiddelen kunnen op verschillende manieren worden uitgevoerd; zo is het bijvoorbeeld denkbaar om een enkele vleugel of deur toe te 15 passen. Een dergelijke vleugel of deur kan bijvoorbeeld geleed zijn. Dej voorkeur gaat echter uit naar een uitvoeringsvorm waarbij de vleugelmiddelen twee vleugels omvatten die elk aan een tegenoverliggende rand van de basis zijn opgehangen. In dat geval kan elke vleugel, in de gesloten stand daarvan, een volledige dwarszijde en een gedeelte van de voorzijde vormen. Verder kunnen de vleugels aan hun van de 20 ophanging afgekeerde rand afdichtend op elkaar aansluiten.

Teneinde de behuizing volledig afsluitend te maken, hetgeen een van belang is bij toepassing van de behuizing met de drooginrichting in de buitenlucht, kunnen de vleugels elk aan de bovenzijde een afdekking omvatten. Tevens kunnen in dat verband de vleugels elk aan de onderzijde een afdekking omvatten.

25 De praktische uitvoering van de vleugels kan op vele verschillende manieren geschieden. Van belang is dat de vleugels voldoende stevig zijn om de gesloten toestand van de behuizing te handhaven, ook bij blootstelling aan regen, wind en dergelijke. Anderzijds is het niet wenselijk de vleugels zwaar uit te voeren, in verband met het bedienen daarvan. Bij voorkeur gaat daarom uit naar de uitvoeringsvorm 30 waarbij de vleugels elk een plaatmateriaal alsmede aan de zijde die gekeerd is naar de zwenkas een torsiestang omvatten, welke torsiestang verzwenkbaar is opgehangen.

Het plaatmateriaal van de vleugels kan vrij dun zijn, en kan bijvoorbeeld kunststof of metaal omvatten. De torsiestijfheid van de relatief lange vleugels wordt 3 echter gewaarborgd doordat tevens een torsiestang is voorzien, die ook fungeert als draaiophanging. Daarbij kan aan elke torsiestang een bovenste en een onderste schamierstuk zijn bevestigd, in welk geval aan de basis overeenkomstige draagstukken zijn bevestigd, zodanig dat elk paar uit een schamierstuk en een draagstuk een 5 zwenkophanging vormen.

Het schamierstuk en het draagstuk van elk paar bezitten naar elkaar gekeerde oplegvlakken, welke zodanig kunnen zijn afgeschuind dat de vleugels onder invloed van de zwaartekracht naar de geopende stand trachten te zwenken. Bij het openen van de behuizing wordt daardoor het voordeel verkregen dat de drooginrichting goed 10 bereikbaar is, zonder dat de vleugels nog in de weg zitten. Om beschadigingen aan het uitwendig oppervlak van de vleugels bij het openzwenken daarvan te verhinderen, kunnen eindaanslagen zijn voorzien voor het bepalen van de uiterste opengezwenkte stand van de vleugels.

in de praktijk wordt de basis reeds geleverd bij de betreffende drooginrichting, in 15 verband met het ophangen daarvan aan een buitenmuur. Ter completering van de behuizing kunnen dan vervolgens achteraf de vleugels en bijbehorende schamierophangingen worden aangebracht. Op efficiënte wijze kan dat worden verkregen indien de bovenste draagstukken onderdeel uitmaken van een bovenste drager die kan worden bevestigd aan het bovenste eind van de basis. Analoog daaraan 20 kunnen de onderste draagstukken onderdeel uitmaken van een onderste drager die kan worden bevestigd aan het onderste eind van de basis. Dergelijke draagstukken kunnen achteraf geschoven worden op een reeds aan een muur bevestigde basis, waarna vervolgens aan die draagstukken de vleugels kunnen worden opgehangen. In het bijzonder kan de basis een vlakke plaat omvatten voorzien van middelen, zoals 25 geschikte openingen, voor het ophangen daarvan aan een muur.

De basis van de bekende drooginrichting bezit zodanige afmetingen, dat de drooginrichting ten opzichte van kan worden ingeklapt en stabiel in de uitgeklapte toestand kan worden gehouden. De langsafmeting van een dergelijke basis is ongeveer gelijk aan de helft van de langsafmeting van de vleugel(s), welke basis zich uitstrekt 30 vanaf de bovenzijde van de vleugel(s) tot ongeveer het midden daarvan. Een dergelijke drooginrichting is bekend uit het hiervoor aangehaalde Nederlandse octrooischrift 1.026.543.

4

De uitvinding betreft tevens, in combinatie, een behuizing zoals hiervoor beschreven alsmede een in- en uitklapbaar aan de basis opgehangen drooginrichting. Deze drooginrichting kan een gestel omvatten met tenminste drie armen die regelmatig verspreid rondom een armknooppunt zijn aangebracht, tenminste drie stangen die 5 overeenkomstig regelmatig verspreid rondom een stangknooppunt zijn aangebracht, waarbij telkens een stang schamierbaar is verbonden met een arm zodanig dat bij het inklappen van de armen en stangen de knooppunten uit elkaar bewegen en bij het uitklappen van de armen en de stangen naar elkaar toe bewegen. Een der armen is aan het van het armknooppunt afgekeerde eind schamierbaar opgehangen aan de basis, en 10 de schamierbaar met die arm verbonden stang kan in de uitgeklapte stand worden gekoppeld aam de basis.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een vooraanzicht van de gesloten behuizing volgens de uitvinding. 15 Figuur 2 toont een zijaanzicht.

Figuur 3 toont een vooraanzicht van de open behuizing, met opgeklapte drooginrichting.

Figuur 4 toont een aanzicht in perspectief van de open behuizing met uitgeklapte drooginrichting.

20 Figuur 5 toont een verder aanzicht in perspectief.

Figuur 6 toont een vooraanzicht van de behuizing met losgenomen vleugels.

Figuur 7 toont een doorsnede door de gesloten behuizing.

Figuur 8 toont een doorsnede door de geopende behuizing.

De in de figuren 1 en 2 getoonde behuizing bestaat uit een basis 1 en twee aan 25 weerszijden van de basis 1 verzwenkbaar opgehangen vleugels 2, 3. Deze vleugels 2, 3 bestaan elk uit een gevormde plaat 4 en een torsiestang 5 (zie figuur 3). De plaat 4 kan relatief dun en slap zijn, terwijl de vleugels 2, 3 toch de vereiste stijfheid bezitten dankzij de torsiestang 5. De bovenzijde van de vleugels 2, 3 bezit een afdekking 6, de onderzijde bezit eveneens een afdekking 7. De bovenste afdekkingen 6 overlappen 30 elkaar met een overlappingsgebied 8, terwijl ook de vleugels 2, 3 een overlappingsgebied 9 vormen in de gesloten toestand zoals getoond in figuur 7. Daardoor verlenen ook deze afdekkingen 6, 7 stijfheid aan de vleugels 2, 3. Figuur 7 toont ook de sluiting 10 door middel waarvan de vleugels 2, 3 in gesloten positie 5 kunnen worden gehouden. Zoals verder te zien is in de figuren 7 en 8 strekken de vleugels 2, 3 zich in de gesloten stand naar voren uit ten opzichte van de basis 1. In de gesloten stand vormen de vleugels 2, 3 elk een dwarszijde 34 alsmede een deel 35 van de voorzijde van de behuizing. Het voordeel van een dergelijke configuratie is dat de 5 vleugels 2, 3 in de geopende stand, zoals getoond in figuur 8, de basis 1 vrijwel geheel vrijgeven zodanig dat de drooginrichting (niet getoond in figuren 7 en 8) naar voren en opzij kan uitklappen, zonder daarbij gehinderd te worden door de behuizing.

De geopende stand van de behuizing is bepaald door de aanslagen 32, waar de randen 33 van de vleugels 2, 3 tegen aan komen in de volledig geopende stand daarvan. 10 Aan elk van de torsiestangen 5 is een bovenste schamierstuk 11 en een onderste schamierstuk 12 bevestigd. Tevens zijn aan de basis 1 bovenste draagstukken 13 en onderste draagstukken 14 voorzien, die onderdeel uitmaken van respectievelijk een bovenste drager 15 en een onderste drager 16. Deze dragers 15, 16 zijn aan respectievelijk de bovenzijde en de onderzijde van de basis 1 bevestigd. De 15 schamierstukken 11, 12 en de draagstukken 13, 14 bezitten paren oplegvlakken 17 die zodanig zijn afgeschuind dat de vleugels onder invloed van de zwaartekracht naar de geopende positie trachten te zwenken. Zodra de sluiting 10 wordt geopend, zullen daardoor de vleugels naar de geopende positie zwenken hetgeen het gebruiksgemak bevordert.

20 Zoals weergegeven in figuur 3 is aan de basis 1 de in zijn geheel met 18 aangeduide drooginrichting opgehangen. Deze drooginrichting 18 bezit een drietal armen en een dubbele arm 19, 20. De armen 19, 20 zijn scharnierend verbonden aan een armknooppunt 21. De drooginrichting bevat verder een viertal stangen 22, 23 die in de figuren 4 en 5 te zien zijn. Deze stangen 22, 23 zijn scharnierend verbonden met het 25 stangknooppunt 24 (zie figuur 5); verder zijn de stangen 22 aan hun eind verbonden met de armen 19, 20, en wel ongeveer halverwege de lengte van de laatste, door scharnieren 25. De stang 23 is langer dan de stangen 22 (zie figuur 4), zodanig dat die stang 23 en de bijbehorende arm 20 beide halverwege hun lengte zijn verbonden door een scharnier 26. De arm 20 is daartoe tweedelig met evenwijdige armdelen 27, 28 30 uitgevoerd, zodat de arm 23 schamierbaar tussen die armdelen 27, 28 is opgenomen.

De arm 23, in het bijzonder de armdelen 27, 28 daarvan, zijn door middel van een scharnier 29 opgehangen nabij de bovenzijde van de basis 1; de stang 23 is losneembaar verbonden met de ophanging 31 aan de onderzijde van de basis 1. De 6 basis 1 zelf kan aan elke opstaande drager, zoals de in de figuren 4 en 5 getoonde wand 31, zijn bevestigd. Daarbij gaat het bij voorkeur om een buitenwand, hoewel dat niet noodzakelijk is: de basis 1 kan bijvoorbeeld ook aan een binnenwand zijn opgehangen, of aan een rek en dergelijke.

5

Claims (18)

1. Behuizing voor een in- en uitklapbare drooginrichting (18), omvattende een aan een opstaande drager, zoals een wand (31), bevestigbare, zich aan de achterzijde 5 bevindende basis (1) ten opzichte waarvan de drooginrichting (18) inklapbaar is tot een pakket met een langwerpige vorm, aan de basis (1) opgehangen vleugelmiddelen (2, 3) die volgens een in de langsrichting van het pakket gerichte zwenkas verzwenkbaar zijn tussen een gesloten stand voor het afschermen van de ingeklapte drooginrichting (18) en een geopende stand waarin de drooginrichting in- en uitklapbaar is, alsmede 10 steunmiddelen (29, 30) voor het ondersteunen van de drooginrichting (18) ten opzichte van de behuizing, met het kenmerk dat de vleugelmiddelen (2, 3) zich in de gesloten stand naar voren uitstrekken ten opzichte van de basis (1).

2. Behuizing volgens conclusie 1, waarbij de vleugelmiddelen twee vleugels (2, 15 3) omvatten die elk aan een tegenoverliggende rand van de basis (1) zijn opgehangen.

3. Behuizing volgens conclusie 2, waarbij elke vleugel (2, 3), in de gesloten stand daarvan, een volledige dwarszijde (34) en een gedeelte van de voorzijde (35) vormt.

4. Behuizing volgens conclusie 2 of 3, waarbij de vleugels (2, 3) aan hun van de ophanging afgekeerde rand afdichtend op elkaar aansluiten (9).

5. Behuizing volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de vleugels (2, 3) elk aan de bovenzijde een afdekking (6) omvatten. 25

6. Behuizing volgens een der conclusies 2-5, waarbij de vleugels (2, 3) elk aan de onderzijde een afdekking (7) omvatten.

7. Behuizing volgens conclusie 6, waarbij de vleugels (2, 3) elk een 30 plaatmateriaal (4) alsmede aan de zijde die gekeerd is naar de zwenkas een torsiestang (5) omvatten, welke torsiestang (5) verzwenkbaar is opgehangen.

8. Behuizing volgens conclusie 7, waarbij aan elke torsiestang (5) een bovenste (11) en een onderste (12) schamierstuk zijn bevestigd, en aan de basis overeenkomstige draagstukken (13, 14) zijn bevestigd, zodanig dat elk paar uit een schamierstuk en een draagstuk een zwenkophanging vormen. 5

9. Behuizing volgens conclusie 8, waarbij het schamierstuk (11, 12) en het draagstuk (13, 14) van elk paar naar elkaar gekeerde oplegvlakken (17) bezitten.

10. Behuizing volgens conclusie 9, waarbij de oplegvlakken (17) van elk paar 10 zodanig zijn afgeschuind dat de vleugels (2, 3) onder invloed van de zwaartekracht naar de geopende stand trachten te zwenken.

11. Behuizing volgens een der conclusies 8-10, waarbij de bovenste draagstukken (13) onderdeel uitmaken van een bovenste drager (15) die is bevestigd aan het bovenste 15 eind van de basis (1).

12. Behuizing volgens een der conclusies 8-11, waarbij de onderste draagstukken (14) onderdeel uitmaken van een onderste drager (16) die is bevestigd aan de basis (1).

13. Behuizing volgens een der conclusies 2-12, waarbij grendelmiddelen (10) zijn voorzien voor het vergrendelen van de vleugels (2, 3) ten opzichte van elkaar gesloten stand.

14. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij eindaanslagen (32, 25 33) zijn voorzien voor het bepalen van de uiterste opengezwenkte stand van de vleugels (2, 3).

15. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de basis (1) een vlakke plaat omvat voorzien van middelen, zoals geschikte openingen, voor het 30 ophangen daarvan aan een opstaande drager (31).

16. Behuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de langsafmeting van de basis (1) ongeveer gelijk is aan de helft van de langsafmeting van de vleugel(s) (2, 3), welke basis zich uitstrekt vanaf de bovenzijde van de vleugel(s) tot ongeveer het midden daarvan.

17. In combinatie, een behuizing volgens een der voorgaande conclusies alsmede 5 een in- en uitklapbaar aan de basis opgehangen drooginrichting (18).

18. Combinatie volgens conclusie 17, waarbij de drooginrichting (18) een gestel omvat met tenminste drie armen (19, 20) die regelmatig verspreid rondom een armknooppunt (21) zijn aangebracht, tenminste drie stangen (22, 23) die 10 overeenkomstig regelmatig verspreid rondom een stangknooppunt (24) zijn aangebracht, waarbij telkens een stang (22, 23) schamierbaar is verbonden met een arm (19, 20) zodanig dat bij het inklappen van de armen en stangen de knooppunten uit elkaar bewegen en bij het uitklappen van de armen en de stangen naar elkaar toe bewegen, een (20) der armen aan het van het armknooppunt (21) afgekeerde eind (29) 15 schamierbaar is opgehangen aan de basis (1), en de schamierbaar met die arm (20) verbonden stang (23) koppelbaar is met de basis (1) in tenminste de uitgeklapte stand.