NL1011812C2 - Inrichting voor het in een doos plaatsen van zakken gevuld met een product. - Google Patents

Description

Inrichting voor het in een doos plaatsen van zakken gevuld met een produkt

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een doos plaatsen van zakken gevuld met een produkt, zoals bijvoorbeeld zakken vloeibaar wasmiddel of vast zeeppoeder, koffie of zakken met 5 gekoelde of diepgevroren produkten in het bijzonder voed-selprodukten.

Vele van dergelijke inrichtingen zijn bekend, maar tot op heden bestaat er nog geen inrichting die op eenvoudige en bevredigende wijze zakken zowel in een 10 liggende als een staande stand in een doos kan plaatsen.

De onderhavige uitvinding heeft als doel een inrichting te verschaffen waarmee op eenvoudige en reproduceerbare wijze zakken gevuld met een produkt zowel in een liggende als in een staande stand in een doos te 15 plaatsen zijn.

Hiertoe voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het in een doos plaatsen van zakken gevuld met een produkt, welke inrichting voorzien is van: - ten minste één draagvlak voor het dragen van 20 een zak, waarbij het draagvlak gevormd wordt door een eerste en een tweede naast elkaar plaatsbare deeldraag-vlakken, - een eerste en een tweede op afstand van en naast elkaar geplaatste eindloze transportorganen, waarbij 1 u 1 1 ó 1 2 2 tussen de eindloze transportorganen een transportruimte voor een zak gevormd wordt, welke transportruimte een invoer- en een uitvoereinde heeft, waarbij aan elk trans-portorgaan een deeldraagvlak bevestigd is, waarbij het 5 draagvlak vormbaar is in de transportruimte, middelen voor het zodanig intermitterend aandrijven van elk transportorgaan dat de twee deeldraag-vlakken althans nagenoeg gelijktijdig en in de richting van het invoereinde naar het uitvoereinde van de transit) portruimte verplaatsbaar zijn, - een gestel voor het dragen van de eindloze transportorganen, - een toevoerzijde van zakken, - een eerste en een tweede aan de zijde tegen-15 over de toevoerzijde op het gestel bevestigde deeltegen- houdvlakken, waarbij de deeltegenhoudvlakken zwenkbaar zijn van een eerste positie waarin de deeltegenhoudvlakken een eerste tegenhoudvlak vormen naar een tweede positie afgekeerd van de transportruimte, 20 - waarbij het gestel met de eindloze transport organen en de deeltegenhoudvlakken over althans nagenoeg 90 graden draaibaar is. Doordat het gestel over 90 graden draaibaar is, kunnen zakken niet alleen vanaf het uitvoereinde in een doos geplaatst worden, maar tevens vanaf de 25 zijde tegenover de toevoerzijde, waarbij de zwenkbare deeltegenhoudvlakken na zwenking in de tweede positie de zakken vrijgeven voor plaatsing in een doos.

In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is de inrichting verder voorzien van 30 een tweede tegenhoudvlak aan dezelfde zijde als de toevoerzijde op het gestel bevestigd, welk tweede tegenhoudvlak een vaste positie ten opzichte van de transportruimte inneemt. Hierdoor worden samen met het eerste en tweede tegenhoudvlak de zakken opgesloten zodat een correcte 35 onderlinge positionering van de zakken mogelijk is, welke correcte positionering een gewenste plaatsing van de zakken in een doos bevorderd. Bovendien vormt hierdoor het 10 1 18 12 3 over 90 graden kantelen van de eindloze transportorganen met tegenhoudvlakken en zakken geen probleem.

In een verdere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de inrichting verder voorzien van 5 een vierde tegenhoudvlak aan de zijde tegenover de toe-voerzijde op het gestel bevestigd, waarbij het vierde tegenhoudvlak zwenkbaar is van een eerste positie in het verlengde van het eerste tegenhoudvlak tot in een tweede positie evenwijdig aan het draagvlak. Dit vierde tegen-10 houdvlak houdt de zakken tegen wanneer deze toegevoerd worden, en kan tevens dienen als aandrukvlak voor de zakken in de tweede positie zodat een compacte plaatsing in een doos mogelijk is.

Bij voorkeur worden de eerste en tweede eindloze 15 transportorganen door afzonderlijke aandrijfmiddelen aangedreven worden.

Een verdere verbetering van het compacteren van de zakken wordt verkregen wanneer de eerste en tweede eindloze transportbanden naar elkaar toe en van elkaar af 20 verplaatsbaar zijn. Hierdoor kan in feite de transport-ruimte naar wens vergroot of verkleind worden.

Nog een verdere compactering kan worden verkregen wanneer het eerste tegenhoudvlak en het tweede tegenhoudvlak naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar 25 zijn.

Bij voorkeur is de inrichting verder voorzien van een trilinrichting voor het doen trillen van de eerste een tweede eindloze transportorganen, zodat in het bijzonder bij zakken gevuld met een granulair produkt zoals vast 30 zeeppoeder een zeer compacte verpakking in dozen mogelijk is.

In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is elk van de eindloze transportorganen voorzien van twee paar kettingwielen, waarbij tegenover 35 elkaar gelegen kettingwielen eindloze kettingen dragen, waarbij de deeldraagvlakken aan de kettingen bevestigd zijn. Bij voorkeur is een eindloze band aan de kettingen 101 1812 4 bevestigd, zodat een verdere opsluiting van de zakken gevuld met een produkt verkregen wordt. Hierdoor vormt het over 90 graden kantelen van de eindloze transportorganen met tegenhoudvlakken en zakken geen probleem.

5 In een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de inrichting verder voorzien van middelen voor het in een doos geleiden van zakken.

Enige uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting volgens de uitvinding zullen hierna bij wijze van voor-10 beeld beschreven worden aan de hand van de tekening.

Figuren IA tot en met 1D tonen in aanzicht een inrichting volgens de onderhavige uitvinding in verschillende standen van het draagvlak,

Figuur 2 toont een ten opzichte van figuur 1D 15 over 90 graden gedraaide stand,

Figuren 3A tot en met 3D zijn de aanzichten in perspectief van respectievelijk de figuren IA tot en met 1D, en

Figuur 4 is het aanzicht in perspectief van 20 f iguur 2.

In Figuur IA is in aanzicht en in figuur 3A in perspectief, een inrichting volgens de onderhavige uitvinding in een stand getoond waarbij een zak 2 in de inrichting opgenomen wordt. In figuur 1B en 1C (respectievelijk 25 3B en 3C) zijn standen getoond waarin de ingevoerde zak 2 naar beneden getransporteerd wordt.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding is bestemd voor het in een doos 1 (Fig. ID, 2, 3D, 4) plaatsen van zakken 2 gevuld met een produkt, zoals bij-30 voorbeeld zakken vloeibaar wasmiddel of vast zeeppoeder, koffie of zakken met gekoelde of diepgevroren produkten in het bijzonder voedselprodukten.

De inrichting heeft ten minste één draagvlak 4, 4' voor het dragen van een zak 2. Het draagvlak is vorm-35 baar door een eerste en een tweede naast elkaar plaatsbare deeldraagvlakken 3, 3'; 4, 4'.

Een eerste 5 en een tweede 6 op afstand van en 1011812 5 naast elkaar geplaatste eindloze transportorganen zijn voorzien. Tussen de eindloze transportorganen 5, 6 wordt een transportruimte 7 voor een zak 2 gevormd. De trans-portruimte 7 heeft een invoereinde 8 en een uitvoereinde 5 9, die in het weergegeven voorbeeld respectievelijk aan de bovenzijde en aan de onderzijde gesitueerd zijn. Aan elk transportorgaan 5, 6 is het deeldraagvlak 3, 4; 3', 4' bevestigd, waarbij het draagvlak vormbaar is in de transportruimte 7.

10 Voor het van het invoereinde 8 naar het uitvoer einde 9 transporteren van de zakken 2 zijn middelen (niet weergegeven) voorzien voor het zodanig intermitterend aandrijven van elk transportorgaan 5, 6 dat de twee deel- draagvlakken 3, 4; 3', 4' althans nagenoeg gelijktijdig en 15 in de richting van het invoereinde 8 naar het uitvoereinde 9 van de transportruimte 7 verplaatsbaar zijn. Op deze wijze kunnen een aantal zakken 2 (zie figuur 1C en 3C) tussen de twee eindloze transportorganen 5, 6 opgenomen worden. De aandrijfmiddelen zijn niet nader weergegeven, 20 daar dergelijke aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld motoren, servomotoren enzovoort, op zich bekend zijn. Bij voorkeur worden de eerste 5 en tweede 6 eindloze transportorganen door afzonderlijke aandrijfmiddelen aangedreven.

De eindloze transportorganen 5, 6 worden gedra- 25 gen door een (voor de duidelijkheid van tekening niet weergegeven) gestel.

De inrichting heeft een toevoerzijde 10 (figuur 3A) voor zakken 2. Op het gestel aan de zijde tegenover de toevoerzijde 10 zijn een eerste 11 en een tweede 12 deel-30 tegenhoudvlak bevestigd. De deeltegenhoudvlakken 11, 12 zijn zwenkbaar van een eèrste positie waarin de deeltegenhoudvlakken een eerste tegenhoudvlak 11, 12 (zie bijvoor beeld figuur 1C) vormen, naar een tweede positie afgekeerd van de transportruimte 7, zoals is weergegeven in figuur 35 2 .

Zoals weergegeven in figuren IA tot 1C en 3A tot 3C, worden één voor één zakken 2 aan de inventieve inrich- 1011812 6 ting toegevoerd, welke zakken 2 door aandrijving van de eindloze transportorganen 5, 6 naar het uitvoereinde 9 getransporteerd worden, totdat zich een bepaald aantal zakken 2 tussen de transportorganen 5, 6 bevindt. Zoals 5 getoond in figuren 1D en 3D zal bij verdere draaiing van de transportorganen 5, 6 de deeldraagvlakken 4, 4' niet meer in eikaars verlengde liggen, zodat de zakken omlaag vallen, tot in een onder de inrichting geplaatste doos 1. In het weergegeven voorbeeld zullen de zakken 2 dus lig-10 gend in de doos 1 geplaatst worden.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding is echter ook geschikt voor het staand in een doos 1 plaatsen van zakken gevuld met een produkt. Hiertoe wordt het gestel met de eindloze transportorganen 5, 6 en de

15 deeltegenhoudvlakken 11, 12 nadat de stand in figuur 1C

respectievelijk 3C is bereikt, over althans nagenoeg 90 graden gedraaid zodat een stand zoals weergegeven in figuur 2, 4 is bereikt. Hierna worden de deeltegenhoudvlakken 11, 12 die nu fungeren als draagvlak voor de 20 zakken 2, naar hun tweede positie gezwenkt, zodat de zakken 2 in de doos 1 vallen.

Bij voorkeur is de inrichting verder voorzien van een tweede tegenhoudvlak 13 (zij bijvoorbeeld figuur 2, 3B) die aan dezelfde zijde als de toevoerzijde 10 op 25 het gestel is bevestigd. Het tweede tegenhoudvlak 13 neemt een vaste positie ten opzichte van de transportruimte 7 in. Hierdoor worden door samen met het eerste en het tweede tegenhoudvlak 11, 12 de zakken 2 opgesloten zodat een correcte onderlinge positionering van de zakken 2 30 mogelijk is, welke correcte positionering een gewenste plaatsing van de zakken 2 in een doos 1 bevorderd. Bovendien vormt hierdoor het over 90 graden kantelen van de eindloze transportorganen 5, 6 met tegenhoudvlakken 11, 12 en zakken 2 geen probleem.

35 Wanneer voorzien is in een vierde tegenhoudvlak 14 (met onderbroken lijnen weergegeven in figuur 3A) , dat aan de zijde tegenover de toevoerzijde 10 op het gestel is 1011812 7 bevestigd, waarbij het vierde tegenhoudvlak 14 zwenkbaar is van een positie in het verlengde van het eerste tegenhoudvlak 11, 12 tot in een positie evenwijdig aan het draagvlak, dan houdt dit vierde tegenhoudvlak 14 de zakken 5 2 tegen wanneer deze toegevoerd worden. Dit vierde tegen houdvlak 14 kan in de tweede positie tevens dienen als aandrukvlak, waardoor de zakken 2 met hun produkt tot een bepaalde mate kunnen worden samengedrukt zodat een compacte plaatsing in een doos mogelijk is.

10 Een verdere verbetering van het compacteren van de zakken 2 wordt verkregen wanneer de eerste en tweede eindloze transportbanden 5, 6 naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar zijn. Hierdoor kan in feite de transportruimte 7 naar wens vergroot of verkleind worden.

15 Nog een verdere compactering kan worden verkre gen wanneer het eerste tegenhoudvlak 11 en het tweede tegenhoudvlak 12 naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar zijn. Bij voorkeur is de inrichting verder voorzien van een op zich bekende trilinrichting (niet 20 weergegeven) voor het doen trillen van de eerste een tweede eindloze transportorganen 5, 6, zodat in het bij zonder bij zakken gevuld met een granulair produkt zoals vast zeeppoeder een zeer compacte verpakking in dozen mogelijk is.

25 Hoewel de transportorganen 5, 6 van velerlei constructies kunnen zijn, is voordelig gebleken wanneer elk van de eindloze transportorganen 5, 6 voorzien is van twee paar kettingwielen 15, 15'; 16, 16' (in figuur 3A voor de duidelijkheid van tekening alleen aangegeven voor 30 één zijde), waarbij tegenover elkaar gelegen kettingwielen 15, 16 resp. 15', 16' eindloze kettingen 19, 20 dragen. De deeldraagvlakken 3, 4 zijn aan de kettingen 19, 20 beves tigd. Bij voorkeur is een eindloze band 21 aan elk van de kettingen 19, 20 bevestigd. Hierdoor wordt een verdere 35 opsluiting van de zakken gevuld met een produkt verkregen. Hierdoor vormt in nagenoeg alle gevallen het over 90 graden kantelen van de eindloze transportorganen met 1011812 8 tegenhoudvlakken en zakken geen probleem. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk om in plaats van een paar kettingen één ketting te gebruiken/ waardoor de rest van de constructie overeenkomstig verandert.

5 Eventueel kan de inrichting verder voorzien zijn van middelen voor het in een doos 1 geleiden van zakken 2.

1011812

Claims (10)

1. Inrichting voor het in een doos (1) plaatsen van zakken (2) gevuld met een produkt, welke inrichting voorzien is van: - ten minste één draagvlak voor het dragen van 5 een zak (2) , waarbij het draagvlak gevormd wordt door een eerste en een tweede naast elkaar plaatsbare deeldraag-vlakken (3, 3'; 4, 4'), - een eerste (5) en een tweede (6) op afstand van en naast elkaar geplaatste eindloze transportorganen, 10 waarbij tussen de eindloze transportorganen (5, 6) een transportruimte (7) voor een zak (2) gevormd wordt, welke transport ruimte (7) een invoer- (8) en een uitvoer- (9) - einde heeft, waarbij aan elk transportorgaan (5, 6) een deeldraagvlak (3, 4 respectievelijk 3', 4') bevestigd is, 15 waarbij het draagvlak vormbaar is in de transportruimte (7) , middelen voor het zodanig intermitterend aandrijven van elk transportorgaan (5, 6) dat de twee deeldraagvlakken (3, 4; 3', 4') althans nagenoeg gelijk- 20 tijdig en in de richting van het invoereinde (8) naar het uitvoereinde (9) van de transportruimte (7) verplaatsbaar zijn, - een gestel voor het dragen van de eindloze transportorganen (5, 6), 25. een toevoerzijde (10) van zakken (2), - een eerste (11) en een tweede (12) aan de zijde tegenover de toevoerzijde (10) op het gestel bevestigde deeltegenhoudvlakken, waarbij de deeltegenhoudvlak-ken (11, 12) zwenkbaar zijn van een eerste positie waarin 30 de deeltegenhoudvlakken een eerste tegenhoudvlak (11, 12) vormen naar een tweede positie afgekeerd van de transport- 1011812 ruimte (7) , - waarbij het gestel met de eindloze transport-organen en de deeltegenhoudvlakken (11, 12) over althans nagenoeg 90 graden draaibaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de inrichting verder voorzien is van een tweede tegenhoudvlak (13) aan dezelfde zijde als de toevoerzijde (10) op het gestel bevestigd, welk tweede tegenhoudvlak (13) een vaste positie ten opzichte van de transportruimte (7) inneemt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin de inrichting verder voorzien is van een vierde tegenhoudvlak (14) aan de zijde tegenover de toevoerzijde (10) op het gestel bevestigd, waarbij het vierde tegenhoudvlak (14) zwenkbaar is van een positie in het verlengde van het 15 eerste tegenhoudvlak (11, 12) tot in een positie evenwij dig aan het draagvlak.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eerste (5) en tweede (6) eindloze trans-portorganen door afzonderlijke aandrijfmiddelen aangedre- 20 ven worden.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eerste (5) en tweede (6) eindloze transportbanden naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar zijn.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin het eerste tegenhoudvlak (11, 12) en het tweede tegenhoudvlak (13) naar elkaar toe en van elkaar af verplaatsbaar zijn.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 30 sies, waarin de inrichting verder voorzien is van een trilinrichting voor het doen trillen van de eerste (5) een tweede (6) eindloze transportorganen.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin elk van de eindloze transportorganen (5, 6) 35 voorzien is van twee paar kettingwielen (15, 15'; 16, 16'), waarbij tegenover elkaar gelegen kettingwielen (15, 16 resp. 15', 16') eindloze kettingen (19, 20) dragen, 101 1812 waarbij de deeldraagvlakken (3, 4) aan de kettingen (19, 20. bevestigd zijn.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarin een eindloze band (21) aan de kettingen (19, 20) is bevestigd.

10. Inrichting volgens een der voorgaande con clusies, waarin de inrichting verder voorzien is van middelen voor het in een doos (1) geleiden van zakken (2). -o-o-o-o-o-o-o-o- 10 1 18 12