NL1015417C2 - Transportinrichting. - Google Patents

Transportinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1015417C2
NL1015417C2 NL1015417A NL1015417A NL1015417C2 NL 1015417 C2 NL1015417 C2 NL 1015417C2 NL 1015417 A NL1015417 A NL 1015417A NL 1015417 A NL1015417 A NL 1015417A NL 1015417 C2 NL1015417 C2 NL 1015417C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
endless
belts
endless member
frame
partitions
Prior art date
Application number
NL1015417A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Marie Van Den Goor
Ivo Johannes Van Der Meulen
Hubertus Theodorus Petru Hulst
Godefridus Franciscus Verhees
Original Assignee
Vanderlande Ind Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vanderlande Ind Nederland filed Critical Vanderlande Ind Nederland
Priority to NL1015417A priority Critical patent/NL1015417C2/nl
Priority to EP01202180A priority patent/EP1167248A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1015417C2 publication Critical patent/NL1015417C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/30Details; Auxiliary devices
    • B65G17/32Individual load-carriers
    • B65G17/34Individual load-carriers having flat surfaces, e.g. platforms, grids, forks
    • B65G17/345Individual load-carriers having flat surfaces, e.g. platforms, grids, forks the surfaces being equipped with a conveyor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2207/00Indexing codes relating to constructional details, configuration and additional features of a handling device, e.g. Conveyors
    • B65G2207/18Crossing conveyors

Description

Korte aanduiding: Transportinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voorzien van een aandrijforgaan en een met het aandrijforgaan ge-5 koppeld frame, dat een transportorgaan ondersteunt, dat verplaatsbaar is in een richting dwars op de richting waarin het frame met behulp van het aandrijforgaan verplaatsbaar is.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 393 773. Bij dergelijke bekende transport-10 inrichtingen wordt het transportorgaan veelal gevormd door een eindloze transportband op het vlakke bovenpart waarvan de te verplaatsen voorwerpen worden verplaatst.
Een probleem, dat bij dergelijke transportinrichtingen kan optreden is, dat cilindrische voorwerpen, kogel vormige voorwerpen, 15 kleine voorwerpen en dergelijke moeilijk met een dergelijke transportinrichting te verwerken zijn, daar het gevaar bestaat, dat dergelijke voorwerpen tijdens verplaatsing van het transportorgaan met behulp van het aandrijforgaan op ongecontroleerde wijze ten opzichte van het transportorgaan kunnen gaan bewegen en daarbij op ongewenste wijze 20 en/of ongewenste plaatsen van het transportorgaan afvallen.
Met de uitvinding wordt beoogd een transportinrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij het boven geschetste nadeel kan worden voorkomen.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat voor-25 zieningen zijn aangebracht om een ongewenste verplaatsing van een op het transportorgaan rustend voorwerp in althans een richting te begrenzen. Voor bijvoorbeeld cilindrische voorwerpen, die in een bepaalde oriëntatie op het transportorgaan worden geplaatst, zal het in het algemeen voldoende zijn indien voorzieningen worden getroffen 30 om een verplaatsing van een dergelijk cilindrisch voorwerp in een richting dwars op zijn lengte-as tegen te gaan. Worden daarentegen bijvoorbeeld kogelvormige voorwerpen getransporteerd, dat zal het in het algemeen noodzakelijk zijn, om de verplaatsing van een dergelijk kogelvormig voorwerp op het transportorgaan in alle richtingen te 35 begrenzen.
1015417 2
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
Figuur 1 toont schematisch in perspectief een deel van een transportinrichting zoals bekend uit de Europese octrooiaanvrage 5 0 393 773.
Figuren 2-14 tonen schematisch verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van een transportorgaan volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een schematisch gedeeltelijk weergegeven mogelijke uitvoeringsvorm van een transportinrichting volgens de 10 uitvinding zoals uitvoeriger beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0 393 773 afgebeeld. Deze transportinrichting omvat een niet nader weergegeven gestel waarin een gel ei d i ngsrai1 1 is opgenomen voor het geleiden van een flexibel aandrijforgaan 2, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is opgebouwd uit scharnierend met elkaar ge-15 koppelde schakels 3.
Met deze schakels 3 zijn frames 4 gekoppeld. De frames 4 worden benut voor het ondersteunen van transportorganen 5, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld worden gevormd door eindloze transportbanden, die zijn geleid om in het frame 4 gelegerde omleidrollen 5 20 en 7.
Tijdens bedrijf kunnen de met elkaar door. het flexibele aandrijforgaan 2 gekoppelde frames 4 met de door deze frames ondersteunde transportorganen 5 worden verplaatst in een richting volgens pijl A. De transportorganen 5 kunnen worden benut voor het trans-25 porteren van voorwerpen, die bijvoorbeeld op een gewenst station op een transportorgaan 5 worden geplaatst en in een ander gewenst station van het transportorgaan worden afgevoerd door in de een of de andere richting aandrijven van het transportorgaan zoals aangeduid met de pijl B, waarbij een op het transportorgaan 5 rustend voorwerp in een 30 richting dwars op de verplaatsingsrichting van het frame 4 volgens pijl A wordt verplaatst.
Zoals hierboven reeds vermeld bestaat er bij transportinrichtingen van het bovengeschetste type het probleem, dat bijvoorbeeld cilindrische of ronde voorwerpen of kleine voorwerpen tijdens 35 transport met de transportinrichting ongewenste bewegingen kunnen uitvoeren ten opzichte van het een voorwerp ondersteunende oppervlak 1015417 3 van een transportorgaan 5. Zoals hieronder nader uiteengezet geeft onderhavige uitvinding oplossingen om aan dit probleem tegemoet te komen.
Zo toont figuur 2 schematisch een transportorgaan 8, dat is 5 voorzien van een eindloze band 9, die is geleid om een tweetal omleid-rollen 10 en 11, die op soortgelijke wijze als de hierboven beschreven omleidrollen 6 en 7 in een niet nader weergegeven frame zullen zijn gelegerd.
Gezien in figuur 2 zijn nabij de uiteinden van het boven-10 part van de eindloze transportband 9 aan dit bovenpart een tweetal zich vanaf dit bovenpart omhoog uitstrekkende schotten 12 en 13 bevestigd, zodanig, dat deze schotten zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan de draaiingsassen van de omleidrollen 10 en 11 uitstrekken. Aan het in de figuur niet weergegeven onderpart van de transportband 9 15 kunnen op soortgelijke wijze verdere schotten zijn aangebracht;
Verder zijn aan de beide tegenover elkaar gelegen langs-randen van de eindloze riem 9 opstaande geplooide randen 14 en 15 bevestigd, die zich, zoals uit de figuur duidelijk zal zijn, ieder langs de gehele desbetreffende langsrand van de eindloze band 9 20 uitstrekken. De opstaande randen 14 en 15 zullen daarbij bij voorkeur uit een enigszins elastisch materiaal zijn vervaardigd.
Een met behulp van het transportorgaan 8 op bovenbeschreven wijze te vervoeren voorwerp kan worden geplaatst in de ruimte begrensd door de schotten 12 en 13 en de zich tussen deze schotten uit-25 strekkende delen van de opstaande randen 14 en 15. Een in deze ruimte geplaatst voorwerp kan eventueel nog in begrensde mate in deze ruimte bewegen, maar het zal duidelijk zijn, dat dergelijke bewegingen worden begrensd door de aanwezigheid van de schotten 12 en 13 en de opstaande randen 14 en 15, zodat een dergelijk voorwerp niet op onbeoogde wijze 30 van het transportorgaan 8 kan afvallen.
Door de geplooide uitvoering van de opstaande randen 14 en 15 zullen er geen problemen ontstaan bij het geleiden van deze opstaande randen om de omleidrollen 10 en 11.
De in figuren 3 en 4 weergegeven uitvoeringsvormen komen in 35 hoofdzaak overeen met de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 en in deze figuren 3 en 4 weergegeven onderdelen, die overeenkomen met de in 1015417 4 figuur 2 weergegeven onderdelen zijn dan ook van dezelfde verwijzings-cijfers voorzien als gebruikt in figuur 2.
De opstaande randen 14 en 15 zijn in de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 uit rekbaar materiaal vervaardigd, zodat het niet 5 noodzakelijk is om hier de opstaande randen een geplooide uitvoeringsvorm te geven, daar bij toepassing van een geschikt rekbaar materiaal de opstaande randen 14, 15 zonder problemen om de geleidingsrollen 10 en 11 kunnen bewegen.
Figuur 4 geeft een uitvoeringsvorm, waarbij aan de langs-10 randen van de transportband 9 geen opstaande randen zijn bevestigd. In plaats hiervan zijn aan het in figuur 4 niet nader weergegeven frame, waarin de omleidrollen 10 en 11 zijn gelegerd, zich in de lengterichting van de transportband uitstrekkende schotten 16 en 17 bevestigd, waartussen tijdens bedrijf de zich vanaf het bovenpart van de 15 transportband 9 omhoog uitstrekkende schotten 12 en 13 door bewegen. Het zal duidelijk zijn, dat ook hier de schotten 12 en 13 in samenwerking met de schotten 16 en 17 eventuele bewegingen van een op de transportband 9 liggend voorwerp begrenzen, terwijl dit voorwerp weer op gewenste wijze kan worden afgevoerd door aandrijven van de trans-20 portband 9 zoals hierboven beschreven voor de transportband 5.
Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van een transportorgaan 8’, waarbij om de in een frame gelegerde omleidrollen 10 en 11 een tweetal naast elkaar gelegen transportbanden 18 en 19 zijn geslagen. Ieder van deze transportbanden is weer voorzien van met de boven-25 beschreven schotten 12 en 13 overeenkomende schotten 20 en 21 resp. 22 en 23. Nabij de van elkaar afgekeerde langsranden van de transportbanden 18 en 19 zijn met de bovenbeschreven schotten 16 en 17 overeenkomende schotten 24 en 25 opgesteld, die aan het niet nader weer gegeven, de omleidrollen 10 en 11 ondersteunende frame zijn bevestigd. 30 Tussen deze schotten is ter hoogte van de naar elkaar toegekeerde langsranden van de transportbanden 18 en 19 een zich evenwijdig aan de schotten 24 en 25 uitstrekkend en aan het frame bevestigd schot 26 opgesteld, zodanig, dat de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de aan de transportband 18 bevestigde schotten 20 en 21 en van de aan de 35 transportband 19 bevestigde schotten 22 en 23 tijdens bedrijf langs dit schot 26 bewegen. Bij deze uitvoeringsvorm omvat het transport- j u 1 5417 5 orgaan 8’ dus een tweetal van elkaar gescheiden ruimtes in ieder waarvan een voorwerp kan worden opgenomen, zodanig, dat eventuele bewegingen van in deze ruimtes opgenomen voorwerpen begrensd worden door de schotten.
5 Het zal duidelijk zijn, dat eenzelfde uitvoering kan worden verkregen bij gebruik maken van een enkele transportband waaraan de opstaande schotten 20-23 op soortgelijke wijze zijn bevestigd zoals weergegeven voor de beide afzonderlijke transportbanden 18 en 19 en waarbij deze transportband onder het schot 26 kan doorbewegen.
10 Bij de uitvoering met twee door een frame ondersteunde transportbanden 18 en 19 kan men eventueel de uitvoering ook nog zodanig treffen, dat de beide transportbanden 18 en 19 onafhankelijk van elkaar aan te drijven zijn.
Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van een transportorgaan 15 8”, waarbij door een schematisch weergegeven frame 27 een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende transportbanden 28 en 29 wordt ondersteund. Daarbij zijn deze transportbanden 28 en 29 ondersteund door omleidrollen 30 resp. 31 waarvan de draaiingsassen een hoek met de horizontaal insluiten. Het zal duidelijk zijn, dat op de 20 bovenparten van de transportbanden 28 resp. 29 rustende voorwerpen de neiging zullen hebben om gezien in figuur 6 naar rechts te schuiven. Een dergelijke beweging wordt begrensd door aan het frame 27 bevestigde, zich langs de laagst gelegen langsranden van de bovenparten van de transportbanden 28 en 29 uitstrekkende en zich vanaf deze 25 bovenparten omhoog uitstrekkende schotten 32 resp. 33. Uiteraard kunnen ook hier in plaats van vast aan het frame bevestigde schotten 32 en 33 op de desbetreffende laagst gelegen langsranden van de transportbanden aansluitende randen zoals toegepast bij de uitvoeringsvormen van figuren 2 en 3 zijn aangebracht.
30 Verder zijn aan de transportbanden 28 en 29 met de boven beschreven schotten 12 en 13 overeenkomende schotten 34 en 35 resp. 36 en 37 bevestigd, die in de in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvorm een driehoekige vorm hebben, zodanig, dat de hoogte van een dergelijk schot vanaf de het hoogst gelegen langsrand van een transportband in 35 de richting van de het laagst gelegen langsrand van de transportband geleidelijk toeneemt.
d015417 6
Ook hier bestaat geen gevaar dat tijdens bedrijf een voorwerp, dat is ingebracht in de ruimte welke begrensd is door de schotten 32, 34 en 35 of door de schotten 33, 36 en 37, uit de desbetreffende ruimte zal vullen.
5 Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm welke in hoofdzaak overeenkomt met de uitvoeringsvorm volgens figuur 4. In beide figuren 4 en 7 zijn dan ook met elkaar overeenkomende delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien. In de in figuur 7 weergegeven uitvoeringsvorm is echter tussen de beide nabij de uiteinden van bijvoor-10 beeld een bovenpart van de transportband 9 gelegen schotten 12 en 13 nog een verder zich evenwijdig aan de schotten 12 en 13 uitstrekkend schot 38 aangebracht. Hierdoor zijn dus op het bovenpart van de transportband 9 een tweetal van elkaar gescheiden ruimtes gevormd, in ieder waarvan al dan niet in hetzelfde toevoerstation een voorwerp kan 15 worden toegevoerd, waarbij deze voorwerpen gelijktijdig in een afvoer-station kunnen worden afgevoerd of een voor een in verschillende op afstand van elkaar gelegen afvoerstations kunnen worden afgevoerd.
Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van een transportorgaan 8, dat in hoofdzaak overeenkomt met de hierboven aan de hand van de 20 figuren 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvorm. In plaats van de uit een stuk bestaande begrenzingsranden 14 en 15 zijn echter aan de langs-randen van de transportband 9 een bijvoorbeeld rechthoekige of trapeziumvormige vorm bezittende uitstekende oren 39 bevestigd, zodanig, dat deze oren ter hoogte van het rechte bovenpart resp.
25 rechte onderpart van de transportband 9 met hun randen tegen elkaar aanliggen of elkaar overlappen en een in hoofdzaak gesloten wand vormen, terwijl zij bij de beweging om de omleidtrommels 10 en 11 aanvankelijk van elkaar af en vervolgens weer naar elkaar toe bewegen. Daarbij kunnen de uitstekende oren 39 uit een stevig, niet elastisch 30 materiaal worden vervaardigd en toch zonder problemen om de omleid- rollen worden geleicl.
Bij de in figuur 9 weergegeven uitvoeringsvorm is de gedeeltelijk weergegeven eindloze transportband 9 opgebouwd uit een groot aantal zich evenwijdig aan de draaiingsassen van de niet afge-35 beelde omleidtrommels uitstrekkende delen of schakels 40, die ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn om zich evenwijdig aan de 1015417 7 draaiingsassen van de omleidtrommels uitstrekkende scharnierassen 41. Aan de uiteinden van de schakels zijn zich omhoog uitstrekkende oren 42 bevestigd. Verder zijn enige op afstand van elkaar gelegen schakels 40 voorzien van zich tussen de zich omhoog uitstrekkende uiteinden of 5 oren 42 van de desbetreffende schakels uitstrekkende schotten 43, zodat ook hier met behulp van de schotten 43 en de tussen de schotten 43 gelegen opstaande oren 42 weer een voor het opnemen van een voorwerp geschikte ruimte wordt gevormd, zodanig, dat een in deze ruimte gelegen voorwerp slechts begrensd in deze ruimte beweegbaar is.
10 Figuur 10 toont een uitvoeringsvorm van een op een niet nader weergegeven frame te ondersteunen transportorgaan 8’”, dat is voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende riemen 44 en 45, die geleid zijn om met de bovenbeschreven omleid-rollen 10 en 11 overeenkomende omleidschijven 10’ en 1Γ. Tussen de 15 beide riemen 44 en 45 is een doek 46 gespannen aan de uiteinden waarvan zich dwars op de lengterichting van de riemen uitstrekkende schotten 47 en 48 zijn bevestigd.
Verder zijn ter hoogte van de bovenparten van de riemen 44 en 45 zich evenwijdig aan deze bovenparten van de riemen uitstrekkende 20 en boven de riemen uitstekende schotten 49 en 50 opgesteld, die zijn bevestigd aan het niet nader weergegeven, het transportorgaan 8’” ondersteunende frame.
Het zal duidelijk zijn, dat in de weergegeven opstelling een op het doek 46 van het transportorgaan 8’” rustend voorwerp is 25 gelegen in een ruimte, die wordt begrensd door de schotten 47-50 zodat ook hier een op het transportorgaan rustend voorwerp in zijn bewegingen wordt begrensd door de desbetreffende schotten. Voor de afvoer van het voorwerp zullen de riemen 44 en 45 worden aangedreven, zodat het doek 46 met de daaraan bevestigde schotten 47 en 48 zal 30 worden bewogen naar een stand, waarin een op het doek rustend voorwerp kan worden afgevoerd.
Figuur 11 toont een uitvoeringsvorm van een transportorgaan 8’”, waarbij weer gebruik wordt gemaakt van riemen 44 en 45, zoals hierboven aan de hand van figuur 10 beschreven. Tussen deze riemen is 35 een raamvormig draagdeel 51 uit flexibel materiaal aangebracht. Aan de binnenrand van dit raamvormig draagdeel is een zakvormig opneemorgaan 1015417 δ 52 uit buigzaam materiaal bevestigd. Het zal duidelijk zijn, dat in de in figuur 11 weergegeven stand van dit transportorgaan 8”’ een voorwerp in het zakvormige orgaan 52 kan worden opgenomen, zodanig, dat de bewegingen van dit voorwerp ten opzichte van het transport-5 orgaan 8”’ zodanig zullen worden begrensd, dat dit voorwerp niet van het transportorgaan 8’” kan afvallen indien dit transportorgaan wordt verplaatst. Om het voorwerp uit het zakvormige orgaan 52 te verwijderen kunnen de riemen 44 en 45 weer worden aangedreven waardoor het zakvormige orgaan in een stand kan worden gebracht, waarin het 10 voorwerp uit het zakvormige orgaan kan bewegen.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 wordt weer gebruik gemaakt van een transportorgaan 8”’ dat is voorzien van een tweetal op afstand van elkaar gelegen riemen 44 en 45 zoals hierboven omschreven aan de hand van figuur 10. Aan deze riemen 44 en 45 zijn op 15 afstand van elkaar gelegen en zich evenwijdig aan de draaiingsassen van de riemschijven 10’, 11 ’ uitstrekkende schotten 53 en 54 bevestigd. Deze schotten strekken zich in de in figuur 12 weergegeven stand vanaf de bovenparten van de riemen 44 en 45 omhoog uit vanaf de bovenzijde van een plaat 55, die op dezelfde hoogte is gelegen als de 20 bovenparten van riemen 44 en 45. Deze deel van het transportorgaan 8’” uitmakende plaat 55 is vast aan het frame van het transportorgaan bevestigd.
In de weergegeven stand van de schotten 53 en 54 wordt een op de plaat 55 van het transportorgaan ondersteund voorwerp althans in 25 een beweging loodrecht op de draaiingsassen van de riemschijven 10’, 1Γ begrensd. Een dergelijke opstelling zou bijvoorbeeld tevredenstellend werken indien het transportorgaan 8”’ gebruikt wordt voor het transporteren van staven of rollen, die met hun lengte-assen evenwijdig aan de draai ingsassen van de riemschijven 10’, 11’ op de 30 plaat 55 worden geplaatst. Het zal duidelijk zijn, dat het echter ook mogelijk is om ter hoogte van de riemen 44 en 45 opstaande schotten aan te brengen zoals in figuur 10 is weergegeven voor de schotten 49 en 50. Ook is het mogelijk aan de riemen meelopende randen aan te brengen in de geest van de uitvoeringen volgens figuren 2 en 3.
35 Door aandrijving van de riemen 44 en 45 kan op een gewenste plaats een op de plaat 55 rustend voorwerp van de plaat worden afge- 1 o 1 54 1 7 9 schoven met behulp van het schot 53 of het schot 54, afhankelijk van de richting waarin de riemen worden aangedreven.
Zoals nog in figuur 12 is afgebeeld wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van getande riemen om bij aandrijving van de riemen 5 een synchrone loop van de riemen te waarborgen.
Het schematisch in figuur 13 weergegeven transportorgaan 81V omvat een tweetal op afstand van elkaar opgestelde diabolo-vormige omleidrollen 56 en 57 waaromheen een eindloze transportband 58 is geleid. De omleidrollen 56 en 57 zullen weer op soortgelijke wijze als 10 hierboven bijvoorbeeld omschreven voor de omleidrollen 10 en 11 zijn gelegerd in een met een aandrijforgaan gekoppeld frame.
Door de diabolo-vorm van de omleidrollen 56 en 57 zullen zowel het bovenpart als het onderpart van de transportband 58 een gootvorm aannemen. Verder zijn op soortgelijke wijze als hierboven 15 beschreven aan de transportband 58 zich evenwijdig aan de draaiings-assen van de rollen 56 en 57 uitstrekkende schotten 59 en 60 bevestigd. Het zal duidelijk zijn, dat ook bij deze uitvoeringsvorm de bewegingen van een tussen de schotten 59 en 60 op de transportband 58 rustend voorwerp zodanig begrensd zullen zijn, dat een ongewenst 20 afvallen van een dergelijk voorwerp van de transportband zal worden voorkomen.
In figuur 14 is nog schematisch een uitvoeringsvorm van een transportorgaan 8V weergegeven, dat voorzien is van een eindloze transportband 61, die geleid is om een drietal in een frame gelegerde 25 omleidrollen 62, waarvan de draaiingsassen in de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek zijn gelegen. Aan de transportband 61 zijn een drietal zich evenwijdig aan de draaiingsassen van de omleidtrommels uitstrekkende schotten 63 op onderlinge gelijke afstanden van elkaar bevestigd. Verder kunnen ook bij dit transportorgaan 8V weer aan het 30 frame van het transportorgaan bevestigde en zich nabij de langsranden van het bovenpart uitstrekkende schotten zijn aangebracht. Ook is het mogelijk de transportband te voorzien van opstaande randen zoals bijvoorbeeld toegepast bij de uitvoering volgens figuur 2 of 3.
Voor het afvoeren van een op het bovenpart van de trans- 35 portband liggend voorwerp kan de transportband over een derde van zijn lengte worden verplaatst, waarbij bij deze verplaatsing een daarop 1015417 10 aansluitend part van de transportband weer het bovenste part van de transportband zal vormen in de in figuur 14 weergegeven stand.
5 i j i 5417

Claims (17)

1. Transportinrichting voorzien van een aandrijforgaan en een met het aandrijforgaan gekoppeld frame, dat een transportorgaan 5 ondersteunt, dat verplaatsbaar is in een richting dwars op de richting waarin het frame met behulp van het aandrijforgaan verplaatsbaar is, met het kenmerk, dat voorzieningen zijn getroffen om een ongewenste verplaatsing van een op het transportorgaan rustend voorwerp in althans een richting te begrenzen.
2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het transportorgaan tenminste een eindloos orgaan omvat dat geleid is om door het frame ondersteunde omleidorganen voor verplaatsing in een richting dwars op de richting waarin het frame verplaatsbaar is, terwijl aan het eindloos orgaan tenminste twee schotten zijn be-15 vestigd, die zich dwars op de beoogde verplaatsingsrichting van het eindloze orgaan uitstrekken.
3. Transportinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eindloze orgaan een eindloze band of dergelijke omvat.
4. Transportinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 20 dat in een frame een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende eindloze organen zijn aangebracht.
5. Transportinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat een eindloos orgaan wordt gevormd door een transportband.
6. Transportinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het 25 kenmerk, dat een eindloos orgaan wordt gevormd door een tweetal op afstand van elkaar gelegen riemen.
7. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies 2-6, met het kenmerk, dat althans nabij het bovenpart van een eindloos orgaan ter hoogte van de zijkanten van het eindloze orgaan zich vanaf 30 dit bovenpart omhoog uitstrekkende begrenzingsorganen zijn aangebracht.
8. Transportinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de begrenzingsorganen worden gevormd door met het eindloze orgaan verbonden uitstekende randen.
9. Transportinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een opstaande rand uit rekbaar materiaal is vervaardigd. 101 5417
10. Transportinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een opstaande rand een geplooide opbouw heeft.
11. Transportinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een opstaande rand is opgebouwd uit een aantal uitstekende oren.
12. Transportinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een begrenzingsorgaan wordt gevormd door een aan het frame bevestigd schot.
13. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een eindloos orgaan zodanig wordt ondersteund, 10 dat gezien in de verplaatsingsrichting van het eindloos orgaan een zijkant van het bovenpart van het eindloze orgaan lager is gelegen dan de andere zijkant van het eindloze orgaan.
14. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het transportorgaan een tweetal op afstand van 15 elkaar gelegen riemen omvat waaraan een raamvormig deel is bevestigd, dat een tussen de riemen gelegen zakvormig orgaan ondersteunt.
15. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eindloze orgaan wordt gevormd door een tweetal op afstand van elkaar gelegen riemen waaraan tenminste twee 20 zich dwars op de lengterichting van de riemen uitstrekkende schotten zijn bevestigd, terwijl in het frame een plaat is aangebracht welke zich ter hoogte van de bovenparten van de riemen uitstrekt, zodanig, dat de schotten over deze plaat kunnen bewegen.
16. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat het eindloze orgaan wordt gevormd door een transportband, die geleid is om een diabolovorm bezittende omleid-rollen.
17. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eindloze orgaan is geleid om een drietal in 30 de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek gelegen omleidrollen en aan het eindloze orgaan een drietal op gelijke onderlinge afstand van elkaar gelegen schotten zijn bevestigd. 1015417
NL1015417A 2000-06-13 2000-06-13 Transportinrichting. NL1015417C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015417A NL1015417C2 (nl) 2000-06-13 2000-06-13 Transportinrichting.
EP01202180A EP1167248A1 (en) 2000-06-13 2001-06-07 Conveyor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015417A NL1015417C2 (nl) 2000-06-13 2000-06-13 Transportinrichting.
NL1015417 2000-06-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015417C2 true NL1015417C2 (nl) 2001-12-14

Family

ID=19771528

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015417A NL1015417C2 (nl) 2000-06-13 2000-06-13 Transportinrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1167248A1 (nl)
NL (1) NL1015417C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1033313C2 (nl) 2007-01-31 2008-08-01 Vanderlande Ind Nederland Sorteerinrichting met name voor bagagestukken.
DE102009034935A1 (de) * 2009-07-28 2011-02-03 Siemens Aktiengesellschaft Anlage zum Transportieren und Sortieren von Paketen und dergleichen Gütern
DE102013000372A1 (de) * 2013-01-11 2014-07-17 Beumer Gmbh & Co. Kg Fördervorrichtung mit konkavem Gurt
DE102013105687A1 (de) 2013-06-03 2014-12-04 Krones Ag Vorrichtung zum Transportieren von Behältnissen mit magnetischem Antrieb
DK3696122T3 (da) * 2019-02-18 2023-12-18 Eurosort Bv Tværbåndssorterer
US11498761B1 (en) 2021-06-22 2022-11-15 Vmi Holland B.V. Method for dispensing discrete medicaments, a test station for testing a feeder unit, and a method for determining a fill level of a feeder unit
US11273103B1 (en) 2021-06-22 2022-03-15 Vmi Holland B.V. Method, computer program product and dispensing device for dispensing discrete medicaments
US11673700B2 (en) 2021-06-22 2023-06-13 Vmi Holland B.V. Device and methods for packaging medicaments with fault detection

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2902142A (en) * 1956-06-04 1959-09-01 Girardi Antonio Lawrence Fruit harvesting mechanism
FR1542285A (fr) * 1967-11-03 1968-10-11 Bordure de contenance pour tapis transporteurs et tapis obtenus au moyen de ladite bordure
FR2475015A3 (en) * 1980-03-14 1981-08-07 Canziani Francesco Multi-directional unloading conveyor for packets - has endless belt mounted on chassis which is capable of movement across rails or along them
FR2546858A1 (fr) * 1983-06-01 1984-12-07 Canziani Francesco Dispositif convoyeur a actionnement automatique, en particulier pour machines de triage
EP0393773A1 (en) 1989-04-19 1990-10-24 Rapistan Van Der Lande B.V. Conveyor
US5288194A (en) * 1991-10-18 1994-02-22 Tsubakimoto Chain Co. Device for unloading article from circulative loading base
EP0633208A1 (en) * 1993-07-08 1995-01-11 Toyokanetsu Kabushiki Kaisha Article sorting method and system
EP0878420A2 (en) * 1997-05-14 1998-11-18 FINMECCANICA S.p.A. Endless belt with upstanding ribs
EP0963926A1 (en) * 1998-06-12 1999-12-15 CML Handling Technology S.p.A. Belt for a sorting machine cell equipped with a restraining curb.

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4542808A (en) * 1983-06-30 1985-09-24 House Of Lloyd, Inc. Order filling system

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2902142A (en) * 1956-06-04 1959-09-01 Girardi Antonio Lawrence Fruit harvesting mechanism
FR1542285A (fr) * 1967-11-03 1968-10-11 Bordure de contenance pour tapis transporteurs et tapis obtenus au moyen de ladite bordure
FR2475015A3 (en) * 1980-03-14 1981-08-07 Canziani Francesco Multi-directional unloading conveyor for packets - has endless belt mounted on chassis which is capable of movement across rails or along them
FR2546858A1 (fr) * 1983-06-01 1984-12-07 Canziani Francesco Dispositif convoyeur a actionnement automatique, en particulier pour machines de triage
EP0393773A1 (en) 1989-04-19 1990-10-24 Rapistan Van Der Lande B.V. Conveyor
US5288194A (en) * 1991-10-18 1994-02-22 Tsubakimoto Chain Co. Device for unloading article from circulative loading base
EP0633208A1 (en) * 1993-07-08 1995-01-11 Toyokanetsu Kabushiki Kaisha Article sorting method and system
EP0878420A2 (en) * 1997-05-14 1998-11-18 FINMECCANICA S.p.A. Endless belt with upstanding ribs
EP0963926A1 (en) * 1998-06-12 1999-12-15 CML Handling Technology S.p.A. Belt for a sorting machine cell equipped with a restraining curb.

Also Published As

Publication number Publication date
EP1167248A1 (en) 2002-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3770107A (en) Device for conveying or transferring eggs
NL1015417C2 (nl) Transportinrichting.
NL9300909A (nl) Transportinrichting.
EP0188297B1 (en) Platform conveyor
NL1009222C2 (nl) Werkwijze en installatie voor het transporteren van goederen alsmede combinatie van een bak en van een door wielen ondersteund frame voor het transporteren van goederen.
NL9201774A (nl) Ophanging en geleiding van een vertikale transporteur in de lossingsslurf van een scheepslosser.
NL1018425C2 (nl) Inrichting voor het afleveren van in hoofdzaak bolvormige producten in een in hoofdzaak rechthoekige houder.
KR100423538B1 (ko) 물품분류장치
EP0426727B1 (en) Conveyor
NL8800402A (nl) Deegstukbuiginrichting.
NL9000393A (nl) Transportinrichting.
DE69500629D1 (de) Sortieranlage zum Entladen von Gegenständen
US20160031652A1 (en) Fruit and vegetable transport system for a harvesting machine and harvesting machine that includes said system
US5190135A (en) Tray for use in a sorting machine
JPS5849142B2 (ja) パン生地前処理装置
WO2007008089A1 (en) Continuous processing apparatus
JP6143564B2 (ja) 物品仕分装置
US3470998A (en) Slowdown means for longitudinal movement to lateral movement
GB2108918A (en) Apparatus having an articulated track for a moving endless loop
US20210387814A1 (en) A cross-belt sorter
US3905467A (en) Article aligning apparatus
BE1013092A6 (nl) Transportinrichting voor bloempotten en middelen daarvoor om bloempotten van transportllijn te veranderen.
JP6482376B2 (ja) 搬送装置における物品案内装置
WO2003024846A1 (en) Conveyor
EP3795502B1 (en) A buffer conveyor

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101