NL8100080A - Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van transporthouders aan eindloze kettingen in een continu transportsysteem. - Google Patents

Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van transporthouders aan eindloze kettingen in een continu transportsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL8100080A
NL8100080A NL8100080A NL8100080A NL8100080A NL 8100080 A NL8100080 A NL 8100080A NL 8100080 A NL8100080 A NL 8100080A NL 8100080 A NL8100080 A NL 8100080A NL 8100080 A NL8100080 A NL 8100080A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
endless chains
transport
engaged
transport container
rear axle
Prior art date
Application number
NL8100080A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Shinko Kiko Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Shinko Kiko Co filed Critical Shinko Kiko Co
Publication of NL8100080A publication Critical patent/NL8100080A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/12Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface comprising a series of individual load-carriers fixed, or normally fixed, relative to traction element
    • B65G17/123Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface comprising a series of individual load-carriers fixed, or normally fixed, relative to traction element arranged to keep the load-carriers horizontally during at least a part of the conveyor run
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/04Bulk

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

i *' * J -1-
Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van. transporthouders aan eindloze kettingen in een continu transportsysteem
De uitvinding heeft betrekking qp een aangrijpings-mechanisms voor de aangrijping van transporthouders aan een aantal eindloze kettingen in een continu transportsysteem, waar een groot volume bulklading zoals gebroken rotsgesteente, zand 5 of dergelijke continu getransporteerd kan worden naar een willekeurige hogere plaats, en betreft meer in het bijzonder een verbetering van het aangrijpingsmechanisme van het type waarbij twee lijnen van binnenste eindloze kettingen direct aangegrepen worden aan de voorste steunposities op de beide 10 zijwanden van de transporthouder en twee lijnen van buitenste.--eindloze kettingen indirect aangegrepen worden aan de achterste steunposities op de beide zijwanden van de transporthouder.
Vervolgens volgt een beschrijving van wat tot dusver op dit gebied bekend is.
15 Als middel voor het transporteren naar een hogere positie van los bulkmateriaal, zoals korzeivormig materiaal, gebroken blokken en andere materialen, is in het typerende geval een ennertransporteur bekend, bestaande uit een reeks enters, die aangegrepen worden aan eindloze kettingen, welke rond een 20 paar bovenste en onderste kettingwielen gevoerd worden, waarbij de eindloze kettingen in circulatie aangedreven worden door middel van een krachtbron, zoals een electromotor. Bij het gebruikelijke enmertransportsysteem, zoals in het voorgaande beschreven, wordt het losse bulkmateriaal, dat ter plaatse van een lagere positie 25 verzameld wordt, echter onmiddellijk opgevoerd naar een hogere positie door de earners, zodat het onmogelijk is bij dit transportsysteem cm bulklading, die continu toegevoerd wordt van een bandtransporteur, continu op te nemen en naar een hogere positie te transporteren.
30 De onderhavige uitvinding verschaft een nieuw en vernuftig houder circulerend type continu transportsysteem, dat geheel vrij is van de .bezwaren,, die aan het gebruikelijke 8 1 00 08 0 -2- Λ ι4 emirertransportsysteem verbonden zijn, en waardoor losse bulklading, die continu toegevoerd wordt door middel van een bandtransporteur, getransporteerd kan worden naar een hogere plaats in de verticale richting. Hiervoor is een octrooiaanvrage 5 ingediend in Japan, waarop octrooi verleend werd onder nummer 20.9:46/80. .
Het transportsysteem, waarop octrooi verleend werd, bevat een eerste 180 graden arikeersectie, waar los bulkmateriaal opgencmen wordt, een eerste horizontale overbrengsectie, ΊΟ een eerste paar 90 graden draaisecties, een omhoog bewegende sectie, een tweede paar 90 graden: draaisecties, een tweede horizontale overbrengsectie, een tweede 180 graden orrikeersectie, waar los bulkmateriaal afgevoerd, een eerste horizontale terug-voersectie, een eerste 90 graden terugvoerdraaisectie, een ie ,en -*-> amlaagterugvoersectie, / een tweede horizontale terugvoersectie, waarbij twee paar binnenste en buitenste eindloze kettingen zich doof de respectieve secties zoals in het voorgaande vermeld uitstrekken cm transporthouders in circulatie daardoor te bewegen. Een eerste paar binnenste eindloze kettingen werden aangegrepen 20 aan de respectieve transporthouders in een positie ter plaatse van hun voorste deel en een tweede paar buitenste eindloze kettingen werden aangegrepen aan de respectieve transporthouders in een positie ter plaatse van hun achterste deel, zodat de transporthouders achter, elkaar uitgericht worden. Opgemerkt moet worden dat 25 de kettingwielen, die zich ter plaatse van de binnenste 90 graden draaisectie bevinden, de binnenste eindloze kettingen daarop gevoerd hebben, en de kettingwielen, die zich ter plaatse van de buitenste 90 graden -_.£: draaisectie bevinden, de buitenste eindloze kettingen daarop gevoerd hebben, zodat de transporthouders 20 omhoog bewegen met bewaring van hun horizontale stand over de géhele omhoog bewegende sectie terwijl zij een bepaalde afstand boven elkaar aanhouden. De respectieve transporthouders hebben een aangrijpingsplaat vast daaraan verbonden, welke aangrijpings-plaat van meegevend materiaal dient om te voorkomen dat daarin „25 opgenomen bulkladen omlaag valt door een speling tussen de twee 8100080 » * -3- aangrenzende transporthouders. De respectieve transporthouders keren cm ter plaatse van de eerste 180 graden cmkeersectie cm los bulkmateriaal op te nemen uit een laadhopper met hun stand cmgekeerd over 180 graden, bewegen langs de eerste horizontale 5 cverbrengsectie, veranderen de richting van hun beweging ter plaatse van het eerste paar 90 graden draaisecties cm omhoog te bewegen door de gehele cirihoog bewegende sectie met bewaring van hun horizontale stand, bewegen dan langs de tweede horizontale overbrengsectie en voeren tenslotte los bulkmateriaal af ter 10 plaatse van de tweede 180 graden cmkeersectie.
Het in het voorgaande vermelde gebruikelijke continue transportsysteem zal meer in detail in het volgende beschreven worden. Pig. 1 is een schematisch zijaanzicht van. het gebruikelijke continue transportsysteem zoals in het 15 voorgaande beschreven. De 180 graden cmkeersectie C is voorzien van een as 4, binnenste kettingwielen 2 en 2 en buitenste ketting-wielen 2' en 2', welke binnenste en buitenste kettingwielen aan de as 4 verbonden ter plaatse van de beide einddelen daarvan, zoals in fig. 2 voorgesteld. Verder heeft de as 4 legers 3 en 3 . 20 ter plaatse van de beide einden daarvan, welke legers 3 en 3 opge-ncmen zijn in een (niet weergegeven) kast. Verder wordt de as 4 roteerbaar gedragen door een leger 13, dat er op berekend is cm te schuiven binnen een monteringsgestel 12, waarbij dit leger 13 instelbaar is door middel van een stelschroef 14, die door 25 een steunwand 121 van het monteringsgestel 12 geschroefd wordt, zodat de eindloze kettingen de optimum spanning ingesteld hébben met behulp van het sdiroeforgaan 14. De 90 graden draaisectie C' is qp dezelfde wijze geconstrueerd als de in het voorgaande vermelde 180° cmkeersectie C, terwijl de 90 graden draaisectie C" 30 ook op dezelfde wijze geconstrueerd is als de in het voorgaande vermelde 180° cmkeersectie C behalve dat de binnenste kettingwielen 2 en 2 gevormd zijn met uitsnijdingen ter plaatse van de posities waar aangrijping~s tukken voor de aangrijping van de buitenste eindloze kettingen 1' aan de transporthouders E de kettingwielen 35 mochten belemmeren. Dit verzekert een glad verlopende beweging van 8100080 :* ·♦ -4- * de transporthouders wanneer zij door de 90 graden draaisectie C" gaan, doordat de aangrijpingstukken de in het voorgaande vermelde uitsnijdingen van de binnenste kettingwielen 2 en 2 binnen gaan. De tweede 180 graden ankeersectie D is op dezelfde 5 wijze geconstrueerd als de eerste 180° omkeersectie C behalve dat de as 4 voorzien is van een aandrijvend kettingwiel 2", dat vastzit ter plaatse van het ene einde daarvan, dat werkzaam verbanden is aan de motor M, zodat het gehele transportsysteem in circulatie aangedreven wordt door middel van de motor M.
10 Verder worden in de 90 graden draaisectie A de assen 4 en 4 met de buitenste kettingwielen 2' en 2r daarop gemonteerd ondersteund door middel van beide legers 3 en 3, terwijl in de 90 graden draaisectie B de assen 4' en 4' met-de binnenste kettingwielen 2 en 2 daarop gemonteerd ondersteund 15 worden door middel van beide legers 3 en 3. Opgemerkt moet worden dat twee paar 90 graden draaisecties A en B alsmede A' en B' zich dezelfde afstand uiteen bevinden als tussen de voorste en achterste steunassen van de respectieve transporthouders E Optreedt.
20 Zoals in fig. 1 voorgesteld is, is het transport systeem zodanig geconstrueerd dat de beide binnenste en buitenste eindloze kettingen. 1 en 1' rond de beide binnenste en buitenste kettingwielen gevoerd worden ter plaatse van de eerste en tweede 180 graden omkeersecties C en D en 90 graden draaisecties A, B, A', 25 B', C' en C" en de binnenste eindloze kettingen 1 en 1 aangegrepen worden aan de transporthouders ter plaatse van het voorste deel terwijl de buitenste eindloze kettingen 1' en 1' aangegrepen worden aan de transporthouders ter plaatse van het achterste deel daarvan zodat de respectieve transporthouders E zich met hun 30 einden tegen elkaar aan bevinden gedurende hun horizontale beweging door de horizontale overbreng- en terugvoersecties. Intussen worden in de omhoogbewegingsectie de respectieve transporthouders opgevoerd met bewaring van de horizontale stand. Zodoende worden dankzij de constructieve inrichting zoals — 35 in het voorgaande beschreven een reeks transporthouders aange- 8100080 -5- 4 i dreven door middel van de motor M cm door het gehele transportsysteem te circuleren.
Zoals in het voorgaande beschreven is, bevinden de kettingwielen zich. ter plaatse van de 90 graden draaisecties 5 A en B alsmede A' en B* dezelfde afstand uiteen als de afstand _1 tussen de voorste en achterste steunassen. De transporthouders E behouden de horizontale stand met hun open zijde omhoog gekeerd
gedurende de besieging van de eerste 180 graden cmkeersectie C
door de 90 graden draaisecties A, B, A‘ en B' naar de tweede 10 180 graden cmkeersectie D en keren dan cm ter plaatse van de tweede 180 graden cmkeersectie D. Bij het ingaan van de terugvoerbeweging behouden zij de horizontale stand met hun open zijde cmlaag gekeerd door de eerste en tweede horizontale terugkeersecties terwijl zij door de cmlaagbewegingsectie gaan 15 met bewaring van hun verticale stand en keren zij dan om ter plaatse van de eerste 180 cmkeersectie C cm de oorspronkelijke horizontale stand weer aan te nemen met de open zijde omhoog gekeerd, zodat een enkele transportcyclus voltooid is. Vervolgens begint de volgende transportcyclus.
20 Daar de beide binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden aan de respectieve transporthouders E ter plaatse van de voorste en achterste delen daarvan qp een vaste afstand gelijk aan de middenafstand 1^ tussen de voorste en achterste steunassen van de transporthouders E, gebeurt het 25 dat een verschil in lengte opgewekt wordt tussen de booglengte van de eindloze kettingen rond de kettingwielen en de rechte lengte I_* tussen de beide einden van de in het voorgaande vermelde boog, die de voorste steunas verbindt aan de achterste steunas, welke rechte lengte 1' iets korter is dan de booglengte die gelijk 30 is aan de afstand 1 tussen de voorste en achterste steunassen, wanneer de transporthouders door de eerste en tweede 180 graden de cmkeersecties C en D alsmede door/90 graden draaisecties C' en C gaan. Zodoende vinden vaak moeilijkheden plaats bij het gebruikelijke transportsysteem wanneer de transporthouders door deze cmkeer-35 en draaisecties gaan. Om het technische probleem zoals in het 8100080 -6- 9 4 voorgaande beschreven op te lossen worden volgens de uitvinding de voorste steunassen van de transporthouders zwenkbaar verbonden aan de binnenste eindloze kettingen door middel van zwenkver-bindingen die aangébracht worden in een positie op de beide 5 zijwanden daarvan zodat het dimensionele verschil tussen de afstand tussen de aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden aan de transporthouders en de afstand tussen de voorste en achterste steunassen daarvan voldoende gecompenseerd wordt door middel van de . 10 zwenkbeweging van de zwenkverbindingen wanneer zij door de eerste en tweede 180 graden orrikeersecties C en D alsmede door de 90 graden draaisecties C' en C" gaan. Fig. 3 is een schematisch zijaanzicht van een ander gebruikelijk transportsysteem met het voorgaande voorstel daardoor belichaamd, die op een grotere schaal 15 weergegeven is dan fig. 1. De zwenkverbinding, die een essentieel bestanddeel van het voorgaande voorstel vormt, is aangemerkt met het verwijzingscijfer 15.
In feite treedt nog een ander technisch probleem op bij het gebruikelijke transportsysteem in weerwil van het féit 20 dat de glad verlopende beweging van de transporthouders ter plaatse van de 180 graden cmkeersecties en 90 graden draaisecties verzekerd wordt dankzij het voorgaande voorstel. Zoals zonder meer duidelijk zal zijn uit fig. 3, wordt de aandrijvende kracht die op de transporthouders uitgeoefend wordt in de horizontale 25 richting alsmede hun gewichtslast gedurende de cmlaagterugvoer-beweging alleen gevoerd door twee lijnen van buitenste eindloze kettingen 1' en 1' die direct verbonden zijn aan de transporthouders ter plaatse van het achterste deel daarvan, terwijl twee lijnen sfce van binnen/ eindloze kettingen 1 en 1 die zwenkbaar verbonden zijn ! 30 aan de transporthouders ter plaatse van het achterste deel daarvan door middel van de zwenkverbindingen 15 deelnemen in het dragen van de gewichtslast van de transporthouders E gedurende de cmhoog-beweging. Als gevolg hiervan worden de buitenste eindloze kettingen 1' en 1' meer langgerekt dan de binnenste eindloze kettingen 1 en 1 _ 35 met het verstrijken van de tijd. Dit zal er toe leiden dat de los 8 1 0 0 08 0 ♦ -» -7- zittende eindloze kettingen buiten aangrijping kanen met de kettingwielen. Sons is gebleken dat de transportbouders omhoog bewegen met bewaring van hun hellende stand door de gehele oihoogbewegingsectie, welke hellende stand veroorzaakt wordt 5 door de groter geworden afstand tussen de aangrijpingsposities waar de beide binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden aan de transporthouders in een positie ter plaatse van de voorste en achterste delen daarvan.
Kort omschreven beoogt de onderhavige uitvinding in IQ feite de bezwaren, die aan het gebruikelijke transportsysteem verbonden zijn zoals in het voorgaande beschreven is, te ondervangen en het mogelijk te maken cm een glad verlopende beweging van een reeks transportbouders door 180 graden cmkeersecties alsmede ter plaatse van 90 graden draaisecties te verzekeren 15 met behulp van een aangrij pingsmechanisme voor de transportbouders zonder enige zwenkorganen zoals zwenkverbindingen die vast verbonden zijn aan de zijwanden van de respectieve transportbouders ter plaatse van bun voorste steunposities in bet transportsysteem alsmede cm bet aangrijpingsmechanisme qp een zodanige wijze 20 te construeren dat een ongebalanceerde verdeling van de ge- wichtslast die door de binnenste en buitenste eindloze kettingen gedragen moet worden voldoende gecompenseerd wordt. Meer specifiek is het aangrijpingsmechanisme voor de transportbouders volgens de uitvinding zodanig dat stationaire voorste assen 25 qp de beide zijwanden van de transportbouders ter plaatse van de voorste steunpositie direct aangegrepen worden aan twee lijnen van binnenste eindloze kettingen en een beweegbare achterste as die zich in dwarsrichting uitstrekt door de transporthouder ter plaatse van de achterste steunpositie 30 aangegrepen wordt aan twee lijnen van buitenste eindloze kettingen die verplaatsbaar zijn in een zekere mate. Gedurende de de cmlaag-beweging van de transportbouders wordt hun gewichtslast gedragen door de buitenste twee eindloze kettingen die aangegrepen worden aan de beweegbare achterste as welke tegen een stopper van een 35 begrenzingsonderdeel aanligt. Met het verstrijken van de tijd 8100080 9 « -8- worden de in het voorgaande vermelde twee lijnen van buitenste eindloze kettingen geleidelijk langgerekt en zodoende wordt de afstand tussen de beide aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden 5 aan de transporthouder corresponderend verminderd. Als gevolg hiervan neemt de gewichtslast die door de beweegbare achterste as gedragen wordt via de stopper in het begrenzingsonderdeel af en begint de stationaire voorste as op zijn beurt deèl te netten in het dragen van de gewichtslast, hetgeen resulteert 10 in langgerekte binnenste eindloze kettingen. Zodoende wordt afwisselend langgerektheid van de twee binnenste eindloze kettingen en de twee buitenste eindloze kettingen geproduceerd zodat een ongebalanceerde verdeling van de gewichtslast die daardoor gedragen moet worden op bevredigende wijze gecompenseerd 15 wordt. Verder wordt dankzij de constructieve maatregel dat de relatieve afstand tussen de aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden aan de transporthouders instelbaar is bij het gébruik van het . aangrijpingsmechanisme volgens de uitvinding de afstand tussen 20 de beide steunassen ter plaatse van de voorste en achterste gedeelten van de transporthouder veranderd in afhankelijkheid van de booglengte van de eindloze kettingen, wanneer de transporthouders door 180 graden arkeersecties alsmede door 90 graden draaisecties: gaan met het gevolg dat zij daardoor bewegen zonder 25 enige moeilijkheden en lawaaierig geluid.
Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding is de beweegbare as ter plaatse van de achterste steunpositie van de transporthouder zodanig ingericht dat deze heen en weer beweegt in een zekere beperkte mate door middel van een cambi-30 natie van een paar bovenste en onderste - léiplaten die zich loodrecht op de. zijwand van de transporthouder uitstrekken langs de onttrek van een langgerekte opening die daarop gevormd is en een stopper die zich loodrecht op de zijwand van de transporthouder uitstrekt en zich achter het achterste deel van de lang-35 gerekte opening bevindt. Met andere woorden is de achterste as 8 1 0 0 08 0 -9- beweegbaar in de mate van de langsdiameter van de langgerekte cpening.
Teneinde te voorkomen dat in de respectieve transport-houders opgencmen bulklading wegvalt door de langgerekte openingen 5 op de beide zijwanden daarvan is gezorgd voor preventieve middelen bestaande uit een buisvormige afstandsbekleding, die de beweegbare achterste as omsluit, en blinde platen, die vast verbonden zijn aan de buisvormige afstandsbekleding ter plaatse van de beide einden daarvan.
10 Voorts is bij een andere voorkeursuitvoering van de uitvinding de beweegbare achterste as ter plaatse van de achterste steunpositie van de transporthouder zodanig ingericht dat deze zwenkbaar heen en weer beweegt in een zekere beperkte mate die begrensd wordt door middel van een combinatie van 15 een steun die zich omlaag uitstrekt van een boogvormige langgerekte opening am. vast verbonden te worden aan de zijwand van de transporthouder, een verbinding die zwenkbaar verbonden is aan de steun ter plaatse van het ondereinde daarvan en een stepper die gevormd is qp het bovenste gedeelte van de steun 20 en zich. achter het achterste deel van de langgerekte opening bevindt. Bij deze uitvoering is de achterste as beweegbaar in de mate van de langsdiameter van de boogvormige langgerekte opening.
Bijgevolg is het een voornaamste oogmerk van de uitvinding cm te voorzien in een aangrijpingsmechanisme voor 25 transporthouders in het S-vormige transportsysteem, dat doeltreffend is bij het oonpenseren van een ongebalanceerde ge-wichtslastverdeling op de beide binnenste en buitenste eindloze kettingen waaraan de respectieve transporthouders aangegrepen worden en dat instelbaar is in de middenafstand tussen de beide voorste 30 stationaire/assen en beweegbare achterste as wanneer zij door 180 graden omkeersecties alsmede door 90 graden draaisecties gaan.
Een ander oogmerk van de uitvinding is cm te voorzien in een aangrijpingsmechanisme voor transporthouders dat eenvoudig 35 van constructie en gemakkelijk te fabriceren is.
8100080 -10-
Nog een ander oogmerk van de uitvinding is om te voorzien in een aangrijpingsmechanisme voor transporthouders dat vrij is van het gevaar dat in de houders opgenomen bulklading omlaag valt door het aangrijpingsmechanisme.
5 Andere oogmerken en voordelige aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving aan de hand van de tekeningen, waarin dezelfde verwijzingscijfers gébruikt zijn in al de figuren om overeenkomstige delen aan te geven.
10 Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht, waarin in beginsel het constructiemechanisme van het gebruikelijke S-vormige transportsysteem voorgesteld is.
Fig. 2 is een gedeeltelijk vooraanzicht, waarin de inrichting van kettingwielen en eindloze kettingen ter plaatse 15 van de 180 graden omkeersecties C en D alsmede ter plaatse van de 90 graden draaisectie A en B voorgesteld is, in de richting loodrecht op die in fig. 1 beschouwd.
Fig. 3 is een schematisch zijaanzicht van een ander gebruikelijk S-vormig transportsysteem overeenkomstig aan fig.
20 1.
Fig. 4 is een schematisch zijaanzicht van een S-vormig transportsysteem overeenkomstig aan fig. 3, waarbij een transporthouderaangrijpingsmechanisme volgens de uitvinding daarvoor aangewend wordt.
25 Fig. 5 is een afbeelding in perspectief van de transporthouder met het aangrijpingsmechanisme volgens de uitvinding daarin belichaamd, waarbij de voorste en aöhterste steunassen en de beide binnenste en buitenste eindloze kettingen in een gedemonteerde toestand voorgesteld zijn en de zijwand 30 van de houder gedeeltelijk weggesneden is.
Fig. 6 is een gedeeltelijke verticale doorsnede van het aangrijpingsmechanisme ter plaatse van de voorste steunas van de houder.
Fig. 7 is een gedeeltelijke verticale doorsnede 35 van het aangrijpingsmechanisme ter plaatse van de voorste 8100080 11 steunas van de houder.
Fig. 8 is een gedeeltelijke schematische afbeelding van het transportsysteem met het aangrijpingsmechanisme daarvoor aangewend, waarbij langgerektheden van de beide binnenste en 5 buitenste eindloze kettingen afwisselend gecompenseerd worden.
Fig. 9 is een afbeelding in perspectief van de transporthouder overeenkomstig aan fig. 1, waarbij het aangrijpingsmechanisme volgens een andere uitvoering van de uitvinding daarvoor belichaamd wordt, en 10 fig. 10 is een gedeeltelijke verticale doorsnede van het aangrijpingsmechanisme ter plaatse van de achterste steunas overeenkomstig aan fig. 7, welk aangrijpingsmechanisme zo is als in fig. 9 weergegeven is.
Vervolgens volgt een gedetailleerde beschrijving 15 van twee voorkeursiiitvoeringen van de uitvinding.
Meer specifiek is fig. 4 een schematisch zijaanzicht van het gehele S-vorxrtige transportsysteem met het transporthouder^· aangrijpingsnechanisme volgens de uitvinding daarvoor aangewend. Daar de constructie en werking van het transportsysteem zelf 20 vrijwel gelijk zijn aan die van het gebruikelijke S-vormige transportsysteem, dat in fig. 1 en 3 weergegeven is, behoudens het aangrijpingsmechanisme voor de transporthouder, zijn dezelfde verwij zingscij fers gébruikt cm overeenkomstige delen aan te geven. Door de eenvoud wordt het telkens weer beschrijven van overeen-25 komstige delen achterwege gelaten.
Fig. 5 is een gedeeltelijk weggesneden afbeelding in perspectief van een transporthouder E en buitenste en binnenste eindloze kettingen 1 en 1' die aangegrepen moeten worden aan de transporthouder E met behulp van het aangrijpingsmechanisme volgens 30 de uitvinding, fig. 6 is een gedeeltelijke verticale doorsnede van het aangrijpingsmechanisme ter plaatse van de voorste steunas, en fig. 7 is een andere gedeeltelijke verticale doorsnede van het aangrijpingsmechanisme ter plaatse van de achterste steunas.
De transporthouder E is vervaardigd van stalen platen, en heeft 35 een bootvormige doorsnede in de langsrichting beschouwd. Verder is 8100080 V * -12- de houder voorzien van een plaat, die van meegevend materiaal vervaardigd is, welke plaat vast verbonden is aan het staarteind-gedeelte van de transporthouder op een zodanige wijze dat het voorloopeindgedeelte van de volgende transporthouder bedekt 5 wordt opdat bulklading die afgevoerd moet worden in .de·' trans^porfchouder door de onderste bulkladingtoevoer F niet omlaag valt door een speling tussen de twee aangrenzende transport-houders. Overigens zal het gevaar bestaan dat verstrooid materiaal af gezet wordt op de bewegende eindloze kettingen, 10 waardoor het gehele transportsysteem beschadigd wordt. Bovendien is de transporthouder gevormd met een rechthoekige opening ter plaatse van de onderkant daarvan en is deze rechthoekige. opening bedekt met een afzonderlijke bodenplaat 16' die van meegevend materiaal zoals rubber of dergelijke vervaardigd is.
15 Zoals zonder meer uit fig. 4 duidelijk zal zijn wordt deze meegevende bodemplaat 16 ' cmhoog gedrukt door middel van de rol R op de aangedreven as van het kettingwiel dat zich ter plaatse van de 180 graden cmkeersectie D bevindt, wanneer de transporthouder E daardoor gaat. Als gevolg hiervan wordt 20 bulklading, die zich aanhechtend qp de bodenplaat 16' afgezet heeft, volledig afgevoerd.
Met het verwijzingscijfer 17 is een steun qp de beide zijwanden van de transporthouder E ter plaatse van de voorste steunplaats aangegeven, welke steun 17 een as 18 heeft, 25 waarvan een einde vast daaraan verbonden is door het aanhalen van een moer 18^ en het andere einde aangegrepen wordt aan de binnenste eindloze ketting 1. Een splitpen 18^ wordt aangebracht om te voorkomen dat de binnenste ketting 1 los raakt van de as 18. Ih de achterste steunposïtie is een langgerekte opening 30 19 gevormd op de beide zijwanden aan de houder E. Verder zijn zowel langs de boven- en benedenomtrek van de langgerekte opening 19 een paar evenwijdige leiplaten 20^ en 202 aangebracht, terwijl ter plaatse van het achterste deel van de opening 19 een stopper 20^ aangebracht is, waarbij de leiplaten 201 en 202 alsmede __35 de stopper 20^ zich in de horizontale richting loodrecht op de 8100080 -13- zijwanden van de transporthouder uitstrekken. Met het verwi jzings-cijfer 21 is een in langsrichting verplaatsbare as aangegeven, die zich door de langgerekte openingen 19 uitstrekt, waarbij een buisvormige afstandsbekleding 22 over deze as 21 aangebracht 5 is. Verder zijn rechthoekige schuiflegers 20^ verplaatsbaar in de langsrichting aangebracht binnen het gebied dat begrensd wordt door middel van de beide bovenste en onderste leiplaten 20^ en 202 alsmede de achterste stopper 20^. Zodoende wordt een begrenzingsonderdeel 20 gevormd door een oonhinatie van de lei-10 platen 20^ en 202 en de stopper 20^ op de beide zijwanden van de houder. Opgemerkt moet worden dat de langgerekte opening 19 iets groter gedimensioneerd is dan de diameter van de beweegbare as 21 en zodoende wordt de beweegbare as 21 ondersteund door middel van de beide bovenste en onderste leiplaten 15 20^ en 202 alsmede de stopper 20^ met behulp van het schuifleger 20^, hetgeen tot gevolg heeft dat er geen gelegenheid bestaat dat de beweegbare as 19 in contact kant met de ontrek van de langgerekte opening 19. Met het verwi j zingsci j fer 23 is een steun voor de aangrijping van de beweegbare as 21 net de 2Q buitenste ketting 1' aangegeven, welke steun 23 de binnenste eindloze ketting 1 overbrugt. De steun 23 is gevormd met een geboord gat 23^ ter plaatse van de ene zijwand daarvan waardoor het geschroefde gedeelte 21 van de beweegbare as 21 zich uit-strekt on aangehaald te worden door middel van een moer 21.,.
25 Intussen heeft de steun 23 de buitenste eindloze ketting 1' daaraan aangegrepen door middel van een ccsifoinatie van een bout 232 en moer 23^· In dit verband moet worden qpgemerkt dat de afstand tussen de beide aangrij pingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden 30 aan de transporthouders in hoofdzaak gelijk gedimensioneerd is aan de afstand tussen de vooiste stationaire assen 18 en de achterste beweegbare as 21 in een zodanige werkgesteldheid dat het schuifleger 20^ tegen de achterste stopper 20^ aanligt. Voorts is met het verwij zingscij fer 24 een verplaatsbare blinde _ 35 plaat aangegeven, die vastzit aan de buisvormige afstandsbekleding 8 1 0 0 08 0 -14- 22 teneinde te voorkomen dat bulkmateriaal omlaag valt door de speling tussen de langgerekte opening 19 en beweegbare as 21.
Uit het feit dat het aangrijpingsmechanisme is 5 geconstrueerd/voor .de respectieve transporthouders op de in het voorgaande beschreven ; wijze volgt dat de beide voorste en achterste assen 18 en 21 in hoofdzaak dezelfde gewichtslast dragen gedurende de canhoogbeweging van de transporthouders E en juist de achterste beweegbare as 21 10 het gehele gewicht van de transporthouder E draagt via het schuif leger 20^ dat·:..,tegen de achterste stopper 20 ^ aanligt gedurende de amlaagbeweging van de transporthouders E, hetgeen resulteert in langgeréktheid van de buitenste eindloze kettingen 1' die aangegrepen worden aan de beweegbare as 21 als gevolg van 15 de gewichtslast daarop. Dit leidt er toe dat de afstand tussen de aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden aan de transporthouders relatief vermindert. Als gevolg hiervan neemt de gewichtslast die op de stopper 20^ uitgeoefend wordt via het schuifleger 20^ af 20 en nemen dé voorste stationaire assen 18 op hun beurt deel in het geleidelijk dragen van de gewichtslast zodat de binnenste eindloze kettingen 1 langgerekt worden.
Vervolgens wordt het in het voorgaande vermelde operationele gedrag meer in detail beschreven aan de hand van 25 fig. 8. In het begin bedraagt de afstand tussen de beide voorste en achterste assen in de transporthouder _1 in een zodanige werkgesteldheid dat het schuifleger 20^ tegen de stopper 20^ aanligt, terwijl de afstand tussen de beide aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze 30 kettingen aangegrepen worden aan de transporthouder ook _1 bedraagt. Intussen wordt aangenomen dat de afstand tussen de . aangrijpingsposities waar de achterste assen van de respectieve transporthouders E, E' en E" aangegrepen worden aan de buitenste eindloze kettingen L bedraagt. Als de buitenste eindloze kettingen - 35 1* langgerekt worden als gevolg van de gewichtslast daarop wordt 8100080 -15- de In het voorgaande vermelde afstand L een andere afstand L' die iets langer is dan L. Bij beschouwing van deze langgerektheid uit een oogpunt van de transporthouder E, wordt de werkafstand tussen de aangrijpingspunten waar de binnenste en buitenste 5 eindloze kettingen aangegrepen worden aan de transporthouder E' verminderd tot 1^ - (L' - L), terwijl de werkafstand tussen de aangrijpingspunten waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen aangegrepen worden aan de volgende transporthouder E" ook verminderd wordt tot 1-2 x (L' - L). Uit de korter 10 geworden afstand zoals in het voorgaande beschreven volgt dat het schuifleger 20^ van de stopper 20^ af beweegt en daardoor wordt de te dragen gewichtslast geleidelijk overgebracht van de buitenste eindloze kettingen 1’ op de binnenste eindloze kettingen 1 met het gevolg dat de laatste langgerekt wordt.
15 Daar de in het voorgaande beschreven lastoverbrenging geleidelijk en afwisselend tot stand komt, wordt de langgerektheid van de buitenste eindloze kettingen 1* en binnenste eindloze kettingen 1 afwisselend gecompenseerd. Zodoende wordt verzekerd dat operationele moeilijkheden zoals verkeerde aangrijping van een eind-20 loze ketting aan een kettingwiel als gevolg van ongebalanceerde langgerektheid van een van de binnenste en buitenste eindloze kettingen, buiten aangrijping raken van een eindloze ketting van een kettingwiel, een hellende stand van een transporthouder die veroorzaakt wordt gedurende de arhoogbeweging daarvan of 25 dergelijke in geen geval plaats vindt en dat een glad verlopende beweging tot stand kcmt zonder enig lawaaierig geluid wanneer de transporthouders E door de 180 graden omkeersecties C en D of 90 graden draaïsecties C' en C" gaan dankzij het feit dat de afstand tussen de aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste 30 eindloze kettingen aangegrepen worden aan de transporthouder passend ingesteld wordt door middel van voorwaartse verplaatsing van de beweegbare as 21.
Daarentegen treedt een geval qp dat de afstand tussen de aangrijpingsposities waar de binnenste en buitenste eindloze 35 kettingen aangegrepen worden aan de transporthouders geringer 81 00 08 0 -16- gedlmensioneerd is dan, de afstand tussen de voorste stationaire as 18 en achterste beweegbare as 21 en zodoende kcmt de kettingaangrijping tot stand in een zodanige werkgesteldheid dat het schuif leger 20^ niet tegen de stopper 20^ aanligt..
5 In dit geval nonen eerst de voorste stationaire assen 18 het dragen van de gewichtslast van de transporthouder op zich, waardoor de binnenste eindloze kettingen 1 langgerekt worden.
Als gevolg hiervan wordt de afstand tussen de aangrijpings-posities waar de binnenste en buitenste eindloze kettingen 10 aangegrepen worden aan de transporthouder een andere afstand die langer is dan de vorige, zodat het schuif leger 20^ geleidelijk de stopper 20 ^ nadert tot de eerste tegen de laatste aanligt. Zodoende worden langgerektheden van de buitenste en binnenste eindloze kettingen wederzijds geccmpen-15 seerd op dezelfde wijze als in het voorgaande beschreven is.
Fig. 9 en 10 tonen een andere uitvoering van het begrenzingsonderdeel 20 door middel van een afbeelding in een perspectief en/verticale doorsnede. Bij deze gewijzigde uitvoering heeft de transporthouder E een steun 25 vast 20 daaraan verbonden ter plaatse van de achterste steunplaats, welke steun 25 zich omlaag uitstrekt van een langwerpige opening 19' en een zwenkverbinding 20'^ heeft, die zwenkbaar daaraan verbonden is ter plaatse van het ondereinde door middel van een pen 20'2· Deze zwenkverbinding 20'^ draagt de be-25 weegbare as 21 ter plaatse van het boveneinde. Opgemerkt moet worden dat de langgerekte opening 19' verschillend is van de langgerekte opening 19 bij de vorige uitvoering aangezien de eerste gevormd is in de vorm van een boog met een straal gelijk aan de middenafstand van de zwenkverbinding 20'Een 30 stopper 20'3 is aangebracht achter de langgerekte opening 19' ter plaatse van het bovenste gedeelte van de steun 25. Zodoende wordt bij deze uitvoering van het aangrijpingsmeChanisme het begrenzingsonderdeel 20' gevormd door een combinatie van de zwenkverbinding 20^, pen 20'2 en stopper 20'^· Bij deze __35 uitvoering beweegt de beweegbare as 21 heen en weer, onder 8 1 0 0 08 0 -17-
• * N
het beschrijven van een bcogtraject met een straal gelijk aan de middenafstand van de zwenkverbinding 20'^ terwijl bij de voringe uitvoering de beweegbare as 21 heen en weer beweegt onder rechtgeleiding door middel van het begrenzingsonderdeel 5 20. Zodoende wordt een meer glad verlopende d.w.z. soepeler beweging van de beweegbare as 21 verzekerd dankzij de bepaalde zwenkbeweging van de zwenkverbinding 20^ met behulp van de pen 20^. De verdere constructie en werkingen van het aan-grijpingsmecihanisme zijn gelijk aan die bij de vorige uitvoering 10 van de uitvinding.
Kort onschreven is in het voorgaande een nieuw en vernuftig aangrij pingsmechanisme voor de aangrijping van een reeks transporthouders aan een aantal eindloze kettingen in een continu transportsysteem dat in hoofdzaak bestaat uit 15 transporthouders, twee paar binnenste en buitenste eindloze kettingen die aangegrepen worden aan de respectieve transporthouders ter plaatse van hun voorste en achterste steungedeelten en een aantal kettingwielen rond welke de eindloze kettingen gespannen worden, welke transporthouders gecirculeerd worden 20 on daarin opgenanen bulklading op te voeren over de kortste afstand, voorgesteld, dat zodanig geconstrueerd is dat stationaire voorste assen direct aangegrepen worden aan twee lijnen van eindloze kettingen en een beweegbare achterste as die zich in dwarsrichting uitstrekt door de transporthouder 25 indirect aangegrepen wordt aan twee lijnen van de eindloze kettingen op een zodanige wijze dat de achterste as beweegbaar is in een zékere mate die begrensd wordt door middel van een begrenzingsonderdeel. Het begrenzingsonderdeel, waardoor de beweging van de achterste as beperkt wordt over een zékere 30 afstand, wordt gevormd door een carrbinatie van een paar bovenste en onderste leiplaten die zich bevinden langs de ontrek van een langgerekte opening waardoor de achterste as zich. uitstrékt en een stapper die zich ter plaatse van het achterste deel van de langgerekte opening bevindt. De bovenste __35 en onderste leiplaten kunnen vervangen worden door een 8100080 -18- verbindingsorgaan.dat zwenkbaar verbonden is aan de zijwanden van de transporthouder ter plaatse van het onderste deel daarvan.
8 1 0 0 08 0

Claims (8)

1. Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van een reeks transporthouders aan een aantal eindloze kettingen in een S-vonnig transportsysteem dat in hoofdzaak bestaat uit transporthouders, twee paar binnenste en buitenste 5 eindloze kettingen die aangegrepen worden aan de respectieve transporthouders ter plaatse van hun voorste en achterste gedeelten en een aantal kettingwielen rand welke de eindloze kettingen gespannen worden, welke transporthouders gecirculeerd worden langs de kettingwielen door middel van de eindloze 10 kettingen die er op berekend zijn om aangedreven te worden door een krachtbron zodat losse lading, die ter plaatse van wordt “ de onderste positie afgezet wordt, opgevoerd/over de kortste verticale afstand, gekenmerkt doordat stationaire vooiste assen op de beide zijwanden van de respectieve transporthouders 15 ter plaatse van het voorste gedeelte daarvan aangegrepen worden aan twee lijnen van binnenste eindloze kettingen en een beweegbare achterste as die zich door de respectieve transporthouders uitstrékt ter plaatse van het achterste gedeelte daarvan aangegrepen wordt aan twee lijnen van buitenste 20 eindloze kettingen ter plaatse van de beide einden daarvan op een zodanige wijze dat de achterste as beweegbaar is in de langsrichting over een zekere afstand door middel van een begrenzingsonderdeel.
2. Aangrijpingsmechanisme volgens conclusie 1, 25 gekenmerkt doordat de stationaire voorste assen aangegrepen worden aan de binnenste eindloze kettingen door middel van een stopper of aanslagorgaan ter plaatse van het einddeel daarvan, welk aanslagorgaan er toe dient om te voorkarren dat de binnenste eindloze kettingen.ïös raken van de voorste 30 assen.
3. Aangrijpingsmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het genoemde begrenzingsonderdeel voor het begrenzen van de beweging van de beweegbare achterste as bestaat uit een paar bovenste en onderste leiplaten langs een 8100080 % V -20- langgerekte opening... qp de beide zijden van de transporthouder, welke leiplaten zicih. naar buiten loodrecht op de zijwand van ' de transporthouder uitstrekken, en een stopper die zich ter plaatse van het achterste deel van de langgerekte opening 5 bevindt, welke stopper zich naar buiten loodrecht op de zijwand van de transporthouder uitstrekt.
4. Aangrijpingsmechanisme volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de genoemde beweegbare achterste as geleid wordt door middel van de begrenzingsonderdelen op 10 de beide zijwanden van de transporthouder met behulp van schuiflegers die in de begrenzingsonderdelen opgenomen worden.
5. Aangrijpingsmechanisme volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de beweegbare achterste as aangegrepen wordt aan de buitenste eindloze kettingen met een stemorgaan daar- 15 tussen aangebracht, wélk. stemorgaan overbrugd is boven de binnenste eindloze kettingen.
6. Aangrijpingsmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het genoemde begrenzingsonderdeel voor het begrenzen van de beweging van de beweegbare achterste as 20 bestaat uit een stem die vast; verbonden is aan de beide zijwanden van de transporthouder, welke stem zich naar beneden loodrecht op een boogvormige langgerekte opening uitstrekt, een verbinding die zwenkbaar verbonden is aan de genoemde stem ter plaatse van het onderste einddeel daarvan, welke 25 stem de beweegbare achterste as draagt, die vast daaraan verbonden is ter plaatse van de beide einden daarvan, en een stopper die gevormd is op het bovenste gedeelte van de genoemde stem en zich. bevindt ter plaatse van het achterste deel van de genoemde boogvormige langgerekte opening die een straal 30 gelijk aan de middenafstand van de genoemde verbinding heeft.
7. Aangrijpingsmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de middelen om te voorkorten dat in de transporthouder opgencmen bulklading wegvalt door de langgerekte opening bestaat uit een buisvormige af standsovertrek, die 35 de beweegbare achterste as omsluit, welke buisvormige afstands- 8 1 0 0 08 0 V -21- overtrek zich. tussen de beide zijwanden van de transporthouder uitstrekt, en pakkingplaten die vast verbonden zijn aan de beide einden van deze buisvormige afstandsovertrek, welke pakkingplaten in sdiuifcontact kanen met de binnenwanden van 5 de transporthouder.
8. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8100080
NL8100080A 1980-07-01 1981-01-09 Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van transporthouders aan eindloze kettingen in een continu transportsysteem. NL8100080A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8854380 1980-07-01
JP8854380A JPS5719207A (en) 1980-07-01 1980-07-01 Conveying receptacle engaging device in conveyor

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100080A true NL8100080A (nl) 1982-02-01

Family

ID=13945758

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100080A NL8100080A (nl) 1980-07-01 1981-01-09 Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van transporthouders aan eindloze kettingen in een continu transportsysteem.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS5719207A (nl)
BR (1) BR8104249A (nl)
CA (1) CA1144101A (nl)
FR (1) FR2486041B1 (nl)
IT (1) IT1165568B (nl)
NL (1) NL8100080A (nl)
ZA (1) ZA814455B (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5811340U (ja) * 1981-07-15 1983-01-25 株式会社日立製作所 任意周波数発生装置
JPS6048816A (ja) * 1983-08-23 1985-03-16 Shinko Kiko Kk 連続搬送装置
JPS6141115U (ja) * 1984-08-20 1986-03-15 菅原輸機工業株式会社 バケツトコンベヤ
JPS6374811A (ja) * 1986-09-19 1988-04-05 Katsuaki Shibata 四本のシヨ−トリンクチエ−ンに搬送容器を装着した連続搬送装置
JP2553844B2 (ja) * 1986-09-19 1996-11-13 亀石 征一郎 連続搬送装置における搬送容器の係着装置
US4883167A (en) * 1986-09-19 1989-11-28 Katsuaki Shibata Continuous conveyor apparatus
JPH01143711U (nl) * 1988-03-28 1989-10-03
JPH0341707U (nl) * 1989-09-01 1991-04-22
DE4121844C2 (de) * 1991-07-02 1994-02-24 Guenter Zierpka Vorrichtung zum Aufnehmen und Abführen von Auffangkästen für Teile aus der Serienproduktion
JPH0667423U (ja) * 1993-03-05 1994-09-22 菅原輸機工業株式会社 バケットコンベヤ装置
US5902355A (en) * 1996-10-09 1999-05-11 Fuji Spinning Co., Ltd. Method for pattern dyeing of textile fabrics containing blends of cellulose regenerated fiber
JP2016044040A (ja) * 2014-08-22 2016-04-04 エステック株式会社 バケットコンベヤ
CN108792429A (zh) * 2018-05-08 2018-11-13 北京机科国创轻量化科学研究院有限公司 斗式提升机

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE673803A (nl) * 1965-03-04 1966-04-01
US3447666A (en) * 1966-08-29 1969-06-03 Computerized Volumetric Convey Conveyor elevator apparatus
GB2029352B (en) * 1978-09-05 1983-02-02 Shinko Kiko Co Endless conveyor system

Also Published As

Publication number Publication date
IT1165568B (it) 1987-04-22
CA1144101A (en) 1983-04-05
BR8104249A (pt) 1982-03-23
ZA814455B (en) 1983-02-23
FR2486041B1 (fr) 1986-05-16
IT8050128A0 (it) 1980-11-11
FR2486041A1 (fr) 1982-01-08
JPS5719207A (en) 1982-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100080A (nl) Aangrijpingsmechanisme voor de aangrijping van transporthouders aan eindloze kettingen in een continu transportsysteem.
RU2038274C1 (ru) Модульный транспортер для транспортировки и распределения грузов
US5076422A (en) Side-flexing chain with wheels
US5102285A (en) Trailer with continuous conveyer bed
US6186732B1 (en) Conveyor mechanism
US7080730B2 (en) Conveyor assembly
US3583646A (en) Highway spreader
CA2274795A1 (en) Tipping device for emptying containers for piece goods
NL8401329A (nl) Bandtransporteur voor het verticaal of steil transporteren van stortgoed.
US20060021847A1 (en) Roller conveyor
US3978977A (en) Apparatus for independent adjustment of the tension of conveyor chains
US6237755B1 (en) Chain drive with adjustable friction
CA1078256A (en) Shallow conveyor system
KR20000069393A (ko) 물품 저장 컨테이너를 비우기 위한 기울임 장치
FR2564076A1 (fr) Dispositif pour le transfert d'objets plats dont l'une des grandes surfaces est dirigee vers le bas
US5944202A (en) Material handling pushback
JPS5842509A (ja) コンベア
US3357541A (en) Conveyor
JP2607160B2 (ja) 片側駆動チェーンコンベヤ
FR2651215A1 (fr) Installation de transport comportant des voies se trouvant a la meme hauteur et s'etendant dans differentes directions.
PL113811B1 (en) Mobile machine for loading,storing and unloading packedgoods
FI109015B (fi) Lamelliketjukuljetin
CN210064217U (zh) 皮带机返带装置及皮带机
CA1149316A (en) Elevator
NL8000801A (nl) Aandrijfbare rollenbaan.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed