NL1011648C2 - Kantelmechanisme. - Google Patents

Kantelmechanisme. Download PDF

Info

Publication number
NL1011648C2
NL1011648C2 NL1011648A NL1011648A NL1011648C2 NL 1011648 C2 NL1011648 C2 NL 1011648C2 NL 1011648 A NL1011648 A NL 1011648A NL 1011648 A NL1011648 A NL 1011648A NL 1011648 C2 NL1011648 C2 NL 1011648C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rocking arm
tilting mechanism
tilting
mounting bracket
mechanism according
Prior art date
Application number
NL1011648A
Other languages
English (en)
Inventor
Tone Oudelaar
Original Assignee
Applied Power Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Applied Power Inc filed Critical Applied Power Inc
Priority to NL1011648A priority Critical patent/NL1011648C2/nl
Priority to PCT/NL2000/000195 priority patent/WO2000056591A1/en
Priority to DE60003166T priority patent/DE60003166T2/de
Priority to KR1020017011924A priority patent/KR100649790B1/ko
Priority to AT00914374T priority patent/ATE242144T1/de
Priority to EP00914374A priority patent/EP1163144B1/en
Priority to JP2000606466A priority patent/JP2002540002A/ja
Priority to AU35762/00A priority patent/AU3576200A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011648C2 publication Critical patent/NL1011648C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D33/00Superstructures for load-carrying vehicles
    • B62D33/06Drivers' cabs
    • B62D33/063Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other
    • B62D33/067Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other tiltable
    • B62D33/07Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other tiltable characterised by the device for locking the cab in the tilted or in the driving position
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60YINDEXING SCHEME RELATING TO ASPECTS CROSS-CUTTING VEHICLE TECHNOLOGY
    • B60Y2200/00Type of vehicle
    • B60Y2200/10Road Vehicles
    • B60Y2200/14Trucks; Load vehicles, Busses
    • B60Y2200/142Heavy duty trucks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fluid-Damping Devices (AREA)
  • Actuator (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)
  • Crystals, And After-Treatments Of Crystals (AREA)
  • Led Devices (AREA)
  • Mechanical Control Devices (AREA)
  • Forging (AREA)
  • Physical Deposition Of Substances That Are Components Of Semiconductor Devices (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

Korte aanduiding: Kantelmechanisme
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kantelmechanisme voor het ten opzichte van elkaar doen scharnieren van een eerste voorwerp en een tweede voorwerp, die bij een kantelas scharnierbaar met elkaar zijn 5 verbonden, omvattende: een bevestigingssteun bestemd om gefixeerd te worden verbonden met het eerste voorwerp; een schommelarm die scharnierbaar is verbonden met de bevestigingssteun; een met de schommelarm gekoppeld krachtmiddel om een rotatiekracht uit te kunnen oefenen op 10 de schommelarm; bevestigingsmiddelen bestemd voor het koppelen van het krachtmiddel met het tweede voorwerp, waarbij het krachtmiddel zowel trek- als drukkrachten kan uitoefenen, waardoor de schommelarm en de bevestigingsmiddelen ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen.
15 Kantelmechanismen, in het bijzonder kantelmechanismen voor het doen kantelen van een voertuigcabine, bijvoorbeeld een cabine van een vrachtwagen, zijn welbekend.
Een dergelijk kantelmechanisme is bijvoorbeeld bekend uit DE 33 14 404. Bij het bekende kantelmechanisme is de 20 bodem van de cabine voorzien van een steun, die een eerste draagas ondersteunt. Een schommelarm is met een eerste uiteinde daarvan zwenkbaar gekoppeld met die eerste draagas; bij zijn andere uiteinde is de schommelarm voorzien van een tweede draagas. Tussen de tweede draagas 25 van de schommelarm en het chassis is een zuiger/cilinder-inrichting aangebracht. De schommelarm is zwenkbaar om de eerste en tweede draagas, waardoor de cabine zich tijdens de bij het rijden met de vrachtwagen behorende ingetrokken stand van de zuiger/cilinder-inrichting vrij kan bewegen 30 ten opzichte van het chassis.
Wanneer de zuiger/cilinder-inrichting vanuit de bij het rijden met de vrachtwagen behorende ingetrokken stand « 1011648 - > r 2 wordt uitgeschoven, zwenkt hierdoor de schommelarm om de eerste draagas, zonder daarbij de cabine te kantelen, in de richting van de cabine totdat de schommelarm tegen de bodem van de cabine aan komt te liggen. In deze stand loopt de 5 schommelarm in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem van de cabine. Wordt de zuiger/cilinder-inrichting vanuit deze stand verder uitgeschoven, dan oefent deze een kracht uit op de bodem van de cabine, waardoor de cabine naar voren kantelt. De zuiger/cilinder-inrichting voert hierbij een 10 zwenkbeweging uit om de tweede draagas ten opzichte van de cabine, waardoor de hoek tussen de zuiger/cilinder-inrichting en de bodem van de cabine zal veranderen. Om te voorkomen dat de cabine plotseling en/of ongecontroleerd naar voren kan scharnieren, zoals bijvoorbeeld wanneer het 15 zwaartepunt van de cabine voorbij zijn kantelas komt te liggen, omvatten dergelijke kantelmechanismen een vergrendeling.
Bij de bekende kantelmechanismen reikt de zuiger/cilinder-inrichting, gezien vanaf het chassis, met 20 een vrij uiteinde tot voorbij de tweede draagas, en komt de vergrendeling tot stand tussen dat vrije uiteinde van de zuiger/cilinder-inrichting en de aan de bodem van de cabine aangebrachte steun.
Tijdens de kantelbeweging van de cabine zullen de 25 verschillende onderdelen van de vergrendeling een glijdende beweging ten opzichte van elkaar uitvoeren. Wanneer de cabine zo ver wordt gekanteld, dat zijn zwaartepunt voorbij zijn kantelpunt komt, zal er een trekkracht op zuiger/cilinder-inrichting worden uitgeoefend en daarmee 30 een trekkracht op het vergrendeling.
Een nadeel van de bekende kantelmechanisme is, dat zowel in de toestand waarin de cabine wordt gekanteld maar nog niet met zijn zwaartepunt voorbij de kantelas is gekomen, alsook in de toestand waarin dit wel het geval is, 35 er een aanzienlijke wrijving optreedt tussen de verschil- ; :m f 3 lende onderdelen de vergrendeling. In het bijzonder in de toestand waarbij het zwaartepunt voorbij het kantelpunt is gekomen, treden er aanzienlijke wrijvingskrachten op, die op hun beurt een aanzienlijke slijtage teweeg zullen 5 brengen.
De uitvinding heeft tot doel een kantelmechanisme te verschaffen, dat een vergrendeling tot stand brengt in een vroeg stadium van de kantelbeweging van de cabine, waarbij een sterk verminderde slijtage van de onderdelen van de 10 vergrendeling wordt beoogd.
Dit doel wordt bereikt doordat een kantelmechanisme van het in de aanhef genoemde type volgens de onderhavige uitvinding is gekenmerkt door vergrendelingsmiddelen die een vergrendeling tot stand kunnen brengen tussen de 15 bevestigingssteun en de schommelarm; en ontgrendelmiddelen die de vergrendeling kunnen opheffen, welke ontgrendelmiddelen worden bediend door het krachtmiddel.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt 20 door de hiernavolgende beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van een kantelmechanisme volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur la een langsdoorsnede toont van een gedeelte van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvin-25 ding in volledig ontgrendelde toestand; figuur lb een langsdoorsnede toont van het gedeelte van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in volledig vergrendelde toestand; figuur lc een langsdoorsnede toont van het gedeelte van de 30 eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in juist ontgrendelde toestand; figuur 2a een dwarsdoorsnede en langsdoorsnede toont van een gedeelte van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in juist ontgrendelde toestand; 35 figuur 2b een dwarsdoorsnede en langsdoorsnede toont van 4 1011648¾ 4 het gedeelte van de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in volledig vergrendelde toestand; figuur 3 schematisch het kantelmechanisme toont zoals dat toegepast kan worden in een voertuig met kantelbare cabine.
5
Onderdelen die zijn aangeduid met een verwijzings-cijfer kleiner dan 100, zijn weergegeven in figuur 3; onderdelen die zijn aangeduid met een verwijzingscijfer tussen 100 en 199, zijn weergegeven in figuur la-c; 10 onderdelen die zijn aangeduid met een verwijzingscijfer tussen 200 en 299, zijn weergegeven in figuur 2a-b.
Thans zal eerst onder verwijzing naar figuur 3 een toepassing van een kantelmechanisme worden uitgelegd.
Figuur 3 toont schematisch een voertuig met een chassis 2 15 en een cabine 1 die ten opzichte van het chassis 2 kantelbaar is om een kantelas 9. Aan de bodem van de cabine 1 is een bevestigingssteun 4 bevestigd. Een schommelarm 3 is met een eerste uiteinde scharnierbaar bevestigd aan de steun 4. Een in het weergegeven voorbeeld als 20 zuiger/cilinder-inrichting uitgevoerd krachtmiddel 5 is bij een eerste uiteinde 6 daarvan scharnierbaar bevestigd aan het chassis 2, en bij zijn andere uiteinde scharnierbaar bevestigd aan het andere uiteinde van de schommelarm 3. In het hiernavolgende zullen voorkeursuitvoeringsvormen van 25 het kantelmechanisme volgens de onderhavige uitvinding meer gedetailleerd worden besproken, waarbij het chassis 2 en de cabine 1 ter wille van de eenvoud zullen worden weggelaten. Daarenboven, aangezien het kantelmechanisme volgens de onderhavige uitvinding steeds kan worden toegepast waar 30 twee voorwerpen ten opzichte van elkaar moeten kantelen, zal in het hiernavolgende steeds in ruimere zin de terminologie "eerste voorwerp" en "tweede voorwerp" worden gebruikt in plaats van "cabine" en "chassis".
Thans wordt voorts verwezen naar de figuren la tot en 35 met lc. Hierin wordt getoond dat een eerste voorkeurs- t 5 uitvoeringsvorm van het kantelmechanisme een bevestigings-steun 4, 101 omvat, die met een plaatdeel 111 kan worden aangebracht aan een niet-afgebeeld eerste voorwerp. Deze bevestigingssteun 4, 101 draagt een eerste draagas 102, die 5 zich in de gemonteerde toestand uitstrekt evenwijdig aan de niet-afgeheelde kantelas van het eerste voorwerp op een in hoofdzaak vaste plaats ten opzichte van het eerste voorwerp. Verder omvat deze uitvoeringsvorm van het kantelmechanisme een schommelarm 3, 104, die zich uitstrekt 10 tussen de eerste draagas 102 en een tweede draagas 106. In deze eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het krachtmiddel 5 uitgevoerd als een zuiger/cilinder-inrichting, die een zuigerstang 100 en een niet-afgebeeld cilinderlichaam omvat. De tweede draagas 106 15 verbindt de schommelarm 3, 104 zwenkbaar met een zuiger-stangeinddeel 107. Zowel de eerste draagas 102 als de tweede draagas 106 strekken zich evenwijdig aan de kantelas 9 van het eerste voorwerp 1 uit, zodat de schommelarm 3, 104 zwenkbaar is in een vlak loodrecht op de kantelas 9.
20 Hierbij bevindt de tweede draagas 106 zich dichter bij de kantelas 9 van het eerste voorwerp 1 dan de eerste draagas 102 .
Aan het vrije einde van de schommelarm 3, 104 is een nok 108 aangebracht. Deze nok 108 is voorzien van een 25 afschuining 109 aan de zijde die zich aan de kant van het eerste voorwerp 1 bevindt, wanneer de schommelarm 3, 104 in een parallelle positie ten opzichte van het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 is gebracht.
Het zuigerstangeinddeel 107 is tevens voorzien van 30 een afrolnok 110, die met zijn oppervlak in contact kan komen met het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101. Wanneer het eerste voorwerp 1 dient te worden gekanteld en de zuigerstang 100 ten opzichte van het cilinderlichaam van de zuiger/cilinder-inrichting wordt 35 uitgeschoven, dan voert de schommelarm 3, 104 een « 101 16 48¾¾ 6 zwenkbeweging uit om de eerste draagas 102 zonder daarbij het eerste voorwerp 1 te kantelen totdat het oppervlak van de afrolnok 110 tegen het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 komt. De afrolnok 110 valt daarbij 5 tevens in een uitsparing 112, die is aangebracht in het basisdeel 113 van een J-vormige vergrendelhaak 114. Deze vergrendelhaak 114 omvat voorts een tussendeel 115 dat aan één uiteinde dwars op een uiteinde van het basisdeel 113 is geplaatst, en een einddeel 116 dat dwars op het andere 10 uiteinde van het tussendeel 115 is geplaatst en daardoor in hoofdzaak parallel met het basisdeel 113 verloopt. Het basisdeel 113 en het einddeel 116 strekken zich aan één kant van het tussendeel 115 uit. De lengte van het einddeel 116 is geringer dan de lengte van het basisdeel 113, en 15 wordt in hoofdzaak bepaald door de hoogte van de nok 108 in de lengterichting van de schommelarm 3, 104. Het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 bevindt zich tussen een geleidingsarm 117 en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101, die in hoofdzaak parallel met 20 elkaar verlopen, en kan tussen een rand 118 op het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 en een aanslag 119 worden verschoven. De rand 118 op het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 bevindt zich in de uitsparing die in het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 is 25 aangebracht. De aanslag 119 bevindt zich aan de kant van het uiteinde van het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114, welk uiteinde zich bevindt tussen de geleidingsarm 117 en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101.
Het einddeel 116 van de vergrendelhaak 114 wordt 30 ondersteund door een rechthoekvormig steunelement 120 dat aan de bevestigingssteun 4, 101 is aangebracht. Wanneer het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 tussen de rand 118 op het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 en de aanslag 119 wordt verschoven, wordt het einddeel 116 van de 35 vergrendelhaak 114 over het steunelement 120 verschoven. In 4 & n-
;l H
? ‘Vt‘ 7 de volledig ontgrendelde toestand ligt het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 tegen de rand 118 op het plaatdeel 111 aan. In de volledig vergrendelde toestand ligt het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 tegen de 5 aanslag 119 aan.
Met behulp van de eerste voorkeursuitvoering van de kantelinrichting volgens de onderhavige uitvinding, zoals die in het voorgaande is beschreven, kan het eerste voorwerp 1 tijdens het kantelen worden vergrendeld door 10 koppeling van de schommelarm 3, 104, aangebracht tussen de twee draagassen 102, 106, met een aan het eerste voorwerp 1 aangebrachte bevestigingssteun 4, 101.
De volledig ontgrendelde toestand is weergegeven in figuur la. In deze toestand worden bewegingen van de 15 zuiger/cilinder-inrichting niet overgedragen op het eerste voorwerp 1. Teneinde het eerste voorwerp 1 vanuit deze toestand te kantelen, wordt de zuigerstang 100 ten opzichte van het cilinderlichaam van de zuiger/cilinder-inrichting uitgeschoven. Hierbij voert de schommelarm 3, 104 een 20 zwenkbeweging uit om de eerste draagas 102. In ontgrendelde toestand ligt het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 tegen de rand 118 op het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 aan, zodat de schommelarm 3, 104 ongehinderd in een parallelle positie met het plaatdeel 111 25 van de bevestigingssteun 4, 101 kan worden gebracht. De afrolnok 110 valt in deze positie in de uitsparing 112 die is aangebracht in het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 en komt in contact met het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101. Wanneer nu de zuigerstang 100 30 verder wordt uitgeschoven, zal het eerste voorwerp 1 beginnen met een kantelbeweging om de kantelas 9. Hierbij neemt de hoek tussen de zuiger/cilinder-inrichting en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101, dat is aangebracht aan het eerste voorwerp 1, toe. Deze 35 verandering van de hoek is getoond in figuur lb. De « 101 16 48 ^ 8 volledig vergrendelde toestand zoals weergegeven in figuur lb wordt vanuit de juist ontgrendelde toestand zoals weergegeven in figuur lc bereikt door de zuigerstang 100 over de afstand ten opzichte van het cilinderlichaara uit te 5 schuiven, waarbij de hoek tussen de zuiger/cilinder- inrichting en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 ongeveer met 25 graden toeneemt. De afrolnok 110 is zo vormgegeven, dat deze in staat is over de oppervlakte van het plaatdeel 111 van de verbindingssteun 4, 101 af te 10 rollen. Daarbij komt de afrolnok 110 tevens in contact met het basisdeel 113 van de· vergrendelhaak 114 en dwingt de vergrendelhaak 114 te verschuiven in de richting van de eerste draagaslijn 102, in hoofdzaak parallel aan het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101. De 15 vergrendelhaak 114 wordt verschoven totdat deze met het basisdeel 113 tegen de aanslag 119 komt. Hierbij wordt de nok 108 aan de schommelarm 3, 104 omvat door de vergrendelhaak 114. Het kantelmechanisme bevindt zich dan in de volledig vergrendelde toestand, waarin de 20 zuiger/cilinder-inrichting en het eerste voorwerp 1 niet onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Wanneer de zuigerstang 100 namelijk verder ten opzichte van het cilinderlichaam van de zuiger/cilinder-inrichting wordt uitgeschoven, blijft de schommelarm 3, 104 en daarmee de 25 beide draagassen 102, 106 op een in hoofdzaak vaste positie ten opzichte van het eerste voorwerp 1.
Het kantelmechanisme kan vanuit de volledig vergrendelde toestand in ontgrendelde toestand worden gebracht door de zuigerstang 100 ten opzichte van het 30 cilinderlichaam van de zuiger/cilinder-inrichting in te schuiven. Door deze beweging wordt de hoek tussen de zuiger/cilinder-inrichting en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 verkleind. De afrolnok 110 rolt af over de oppervlakte van het plaatdeel 111 van de 35 verbindingssteun 4, 101 en komt in contact met het « 9 basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114. De vergrendelhaak 114 wordt in deze situatie door de afrolnok 110 gedwongen om te verschuiven totdat de vergrendelhaak 114 met het basisdeel 113 tegen de rand 118 op het plaatdeel 111 van de 5 verbindingssteun 4, 101 komt. Het kantelmechanisme bevindt zich dan in de juist ontgrendelde toestand, die door verder inschuiven van de zuigerstang 100 overgaat in de volledig ontgrendelde toestand.
Bij de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 onderhavige uitvinding komt de vergrendeling in een vroeg stadium van de kantelbeweging van het eerste voorwerp 1 tot stand. Wanneer de hoek tussen de zuiger/cilinder-inrichting en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101 met ongeveer 25 graden is toegenomen ten opzichte van de hoek 15 in de juist ontgrendelde toestand als gevolg van het uitschuiven van de zuigerstang 100, is de vergrendeling reeds volledig. Daarbij is er hooguit sprake van een geringe slijtage van de krachtoverbrengende vlakken, in hoofdzaak vanwege de vormgeving van de afrolnok 110.
20 In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bevindt het basisdeel 113 van de vergrendelhaak 114 zich tussen de geleidingsarm 117 en het plaatdeel 111 van de bevestigingssteun 4, 101. De nok 108 is aan het vrije einde van de schommelarm 3, 104 aange-25 bracht. Het zal echter voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals 30 gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Het kantelmechanisme zou bijvoorbeeld in een uitvoeringsvorm waarbij de vergrendelhaak 114 is aangebracht aan het vrije einde van de schommelarm 3, 104 en de nok 108 is aangebracht aan de bevestigingssteun 4, 101, op vergelijkbare wijze kunnen 35 functioneren als het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
« 10
In figuur 2a is een kantelmechanisme volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding getoond in juist ontgrendelde toestand van de vergrendeling. Het kantelmechanisme omvat een in hoofdzaak U-vormige 5 bevestigingssteun 201, bestemd om verbonden te worden met een eerste voorwerp 1, die twee onderling evenwijdige, plaatvormige zijdelen 208 omvat, welke zijdelen 208 met hun lange zijde 209 zijn bevestigd aan een derde plaatvormig deel 210 door middel van lassen of een vergelijkbare 10 verbindingswijze, welk plaatdeel 210 in hoofdzaak evenwijdig loopt aan het eerste voorwerp 1 en hieraan is bevestigd, waarbij de beide plaatvormige zijdelen 208 in hoofdzaak in langsrichting van een arm 3 verlopen en twee dwarssteunen 211 omvatten die zowel haaks staan op de beide 15 plaatvormige zijdelen 208 alsook op het plaatvormig deel 210.
In de beide zijdelen 208 zijn in eikaars verlengde twee doorvoergaten 203 aangebracht voor het opnemen van een eerste draagas 202, welke draagas 202 zich in de 20 gemonteerde toestand evenwijdig uitstrekt aan de in figuur 3 getoonde kantelas 9. Aan deze draagas 202 is aan zijn eerste vrije uiteinde 212, draaibaar om deze draagas 202, een schommelarm 3, 204 verbonden, die aan zijn tegenovergelegen tweede uiteinde op een overeenkomstige wijze 25 draaibaar is verbonden via een tweede draagas 206 met een vrij uiteinde 207, hierna te noemen zuigerstangeinddeel 207, van een krachtmiddel 200, dat in dit uitvoerings-voorbeeld is uitgevoerd als een zuiger/cilinder-inrichting. De schommelarm 3, 204 is hierbij samengesteld uit twee 30 onderling evenwijdige, gelijkvormige lijfdelen 213, waarbij het vrije uiteinde 207 van de zuiger/cilinder-inrichting 200 is geplaatst tussen de naar elkaar toe gerichte zijden van de lijfdelen 213.
Evenals de eerste draagas 202 strekt de tweede 35 draagas 206 zich uit evenwijdig aan de kantelas 9, zodat de 101 16 48 j 11 schommelarm 3, 204 zwenkbaar is in een vlak loodrecht op de kantelas 9.
De bevestigingssteun 201 omvat twee aanslagvlakken 214, die gevormd worden door twee afzonderlijke aanslag-5 blokken 215, die zich bevinden aan de naar het inwendige van de bevestigingssteun 201 toe gerichte zijde van het derde plaatdeel 210 en tegen de naar elkaar toegerichte zijde van de zijdelen 208 aanliggen. De aanslagblokken 215 zijn bij voorkeur prismatisch en in hoofdzaak evenwijdig 10 aan elkaar gelegen in de langsrichting van de schommelarm 3, 204. De schommelarm 3, 204 omvat aan zijn naar het plaatdeel 210 gerichte zijde van de beide plaatvormige lijfdelen 213 twee aanslagvlakken 214.
Wanneer de zuiger/cilinder-inrichting 200 vanuit de 15 bij de rijstand behorende stand wordt uitgeschoven, voert de schommelarm 3, 204 een zwenkbeweging uit om de draagas 202 zonder daarbij het eerste voorwerp 1 te kantelen totdat de aanslagvlakken van de plaatvormige lijfdelen 213 en de aanslagvlakken 214 tegen elkaar komen te liggen. Precies 20 deze toestand van de vergrendeling van het kantelmechanisme is getoond in de figuur 2a, waarbij deze toestand tevens overeenkomt met de juist ontgrendelde toestand van het kantelmechanisme.
Wanneer nu het zuigerstangeinddeel 207 verder wordt 25 uitgeschoven, zal het eerste voorwerp 1 beginnen met een kantelbeweging om de kantelas 9. Hierbij komt een hoek-verandering tot stand tussen de zuiger/cilinder-inrichting 200 en de bevestigingssteun 201 en wel op zo'n wijze, dat de hoek tussen de zuiger/cilinder-inrichting 200 en het 30 plaatdeel 210 zal toenemen bij toenemende uitschuiving van het zuigerstangeinddeel 207. Deze verandering in de genoemde hoek is getoond in de figuur 2b en bedraagt ongeveer 30 graden.
Het kantelen van het eerste voorwerp 1 dient vaak op 35 een zodanige wijze te gebeuren, dat het zwaartepunt hiervan $ • U ; ,: 12 zover doorkantelt, dat dit zwaartepunt voorbij de kantelas 9 komt te liggen. Wanneer dit zwaartepunt verticaal boven de kantelas 9 komt, bestaat het risico dat het eerste voorwerp 1 op een ongecontroleerde wijze doorkantelt, en 5 daarmee een gevaarlijke en ongewenste situatie veroorzaakt. Deze ongewenste situatie kan worden vermeden door het vergrendelen van de ongecontroleerde kantelbeweging. Deze vergrendeling komt in hoofdzaak tot stand door het koppelen van de bevestigingssteun 201 met de met het zuigerstang-10 einddeel 207 verbonden schommelarm 3, 204. Wanneer nu het eerste voorwerp 1 met zijn zwaartepunt voorbij de kantelas komt, zal het eerste voorwerp 1 een trekkracht uitoefenen op de zuiger/cilinder-inrichting 200 en daarmee in zijn kantelbeweging worden gehinderd. De kantelbeweging kan nu 15 indien gewenst veilig en gecontroleerd worden voortgezet.
De gekoppelde toestand van de bevestigingssteun 201 met de schommelarm 3, 204 in de uiterst uitgeschoven stand van het zuigerstangeinddeel 207 is getoond in de figuur 2b.
De koppeling van de schommelarm 3, 204 met de aan het 20 eerste voorwerp 1 aangebrachte bevestigingssteun 201 komt bij deze voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding tot stand door het op een geschikte wijze opsluiten van de schommelarm 3, 204, en in het bijzonder het op een geschikte wijze opsluiten van de lijfdelen 213 25 in het inwendige van de bevestigingssteun 201, welk inwendige wordt gevormd door de tussen de zijdelen 208 gelegen ruimte.
Tegenover de aanslagblokken 215 zijn twee vergrendel-nokken 216 aangebracht, die elk afzonderlijk een steunvlak 30 217 omvatten aan hun naar het plaatdeel 210 gerichte zijde.
De steunvlakken 217 zijn hierbij hellend uitgevoerd, waarbij de helling, gaande in de richting van het inwendige van de bevestigingssteun 201 vanaf het overeenkomstige zijdeel 208, oploopt. Aan de zijde van de lijfdelen 213, 35 welke zijn afgericht van het plaatdeel 210, omvatten de 101 16 4 3^ 13 lijfdelen 213 elk een steunvlak 218 dat een helling omvat overeenkomstig de helling van de steunvlakken 217. Wanneer, uitgaande van de in figuur 2a getoonde toestand van het kantelmechanisme, de lijfdelen 213 elk in de richting van 5 de zijdelen 208 worden bewogen, zullen de lijfdelen 213 komen aan te liggen tegen de zijdelen 208 en zullen de lijfdelen 213 opgesloten komen te liggen tussen de aanslagblokken 215 en de vergrendelnokken 216 zoals dit is weergegeven in figuur 2b.
10 Het uit elkaar bewegen van de beide lijfdelen 213 van de schommelarm 3, 204 kan worden bewerkstelligd door gebruik te maken van de optredende hoekverandering tussen de zuiger/cilinder-inrichting 200 en het plaatdeel 210 tijdens het uitschuiven van het zuigerstangeinddeel 207.
15 Aan het tussen de beide lijfdelen 213 gelegen zuigerstangeinddeel 207 is daartoe vast met elke naar een overeenkomstig lijfdeel 213 toegerichte zijde van het zuigerstangeinddeel 207 een gljdeel 219 verbonden dat kan samenwerken met een overeenkomstig glijdeel 220, dat vast 20 is verbonden met de naar het zuigerstangeinddeel 207 toegerichte zijde van het overeenkomstige lijfdeel 213. De glijdelen 219, 220 , vormen samen een stelmiddel en omvatten elk een glijvlak 221 aan de naar elkaar toegerichte zijde.
25 In de toestand van het kantelmechanisme zoals weergegeven in figuur 2a, liggen de glijdelen 219, 220 tegen elkaar aan met hun overeenkomstige glijvlakken 221.
De glijvlakken 221 hebben elk een aan elkaar tegengestelde spiraalvormige helling, zodat de overeenkomende 30 glijdelen 219, 220 in hoofdzaak in eikaars verlengde liggen in de toestand van het kantelmechanisme zoals weergegeven in figuur 2a. Wanneer ten gevolge van de hierboven genoemde hoekverandering, in het bijzonder een hoekvergroting, de overeenkomende glijdelen 219, 220 zich ten gevolge van de 35 spiraalvorm van de helling van elkaar af en oefenen hierbij 4’ i-’» ’ v.
14 een kracht uit op de afzonderlijke lijfdelen 213 van de arm 3, 204, die de neiging heeft de beide lijfdelen 213 uit elkaar te drukken, zodat de beoogde vergrendeling tot stand komt. Deze toestand wordt weergegeven in figuur 2b zoals 5 hierboven vermeld. Voor het weer ontgrendelen van het kantelmechanisme wordt het zuigerstangeinddeel 207 ingetrokken en zullen de lijfdelen 213 zich naar elkaar toe bewegen en komt de ontgrendeling tot stand.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 10 omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo is het bijvoorbeeld 15 mogelijk om de vergrendeling van het kantelmechanisme op een alternatieve wijze te bereiken door de zijdelen 208 met hun van de schommelarm 3, 204 af gerichte zijde met de schommelarm 3, 204 te laten vergrendelen.
« 1011648-

Claims (10)

1. Kantelmechanisme voor het ten opzichte van elkaar doen scharnieren van een eerste voorwerp (1) en een tweede 5 voorwerp (2), die bij een kantelas (9) scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, omvattende: een bevestigingssteun (4) bestemd om gefixeerd te worden verbonden met het eerste voorwerp (1); een schommelarm (3) die scharnierbaar is verbonden met de 10 bevestigingssteun (4); een met de schommelarm (3) gekoppeld krachtmiddel (5) om een rotatiekracht uit te kunnen oefenen op de schommelarm (3) ; en bevestigingsmiddelen (6) bestemd voor het koppelen van 15 het krachtmiddel (5) met het tweede voorwerp (2), waarbij het krachtmiddel (5) zowel trek- als drukkrachten kan uitoefenen, waardoor de schommelarm (3) en de bevestigingsmiddelen (6) ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen; gekenmerkt door: 20 vergrendelmiddelen (7) die een vergrendeling tot stand kunnen brengen tussen de bevestigingssteun (4) en de schommelarm (3); en ontgrendelmiddelen (8) die de vergrendeling kunnen opheffen, welke ontgrendelmiddelen (8) worden bediend door 25 het genoemde krachtmiddel (5).
2. Kantelmechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingssteun (4, 101) een beweegbare J-vormige vergrendelhaak (114) omvat die in vergrendelde 30 toestand van het kantelmechanisme aangrijpt op een aan de schommelarm (3, 104) aangebrachte nok (108) . 1 2 3 4 Kantelmechanisme volgens conclusie 1 of 2, met het 2 kenmerk, dat het krachtmiddel (5) is uitgevoerd als een 3 35 zuiger/cilinder-inrichting, die een zuigerstang (100, 200) 4 * en een cilinderlichaam omvat.
4. Kantelmechanisme volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zuigerstang 5 (100) aan zijn uiteinde een afrolnok (110) omvat, die bij een beweging van de zuigerstang (100) in vergrendelde toestand van het kantelmechanisme de vergrendelhaak (114) verplaatst, waardoor de vergrendeling tussen de bevestigingssteun (4, 101) en de schommelarm (3, 104) kan 10 worden opgeheven.
5. Kantelmechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingssteun (4, 201) in hoofdzaak U-vormig is en een door twee in hoofdzaak evenwijdige 15 zijdelen (208) begrensde inwendige ruimte omvat, welke inwendige ruimte de schommelarm (3, 204) kan omvatten.
6. Kantelmechanisme volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schommelarm (3, 204) ten minste twee in 20 hoofdzaak evenwijdige plaatvormige lijfdelen (213) omvat.
7. Kantelmechanisme volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de lijfdelen (213) van de schommelarm (3, 204) naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn. 25
8. Kantelinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zuigerstang (200) aan zijn uiteinde een eerste glijdeel (219) omvat dat kan samenwerken met een aan de schommelarm (3, 204) 30 aangebracht tweede glijdeel (220), welke glijdelen (219, 220) een stelmiddel samenstellen, welk stelmiddel de lijfdelen (213) van de schommelarm (3, 204) kan verplaatsen. 1
9. Kantelmechanisme volgens één of meer van de # voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de glijdelen (219, 220) een glijvlak (221) omvatten, welk glijvlak (221) een spiraalvormige helling vormt.
10. Kantelmechanisme volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingssteun (4, 201) vergrendelnokken (216) omvat, die in vergrendelde toestand van het kantelmechanisme de lijfdelen (213) van de schommelarm (3, 204) ondersteunen. 10
11. Voortuig met een chassis (2) en een kantelbare cabine (1), voorzien van een tussen de cabine en het chassis gekoppeld kantelmechanisme volgens een willekeurige der voorgaande conclusies.
NL1011648A 1999-03-23 1999-03-23 Kantelmechanisme. NL1011648C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011648A NL1011648C2 (nl) 1999-03-23 1999-03-23 Kantelmechanisme.
PCT/NL2000/000195 WO2000056591A1 (en) 1999-03-23 2000-03-22 Tilting device
DE60003166T DE60003166T2 (de) 1999-03-23 2000-03-22 Kippvorrichtung
KR1020017011924A KR100649790B1 (ko) 1999-03-23 2000-03-22 경사 장치
AT00914374T ATE242144T1 (de) 1999-03-23 2000-03-22 Kippvorrichtung
EP00914374A EP1163144B1 (en) 1999-03-23 2000-03-22 Tilting device
JP2000606466A JP2002540002A (ja) 1999-03-23 2000-03-22 傾動装置
AU35762/00A AU3576200A (en) 1999-03-23 2000-03-22 Tilting device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011648 1999-03-23
NL1011648A NL1011648C2 (nl) 1999-03-23 1999-03-23 Kantelmechanisme.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011648C2 true NL1011648C2 (nl) 2000-09-27

Family

ID=19768902

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011648A NL1011648C2 (nl) 1999-03-23 1999-03-23 Kantelmechanisme.

Country Status (8)

Country Link
EP (1) EP1163144B1 (nl)
JP (1) JP2002540002A (nl)
KR (1) KR100649790B1 (nl)
AT (1) ATE242144T1 (nl)
AU (1) AU3576200A (nl)
DE (1) DE60003166T2 (nl)
NL (1) NL1011648C2 (nl)
WO (1) WO2000056591A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102005034860B3 (de) * 2005-07-26 2007-03-29 Knorr-Bremse Systeme für Schienenfahrzeuge GmbH Bremsklotzeinrichtung
KR100857341B1 (ko) * 2007-09-13 2008-09-05 현대자동차주식회사 대형트럭 캡 틸팅 실린더의 상부 마운팅 장치
CN101914888B (zh) * 2010-08-09 2012-10-03 三一重工股份有限公司 带翻转机构的驾驶室及双钢轮压路机
CN105465348A (zh) * 2015-12-31 2016-04-06 芜湖佳景科技有限公司 一种重型卡车变速器换档操纵机构
CN109278878B (zh) * 2018-11-27 2020-07-24 安徽江淮汽车集团股份有限公司 驾驶室翻转控制系统及驾驶室

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3314404A1 (de) 1982-08-19 1984-02-23 Sanwa Seiki Mfg. Co., Ltd., Yono, Saitama Fahrkabinen-kippsystem
JPS60143185A (ja) * 1983-12-29 1985-07-29 Hino Motors Ltd テイルト・キヤプ型自動車
JPS6255278A (ja) * 1985-09-05 1987-03-10 Jidosha Kiki Co Ltd キヤブチルト装置
EP0355345A2 (de) * 1988-08-17 1990-02-28 Daimler-Benz Aktiengesellschaft Kippvorrichtung für zumindest vorn mit einer Abfederung versehene Fahrerhäuser von Nutzfahrzeugen
WO1998003389A1 (en) * 1996-07-18 1998-01-29 Applied Power Incorporated Vehicle with a tiltable cab

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3314404A1 (de) 1982-08-19 1984-02-23 Sanwa Seiki Mfg. Co., Ltd., Yono, Saitama Fahrkabinen-kippsystem
JPS60143185A (ja) * 1983-12-29 1985-07-29 Hino Motors Ltd テイルト・キヤプ型自動車
JPS6255278A (ja) * 1985-09-05 1987-03-10 Jidosha Kiki Co Ltd キヤブチルト装置
EP0355345A2 (de) * 1988-08-17 1990-02-28 Daimler-Benz Aktiengesellschaft Kippvorrichtung für zumindest vorn mit einer Abfederung versehene Fahrerhäuser von Nutzfahrzeugen
WO1998003389A1 (en) * 1996-07-18 1998-01-29 Applied Power Incorporated Vehicle with a tiltable cab

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 009, no. 307 (M - 435) 4 December 1985 (1985-12-04) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 011, no. 247 (M - 615) 12 August 1987 (1987-08-12) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE60003166D1 (de) 2003-07-10
DE60003166T2 (de) 2003-12-18
KR100649790B1 (ko) 2006-11-24
AU3576200A (en) 2000-10-09
KR20020001784A (ko) 2002-01-09
ATE242144T1 (de) 2003-06-15
JP2002540002A (ja) 2002-11-26
EP1163144A1 (en) 2001-12-19
EP1163144B1 (en) 2003-06-04
WO2000056591A1 (en) 2000-09-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1323390C (en) Apparatus for rotation of tailgate assembly
AU2006230955B2 (en) Covering frame for a tarpaulin structure
NL1011648C2 (nl) Kantelmechanisme.
US5802982A (en) Roll control mechanism for swing motion truck
US20090191037A1 (en) Apparatus for level ride lift
US5881650A (en) Running mechanism for chain hoists, load carrying means for trailing cable
US5029927A (en) Apparatus for opening and closing rear door of vehicle
EP4198430A1 (en) Device for moving a homogenizing and/or slagging tool of molten metal, in particular aluminum, in melting furnaces
JP2519664B2 (ja) クレ―ン−ボ―リング装置用等の作業車両のマスト支持装置
EP0227668A1 (en) Dump hoist
JPH06166439A (ja) 斜板用過負荷ブリッジ
NL9101118A (nl) Kantelinrichting voor een voertuig met kantelcabine.
JPS62261554A (ja) 枢動可能な背もたれを有する座席構造及び特に自動車の前部座席構造
JP7270911B2 (ja) ウイング扉の係止装置
CA1126094A (en) Mechanism for moving a sliding door of a railway car
JP3335331B2 (ja) 車輌運搬車
JPH0141615Y2 (nl)
CN116573558A (zh) 用于防止塔机倒塔的安全保护装置及塔机
JP3374982B2 (ja) 車輌のリアドア開閉装置
BE1007638A6 (nl) Geleidings- en kantelmechanisme voor een laadinrichting.
JPH08192671A (ja) ダンプトラックの荷台構造
SU1675135A1 (ru) Самосвальное транспортное средство дл перевозки легковесных грузов
JPH0535925Y2 (nl)
JPH06127298A (ja) 運搬車の荷台昇降装置
JP6359944B2 (ja) 貨物自動車用荷台支持脚およびこれを備える貨物自動車

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051001