NL1011492C2 - Houder voor stekplanten. - Google Patents

Houder voor stekplanten. Download PDF

Info

Publication number
NL1011492C2
NL1011492C2 NL1011492A NL1011492A NL1011492C2 NL 1011492 C2 NL1011492 C2 NL 1011492C2 NL 1011492 A NL1011492 A NL 1011492A NL 1011492 A NL1011492 A NL 1011492A NL 1011492 C2 NL1011492 C2 NL 1011492C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
holder
clamping elements
clamping
parts
Prior art date
Application number
NL1011492A
Other languages
English (en)
Inventor
Anthony Visser
Cornelis Wilhelmus Dekker
Hendrikus Wouterus Jozef V Tol
Original Assignee
Visser S Gravendeel Holding
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Visser S Gravendeel Holding filed Critical Visser S Gravendeel Holding
Priority to NL1011492A priority Critical patent/NL1011492C2/nl
Priority to AT00908109T priority patent/ATE243408T1/de
Priority to AU29481/00A priority patent/AU2948100A/en
Priority to PCT/NL2000/000126 priority patent/WO2000052996A1/en
Priority to EP00908109A priority patent/EP1175141B1/en
Priority to DK00908109T priority patent/DK1175141T3/da
Priority to ES00908109T priority patent/ES2198293T3/es
Priority to CA002363181A priority patent/CA2363181A1/en
Priority to DE60003547T priority patent/DE60003547T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1011492C2 publication Critical patent/NL1011492C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G2/00Vegetative propagation
    • A01G2/10Vegetative propagation by means of cuttings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Developmental Biology & Embryology (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Crystals, And After-Treatments Of Crystals (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)
  • Details Of Cutting Devices (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Apparatus Associated With Microorganisms And Enzymes (AREA)
  • Scissors And Nippers (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)
  • Packages (AREA)

Description

HOUDER VOOR STEKPLANTEN
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor stekplanten.
Stekken is een wijze van ongeslachtelijke vermeerdering van planten voor het verkrijgen van genetisch identiek teeltmateriaal.
10 Hierbij worden plantendelen van bestaande planten afgesneden, en na een behandeling opgekweekt tot volwaardige planten. Hierbij moeten de afgesneden stekplanten aan een nauwkeurige temperatuur en vochtigheids-behandeling worden onderworpen om voldoende wortels te 15 krijgen, om tot volwaardige planten te kunnen uitgroeien.
Volgens de stand van de techniek worden de afgesneden stekplanten in teeltmateriaal, bijvoorbeeld aarde, zand of substraat geplaatst, waarna de aldus bewerkte stekplanten aan een temperatuur- en vochtig-20 heidsbehandeling worden onderworpen.
Deze procedure heeft het nadeel dat door de in teeltmateriaal geplaatste stekplanten veel ruimte innemen .
Een ander probleem ligt in het transport van de 25 stekplanten; veelal worden stekplanten gesneden in landen met een warm klimaat, waarna zij getransporteerd worden naar landen met een gematigd klimaat, waar de planten worden opgekweekt. Er bestaat dus behoefte aan houders voor de stekplanten, waarin zij met zo min mogelijk 30 inname van ruimte gemakkelijk kunnen worden getransporteerd, bijvoorbeeld als luchtvracht.
Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding een houder voor stekplanten, omvattende tenminste een drager en een reeks aan de drager bevestigde klemelementen die 35 elk zijn ingericht voor het vastklemmen van een stek-plant, waarbij de klemelementen zodanig aan de drager zijn bevestigd, dat in de klemelementen geklemde stekplanten zich hoofdzakelijk parallel aan elkaar uitstrek- V Λ 1 * i ».
2 ken, en dat het centrum van elk van de klemelementen zich hoofdzakelijk in eenzelfde centraal vlak bevindt.
Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk stekplanten op een relatief klein oppervlak te transpor-5 teren en aan een aanvankelijke bewerking te onderwerpen, bijvoorbeeld in een klimaatkamer.
Een laatste voordeel is dat de houder het mogelijk maakt de stekplanten machinaal te bewerken, bijvoorbeeld te steken. Hiervoor is de toevoer van de 10 stekplanten in verenkelde vorm en met gedefinieerde positie van het grootste belang; eerst deze maatregelen maken het mogelijk dat een machine de stekken stuk voor stuk vastgrijpt en - na een eventuele behandeling - in een perspot steekt. In het algemeen is een perspot hier-15 toe van een gat voorzien. Deze toepassing is in het bijzonder van belang bij chrysanten.
Volgens een eerste, belangrijke uitvoeringsvorm strekt het centrale vlak zich loodrecht op de stekplanten uit. Dit biedt de mogelijkheid de stekplanten op een zo 20 klein mogelijk oppervlak te transporteren. Volgens weer een andere uitvoeringsvorm is de drager hoofdzakelijk flexibel.
Dit biedt de mogelijkheid de drager op te wikkelen.
25 Een andere uitvoeringsvorm leert dat de drager in hoofdzakelijk starre stukken is verdeeld, welke onderling flexibel zijn gekoppeld. Dit biedt de mogelijkheid de starre stukken zigzaggewijs tegen elkaar aan te vouwen. Deze beide uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat 30 zij de ruimte-inname van de gevulde houder verder verkleinen.
Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de klemelementen elk ten minste twee delen, waarvan er ten minste één verend met de drager is verbon-35 den.
Deze maatregel is belangrijk in verband met het feit dat de stekplanten qua dikte sterk variëren. De veerkracht van beide elementen biedt de mogelijkheid de J il' ! 3 stekplanten van sterk uiteenlopende dikten goed vast te klemmen zonder dat zij worden beschadigd.
Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de overige onderconclusies.
5 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen: figuur l: een deel van een houder volgens de onderhavige uitvinding, waarin twee klemelementen zijn 10 afgebeeld, welke aan een drager zijn bevestigd; figuur 2: een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van een situatie, waarbij twee naburige dragers tegen elkaar aan zijn geplaatst; figuur 3: een gedeeltelijk weggebroken, per-15 spectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm, waarbij de dragers zijn opgenomen in een ruimtelijke constructie; figuur 4: een doorsnede volgens de pijl IV in figuur 3; 20 figuur 5: een bovenaanzicht van een opgerolde drager volgens een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 6: een afbeelding van een vierde uitvoeringsvorm; 25 figuur 7: een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en figuur 8: een perspectivisch aanxicht van een zesde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
In figuur 1 is een deel van een houder 1 ge-30 toond, welke wordt gevormd door een onderste materiaal-strook 2 en een zich parallel daaraan uitstrekkende, bovenste materiaalstrook 3. Bij voorkeur zijn beide materiaalstroken 2,3 van kunststof vervaardigd. Ter plaatse van een klemelement zijn beide stroken 2,3 onder-35 ling verbonden door twee, zich loodrecht op de lengterichting van de materiaalstroken 2,3 uitstrekkende elementen 4, respectievelijk 5. Beide elementen 4,5 zijn 101:402 > 4 kort bij hun aanhechting aan beide stroken 2,3 van een versmalling 6 voorzien.
De aldus beschreven structuur herhaalt zich op regelmatige afstand in de lengterichting van de stroken 5 2,3. De klemelementen worden gevormd door twee hoofdzakelijk halfcilindrische elementen 7, welke elk door middel van twee bruggen 8 aan de brugelementen 4, respectievelijk 5 zijn bevestigd. De beide halfcilindrische elementen 7,8 zijn aan weerszijden onderling gescheiden door 10 een spleet 10, respectievelijk 11. De versmallingen 6 van de brugelementen 4, respectievelijk 5 maakt het mogelijk dat bij het uit elkaar bewegen van de halfcilindrische elementen 7,8 er een deze naar elkaar toe richtende kracht ontstaat. Dit is echter tevens een kwestie van 15 dimensionering, en deze kracht is tevens afhankelijk van de gekozen soort materiaal, in het bijzonder de eigenschappen van de desbetreffende kunststof.
Het insteken van de stekplanten 12 wordt vergemakkelijkt door een aan de bovenzijde van elk van de 20 halfcilindrische elementen 7,8 aangebracht, naar boven toe convergerend deel 14, respectievelijk 15. Hierdoor ontstaat een soort trechter. De strook 2 strekt zich in enige mate onder de ruimte tussen de halfcilindrische elementen 7,8 uit, zodat voorkomen wordt dat een stek-25 plant 12 door de onderkant heen naar buiten valt.
De binnenzijde van de halfcilindrische elementen 7,8 kan tamelijk willekeurig zijn gevormd; het is mogelijk deze volgens een cirkelcilinder uit te voeren, doch tevens is het mogelijk deze enigszins ovaal uit te 30 voeren.
In figuur 2 is getoond, hoe twee van dergelijke houders 1 tegen elkaar aan zijn geplaatst, waarbij de door beide halfcilindrische elementen 7,8 gevormde klemelementen 13, welke tot verschillende houders 1 behoren, 35 tussen elkaar zijn geplaatst. Dit biedt de mogelijkheid de stekken bijzonder ruimtebesparend te transporteren, respectievelijk op te slaan.
·' Λ 5
Van belang is hierbij dat de afstand tussen de houders 1 wordt bepaald door de breedte van de onderstrook 2. Ook is hierbij het feit van belang dat de maat van de klemelementen 13 in de lengterichting van de 5 houders l, kleiner is dan de helft van de steek van de klemelementen, zodat voldoende plaats overblijft om de klemelementen tussen elkaar in te plaatsen. In het onderhavige geval zijn de trechtervormige delen 14 en 15 zo breed, dat deze zich gedeeltelijk onder de onderstroken 2 10 van beide houders uitstrekken. Van belang is hierbij echter dat de opening aan de bovenzijde tussen de twee bovenstukken 14,15 vrij blijft.
In figuur 3 is verder een uitvoeringvorm getoond, waarbij de klemelementen niet aan een zich volgens 15 een strook uitstrekkende houder zijn bevestigd, maar waarbij de afzonderlijke klemelementen zijn samengevoegd tot een ruimtelijke structuur en in bovenaanzicht de klemelementen zich in een tweedimensionale structuur uitstrekken. Dit biedt de mogelijkheid de dichtheid van 20 de stekplanten nog verder te vergroten, maar hier staat slechtere bereikbaarheid van de stekplanten tegenover.
Deze uitvoeringsvorm omvat een groot aantal klemelementen 13. Afwisselend zijn van de klemelementen 13 de richtingen van de spleten 10,11 over een hoek van 25 90° gedraaid, zodat de structuur van een schaakbord wordt verkregen. Deze maatregel houdt verband met de mate van vrijheid tussen naburige klemelementen. De beide, tot een klemelement 13 behorende halfcilindrische elementen 7,8 moeten immers ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
30 De klemelementen zijn dan ook onderling verbon den door verbindingsstroken, welke een zijdelingse beweging van de klemelelementen toelaten. Deze verbindingen worden gevormd door van hetzelfde materiaal als de klemelementen vervaardigde platen 16, welke elk door middel 35 van verbindingsstangen 17 verbonden zijn met de vier naburige klemelementen. Elke plaat 16 is dan ook door vier stangen 17 met de naburige klemelementen verbonden. Elk klemelement is aan elk van zijn zijden door middel 1 fi. i j 4 ^ 6 van twee boven elkaar gelegen stangen verbonden met elk twee boven elkaar gelegen platen. Aldus wordt een samenhangende, ruimtelijke structuur verkregen, waarbij de tot een klemelement behorende halfcilindrische elementen 7,8 5 kunnen bewegen voor het verkrijgen van de vereiste bewe-gingsvrij heid.
Op regelmatige afstanden zijn in deze structuur zuilen 18 aangebracht, welke door middel van V-vormige stangen 19 met de naburige elementen zijn verbonden. Deze 10 kolommen 18 bieden de mogelijkheid een geheel samenstel van dergelijke klemelementen op een vlakke ondergrond te plaatsen en, wanneer de stang 18 lang genoeg is, de mogelijkheid de verschillen van dergelijke structuren, zelfs in de met stekplanten gevulde situatie boven elkaar 15 te plaatsen.
In figuur 4 is een doorsnede van een dergelijke configuratie getoond.
De in figuur 5 getoonde, vierde uitvoeringsvorm vormt als het ware een bovenaanzicht van de in figuur 1 20 getoonde uitvoeringsvorm, waarbij de keuze van het materiaal zodanig is, dat de stroken 2,3 van figuur 1 in enige mate flexibel zijn, en zij dus kunnen worden opgerold.
Figuur 6 toont een wederom met figuur 1 over-25 eenkomende afbeelding van een vijfde uitvoeringsvorm, waarbij de versmallingen 6 achterwege zijn gelaten. Hierbij gaat men er van uit dat het materiaal, waarvan de constructie vervaardigd is, dezelfde desbetreffende veerkrachtige eigenschappen heeft, doch het is zeer wel 30 mogelijk de bruggen 9 als zodanig te dimensioneren.
Ten slotte toont figuur 7 een sterk afwijkende uitvoeringsvorm, welke bijvoorbeeld van papier kan worden vervaardigd.
Het zal duidelijk zijn dat deze in plaats van 35 papier ook van kunststof kan worden vervaardigd, mits voldoende stijfheid in het materiaal aanwezig is. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de drager gevormd door een strook papier, waarin door middel van bijvoorbeeld stan- 7 zen lippen 20 zijn uitgespaard. De materiaalkeuze is hierbij zodanig, dat de lippen 20 met een zekere kracht naar hun oorspronkelijke positie worden teruggedrongen. Het is dan mogelijk vanaf één zijde tussen de lippen en 5 de eigenlijke drager een stekplant 12 te schuiven.
Bij de in figuur 8 weergegeven uitvoeringsvorm is wederom sprake van een houder, welke wordt gevormd door een onderstrook 2 en een bovenstrook 3, welke worden verbonden door in dit geval slechts een enkel brugelement 10 25. Het zal duidelijk zijn dat evenals bij de hiervoor besproken uitvoeringsvormen de brugelementen 25 onder onderling gelijke afstanden zijn aangebracht, en dat andere uit de eerdere uitvoeringsvorm bekende maatregelen ook bij deze uitvoeringsvormen van toepassing zijn.
15 Aan elk van de brugelementen 25 zijn twee klemstroken 26,27 bevestigd door middel van verbindingsstukken 28. Elk van de verbindingsstukken 28 strekt zich aldus uit tussen een brugelement 25 uit en een klemstrook 26, respectievelijk 27.
20 De dimensionering van de klemstroken 25,26 en de verbindingsstukken 28 is zodanig, dat de klemstroken 26,27 onder het niveau van de verbindingsstukken 28 naar elkaar toe worden gedrongen, wanneer zich daartussen een stek 12 bevindt. De onderzijden van de verbindingsstukken 25 26,27 drukken tegen het stek 12. Om echter de stekken 12 te kunnen insteken worden aanvankelijk de delen van de klemstroken 26,27 boven de verbindingsstroken naar elkaar toe bewogen, zodat de onder de verbindingsstukken 28 gelegen delen uit elkaar worden bewogen en het mogelijk 30 is de stekken 12 te kunnen insteken.
Door deze configuratie kunnen stekken worden vastgeklemd met sterk uiteenlopende diameter, hetgeen in hoge mate van belang is.
Ook hierbij kan de aldus gevormde band worden 35 opgerold of zigzag worden gevouwen om in een geconditioneerde ruimte te worden geplaatst of om getransporteerd te worden.

Claims (21)

1. Houder voor stekplanten, omvattende tenmin-5 ste een drager en een reeks aan de drager bevestigde klemelementen die elk zijn ingericht voor het vastklemmen van een stekplant, waarbij de klemelementen zodanig aan de drager zijn bevestigd, dat in de klemelementen geklemde stekplanten zich hoofdzakelijk parallel aan elkaar 10 uitstrekken, en dat het centrum van elk van de klemelementen zich hoofdzakelijk in eenzelfde centraal vlak bevindt.
2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het centrale vlak zich loodrecht op de stekplanten 15 uitstrekt.
3. Houder volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat de drager zich volgens een band uitstrekt, en dat de klemelementen op regelmatige onderlinge afstanden aan de drager zijn bevestigd.
4. Houder volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de klemelementen elk aan dezelfde zijde van de drager zijn bevestigd.
5. Houder volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de klem- 25 elementen aan een zijde van de drager onderling groter is dan of gelijk is aan de onderlinge afstand tussen het centrum van de klemelementen, opdat twee dragers met hun klemelementen tussen elkaar kunnen worden geplaatst.
6. Houder volgens een van de voorafgaande con- 30 clusies, met het kenmerk, dat de drager hoofdzakelijk flexibel is.
7. Houder volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de drager in hoofdzakelijk starre stukken is verdeeld die onderling flexibel zijn gekop- 35 peld.
8. Houder volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemelementen elk ten Γ. * Cï . ü I 1 'f v minste twee delen omvatten, waarvan er ten minste één verend met de drager is verbonden.
9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de delen elk hoofdzakelijk de vorm hebben van een 5 halve cilindermantel, waarbij de beide delen zodanig met de drager zijn verbonden, dat in de onbelaste situatie beide delen aan weerszijden door een smalle spleet worden gescheiden.
10. Houder volgens conclusie 8 of 9, met het ken- 10 merk, dat de binnenwanden van beide delen van de klem- elementen aan een zijde naar boven toe divergerend zijn gevormd.
11. Houder volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat de binnenwand van beide delen van de 15 klemelementen tezamen een hoofdzakelijk ovale doorsnede hebben.
12. Houder volgens conclusie 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat elk van de delen door ten minste twee bruggen met de drager is verbonden.
13. Houder volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de drager zich parallel aan de as van de klemelementen uitstrekkende elementen omvat die door middel van een versmald deel met zich hoofdzakelijk in de lengterichting van de drager uitstrekkende delen van de 25 drager is verbonden.
14. Houder volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat, de drager twee, zich in de lengterichting uitstrekkende stangen omvat, waaraan de elementen zijn bevestigd.
15. Houder volgens conclusie 14, met het ken merk, dat de klemelementen zich gedeeltelijk tussen de stangen uitstrekken.
16. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elk van de delen van de klemelementen om een 35 zich hoofdzakelijk loodrecht op het vlak van de drager uitstrekkende as kantelbaar met de drager zijn verbonden.
17. Houder volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat elk van de delen van de klemelementen door middel van een aan torsie onderhevige verbinding met de drager is verbonden.
18. Houder volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de delen van de klemelementen elk een plaat 5 omvatten die aan een zijde van de verbinding met de drager een klemvlak omvatten, "en aan de andere zijde van aangrijpingsvlakken zijn voorzien voor op de wijze van een hefboom uit elkaar bewegen van de klemvlakken.
19. Houder volgens een van de conclusies 9-18, 10 met het kenmerk, dat de houder door spuitgieten of thermovormen van kunststof is vervaardigd.
20. Houder volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de drager van vlak materiaal is vervaardigd, waarin ter plaatse van elk klemelement ten 15 minste drie lippen zijn gestansd, welke zijn ingericht voor het vastklemmen van de stekplanten.
21. Houder volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de houder van papier of van kunststoffolie is vervaardigd. 20 εΐ 0 1 1 4 & 2 ‘
NL1011492A 1999-03-09 1999-03-09 Houder voor stekplanten. NL1011492C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011492A NL1011492C2 (nl) 1999-03-09 1999-03-09 Houder voor stekplanten.
AT00908109T ATE243408T1 (de) 1999-03-09 2000-03-01 Halter für pflanzenstecklinge
AU29481/00A AU2948100A (en) 1999-03-09 2000-03-01 Holder for plant cuttings
PCT/NL2000/000126 WO2000052996A1 (en) 1999-03-09 2000-03-01 Holder for plant cuttings
EP00908109A EP1175141B1 (en) 1999-03-09 2000-03-01 Holder for plant cuttings
DK00908109T DK1175141T3 (da) 1999-03-09 2000-03-01 Holder for plantestiklinger
ES00908109T ES2198293T3 (es) 1999-03-09 2000-03-01 Soporte para esquejes de plantas.
CA002363181A CA2363181A1 (en) 1999-03-09 2000-03-01 Holder for plant cuttings
DE60003547T DE60003547T2 (de) 1999-03-09 2000-03-01 Halter für pflanzenstecklinge

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011492 1999-03-09
NL1011492A NL1011492C2 (nl) 1999-03-09 1999-03-09 Houder voor stekplanten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011492C2 true NL1011492C2 (nl) 2000-09-12

Family

ID=19768796

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011492A NL1011492C2 (nl) 1999-03-09 1999-03-09 Houder voor stekplanten.

Country Status (9)

Country Link
EP (1) EP1175141B1 (nl)
AT (1) ATE243408T1 (nl)
AU (1) AU2948100A (nl)
CA (1) CA2363181A1 (nl)
DE (1) DE60003547T2 (nl)
DK (1) DK1175141T3 (nl)
ES (1) ES2198293T3 (nl)
NL (1) NL1011492C2 (nl)
WO (1) WO2000052996A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1022993C2 (nl) 2003-03-21 2004-09-22 H B Engineering B V I O Houder voor plantenstekken en inrichting voor de vervaardiging van een dergelijke houder.

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1025504C2 (nl) * 2004-02-17 2005-08-19 Jan Willem Crum Inrichting en werkwijze voor het geleiden van een gewasdeel.
FR2919462A1 (fr) * 2007-07-30 2009-02-06 Joel Bucaille Tuteur pour plantes vegetales en forme de treillis horizontal destine a tenir dressees et regulierement espacees entre elles les tiges des plantes ou des fleurs de grande taille cultivees dans les jardins ou les serres.
NL2003165C2 (nl) 2009-07-09 2011-01-11 Dekker Chrysanten B V Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten.
NL2017897B1 (nl) * 2016-11-30 2018-06-11 Visser S Gravendeel Holding B V Planthouder, systeem daarvoor, en werkwijze voor het verwerken daarvan
CN107787696B (zh) * 2017-10-27 2020-08-11 江苏湖滨园林建设有限公司 银杏枝干用扦插装置
EP4161259A1 (en) 2020-06-07 2023-04-12 Comestaag LLC Shelf-life extender compositions for live plant items and methods, kits, and coated live plant items relating thereto
WO2024132175A1 (en) * 2022-12-23 2024-06-27 Selecta Klemm Gmbh & Co. Kg A method and system for producing, without the help of a substrate, a plurality of rooted cuttings from a plurality of unrooted cuttings

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09294465A (ja) * 1996-04-30 1997-11-18 Howa Kogyo Kk 接ぎ木ホルダー

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09294465A (ja) * 1996-04-30 1997-11-18 Howa Kogyo Kk 接ぎ木ホルダー

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DATABASE WPI Section Ch Week 199805, Derwent World Patents Index; Class A97, AN 1998-045539, XP002121473 *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1022993C2 (nl) 2003-03-21 2004-09-22 H B Engineering B V I O Houder voor plantenstekken en inrichting voor de vervaardiging van een dergelijke houder.
EP1459619A1 (en) 2003-03-21 2004-09-22 H.B. Engineering B.V. Holder for plant cuttings and device for manufacturing such a holder

Also Published As

Publication number Publication date
AU2948100A (en) 2000-09-28
ATE243408T1 (de) 2003-07-15
CA2363181A1 (en) 2000-09-14
EP1175141A1 (en) 2002-01-30
WO2000052996A1 (en) 2000-09-14
ES2198293T3 (es) 2004-02-01
DE60003547T2 (de) 2004-05-06
EP1175141B1 (en) 2003-06-25
DK1175141T3 (da) 2003-10-20
DE60003547D1 (de) 2003-07-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1011492C2 (nl) Houder voor stekplanten.
DE69500053T2 (de) Verpackung zum Verpacken und Konservieren von Frischwaren
DE4408830C2 (de) Zuschnitt aus Karton zur Bildung einer Umverpackung für Becher und so gebildeter Pack
NL1012164C2 (nl) Verpakking voor langstelige, weinig of geen blad bezittende bloemen, in het bijzonder gerbera's, anthuriums en aronskelken.
EP2499902B1 (en) Tray for carrying plant pots
DE202015005579U1 (de) Verbundbaustein, Ausrichtvorrichtung und komplementärer Verbundbaustein
EP0235140B2 (de) Einrichtung zur aufnahme von gegenständen, anordnung mit solchen einrichtungen sowie verfahren zur herstellung
US5779069A (en) Reinforced shelves
WO2005114075A1 (de) Ablageplatte für ein kältegerät
CA2374171C (en) Detachable or attachable holder
DE2149734C3 (de) Selbsttrocknendes Tablett
DE9114604U1 (de) Verpackungseinlage
DE60305291T2 (de) Halter für verpackte Produkte und System mehrerer solcher Halter
BE1010683A5 (nl) Afscheidingselement voor een dierenverblijfplaats.
DE202009002891U1 (de) Verpackung für scheibenförmige Produkte, insbesondere Wafer, Solarzellen o.dgl.
FR2666488A1 (fr) Dispositif pour supporter des pots de fleurs a distance variable les uns des autres.
DE3734626C1 (de) Ruetteltisch fuer mit Schokoladenmasse gefuellte Giessformen
DE1486201A1 (de) Klarsichtverpackung aus Kunststoff fuer Modellschienenfahrzeuge
DE60305862T2 (de) System mit mindestens einer Verpackung für einen oder mehrere Konfektriegel und einem Halter für diese Verpackung
NL1026120C2 (nl) Samenstel voorzien van een drager voor in kluiten opgenomen planten alsmede een dergelijke drager.
EP2361497B1 (fr) Dispositif de bloc moule
EP4434025A1 (en) Support for a sheet and method of making thereof
EP0207872B1 (fr) Ensemble porte-étiquette
NL8400084A (nl) Ondersteuningsorgaan voor bloemen met kale stelen.
DE19936319C2 (de) Verpackung für stabförmige Güter

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051001