NL2003165C2 - Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten. - Google Patents

Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten. Download PDF

Info

Publication number
NL2003165C2
NL2003165C2 NL2003165A NL2003165A NL2003165C2 NL 2003165 C2 NL2003165 C2 NL 2003165C2 NL 2003165 A NL2003165 A NL 2003165A NL 2003165 A NL2003165 A NL 2003165A NL 2003165 C2 NL2003165 C2 NL 2003165C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
carrier
plants
watering device
water supply
Prior art date
Application number
NL2003165A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Wilhelmus Dekker
Original Assignee
Dekker Chrysanten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dekker Chrysanten B V filed Critical Dekker Chrysanten B V
Priority to NL2003165A priority Critical patent/NL2003165C2/nl
Priority to CA2766796A priority patent/CA2766796A1/en
Priority to EP10734840A priority patent/EP2451267A1/en
Priority to AP2012006096A priority patent/AP2012006096A0/xx
Priority to BR112012000461A priority patent/BR112012000461A2/pt
Priority to PCT/NL2010/050435 priority patent/WO2011005092A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003165C2 publication Critical patent/NL2003165C2/nl
Priority to ZA2012/00094A priority patent/ZA201200094B/en
Priority to CO12002550A priority patent/CO6491021A2/es

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0295Units comprising two or more connected receptacles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

SYSTEEM, BEWATERINGSINRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET ONTWIKKELEN VAN WORTELS AAN STEKPLANTEN
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het 5 behandelen van stekplanten, omvattende een drager en een reeks aan de drager bevestigde houders die elk zijn ingericht voor het houden van een stekplant, waarbij de houders zodanig aan de drager zijn bevestigd, dat in de houders gestoken stekplanten zich hoofdzakelijk parallel aan 10 elkaar uitstrekken, en dat het centrum van elk van de houders zich hoofdzakelijk in een zelfde centraal vlak bevinden. Een dergelijk systeem is beschreven in WO 00/52996. Middels deze inrichting is het mogelijk stekplanten op een relatief klein oppervlak te transporteren 15 en aan een aanvankelijke bewerking te onderwerpen, bijvoorbeeld in een klimaatkamer.
Stekken is een wijze van ongeslachtelijke vermeerdering van planten voor het verkrijgen van genetisch identiek 20 teeltmateriaal.
Hierbij worden plantendelen van bestaande planten afgesneden, en na een behandeling opgekweekt tot volwaardige planten. Hierbij moeten de afgesneden stekplanten aan een 25 nauwkeurige temperatuur en vochtigheidsbehandeling worden onderworpen om voldoende wortels te krijgen, om tot volwaardige planten te kunnen uitgroeien.
Volgens de stand van de techniek worden de afgesneden 30 stekplanten in teeltmateriaal, bijvoorbeeld aarde, zand of substraat geplaatst, waarna de aldus bewerkte stekplanten aan een temperatuur- en vochtigheidsbehandeling worden onderworpen.
2
Deze procedure heeft het nadeel dat door de in teeltmateriaal geplaatste stekplanten veel ruimte innemen.
5 Een ander probleem ligt in het transport van de stekplanten; veelal worden stekplanten gesneden in landen met een warm klimaat, waarna zij getransporteerd worden naar landen met een gematigd klimaat, waar de planten in aarde worden opgekweekt. Er bestaat behoefte aan houders voor de 10 stekplanten, waarin zij met zo min mogelijk inname van ruimte gemakkelijk kunnen worden getransporteerd, bijvoorbeeld als luchtvracht, en vervolgens kunnen zo snel mogelijk met zo min mogelijk handelingen en met zo min mogelijk inname van ruimte tot planten kunnen worden 15 opgekweekt.
Deze nadelen worden deels opgelost door het systeem zoals beschreven in WO 00/52996. Een voordeel van de deze drager is dat deze het mogelijk maakt de stekplanten machinaal te 20 bewerken, bijvoorbeeld te steken. Hiervoor is de toevoer van de stekplanten in verenkelde vorm en met gedefinieerde positie van het grootste belang; eerst deze maatregelen maken het mogelijk dat een machine de stekken stuk voor stuk vastgrijpt en - na een eventuele behandeling - in een 25 perspot steekt. In het algemeen is een perspot hiertoe van een gat voorzien. Deze toepassing is in het bijzonder van belang bij chrysanten.
De uitvinding beoogt een verdere verbetering van het 30 systeem. Met name beoogt de uitvinding een verdere kostenbesparing bij het telen van gewassen, in het bijzonder van chrysanten.
3
Daartoe omvat het systeem voorts een bewateringsinrichting, omvattende ten minste een goot waar de onderzijden van de stekplanten in geplaatst kunnen worden, welke goot zich uitstrekt tussen een watertoevoerzijde en een 5 waterafvoerzijde, alsmede een watertoevoer die is ingericht om water toe te voeren aan de watertoevoerzijde en een waterafvoer die is ingericht om water af te voeren van de waterafvoerzijde. Door tests is ontdekt dat het eindresultaat sneller en met minder kosten wordt behaald, 10 indien de stekplanten voordat deze in aarde worden gestoken, eerst worden voorzien van water totdat er een begin van wortelontwikkeling is. Een dergelijk begin van wortelontwikkeling kenmerkt zich door een kleine, juist waarneembare verdikking aan de onderzijde van de stekplant. 15 Voorts heeft de uitvinding als voordeel dat de stekplanten door het verblijf in de bewateringsinrichting langer op een relatief klein oppervlak kunnen verblijven.
De waterafvoerzijde van de bewateringsinrichting is bij 20 voorkeur voorzien van een waterafvoeropening, en de watertoevoerzijde van de bewateringsinrichting is bij voorkeur voorzien van een watertoevoeropening.
Tussen de watertoevoerzijde en de waterafvoerzijde van de 25 bewateringsinrichting is bij voorkeur nabij ten minste de waterafvoerzijde, bij voorkeur ook nabij de watertoevoerzijde, een waterdrempel geplaatst die in gebruik de waterhoogte in de goot bepaalt.
30 De goot heeft bij voorkeur een zodanige breedte dat de onderzijde van de drager met daarin de onderzijden van de stekplanten daarin geplaatst kan worden. De goot heeft bij voorkeur nabij de bodem een versmald deel heeft met een 4 zodanige breedte dat de drager daar niet in past, zodat water onder de drager door kan stromen.
De bewateringsinrichting omvat bij voorkeur een veelheid aan 5 parallelle goten omvat, waarbij de onderlinge afstand tussen de hartlijnen van de goten bij voorkeur minder dan 5 cm, meer bij voorkeur minder dan 3 cm is. Ook de onderlinge afstand tussen de houders op een drager is bij voorkeur minder dan 5 cm, meer bij voorkeur minder dan 3 cm. Op die 10 wijze kunnen veel stekplanten op een relatief kleine oppervlakte worden geplaatst om de wortelontwikkeling op gang te brengen.
De waterdrempel bevindt zich bij voorkeur op afstand van de 15 uiteinden van de goten, zodanig dat water vrij tussen die uiteinden van de goten kan stromen. Daardoor wordt een gelijkmatige waterhoogte in alle goten bevorderd.
Althans het deel met de goten van de bewateringsinrichting 20 is in de voorkeursuitvoering vervaardigd van een gebogen plaat.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een bewateringsinrichting zoals hierboven beschreven.
25
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het behandelen van stekplanten, omvattende: het bevestigen van onbewortelde stekplanten aan een drager zodanig dat de stekplanten zich in hoofdzaak parallel in 30 hoofdzaak in een zelfde centraal vlak aan elkaar uitstrekken, waarbij de onderzijden van de stekplanten in ten minste een goot van een bewateringsinrichting worden geplaatst, welke goot zich uitstrekt tussen een 5 watertoevoerzijde en een waterafvoerzijde, waarbij water wordt toegevoerd aan de watertoevoerzijde en water wordt afgevoerd van de waterafvoerzijde, zodanig dat het water in de goot de onderzijden van de stekplanten bevochtigt. De 5 drager met de stekplanten worden daarbij bij voorkeu uit de goot gehaald kort nadat wortelvorming in de stekplanten waarneembaar is en de stekplanten vervolgens uit de drager worden gehaald en in aarde worden gezet. Bij voorkeur wordt een drager met de stekplanten parallel aan een andere drager 10 in een goot geplaatst, waarbij de onderlinge afstand tussen de stekplanten in de verschillende dragers minder dan 5 cm, bij voorkeur minder dan 3 cm is.
De onderhavige uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 15 van bijgaande figuren, waarin:
Figuur 1 een bovenaanzicht is van een opgerolde drager, waarin een reeks klemelementen zijn afgebeeld, welke aan de drager zijn bevestigd; 20
Figuur 2 een deel van een gestrekte drager weergeeft, waarin twee klemelementen zijn afgebeeld, welke aan de drager zijn bevestigd en waarin stekplanten worden gestoken; 25 Figuur 3 een perspectiefaanzicht van het uiteinde van een bewateringsinrichting weergeeft;
Figuur 4 een doorsnedeaanzicht volgens pijlen IV van het uiteinde van de bewateringsinrichting weergeeft;
Figuur 5 een doorsnedeaanzicht volgens pijl V van het uiteinde van de bewateringsinrichting weergeeft; en 30 6
Figuur 6 de bewateringsinrichting weergeeft waarin de dragers met stekplanten zijn geplaatst.
In figuur 1 is een deel van een opgerolde drager 1 getoond, 5 welke wordt gevormd door een onderste materiaalstrook 2 en een zich parallel daaraan uitstrekkende, bovenste materiaalstrook 3, en daaraan op onderling regelmatige afstanden van circa 29 mm bevestigde houders voor stekplanten, in de vorm van klemelementen 13. In de in 10 figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm is de keuze van het materiaal zodanig, dat de stroken 2, 3 van figuur 1 in enige mate flexibel zijn, en zij dus kunnen worden opgerold. De dragers 1 kunnen in een alternatieve uitvoeringsvorm ook een stijve lineaire vorm hebben.
15
In figuur 2 wordt getoond dat ter plaatse van een klemelement 13 beide stroken 2, 3 onderling zijn verbonden door twee, zich loodrecht op de lengterichting van de materiaalstroken 2, 3 uitstrekkende elementen 4, 20 respectievelijk 5. Beide elementen 4,5 zijn kort bij hun aanhechting aan beide stroken 2, 3 van een versmalling 6 voorzien.
De klemelementen worden gevormd door twee hoofdzakelijk 25 halfcilindrische elementen 7, welke elk door middel van twee bruggen 8 aan de brugelementen 4, respectievelijk 5 zijn bevestigd. De beide halfcilindrische elementen 7, 8 zijn aan weerszijden onderling gescheiden door een spleet 10, respectievelijk 11. De versmallingen 6 van de brugelementen 30 4, respectievelijk 5 maakt het mogelijk dat bij het uit elkaar bewegen van de halfcilindrische elementen 7, 8 er een deze naar elkaar toe richtende kracht ontstaat. Dit is echter tevens een kwestie van dimensionering, en deze kracht 7 is tevens afhankelijk van de gekozen soort materiaal, in het bijzonder de eigenschappen van de desbetreffende kunststof.
Het insteken van de stekplanten 12 wordt vergemakkelijkt 5 door een aan de bovenzijde van elk van de halfcilindrische elementen 7, 8 aangebracht, naar boven toe convergerend deel 14, respectievelijk 15. Hierdoor ontstaat een soort trechter. De strook 2 strekt zich in enige mate onder de ruimte tussen de halfcilindrische elementen 7, 8 uit, zodat 10 voorkomen wordt dat een stekplant 12 door de onderkant heen naar buiten valt.
De binnenzijde van de halfcilindrische elementen 7, 8 kan tamelijk willekeurig zijn gevormd; het is mogelijk deze 15 volgens een cirkelcilinder uit te voeren, doch tevens is het mogelijk deze enigszins ovaal uit te voeren.
Andere uitvoeringvormen van dragers voor stekplanten die geschikt zijn om te worden gebruikt in de onderhavige 20 uitvinding worden beschreven in de internationale octrooipublicatie WO 00/52996.
In figuren 3, 4 en 5 wordt het uiteinde van een bewateringsinrichting getoond, welke een in hoofdzaak 25 plaatvormig element omvat, die vijf parallelle goten 22 omvat, waarin de dragers 1 met de stekplanten 12 van figuur 2 kunnen worden geplaatst, zoals getoond in figuur 6. De breedte van een goot 22 is ongeveer 13 mm en ongeveer gelijk, doch net iets groter dan de breedte van de dragers 30 met de houders. Aan de onderzijde van dit bovenste bredere deel van de goten 22 bevindt zich een versmald deel 23, waar die smaller is dan de breedte van de dragers 1 met de houders 13, namelijk circa 7 mm. Hierdoor kan water vrij 8 onder de dragers 1 met de stekplanten 12 door de goten 22 stromen. De hoogte van het brede deel van de goten is ongeveer 18 mm, en dat van het smallere deel 23 is 6 mm. De afstand tussen de hartlijnen van de goten is 29 mm.
5
De goten 22 kunnen bijvoorbeeld een lengte hebben van 1 meter, maar ook veel langer is mogelijk, bijvoorbeeld 20 m. Aan de beide uiteinden van de goten 22 bevindt zich een watertoevoerbak 24 en een waterafvoerbak 25, welke van de 10 goten 22 gescheiden worden door waterdrempels 26. In de watertoevoerbak 24 zijn watertoevoeropeningen 27 aanwezig die kan worden aangesloten op een waterleiding en in de waterafvoerbak zijn waterafvoeropeningen 28 aanwezig, die kunnen worden aangesloten op een afvoerleiding.
15
De waterdrempels 26 bevinden zich op afstand van de uiteinden van de goten, zodat het water vrij in de ruimte 29 tussen de uiteinden kan stromen. Op die wijze wordt een gelijke waterhoogte in alle goten 22 gewaarborgd, welke 20 waterhoogte gelijk is aan de hoogte van de waterdrempels 26.

Claims (17)

1. Systeem voor het behandelen van stekplanten, omvattende een drager en een reeks aan de drager bevestigde houders die 5 elk zijn ingericht voor het houden van een stekplant, waarbij de houders zodanig aan de drager zijn bevestigd, dat in de houders gestoken stekplanten zich hoofdzakelijk parallel aan elkaar uitstrekken, en dat het centrum van elk van de houders zich hoofdzakelijk in een zelfde centraal 10 vlak bevinden, met het kenmerk, dat het systeem voorts omvat een bewateringsinrichting, omvattende ten minste een goot waar de onderzijden van de stekplanten in geplaatst kunnen worden, welke goot zich uitstrekt tussen een watertoevoerzijde en een waterafvoerzijde, alsmede een 15 watertoevoer die is ingericht om water toe te voeren aan de watertoevoerzijde en een waterafvoer die is ingericht om water af te voeren van de waterafvoerzijde.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de 20 waterafvoerzijde van de bewateringsinrichting is voorzien van een waterafvoeropening.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de watertoevoerzijde van de bewateringsinrichting is voorzien 25 van een watertoevoeropening.
4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij tussen de watertoevoerzijde en de waterafvoerzijde van de bewateringsinrichting nabij ten minste de waterafvoerzijde, 30 bij voorkeur ook nabij de watertoevoerzijde, een waterdrempel is geplaatst die in gebruik de waterhoogte in de goot bepaalt.
5. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1-4, waarbij de goot een zodanige breedte heeft dat de onderzijde van de drager met daarin de onderzijden van de stekplanten daarin geplaatst kan worden. 5
6. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1-5, waarbij de goot nabij de bodem een versmald deel heeft met een zodanige breedte dat de drager daar niet in past.
7. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1-6, waarbij de bewateringsinrichting een veelheid aan parallelle goten omvat.
8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de onderlinge 15 afstand tussen de hartlijnen van de goten minder dan 5 cm, bij voorkeur minder dan 3 cm is.
9. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1-8, waarbij de onderlinge afstand tussen de houders op een 20 drager minder dan 5 cm, bij voorkeur minder dan 3 cm is.
10. Systeem volgens conclusies 4 en 7, waarbij de waterdrempel zich op afstand van de uiteinden van de goten bevindt, zodanig dat water vrij tussen die uiteinden van de 25 goten kan stromen.
11. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 10, waarbij althans het deel met de goten van de bewateringsinrichting is vervaardigd van een gebogen plaat. 30
12. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 11, waarbij de houders elk worden gevormd twee hoofdzakelijk halfcilindrische klemelementen.
13. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1 -12, waarbij elke drager precies één rij houders bevat.
14. Bewateringsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-13.
15. Werkwijze voor het behandelen van stekplanten, omvattende het bevestigen van onbewortelde stekplanten aan 10 een drager zodanig dat de stekplanten zich in hoofdzaak parallel in hoofdzaak in een zelfde centraal vlak aan elkaar uitstrekken, met het kenmerk, dat de onderzijden van de stekplanten in ten minste een goot van een bewateringsinrichting worden geplaatst, welke goot zich 15 uitstrekt tussen een watertoevoerzijde en een waterafvoerzijde, waarbij water wordt toegevoerd aan de watertoevoerzijde en water wordt afgevoerd van de waterafvoerzijde, zodanig dat het water in de goot de onderzijden van de stekplanten bevochtigt. 20
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de drager met de stekplanten uit de goot worden gehaald kort nadat wortelvorming in de stekplanten waarneembaar is en de stekplanten vervolgens uit de drager worden gehaald en in 25 aarde worden gezet.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij een drager met de stekplanten parallel aan een andere drager in een goot wordt geplaatst, waarbij de onderlinge afstand 30 tussen de stekplanten in de verschillende dragers minder dan 5 cm, bij voorkeur minder dan 3 cm is.
NL2003165A 2009-07-09 2009-07-09 Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten. NL2003165C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003165A NL2003165C2 (nl) 2009-07-09 2009-07-09 Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten.
CA2766796A CA2766796A1 (en) 2009-07-09 2010-07-07 System, watering device and method for developing roots on plant cuttings
EP10734840A EP2451267A1 (en) 2009-07-09 2010-07-07 System, watering device and method for developing roots on plant cuttings
AP2012006096A AP2012006096A0 (en) 2009-07-09 2010-07-07 System, watering device and method for developing roots on plant cuttings.
BR112012000461A BR112012000461A2 (pt) 2009-07-09 2010-07-07 sistema, dispositivo de regar e método para desenvolver raízes em estacas de planta
PCT/NL2010/050435 WO2011005092A1 (en) 2009-07-09 2010-07-07 System, watering device and method for developing roots on plant cuttings
ZA2012/00094A ZA201200094B (en) 2009-07-09 2012-01-05 System,watering device and method for developing roots on plants cuttings
CO12002550A CO6491021A2 (es) 2009-07-09 2012-01-10 Sistema, dispositivo de irrigación y método para desarrollar raíces de esquejes de plantas

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003165A NL2003165C2 (nl) 2009-07-09 2009-07-09 Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten.
NL2003165 2009-07-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003165C2 true NL2003165C2 (nl) 2011-01-11

Family

ID=41683434

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003165A NL2003165C2 (nl) 2009-07-09 2009-07-09 Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten.

Country Status (8)

Country Link
EP (1) EP2451267A1 (nl)
AP (1) AP2012006096A0 (nl)
BR (1) BR112012000461A2 (nl)
CA (1) CA2766796A1 (nl)
CO (1) CO6491021A2 (nl)
NL (1) NL2003165C2 (nl)
WO (1) WO2011005092A1 (nl)
ZA (1) ZA201200094B (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1011346C1 (nl) * 1999-02-19 1999-03-16 B & B Bulbs & Flowers B V Kweekdrager.
EP1108354A1 (en) * 1999-12-14 2001-06-20 Synprodo Plantpak B.V. Systems comprising a plate-shaped support that can be positioned in a reservoir

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5101594A (en) * 1985-11-12 1992-04-07 Bentle Products Ag Tape or packaged tape provided along the length thereof with pockets containing viable plant material as well as a process for producing the tape
NL1011492C2 (nl) 1999-03-09 2000-09-12 Visser S Gravendeel Holding Houder voor stekplanten.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1011346C1 (nl) * 1999-02-19 1999-03-16 B & B Bulbs & Flowers B V Kweekdrager.
EP1108354A1 (en) * 1999-12-14 2001-06-20 Synprodo Plantpak B.V. Systems comprising a plate-shaped support that can be positioned in a reservoir

Also Published As

Publication number Publication date
ZA201200094B (en) 2012-09-26
CA2766796A1 (en) 2011-01-13
EP2451267A1 (en) 2012-05-16
AP2012006096A0 (en) 2012-02-29
WO2011005092A1 (en) 2011-01-13
CO6491021A2 (es) 2012-07-31
BR112012000461A2 (pt) 2016-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20190281777A1 (en) Climatically sealed climate-controlled cell for indoor cultivation of plants
BE1023219A1 (nl) Teelsysteem
NL2007007C2 (nl) Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas.
US10426141B2 (en) Poultry feeding system having walls which delimit or extend through a feeding space at least partly provided with sharp-edged line-elevations
EP1866101B1 (en) Irrigation system
US20150173306A1 (en) Plant growth apparatus and method
NL2017543B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het kweken van plantmateriaal
NL2003165C2 (nl) Systeem, bewateringsinrichting en werkwijze voor het ontwikkelen van wortels aan stekplanten.
US20100101145A1 (en) Hydroponic system
DK1733614T3 (da) Dyrkningstrug og væksthus med et multipelt skinnesystem samt fremgangsmåde til dyrkning af en afgröde i et dyrkningstrug
JP6035653B2 (ja) 野菜栽培器具
EP1741332A1 (en) Tray with handle
WO2015181278A1 (en) Systems for cultivating plants with aerial roots
BE1023221B1 (nl) Teelsysteem
JP5401746B2 (ja) 芝生保護用マットとこれを用いた保護構造
US9220189B2 (en) Rooting tape
US20120137580A1 (en) System, watering device and method for developing roots on plant cuttings
NL1029321C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen.
NL194027C (nl) Groeisysteem voor planten.
NL1019560C2 (nl) Kweken van snijbloemen.
FR2681501A1 (fr) Procede pour la culture et la recuperation des graines florales ou potageres en serre ou en pleine terre et goulotte en resultant.
NL1027095C2 (nl) Werkwijze en kasinrichting voor de teelt van eenmalige snijbloemen.
NL1021180C2 (nl) Kweken van snijbloemen.
NL1021845C2 (nl) Meegroeiende plantpot.
JP4952986B2 (ja) 育苗方法

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230801