NL1029321C2 - Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1029321C2
NL1029321C2 NL1029321A NL1029321A NL1029321C2 NL 1029321 C2 NL1029321 C2 NL 1029321C2 NL 1029321 A NL1029321 A NL 1029321A NL 1029321 A NL1029321 A NL 1029321A NL 1029321 C2 NL1029321 C2 NL 1029321C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
openings
growing
recesses
medium
bulbous plants
Prior art date
Application number
NL1029321A
Other languages
English (en)
Inventor
Arnoldus Cornelis Jo Ammerlaan
Original Assignee
Arnoldus Cornelis Jo Ammerlaan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arnoldus Cornelis Jo Ammerlaan filed Critical Arnoldus Cornelis Jo Ammerlaan
Priority to NL1029321A priority Critical patent/NL1029321C2/nl
Priority to EP06769377A priority patent/EP1898690A1/en
Priority to US11/993,334 priority patent/US20090139140A1/en
Priority to PCT/NL2006/000304 priority patent/WO2006137729A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1029321C2 publication Critical patent/NL1029321C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0295Units comprising two or more connected receptacles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Hydroponics (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Description

- o
Titel: Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opkweken van bolgewassen.
Het is bekend bolgewassen, zoals tulpenbollen, narcisbollen of 5 dergelijke, op te kweken in potgrond of grond in een kweekkas. Daarbij dient de (pot)grond voedingsstoffen, water en lucht te omvatten om aldus als groeimedium te fungeren. Dankzij de losse structuur van de grond is goede doorworteling mogelijk. Door deze wortelgroei kunnen de bolgewassen evenwel tijdens het opkweken omhoog worden gedrukt. Hierdoor kunnen de 10 bollen en daaruit groeiende stelen een instabiele stand aannemen,waardoor de steel kan kromgroeien en/of met bol en al kan omvallen. Teneinde dit te verhinderen worden de geplante bolgewassen gebruikelijk afgedekt met een laag zand, grond, schuimblokken van bijvoorbeeld polystyreen of andere geschikte steunmiddelen. Een nadeel van deze bekende inrichting, kweken 15 in potgrond of grond in een kweekkas, is dat potgrond aan de natuur wordt onttrokken door (pot)grond winning uit, met name, veenmos velden, maar ook bodems van bossen en andere (pot)grondwingebieden, waardoor de natuurlijke vegetatie schade wordt berokkend. Bovendien kan de gebruikte grond met daarin opgenomen voedings-, afval- en andere teeltrestanten tot 20 milieuvervuiling leiden.
Als alternatief groeimedium is bekend om de bolgewassen op te kweken op een zogenaamd stromend watercultuur. Daarbij kunnen de bolgewassen bijvoorbeeld worden ingeklemd in een elastisch lichaam en boven een waterreservoir worden geplaatst, zoals beschreven in NL 25 1010950, of kunnen de bolgewassen worden vastgeprikt op daartoe in het waterreservoir voorziene scherpe delen, zoals beschreven in NL 9301407, in zogenaamde priktrays. Dankzij dergelijke steunmiddelen behoudt het 1029321- Ή 2 bolgewas gedurende de teelt een stabiele positie. Het waterreservoir voorziet de bolgewassen van water en voedingsstoffen en fungeert aldus als groeimedium. Nadeel van deze bekende inrichting is evenwel dat de bolgewassen door de scherpe steunmiddelen beschadigd raken. Bovendien 5 kan in het stilstaande water zuurstofvermindering of tekort ontstaan. Na gebruik worden de priktrays in practisch alle gevallen ontsmet om ziektekiemen die bij hergebruik toekomstige teelten kunnen beïnvloeden, uit te schakelen. Dit brengt ontsmettingskosten en een milieubelasting met zich mee.
10 De uitvinding beoogt een alternatieve inrichting te verschaffen voor het opkweken van bolgewassen, waarbij althans een deel van de nadelen van de bekende inrichtingen is vermeden, met behoud van voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
15 Gebruik van mineraalwol als groeimedium biedt vele voordelen. Zo ! bezit mineraalwol een goede opslagcapaciteit voor water, lucht, voedingsstoffen en eventuele ander stoffen zoals bestrijdingsmiddelen en/of ontsmettingsmiddelen. Bovendien biedt mineraalwol (in tegenstelling tot bijvoorbeeld hydrokultuur, zoals beschreven in NL 9301407,) een goede 20 verdeling van water, voedingsstoffen, zuurstof en vast medium, resulterend in een groeimedium van hoge kwaliteit. Deze kwaliteit is bovendien constant, doordat mineraalwol stabiel is van samenstelling. De verdeling van vast medium, water en lucht kan eenvoudig worden gerealiseerd door het mineraalwol te bevochtigen. Hierdoor kan aan zich ontwikkelende 25 wortels een optimale groeiomgeving worden geboden, met een hoge luchtvochtigheid, voldoende lucht, en eventuele voedingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen tegen ziekten en plagen. Mineraalwol kan bovendien herhaald worden gebruikt en is na gebruik te recyclen en daarmee milieuvriendelijk. Mineraalwol is bovendien eenvoudig te verwerken en kan 30 vrijwel in elke gewenste vorm worden geperst, met vrijwel elk gewenst '1029321' 3 V» oppervlak. Lengte, breedte, hoogte en vorm kunnen eenvoudig worden gevarieerd, toegesneden op de toegepaste logistieke hulpmiddelen en aanwezige ruimte. Hierdoor kan het groeimedium eenvoudig worden toegepast in uiteenlopende, bestaande groeisystemen.
! 5 De in het mineraalwol voorziene uitsparingen vormen wortelkamers of wortelkanalen onder de bolgewassen, waardoor de wortels zich vrij kunnen ontwikkelen, zonder daarbij het bolgewas omhoog, uit het groeimedium te drukken. Hiermee kan het bolgewas een stabiele positie behouden en kunnen de wortels zich in of aan, of een combinatie hiervan, 10 het groeimedium verankeren en daaruit voedingsmiddelen, water en i zuurstof opnemen. Daarbij kan de verankering voor een nog stabielere ligging zorgen van de bolgewassen.
j
De uitsparingen kunnen zodanig zijn vormgegeven dat hiermee wortelgroei in een gewenste richting kan worden gestuurd en de 15 beschikbare ruimte in het groeimedium optimaal wordt benut. Zo kan bijvoorbeeld wortelverstrengeling van naburige bolgewassen worden geminimaliseerd, zonder daarbij de gezamenlijke voorziening van voedingsmiddelen, water en lucht te scheiden. Sterke verstrengeling van de j wortels kan het oogsten bemoeilijken en kwaliteitsverlies opleveren door 20 beschadiging van de wortels. Bovendien zal de hoeveelheid groeimedium die bij het oogsten aan de wortels blijft hangen zeer gering zijn, waardoor weinig of geen groeimedium in het verdere verwerkingstraject van de bolgewassen wordt meegevoerd. Door geschikte vormgeving van de uitsparingen en door het sturen, dan wel gescheiden houden van de wortels 25 kan bovendien de kans op besmetting worden gereduceerd, bij aanwezigheid van zieke bollen.
Volgens een aspect van de uitvinding kunnen de uitsparingen zich door de gehele dikte van de laag mineraalwol uitstrekken, en aldus doorboringen vormen. Dit biedt het voordeel dat overtollig vocht eenvoudig 30 uit het groeimedium kan wegvloeien. Bovendien bieden de opening voordeel
Ii0293 21 “ κ* 4 bij het op elkaar stapelen van de inrichtingen omdat een uitstekende steel van een lager gelegen inrichting zich alsdan gedeeltelijk kan uitstrekken in een wortelkamer van een daarboven gelegen inrichting. Alternatief kunnen de uitsparingen een beperkte diepte en derhalve een gesloten onderzijde 5 hebben.
De steunmiddelen zorgen ervoor dat de bolgewassen stabiel worden ondersteund, in een gewenste positie, gebruikelijk een positie waarbij de te i ontwikkelen wortels zich naar beneden kunnen uitstrekken of nieuw ontwikkelen. Voorts kan door een geschikte vormgeving van de 10 steunmiddelen een optimale benutting van het beschikbare groeimedium i en/of de beschikbare ruimte worden gerealiseerd. !
Volgens een aspect van de uitvinding kunnen de steunmiddelen zijn j uitgevoerd als conventionele prikmiddelen. Alternatief kunnen de j steunmiddelen zijn uitgevoerd als klemmiddelen volgens de maatregelen j 15 volgens conclusie 7.
i
Dankzij een dergelijke configuratie kunnen de bolgewassen eenvoudig ! worden gefixeerd door de bolgewassen in de uitsparingen te steken. Daarbij i zal het omringend materiaal enigszins vervormen en aldus de bollen j vastklemmen. Door de vervorming zullen de wanden ter plaatse goed ; 20 aanliggen tegen het bolgewas waardoor deze nog beter worden ondersteund.
De uitsparingen bieden ten opzichte van de conventionele prikmiddelen het j i voordeel dat verwonding van de teler of de werknemer die de bollen op de 1 priktray plaatst kunnen worden verhinderd en de verwerking van de bolgewassen arbeidsvriendelijker kan plaatsvinden. Bovendien kan j 25 beschadiging van de bolgewassen worden geminimaliseerd.
Afhankelijk van de beoogde bolgewassen, in het bijzonder het type, de j afmetingen en vorm, kunnen de vorm, afmetingen en onderlinge positie van j de openingen worden aangepast. Zo kunnen de openingen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als separate, kokervormige gaten, of als sleuven. Dit geldt 30 overigens ook voor de hiervoor beschreven uitsparingen in het groeimedium. j i 1029321- ! *** i 5 I De openingen kunnen in een bepaalde volgorde of volgens een gewenst patroon zijn gerangschikt, en op een gewenste onderlinge afstand.
Met een inrichting volgens de uitvinding kunnen de bolgewassen eenvoudig in meerdere sessies worden geoogst. Daarbij zorgen de 5 steunmiddelen en wortelkamers en kanalen voor voldoende ondersteuning van de achterblijvende bolgewassen en hun wortels, zodat deze niet omvallen tijdens en na het oogsten.
Volgens een verder aspect van de uitvinding omvat de inrichting ter plaatse van de overgang tussen de uitsparingen en openingen een 10 schouder. Deze schouders kunnen bijvoorbeeld een afgeschuind, afgerond of afgeplat verloop hebben. De schouders helpen de in de openingen vastgeklemde bollen nog beter, stabieler te ondersteunen en bieden stevigheid en een vergroot contactoppervlak, waardoor contact met vocht of een vochtige omgeving kan ontstaan, nadat het medium is bevochtigd.
15 Volgens een aspect van de uitvinding kan het mineraalwol zijn samengeperst met een bepaalde persing. Hierdoor verkrijgt het groeimedium een bepaalde stevigheid. Verdere stevigheid kan worden ontleend aan de concentratie van vezels/materiaal waaruit het medium is opgebouwd (persing), een eventuele drager waarin het groeimedium wordt 20 geplaatst (broeifust) en/of het gewicht van het groeimedium inclusief water, bollen, en voedingsmiddelen (zwaartekracht).
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het opkweken van bolgewassen. Daarbij kunnen de handeling van het planten en opslaan van geplante bollen en de handeling van het bewortelen en 25 broeien van de bolgewassen eenvoudig van elkaar worden gescheiden, in plaats en tijd, dankzij een inrichting volgens de uitvinding. Hierdoor kan de noodzaak voor geconditioneerde opslagcapaciteit worden beperkt. Het groeimedium kan droog worden opgeslagen en op een nader te bepalen tijdstip worden bevochtigd. Ook kunnen bepaalde preparatiebehandelingen, 30 zoals bijvoorbeeld behandelingen voor de aanleg van wortelontwikkeling,
Ii02932l- r* 6 bladontwikkeling en bloemknopontwikkeling of geconditioneerd stilzetten en opslaan van de bolgewassen reeds in het droge groeimedium plaatsvinden. Aldus kan een “werkvoorraad” worden aangelegd voor het broeien van bolgewassen. Pas door bevochtiging van het groeimedium zal 5 het bolgewas worden geactiveerd en zullen groei en eventuele andere, geprepareerde processen worden geïnitieerd.
De hierboven beschreven inrichting en werkwijze kan voorts worden toegepast met behulp van alle andere groeimedia die een bepaalde stevigheid bezitten en die na bevochtiging een goede verdeling van vast 10 medium, water, voedingsstoffen en lucht waarborgen. In het bijzonder behoren tot deze andere groeimedia ook waterabsorberende schuimblokken, oasis, rubberdirt en natuurlijke vezels of combinaties van vezels en stoffen die tot groeimedia zijn verwerkt zoals bewerkte produkten van cocosvezel, hennepvezel, brandnetelvezel of andere natuurlijke vezels welke als 15 vervangers voor minerale wol kunnen worden gebruikt.
In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding beschreven. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting volgens de uitvinding, alsmede 20 het gebruik daarvan nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1A-D in dwarsdoorsnede vier uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij wortelkamers in het groeimedium verschillend zijn vormgegeven; 25 Figuur 2A-D in bovenaanzicht vier inrichtingen volgens de uitvinding, voorzien van steunmiddelen met openingen voor opname van bolgewassen, waarbij de openingen respectievelijk zijn uitgevoerd als kokervormige gaten, sleuven in lengterichting, sleuven in breedterichting en diagonale sleuven; 1*029321 * 7 V*
Figuur 3 in nader detail een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, voorzien van een daarin opgenomen bolgewas;
Figuur 4 in dwarsdoorsnede een inrichting volgens de uitvinding, 5 opgenomen in een broeibak en voorzien van bolgewassen;
Figuur 5 in dwarsdoorsnede twee inrichtingen volgens de uitvinding in opslagpositie;
Figuur 6 in dwarsdoorsnede een inrichting volgens de uitvinding met verschillende openingsvormen, voor opname en fixatie van bolgewassen; 10 Figuur 7 in dwarsdoorsnede een inrichting volgens de uitvinding met alternatieve steunmiddelen;
Figuur 8 in nader detail de steunmiddelen volgens figuur 7;
Figuur 9 nog een alternatieve uitvoeringsvorm van steunmiddelen volgens de uitvinding; 15 Figuur 10 in perspectivisch bovenaanzicht een inrichting volgens de uitvinding, voorzien van bolgewassen, waarbij de steunmiddelen zijn voorzien van ronde openingen;
Figuur 11 in onderaanzicht de inrichting volgens figuur 10, voorzien van open (doorlopende) wortelkanalen met relatief grote diameter; 20 en
Figuur 12 in perspectivisch bovenaanzicht een inrichting volgens de uitvinding, voorzien van bolgewassen, waarbij de steunmiddelen zijn ί voorzien van sleufvormige openingen voorzien van open (doorlopende) wortelkanalen met relatief grote diameter met een stabiele bolstand bij de 2 25 rechter rijen, genummerd 8 en niet voorzien van open (doorlopende) wortelkanalen bij de 2 linker rijen, genummerd 7.
In de figuren 1A-D is een eerste uitvoeringsvoorbeeld getoond van een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het opkweken van bolgewassen 4, omvattende een groeimedium 2 en steunmiddelen 3 voor het op het 1029321- 8 groeimedium fixeren van de bolgewassen 4 (zie figuur 3) zodat deze bolgewassen 4 wortels kunnen ontwikkelen in het groeimedium 2.
Het groeimedium 2 omvat een laag vervormbaar materiaal, bij voorkeur elastisch vervormbaar. Dit materiaal is voorts bij voorkeur 5 recyclebaar en/of biologisch afbreekbaar. Een geschikt materiaal is bijvoorbeeld een mineraalwol, in het bijzonder steenwol of glaswol. Dergelijk materiaal is poreus maar kan toch goed vocht vasthouden, alsmede voedingsstoffen en eventuele andere teeltstoffen, zoals bestrijdingsmiddelen. De poreusheid kan desgewenst worden vergroot met behulp van verticale 10 kanalen en de hierna nog te beschrijven wortelkamers 5. Genoemd materiaal is bovendien eenvoudig te verwerken. Het kan bijvoorbeeld worden samengeperst tot blokken van een gewenst formaat, bijvoorbeeld afgestemd op bestaande logistieke systemen, groeibakken, etc.. Andere geschikte materialen zijn bijvoorbeeld oasis of rubber-dirt.
15 In het groeimedium 2 zijn uitsparingen 5 voorzien, die wortelkamers of wortelkanalen vormen voor daarin te ontwikkelen wortels. De vormgeving en afmetingen van deze wortelkamers 5A-D kunnen zijn aangepast aan de het type bolgewas 4 en de afmetingen daarvan. De uitsparingen of kamers 5A,D kunnen zich bijvoorbeeld over de geheel hoogte 20 van het groeimedium 2 uitstrekken (als getoond in Figuur IA en 1D) en derhalve open zijn aan een onderzijde van het groeimedium 2. Dit biedt het voordeel dat in gebruik overtollig vocht uit het groeimedium kan weglopen. Daarnaast kunnen dergelijke openingen voordeel bieden bij het opstapelen van de inrichtingen, zoals nog nader zal worden besproken aan de hand van 25 figuur 5. Alternatief kunnen de uitsparingen 5B, C gesloten zijn aan een onderzijde (als getoond in Figuur 1B en 1D). Voorts kunnen de uitsparingen 5 kokervormig zijn of sleufvormig, in welk laatste geval de uitsparingen 5A-D zich in de getoonde figuren 1A-D uitstrekken in een richting haaks op het vlak van de tekening. De uitsparing 5A,C kunnen een relatief grote 30 dwarsdoorsnede hebben (als getoond in Figuur LA en IC) doch kunnen ook 1029321- I * 9 j een veel beperktere dwarsdoorsnede hebben, als getoond in Figuur 1B,D. Met name in dit laatste geval kunnen per bolgewas meerdere uitsparingen 5B,D zijn voorzien.
De steunmiddelen 3 omvatten in het in Figuur 1 getoonde 5 uitvoeringsvoorbeeld een laag vervormbaar, bij voorkeur veerkrachtig materiaal voorzien van openingen 6. Deze openingen 6 kunnen net als de uitsparing 5 in het groeimedium 2 diverse vormen hebben. Zo kunnen de openingen kokervormig zijn of sleufvormig, zoals hieronder nog nader zal worden beschreven aan de hand van figuur 2. Voorts kunnen de openingen 10 6, in dwarsdoorsnede gezien, een eivormige bodemvorm 106, een afgeschuinde bodemvorm 306 of een rechthoekige bodemvorm 206 hebben, als getoond in figuur 6. De ligging van de openingen 6 is zodanig dat deze aansluiten op de uitsparingen 5. Voorts zijn de afmetingen en vormgeving van de openingen 6 zodanig dat deze enigszins zullen vervormen bij het 15 daarin steken van een bolgewas 4. Hierdoor zal het bolgewas 4 door het omringend materiaal worden vastgeklemd.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn het groeimedium 2 en de steunmiddelen 3 integraal uit eenzelfde materiaal vervaardigd. De overgang tussen beide delen (groeimedium 2 en steunmiddelen 3) is in onderbroken 20 lijnen aangegeven).
In figuren 2A-D zijn de steunmiddelen 3 in bovenaanzicht getoond, met openingen 6A-D voor opname van de bolgewassen 4. In figuur 2A zijn deze openingen 6A kokervormig, met een ronde doorsnede. Uiteraard zijn andere doorsneden mogelijk, bijvoorbeeld vier- of meerhoekig. Voorts 25 behoeft de koker geen constante doorsnede te hebben, doch kan deze naar beneden toe bijvoorbeeld enigszins taps toelopen of zijn afgerond, zoals getoond in Figuur 6 (respectievelijk aangegeven door verwijzingscijfer 306 en 106).
In figuur 2B-C zijn respectievelijk een tweede, derde en vierde 30 uitvoeringsvorm van de steunmiddelen 3 getoond, waarbij de openingen 6B- 1029321- & 10 D zijn uitgevoerd als sleuven, welke aan een onderzijde kunnen aansluiten op de wortelkamers 5 in het groeimedium 2. Deze wortelkamers 5 kunnen in dat geval ook zijn uitgevoerd als sleuven, doch kunnen uiteraard ook zijn uitgevoerd als zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende kokers. In Figuur 5 2B strekken de sleuven 6B zich uit in de lengterichting L van het groeimedium 2, in Figuur 2C in breedterichting B en in Figuur 2C in diagonale richting. Uiteraard zijn vele andere configuraties mogelijk, waarbij de sleuven in bovenaanzicht bijvoorbeeld een golvend of zigzaggend verloop hebben (niet getoond). Voorts kan het formaat van de inrichting 1 10 variëren in lengte- L en/of breedterichting B en in hoogterichting (loodrecht op het vlak van de tekening). Ook kan het aantal openingen 6A-D variëren en daarmee het aantal per inrichting 1 op te kweken bolgewassen 4.
In figuur 3 is een dwarsdoorsnede te zien van een inrichting 1 volgens de uitvinding, althans een gedeelte daarvan, waarbij een bolgewas 4 15 is opgenomen in de steunmiddelen 3, zodanig dat wortels 10 van dit bolgewas 4 zich in het groeimedium 2 kunnen ontwikkelen, in het bijzonder j j in de daarin voorziene wortelkamer 5. Deze wortelkamer 5 heeft in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een relatief grote doorsnede en is open aan de onderzijde.
20 In figuur 4 is een dwarsdoorsnee te zien van een inrichting 1 volgens de uitvinding, voorzien van bolgewassen 4. Daarbij is de inrichting 1 opgenomen in een conventionele broeibak 15.
In figuur 5 is getoond hoe een aantal inrichtingen 1 boven elkaar kunnen worden opgestapeld, waarbij reeds bolgewassen 4 in de 25 steunmiddelen 3 kunnen zijn opgenomen, doch waarbij het groeimedium 2 nog niet is bevochtigd. In deze positie kunnen de inrichtingen 1 voor bepaalde tijd worden opgeslagen. Zoals te zien biedt een naar onder open uitsparing 5 in het groeimedium 2 in dit geval het voordeel dat hierin een steel 16 van een bolgewas 4 in een ondergelegen inrichting 1 kan worden 30 opgenomen.
1029321- * 11
Figuur 6 toont een aantal mogelijke vormen voor de sleuven of openingen 6 in de steunmiddelen 3, zoals eivormig 106, rechthoekig of afgeplat 206, of afgeschuind 306, zoals hiervoor reeds beschreven. Aansluitend op deze openingen 6 is een wortelkamer 5 voorzien, met in het 5 getoonde geval een relatief grote doorsnede, welke evenwel kleiner is dan de doorsnede van de openingen 106,206, 306. Hierdoor zijn ter plaatse van de o ver gang schouders 17 gevormd, welke een onderzijde van een in de steunmiddelen 3 geplaatste bol 4 helpen ondersteunen.
In figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een 10 inrichting 101 volgens de uitvinding, waarbij het groeimedium 102 in hoofdzaak gelijk is aan één van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, doch waarbij de steunmiddelen 103 een separaat priksysteem omvatten (zie ook figuur 8), met scherpe delen 21 waarop de bolgewassen 4 kunnen worden vastgeprikt. Dit priksysteem kan op het groeimedium 102 worden 15 geplaatst, zodanig dat de daarop vastgezette bolgewassen 4 zich uitstrekken boven respectieve wortelkanalen 105 in het groeimedium 102. Met dit separate priksysteem 103 kunnen de bolgewassen 4 in een gewenste stand worden vastgehouden, dat wil zeggen rechtop, tegen opwaartse druk van de wortels of neerwaartse kracht van de zwaartekracht. Uiteraard zijn vele 20 andere prik- of klemsystemen 103 mogelijk, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 9 en zoals bijvoorbeeld bekend uit de hydrocultuur.
Figuur 10 toont een voorbeeld van bollen 4, in het bijzonder tulpenbollen, geplaatst in een inrichting 1 volgens de uitvinding, waarbij de steunmiddelen 3 zijn uitgevoerd als beschreven aan de hand van figuur 1 en 25 2, met ronde, kokervormige openingen 6
Figuur 11 toont in onderaanzicht een groeimedium 2, vervaardigd uit steenwol en voorzien van doorlopende wortelkanalen 5, open aan de onderzijde, en voorzien van een relatief grote dwarsdoorsnede.
1029321- 12 j >
Figuur 12 toont een voorbeeld van een inrichting 1, voorzien van bolgewassen 4, in het bijzonder tulpenbollen, waarbij de steunmiddelen 3 sleuven 6 omvatten.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de 5 tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Alle combinaties van (delen van) beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
10 1029321-

Claims (15)

1 Inrichting voor het opkweken van bolgewassen, omvattende een groeimedium en steunmiddelen, welke steunmiddelen zijn ingericht om de bolgewassen in een gewenste stand ten opzichte van het groeimedium te fixeren, waarbij het groeimedium bestaat uit een materiaal met 5 zodanige stevigheid, dat na bevochtiging de oorspronkelijke vorm wordt behouden en tevens een goede verdeling van vast medium, water, voedingsstoffen en lucht wordt gewaarborgt en waarbij het groeimedium naar de bolgewassen gekeerde zijde is voorzien van uitsparingen, ter vorming van wortelkamers of wortelkanalen, voor opname van in 10 gebruik door de bolgewassen te ontwikkelen wortels.
2 Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de uitsparingen doorgaande openingen omvatten, welke zich uitstrekken over de hele dikte van de laag groeimedium.
3 Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitsparingen 15 kokervormig zijn en zich, althans tijdens gebruik van de inrichting, in een in hoofdzaak verticale richting uitstrekken.
4 Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de uitsparingen sleufvormig zijn, waarbij een lengterichting van deze sleuven zich, althans in gebruik, in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekt.
20. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitsparingen richting een in gebruik van de bolgewassen afgekeerde zijde taps toelopen.
6 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de steunmiddelen en uitsparingen zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat de 25 wortelen van in gebruik in de steunmiddelen gefixeerde bolgewassen zich per bolgewas in meerdere uitsparingen kunnen uitstrekken. 1029321- %
7 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de steunmiddelen een laag veerkrachtig materiaal omvatten, voorzien van doorgaande openingen, met zodanige afmetingen dat in gebruik in deze openingen gestoken bolgewassen elastisch worden vastgeklemd door 5 omringend veerkrachtig materiaal.
8 Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de openingen sleufvormig zijn.
9 Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de openingen kokervormig zijn. 10 10 Inrichting volgens één van de conclusies 7-9, waarbij de openingen taps toelopen richting een in gebruik naar het groeimedium gekeerde zijde.
11 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het groeimedium en de steunmiddelen integraal uit één laag groeimedium 15 zijn vervaardigd.
12 Inrichting volgens conclusie 10, waarbij schouders zijn gevormd, daar waar de openingen van de steunmiddelen overgaan in de uitsparingen in het groeimedium, welke schouders zijn ingericht om in gebruik in de openingen gestoken bolgewassen althans gedeeltelijk te 20 ondersteunen.
13 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het groeimedium is samengeperst tot een zelfdragend lichaam, geschikt voor transport van in dit groeimedium opgekweekte bolgewassen.
14 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies waarbij het 25 groeimedium bestaat uit minerale wol.
15 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies waarbij het groeimedium bestaat uit natuurlijke vezels of combinaties van vezels en stoffen die tot groeimedia zijn verwerkt.
16 Werkwijze voor het op kweken van bolgewassen, zoals tulpen, 30 narcissen, of dergelijke, omvattende de stappen: in de steunmiddelen i 1029321- s plaatsen van op te kweken bolgewassen; en bevochtigen van het groeimedium met water en inbrengen van eventuele voedingsstoffen en/of andere teeltstoffen, zoals bijvoorbeeld ontsmettingsmiddelen; waarbij genoemde stappen gescheiden in tijd en/of plaats van elkaar 5 kunnen plaatsvinden en ook in omgekeerde volgorde kunnen plaatsvinden. i i i J i j j 1029321-
NL1029321A 2005-06-23 2005-06-23 Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen. NL1029321C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029321A NL1029321C2 (nl) 2005-06-23 2005-06-23 Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen.
EP06769377A EP1898690A1 (en) 2005-06-23 2006-06-21 Method and device to grow bulb-crops
US11/993,334 US20090139140A1 (en) 2005-06-23 2006-06-21 Method and device to grow bulb-crops
PCT/NL2006/000304 WO2006137729A1 (en) 2005-06-23 2006-06-21 Method and device to grow bulb-crops

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029321 2005-06-23
NL1029321A NL1029321C2 (nl) 2005-06-23 2005-06-23 Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029321C2 true NL1029321C2 (nl) 2006-12-28

Family

ID=35501311

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029321A NL1029321C2 (nl) 2005-06-23 2005-06-23 Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20090139140A1 (nl)
EP (1) EP1898690A1 (nl)
NL (1) NL1029321C2 (nl)
WO (1) WO2006137729A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11516974B2 (en) * 2010-06-30 2022-12-06 Rockwool International A/S Growth substrate product formed of mineral wool
US20140157664A1 (en) * 2012-12-12 2014-06-12 Lynda Mae Braun Watering Device for Plant Irrigation

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3842537A (en) * 1973-10-19 1974-10-22 Bishop Floral Co Plant growth composition and structure
FR2224080A1 (en) * 1973-12-28 1974-10-31 Roure Claude Light weight, soil-less window boxes - for forcing bulbs in a series of recesses, fed by a nutrient solution
EP0440524A1 (fr) * 1990-01-31 1991-08-07 Isover Saint-Gobain Technique de culture de plantes à bulbes
EP1190619A1 (de) * 2000-09-26 2002-03-27 Bachmann forming AG Anzuchtbehälter

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1959510A (en) * 1931-12-02 1934-05-22 Theodorus Van Waveren Package for flower bulbs
US2814910A (en) * 1954-01-04 1957-12-03 Ver Glasfab Packing case for a bulb glass
US3112577A (en) * 1959-07-01 1963-12-03 Burger Adolf Carrying and planting plate for bulbs and the like
US3513593A (en) * 1967-09-14 1970-05-26 American Can Co Synthetic soil block with recess
US3608238A (en) * 1969-01-27 1971-09-28 Elise Erika Reuter Plant culture
BE758606A (fr) * 1969-11-05 1971-04-16 Bayer Ag Plaque-substrat pour le forcage de bulbes a fleurs, en matierescellulaires de polyurethanes specifiquement mises au point
NL142864B (nl) * 1970-04-03 1974-08-15 Albert John Voges Verpakking.
EP0074637B1 (de) * 1981-09-11 1986-07-30 S.A. Breveteam Zwiebelpackung und -treibeinrichtung
US4777763A (en) * 1986-06-17 1988-10-18 Owens-Corning Fiberglas Corporation Plant growing medium
NL9200641A (nl) * 1992-04-06 1993-11-01 Curtec Nederland Bv Drager voor bolgewassen.
NL9301407A (nl) 1993-08-13 1995-03-01 Johannes Broersen Bloembollenbak.
CA2194891C (en) * 1994-07-13 2007-02-13 Jacob Frank De Groot Growth substrate comprising short transversally extending mineral wool fibres
EP0933021A1 (en) * 1998-02-02 1999-08-04 Rockwool International A/S Process for the manufacture of a mineral wool planth growth substrate and the obtainable mineral wool plant growth substrate
NL1010950C2 (nl) 1999-01-05 2000-07-11 Potveer Bv Drager voor bolvormige gewassen, alsmede samenstel van een vloeistofreservoir en een dergelijke drager.
US6401386B1 (en) * 1999-09-23 2002-06-11 Nan-Jing Ko Efficient process for bulb and flower production
NL1020277C2 (nl) * 2002-03-28 2003-09-30 Marda Developments B V Werkwijze en verpakking voor het verpakken en verzenden van planten of bollen.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3842537A (en) * 1973-10-19 1974-10-22 Bishop Floral Co Plant growth composition and structure
FR2224080A1 (en) * 1973-12-28 1974-10-31 Roure Claude Light weight, soil-less window boxes - for forcing bulbs in a series of recesses, fed by a nutrient solution
EP0440524A1 (fr) * 1990-01-31 1991-08-07 Isover Saint-Gobain Technique de culture de plantes à bulbes
EP1190619A1 (de) * 2000-09-26 2002-03-27 Bachmann forming AG Anzuchtbehälter

Also Published As

Publication number Publication date
US20090139140A1 (en) 2009-06-04
EP1898690A1 (en) 2008-03-19
WO2006137729A1 (en) 2006-12-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8910418B2 (en) Floatable plant growth system and a floatation tray for use with the system
JPH04110458U (ja) 水耕栽培用栽培物保持器
US4057932A (en) Container for seedlings
JP2013529923A (ja) 育苗培地製品、植物の成長方法、育苗培地製品を製造するプロセス
NL2011119C2 (nl) Kweekinrichting.
US10412902B2 (en) Planter, planting and method of growing plants
JP6035653B2 (ja) 野菜栽培器具
NL1029321C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het opkweken van bolgewassen.
NL2018099B1 (en) Kit of parts and assembly for domestic keeping of plants, in particular edible plants such as herb plants
JP2007151543A (ja) 水耕栽培装置および水耕栽培方法
KR101698669B1 (ko) 육묘용 포트 플레이트
NL8702519A (nl) Teeltsysteem, een monoblok en een monoblokhouder, bestemd voor toepassing in het teeltsysteem.
EP0514558A1 (en) Water culture apparatus
JP7004370B1 (ja) イチゴ苗の生育システム及び生育方法
US20090249989A1 (en) Seed Planting Device
NL7906444A (nl) Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze.
JP6981707B1 (ja) イチゴ苗の生育システム及び生育方法
NL2004964C2 (nl) Compacte houder voor het opkweken van gewassen.
JPH0542887B2 (nl)
US20210289725A1 (en) Hydroponic high density grow board for deep water culture
US20030014915A1 (en) Method of plant or tree propagation
JP7412943B2 (ja) コンテナホルダー、育苗キット及び山林苗の生産方法
EP3772883A1 (en) Apparatus and method for transplanting seedlings
JPH055879Y2 (nl)
US20030014916A1 (en) Propagation tray

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090101