NL1011263C2 - Inrichting voor het vrijgeven van een sluitergrendelcassette. - Google Patents

Inrichting voor het vrijgeven van een sluitergrendelcassette. Download PDF

Info

Publication number
NL1011263C2
NL1011263C2 NL1011263A NL1011263A NL1011263C2 NL 1011263 C2 NL1011263 C2 NL 1011263C2 NL 1011263 A NL1011263 A NL 1011263A NL 1011263 A NL1011263 A NL 1011263A NL 1011263 C2 NL1011263 C2 NL 1011263C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
data storage
shutter
outer casing
latch
Prior art date
Application number
NL1011263A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1011263A1 (nl
Inventor
Brian Schick
Douglas Mayne
Original Assignee
Iomega Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US09/022,342 external-priority patent/US5995346A/en
Application filed by Iomega Corp filed Critical Iomega Corp
Publication of NL1011263A1 publication Critical patent/NL1011263A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011263C2 publication Critical patent/NL1011263C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/02Details
    • G11B17/04Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit
    • G11B17/041Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit specially adapted for discs contained within cartridges
    • G11B17/043Direct insertion, i.e. without external loading means
    • G11B17/0436Direct insertion, i.e. without external loading means with opening mechanism of the cartridge shutter
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/03Containers for flat record carriers
    • G11B23/0301Details
    • G11B23/0308Shutters

Landscapes

  • Feeding And Guiding Record Carriers (AREA)
  • Holding Or Fastening Of Disk On Rotational Shaft (AREA)

Description

- 1 -
Inrichting voor het vrijgeven van een sluiter-arendelcassette
De uitvinding heeft betrekking op een op een 5 cassette gebaseerd gegevensopslagsysteem waarin een flexibele magnetische schijf aangebracht is binnenin een cassette-omhulsel. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een grendelmechanisme voor een sluiter-omhulsel voor een schij fcassette en gegevensopslaginrich-10 ting.
Flexibele mediumschijfcassettes met roteerbare sluiters worden al een decennium of meer in overweging gegeven. Een cassette met een roteerbare sluiter wordt bijvoorbeeld onthuld in het Amerikaanse octrooi no.
15 Re.32.876 (Wakabayashi et al). Het Wakabayashi octrooi onthult een schijfcassette die een flexibele magnetische schijf voor het opslaan van informatie bevat. De schijfcassette omvat een flexibele schijf bevestigd aan een naaf. Het schijf- en naafsamenstel is geplaatst tussen een 20 bovenste bedekking en een onderste bedekking. Schijftoe-gangopeningen zijn gevormd in de bovenste en onderste bedekkingen voor toegang door de lees/schrijfkoppen van de schijfaandrijving. De Wakabayashi sluiter roteert op het inwendige van de cassette en omvat een metalen plaat die 25 glijdt over de schij ftoegangopeningen en deze daardoor selectief bedekt. Een dergelijk sluitontwerp kan bruikbaar zijn voor een flexibele schijf cassette waarin de medium-toegangopening relatief klein is, en vormt een alternatief sluiterontwerp voor de meer gebruikelijke glijdende sluiter 30 die gevonden wordt in 1.44 megabyte flexibele schijven (floppy disks). Voor bepaalde schijftoegangopeningen kan 1 Π 1 1 ? R 3 - 2 - een ander roteerbaar sluitermechanisme dan de Wakabayashi sluiter gewenst zijn.
Recenter is een roteerbare sluiter die in een gesloten positie vergrendeld is onthuld. Het Amerikaanse 5 octrooi 5.636.095 (McGrath et al) beschrijft bijvoorbeeld een roteerbare sluiter die een significant percentage van het medium in de cassette bedekt. De McGrath cassette omvat een hard schijfmedium dat roteerbaar aangebracht is binnenin een buitenste omhulsel. De sluiter roteert binnenin 10 het buitenste omhulsel om het medium selectief bloot te geven en te bedekken. De sluiter wordt in een gesloten positie vergrendeld. Gedurende het inbrengen van de cassette grijpt een zwenkarm aan op de cassette en ontgrendelt de sluiter en roteert deze open wanneer de cassette in-15 gebracht wordt in de aandrijving. De zwenkarm roteert over dezelfde boog als de openende sluiter.
Er is behoefte aan een verbeterde schijfcassette met een van een grendel voorzien sluiteromhulsel.
De onderhavige uitvinding is gericht op een 20 gegevensopslaginrichting die een schijfaandrijving en een verwijderbare cassette omvat. De cassette voor gebruik met de aandrijving omvat een buitenste omhulsel met een spin-deltoegangsopening en een koptoegangsopening. Het binnenste omhulsel is roteerbaar gekoppeld aan het buitenste omhulsel 25 tussen eerste en tweede posities, en de spindeltoegangs-openingen van de binnenste en buitenste omhulsels liggen in hoofdzaak op één lijn. Het binnenste omhulsels is selectief roteerbaar naar de eerste positie zodat de kop-toegangsopeningen van de binnenste en buitenste omhulsels 30 in hoofdzaak in één lijn liggen en naar de tweede positie zodat de koptoegangsopeningen in hoofdzaak niet op één lijn liggen. Het cirkelvormige medium is roteerbaar aangebracht binnenin het binnenste omhulsel. De schijftoegangopening in het buitenste omhulsel en het binnenste omhulsel zijn in 35 hoofdzaak wigvormig.
De cassette omvat verder een grendel aangebracht binnenin het buitenste omhulsel om het binnenste sluiterom-
1 n 1 10RQ
- 3 - hulsel in een gesloten positie te vergrendelen. De grendel bezit een actueringspunt langs een perifere rand van de cassette dat het sluiteromhulsel ontgrendelt wanneer het ingedrukt wordt. Bij voorkeur is de grendel aangebracht op 5 een perifere zijrand van de cassette en is het actueringspunt öfwel verzonken in een grendel venster in het buitenste omhulsel öfwel het strekt zich naar buiten toe uit vanaf de perifere rand van de cassette.
De gegevensopslaginrichting omvat bij voorkeur een 10 hefboom die gekoppeld is met een bodem van de gegevensopslaginrichting voor het bedienen van de cassettegren-del. De hefboom heeft een cassette-aangrijpgedeelte dat aangebracht is op een distaai einde daarvan en omvat een veergedeelte dat buigt gedurende operationeel gebruik. Bij 15 voorkeur omvat het veergedeelte een flexibele as en is het in de lengte in één lijn gebracht langs een lange zijde van de gegevensopslaginrichting.
De voorgaande samenvatting, evenals de volgende gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringen, 20 wordt beter begrepen wanneer het gelezen wordt in samenhang met de toegevoegde tekeningen. Met de bedoeling de uitvinding te illustreren wordt in de tekeningen een uitvoering getoond die momenteel de voorkeur verdient, maar begrepen moet worden dat de uitvinding niet beperkt is tot de 25 specifieke onthulde methoden en middelen. In de tekeningen is:
Figuur 1 een bovenaanzicht van een schijf aandrijving volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 een isometrisch bovenaanzicht van een 30 cassette voor gebruik met de aandrijving van figuur 1;
Figuur 3 een isometrisch onderaanzicht van een cassette voor gebruik met de aandrijving van figuur 1;
Figuur 4 een bovenaanzicht van de cassette van figuur 2; 35 Figuur 5 een zijaanzicht van de cassette van figuur 2;
Figuur 6 een uiteengenomen aanzicht van de cas 1011263 - 4 - sette van figuur 2;
Figuur 7 een gedeeltelijk uiteengenomen aanzicht van de cassette van figuur 2 tonende een sluitergrendel-mechanisme; 5 Figuur 7A een gedetailleerd aanzicht van een uitvoering van de grendel van figuur 7;
Figuur 7B een gedetailleerd aanzicht van een andere uitvoering van de grendel van figuur 7;
Figuur 8 een dwarsdoorsnede van de cassette van 10 figuur 3 genomen langs de lijn A-A; en tonen de figuren 9A-9C de hefboom voor het ontgrendelen van de sluiter van de cassette volgens de onderhavige uitvinding; en illustreren de figuren 10A-10F de werking van 15 sluiteromhulsel 16 in samenhang met de aandrijving van figuur 1.
De onderhavige uitvinding verschaft een gege-vensopslagcassette voor gebruik met een schijfaandrijving van het type voor verwijderbare media. Door de hele be-20 schrijving heen wordt een voorkeursuitvoering van de uitvinding beschreven in samenhang met een schijfcassette met een bepaalde maat en vorm. Vele aspecten van de schijf-cassettevorm worden echter slechts voor voorbeelddoeleinden gepresenteerd. Dienovereenkomstig dient het mechanisme niet 25 beperkt te worden tot de getoonde bepaalde cassetteuit-voering, aangezien de uitvinding de toepassing voor andere cassettes en aandrijftypes en configuraties overweegt.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een schijf-aandrijving 50 waarvan de bovenste bedekking voor de 30 duidelijkheid verwijderd is. Aandrijving 50 accepteert een verwijderbare schijfcassette 10 (getoond in dunne lijnen) voor het lezen en opslaan van digitale informatie. Aandrijving 50 omvat een chassis 57, de actuator 56, met inbegrip van een tegenoverliggend paar lastbalken 44 met een lees/-35 schrijfkop 54 aangebracht aan het einde van iedere lastbalk, een lasthelling 47, een spindelmotor 53 en een spindel 40. een schijf cassette 10 kan ingebracht worden in 1011263 - 5 - de voorzijde van de aandrijving in de richting aangegeven door de pijl. Gedurende het inbrengen schuift de cassette 10 lineair langs het bovenoppervlak van het chassis 57 en spindelmotor 53 voor aangrijping met de laser/schrijfkoppen 5 54.
De figuren 2-5 tonen de uitwendige kenmerken van de schijfcassette 10 in detail. Zoals getoond bezit de schijfcassete 10 een ietwat hoekig hoofdlichaam 10b, een gebogen voorgedeelte 10a, en een gebogen achtergedeelte 10 10c. Cassette 10 omvat een buitenste omhulsel 18 en een binnenste sluiteromhulsel 16. Het sluiteromhulsel 16 roteert binnenin het buitenste omhulsel 18 om het medium 14 selectief bloot te geven door middel van een grote wigvormige schijftoegangopening 418, uitgebracht in het 15 voorgedeelte van de schijf cassette 10. De schijf cassette 10 omvat ook een flexibele magnetische schijf 14 (met streep-lijnen weergegeven in figuur 3) en een schijfmediumnaaf 12 die bevestigd is aan het medium 14, die beide roteerbaar aangebracht zijn in de cassette 10. Een aandrijftoeganggat 20 218b verschaft een opening in de cassette 10 voor aandrijf- spindel 40 (zie figuur 1) om aan te grijpen op de naaf 12 en de flexibele schijf 14 aan te drijven over tegenoverliggende lees/schrijfkoppen 54 (ook getoond in figuur 1). De naaf 12 bezit een kleinere maat dan het aandrijfgat 218b en 25 steekt naar beneden uit vanaf cassette 10. De schijfcas-sette 10 omvat ook een uitsteeksel 17, gekoppeld met het sluiteromhulsel 16, dat langs uitsteekselspoor 35 van cassette 10 beweegt waardoor het sluiteromhulsel 16 geopend wordt. Een grendelmechanisme 37 dat toegankelijk is door 30 grendelvenster 48 houdt de sluiter 16 vergrendeld in een gesloten positie wanneer de cassette niet in gebruik is.
Zoals het best getoond wordt in. figuur 2 is de wigvormige schijftoegangopening 418 gevormd in een voorste gedeelte van de cassette 10 (ongeveer gedefinieerd door de 35 punten A, B, C), nabij één hoek daarvan. De openingen 418 strekt zich uit over een boog a tussen de vectoren A-B en B-C. De boog a is bij voorkeur minder dan ongeveer 90° en 101 12 6 3 - 6 - is met de meeste voorkeur ongeveer 80°. Dienovereenkomstig roteert het sluiteromhulsel 16 binnenin het buitenste omhulsel 18 beginnend van nabij punt A tot nabij punt C over een boog van ongeveer 80°. Merk op dat het punt A een 5 gedeelte van de wigvormige opening definieert juist voorbij de middellijn 5. Omdat de sluiter over een boog van ongeveer 80° roteert, wordt ongeveer 15 tot 25%, bij voorkeur ongeveer 22%, van de rand van het medium 14 blootgelegd wanneer de sluiter open is. Tezelfdertijd wordt ongeveer 15 10 tot 25% van het oppervlaktegebied van de magnetische schijf 14 blootgelegd. De blootlegging verkregen door de grote wigvormige opening 418 verschaft de lees/schrijfkoppen 54 een grotere toegang tot het oppervlak van het medium 14 en staat het gebruik van een roteerbaar actuatorontwerp toe.
15 Ook verwijzend naar figuur 6 is een uiteengenomen aanzicht van cassette 10 verschaft om de inwendige componenten van de cassette 10 duidelijker te tonen. De cassette 10 omvat respectievelijk bovenste en onderste halve cassetteomhulsels 18a en 18b, een roteerbare sluiter-20 omhulsel met respectievelijke bovenste en onderste helften 16a en 16b, respectievelijke bovenste en onderste sluiter-omhulselvoeringen 15a en 15b, een sluiterzwenkspil 20, een sluiterveermechanisme 22, en een omhulselstabilisator 24. Het uitsteeksel 17 is gekoppeld aan de onderste sluiterom-25 hulselhelft 16b.
De voeringen 15a en 15b zijn bevestigd aan de sluiteromhulselhelften 16a en 16b. Voering 15a is bevestigd aan het binnenzijdeoppervlak 216a van sluiteromhulselhelft 16a, terwijl voering 15b bevestigd is aan het binnenzij-30 deoppervlak 216b van sluiteromhulselhelft 16b. Het schijf-medium 14 roteert binnenin het sluiteromhulsel en niet direct binnenin het cassetteomhulsel. Dienovereenkomstig zijn de voeringen 15a, 15b, in tegenstelling tot andere bekende cassettes waarbij de voeringen gewoonlijk bevestigd 35 zijn aan een de binnenzijde van het cassetteomhulsel, bevestigd aan het binnenzijdeoppervlak van de sluiteromhul-sels 16a, 16b. De voeringen 15a, 15b zijn bij voorkeur 1011263 - 7 - bevestigd via een hechtmiddel, bij meer voorkeur een drukgevoelig hechtmiddel. De voeringen 15a en 15b zijn gesneden in de vorm van het oppervlak waaraan zij bevestigd zullen worden (dat wil zeggen 216a, 216b) uit een vel voe-5 ringmateriaal. Het voeringmateriaal is bij voorkeur 100% polyester, bij meer voorkeur Veratec 141-620 verkrijgbaar van Data Resources Group in Walpole MA. Het voeringmateriaal bezit een dikte die bij voorkeur in de range van ongeveer 3,35 mils tot ongeveer 3,8 mils, bij meer voorkeur 10 ongeveer 3,35 mils ligt. (1 mil is 1/1000 inch) (1 inch = 2,54 cm).
Stabilisator 24 is een in hoofdzaak U-vormig afstandstuk gepositioneerd in het achterste gedeelte van de cassette 10 en tussen de bovenste en onderste cassetteom-15 hulselhelften 18a en 18b. Achterste cassetteomhul-seluitsteeksels 318a, 318b strekken zich naar achteren toe uit vanaf de bovenste en onderste omhulselhelften 18a en 18b en worden gewikkeld rond stabilisator 24. Daardoor strekt een gedeelte van de stabilisator 24, wanneer de 20 cassette 10 geassembleerd is, zich uit in en tussen de omhulselhelften 18 en 18b en steken gedeelten van de stabilisator 24 uit vanaf de verbonden bovenste en onderste omhulselhelften 18a en 18b. De uitstekende gedeelten van de stabilisator 24 vormen gedeelten van de buitencontouren van 25 de cassette 10. In het bijzonder vormt de stabilisator 24 de achterste cassettehoeken 24a en 24b en het achterste gedeelte 24c.
De stabilisator 24 is gevormd uit een lichtgewicht stijf materiaal zoals kunststof. Meer in het bijzonder is 30 de stabilisator 24 gevormd uit hoge sterkte polystyreen. Hij is gevormd met behulp van één van de bekende kunststof-vormprocessen, zoals spuitgieten. De stabilisator 24 verschaft dimensionele stabiliteit en stijfheid aan de cassette 10, waardoor cassettedeformatie gedurende verkeerd 35 behandelen, verwringen en dergelijke geminimaliseerd wordt.
Het sluiterveermechanisme 22 omvat een geleidings-draad 23 en een ronde schroefdrukveer 21 die over de 101 1263 - 8 - geleidingsdraad 23 geschoven is. Het sluiterveermechanisme 22 is bij de einden van de geleidingsdraad 23 bevestigd aan de stabilisator 24. De einden zijn opgenomen in kanalen 124a en 124b die gevormd zijn in de einden van de U-vormige 5 stabilisator 24.
De flexibele magnetische schijf 14 is gevormd uit een dunne polymeerlaag, zoals MYLAR, en bezit een dunne magnetische laag die uniform verspreid is over de boven- en onderoppervlakken daarvan. De magnetische laag maakt de 10 flexibele schijf 14 gevoelig voor magnetische flux en staat de opslag van digitale gegevens toe wanneer het schijfoppervlak in magnetische communicatie wordt gebracht met een magnetische transductor van het type dat gewoonlijk in schijfaandrijvingen gevonden wordt. De schijf 14 is gewoon-15 lijk cirkelvormig met een cirkelvormig gat nabij het centrum van de schijf 14. De schijf 14 bezit een radius r in een range van ongeveer 20 tot 25 mm, en bij voorkeur ongeveer 23 tot 25 mm. De schijf 14 bezit concentrische sporen 114 die voorzien in het formatteren van de schijf 14 20 om digitale informatie op te slaan.
De medianaaf 12 is in hoofdzaak donutvormig en omvat een ferromateriaal zoals staal, bij voorkeur roestvast staal. De naaf 12 omvat een boring of gat 12a nabij het centrum, de perifere buitenrand 12b en het binnenste 25 ringoppervlak 12c. De binnenring 12c bezit een hoekige buitenrand en een in hoofdzaak vlak bodemoppervlak. De perifere buitenrand 12b is ook hoekig. De mediumnaaf 12 is goed bevestigd aan de schijf 14 zodat het midden van de naaf 12 in lijn is nabij het centrum van de schijf 14. De 30 mediumnaaf 12 is bij voorkeur bevestigd aan de schijf 14 via een bekend hechtingsproces. Het schijf- en naafsamenstel is roteerbaar aangebracht tussen bovenste en onderste cassettesluiteromhulselhelften 16a, 16b. De naaf 12 is aangebracht in spindeltoeganggat 316b van de spindeltoe-35 gangopening 316c van het onderste sluiteromhulsel 16b en spindeltoeganggat 218b van het onderste cassetteomhulsel 118b. Zoals in verder detail hieronder beschreven zal 1011263 - 9 - worden verbetert het uitsteken van de naaf 12 vanaf sluiteromhulsel 16 en een cassetteomhulsel 18 de koppeling aan een rotatiekrachtbron, zoals die verschaft door een aan-drijfspindel, wanneer de cassette 10 aanwezig is binnenin 5 de aandrijving 50 en werkt het als een onderdrukking op laterale beweging van de schijf 14 wanneer de cassette uit aandrijving 50 verwijderd wordt.
Zoals getoond wordt in de figuren 6 en 7 passen de sluiterhelften 16a en 16b samen zodat de rand 116a van de 10 bovenste omhulselhelft 16a past binnen de rand 116b van de onderste omhulselhelft 16b om het sluiteromhulsel 16 te vormen, dat het medium 14 en de sluitervoeringen 15a en 15b (niet getoond figuur 5) die bevestigd zijn aan de binnenop-pervlakken van de respectievelijke sluiteromhulsels 16a en 15 16b, opneemt. Het complete sluitersamenstel 16 is zwenkbaar bevestigd aan het bovenste omhulsel 18a en zwenkbaar aangebracht in het onderste omhulsel 18b. De naaf 12 is bevestigd aan het medium 14 en steekt door het aandrijftoe-ganggat 316b in het onderste sluiteromhulsel 16b. Dienover-20 eenkomstig roteert het medium 14 in het sluiteromhulsel 16 wanneer de cassette 10 ingebracht is en werkt in de aandrijving 50. De zwenkspil 20 bevestigt het sluitersamenstel 28 aan de bovenste omhulselhelft 18a door het bovenste gedeelte 20 te bevestigen aan het zwenkgat 218b via het 25 sluiter zwenkgat 316. De zwenkspil 20 is vast bevestigd aan de bovenste omhulselcassette 18a terwijl hij een zwenkruim-te laat tussen en rond het spilgedeelte 20a en het sluiter-zwenkgat 316a.
Wanneer het sluitersamenstel compleet is, ligt het 30 medium 14 bloot bij de mediumtoegangsopening 416. Het medium 14 binnenin de cassette 10 is echter slechts toegankelijk vanaf de buitenzijde van de cassette 10 wanneer de sluitertoegangsopening 416 in lijn ligt met de toegangsope-ning 418 van het cassetteomhulsel. Bij een dergelijke 35 uitlijning beweegt het sluiteromhulsel 16 naar een eerste positie zodat de openingen 416, 418 volledig overlappen en daardoor de cassette 10 "openen". Wanneer de cassetteomhul- 1011263 - 10 - seltoegangsopening 416 en de cassetteomhulsel-toegangsopening 418 niet in lijn liggen beweegt het sluiteromhulsel 16 naar een tweede positie zodat de openingen 416, 418 niet overlappen en daardoor de cassette 10 "slui-5 ten", waardoor het medium 14 afgeschermd wordt van om-gevingsverontreinigingen.
Significant is dat de cassette 10 een uitsteeksel 17 gebruikt om te voorzien in de opening van de sluiter 16 gedurende het inbrengen van de cassette 10 in de aandrij-10 ving 50. In essentie werkt het uitsteeksel door botsing tegen de cassette-inbrengopening van de aandrijving 50 wanneer de cassette 10 in de aandrijving 50 ingebracht wordt. Omdat het uitsteeksel 17 zich uitstrekt voorbij de algehele dikte van de cassette 10 past het uitsteeksel 17 15 niet door de nauwe aandrijf opening. Dienovereenkomstig botst het uitsteeksel 17 op het frame van de aandrijving 50 wanneer een cassette 10 in de aandrijving 50 gedwongen wordt en sleept het de sluiter 16 daardoor naar een open positie.
20 Zoals boven aangegeven is het uitsteeksel 17 gekoppeld aan het sluiteromhulsel 16. Het uitsteeksel 17 zou integraal in de sluiter 16 gevormd kunnen zijn maar is bij voorkeur als een apart onderdeel aan het sluiteromhul-sel 16 bevestigd, zoals door lassen. Bij voorkeur vormt het 25 uitsteeksel 17 een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede en is het gevormd uit een materiaal dat slijtageweerstand biedt zoals metaal. Het uitsteeksel 17 strekt zich naar beneden toe uit vanaf het sluiteromhulsel 16 om zich uit te strekken door het cassette-omhulsel 18 en het uitsteekselspoor 3 0 35, dat gesneden is in het omhulsel 18. Wanneer de cassette 10 in de gesloten positie is dwingt de compressiespring 21 de sluiter 16 naar de gesloten positie en beweegt het uitsteeksel 17 naar de meest voorwaartse positie in het uitsteekselspoor 35, zoals getoond in bijvoorbeeld figuur 35 2. Om de cassette 10 te openen wordt een tegen de klok in gerichte rotatiekracht aangebracht op het sluiteromhulsel 16 (vanaf het onderste cassetteperspectief van figuur 2) 1 Π 112 6 3 - 11 - tegen de druk van de veer 21 in, waardoor de veer 21 samengedrukt wordt. Dienovereenkomstig beweegt het uitsteeksel 17 naar de achterste positie van het uitsteek-selspoor 35, waardoor de sluiter 16 geopend wordt.
5 Figuur 8 is een dwarsdoorsnede van de schijf cas sette 10 genomen langs lijn A-A van figuur 3 die een gedetailleerde opstelling van de inwendige componenten van de schijfcassette 10 toont. Figuur 8 illustreert ook een bevestiging van spil 20 aan het bovenste omhulsel 18a als 10 een alternatief voor de uitvoering van figuur 10. In de uitvoering van figuur 8 bezit het bovenste buitenste omhulsel 18a een opgerichte rand 42 die zich uitstrekt in het inwendige van de schijf cassette 10. De spil 20 is bevestigd aan het distale einde van het opgerichte randge-15 deelte 42, een ruimte 49 over latend waarin het bovenste sluiteromhulsel 16b roteerbaar aangebracht is. De ruimte 49 kan ook gevormd zijn door de spil 20 met een kleiner diametergedeelte 20a te vormen en het gedeelte 20a direct te bevestigen aan het inwendige van de bovenste buitenste 20 cassette 18a, zoals getoond in figuur 6.
Zoals boven opgemerkt is het onderste sluiterom-hulselgedeelte 16b roteerbaar aangebracht in het onderste buitenste omhulsel 18b. Rotationele uitlijning van het sluiteromhulsel 16 is verder verschaft door het opgerichte 25 gedeelte 45. Voor dat doel steekt het ringvormige opgerichte gedeelte 45 in de spindeltoegangopening 218. Een ringvormige uitsparing 518 (gezien vanuit het uitwendige van de cassette) is gevormd in het onderste omhulsel 18 rond de spindeltoegangsopening 218.
30 Alternatieve uitvoeringen van het opgerichte gedeelte 45 zouden gebruikt kunnen worden. Hoewel het opgerichte gedeelte 45 getoond is terwijl het recht in de spindeltoegangsopening 218 steekt, zou bijvoorbeeld het einde van het opgerichte gedeelte 45 rond het bodemomhulsel 35 18b gewikkeld kunnen zijn, zoals aangegeven door het met stippellijnen aangegeven gedeelte 45a. Additioneel is het opgerichte gedeelte 45 niet noodzakelijkerwijs continu, 1 0 ‘i i 2 6 3 - 12 - maar zou het ook gevormd kunnen zijn als een aantal vingers die uitsteken in de opening 218b. Bovendien zou het gedeelte 45 integraal gevormd kunnen zijn, zoals getoond, of als een afzonderlijke component aan het sluiteromhulsel 16 5 bevestigd kunnen zijn. In iedere uitvoering verschaft het opgerichte gedeelte 45 rotationele uitlijning van het sluiteromhulsel 16.
Verwijzend naar de figuren 7, 7A en 7B wordt de grendelwerking van de sluiter 16 geïllustreerd. Zoals 10 hieronder vollediger beschreven wordt, worden twee uitvoeringen overwogen voor de sluit er grendel 37. In de uitvoering van figuur 7A steekt de grendel 37 naar buiten vanaf de cassette en werkt hij door aangrijping op een frame of stationair gedeelte van de aandrijving 50. In de 15 uitvoering van figuur 7B is de sluitergrendel 37 alternatief verzonken in de cassette 10 en ontgrendelt hij door aangrijping op een hefboom of iets dergelijks in de aandrijving 50.
Figuur 7 toont een uiteengenomen aanzicht van de 20 cassette 10 dat de sluitergrendel 37 blootgeeft. De figuren 7A en 7B tonen gedetailleerde aanzichten van het gedeelte van de cassette 10 met inbegrip van de sluitergrendel 37. Zoals getoond omvat de sluitergrendel 37 een hoofdhefboom-lichaam 37f. Gekoppeld aan het lichaam zijn actueringspunt 25 37a, draaipen 37c, veer 37d, een uitsteeksel 37e. De sluiterbodem 36b bezit een uitsnede 37b die het uitsteeksel 37e opneemt. Wanneer de sluiter 16 in de gesloten positie is grijpt het uitsteeksel 37e aan op de sluiteruitsnede 37b en vergrendelt daardoor de sluiter 16 om rotatie te voorko-30 men. Anderzijds, wanneer het actueringspunt 37a ingedrukt wordt, zoals door het inbrengen van de cassette 10 in de aandrijving 50, wordt de hefboom 37f gedwongen te zwenken rond de draaipen 37c. Dienovereenkomstig veroorzaakt de zwenkbeweging van grendel 37 dat het uitsteeksel 37e uit de 35 uitsnede 37b beweegt waardoor de sluiter vrijgegeven wordt van de grendel 37. De veer 37d zorgt ervoor dat de hefboom 37f terugzwenkt wanneer de druk van het actueringspunt 37a 1 0 1 'i 2 β 3 - 13 - verwijderd wordt. Wanneer de uitsnede 37b in lijn is met het uitsteeksel 37e dwingt de veer 37d het uitsteeksel 37e dientengevolge in de uitsnede 37b.
Verwijzend in het bijzonder naar figuur 7A, bezit 5 de sluitergrendel 37 een zodanige maat dat een gedeelte 37a zich uitstrekt voorbij de breedte van het omhulsel 18 zodat het zich naar buiten uitstrekt vanaf de rand van het cassette 10. Wanneer een cassette 10 ingebracht wordt in de aandrijving 50 botst de grendel 37 daarom op het frame van 10 de aandrijving, en daardoor wordt hij ingedrukt. Dat wil zeggen, opdat de cassette 10 past door de opening en in de aandrijving 50, wordt de grendel 37 noodzakelijkerwijs ingedrukt en wordt de grendel 37 daardoor vrijgegeven.
De figuren 9A en 9B tonen het mechanisme in 15 aandrijving 50 dat aangepast is om de sluiter grendel 37 aan te grijpen en vrij te geven, bij voorkeur wanneer de grendel verzonken is overeenkomstig de uitvoering van figuur 7B. Figuur 9A is een bovenaanzicht van het chassis 57 van de aandrijving 50 (componenten zijn niet getoond 20 voor de duidelijkheid) . De vrijgavehefboom 60 wordt getoond nabij een voorste hoek van het chassis 57. Figuur 9B is een isometrisch onderaanzicht van de hoek van het chassis 60 waarin de vrijgavehefboom 60 aangebracht is. De vrijgavehefboom 60 omvat een veergedeelte 60b, dat bevestigd is 25 aan het chassis 57 bij blok 60c, en een aangrijpgedeelte 60a aan het distale eind van de veer 60b. Figuur 9C toont het aangrijpgedeelte 60a in verder detail. Het aangrijpgedeelte 60a omvat een vrij gave vinger 160 die uitsteekt vanaf het opstaande gedeelte 260. De vrijgavevinger 160 omvat 30 afgeronde hoeken.
Het vrijgeven van de hefboom 60 gebeurt wanneer een cassette 10 ingebracht wordt in de aandrijving 50. Wanneer een cassette 10 ingebracht wordt in de aandrijving 50 grijpt de vrijgavevinger 160 aan op de sluitergrendel 37 35 waardoor de sluiter 16 toegestaan wordt te roteren binnenin de schijfcassette 10. Wanneer de cassette 10 verder in de aandrijving 50 gedwongen wordt, wordt het aangrijpgedeelte 1011283 - 14 - 60a naar buiten gedwongen (zoals met streeplijnen aangegeven in figuur 9B) wanneer de vrijgavevinger 60 uit grendel 37 naar buiten en langs de rand van de cassette 10 beweegt. Simultaan buigt het veergedeelte 60b om buiten-5 waartse beweging van het aangrijpgedeelte 60a op te nemen. Additioneel staan de afgeronde hoeken van de vrijgavevinger 160 een gemakkelijker overgang van de vinger 160 in en uit aangrijping met de grendel 37 toe. Wanneer de cassette 10 verwijderd wordt uit de aandrijving 50 keert het veer-10 gedeelte 60b terug naar zijn initiële rusttoestand en in positie om wederom een cassette 10 aan te grijpen wanneer die ingebracht wordt in de aandrijving 50.
Als een alternatief voor het gebruik van de hefboom 60 om de grendel 37 vrij te geven, steekt de 15 grendel 37 uit vanaf de cassette 10 en wordt de grendel vrijgegeven door passief aangrijpen op het frame van de aandrijving 50. Verwijzend naar de figuren 10A-10F, wordt de werking van de alternatieve grendeluitvoering verder getoond. Wanneer een cassette 10 ingebracht wordt in de 20 aandrijving 50 botst in het algemeen het grendelac-tueringspunt 37a op de zijrails 51 van de aandrijving 50. De botsing zorgt dat het uitsteeksel van de grendel 37 vrijkomt van de sluiter 16 waardoor de sluiter vrijgemaakt wordt om te roteren. Enigzins simultaan botst het uitsteek-25 sel 17 op de opening van de aandrijving 50 nabij het stapvormige gedeelte 50b. Wanneer de cassette 10 verder in de aandrijving 50 gedwongen wordt beweegt het uitsteeksel 17 langs de uitsteekselspoor 35 met betrekking tot de cassette en langs het vlak van de stap 50b met betrekking 30 tot de aandrijving 50. Dienovereenkomstig wordt de sluiter 16 geopend voor aandrijvingtoegang tot het medium 14 van de cassette 10.
Verwijzende naar de figuren 10A en 10B zijn een boven- en onderaanzicht van de cassette 10 en aandrijving 35 50 getoond waarbij de cassette 10 gedeeltelijk ingebracht is in de aandrijving 50. Het bovenste omhulsel 18a is verwijderd om de werking van de grendel 37 verder te 1011263 - 15 - illustreren. Verder is in de figuren 10A en 10B de cassette 10 ingebracht in de aandrijving 50 juist tot aan het punt waarop het actueringspunt 37a nabij de voorzijde van de aandrijving 50 is. Wanneer de cassette verder ingebracht 5 wordt in de aandrijving 50 grijpt het actueringsspunt 37a aan op de zijrail 51 van de aanheffing 50, waardoor het sluiteromhulsel 16 ontgrendeld wordt en toegestaan wordt vrij te roteren. Het voor frame 50a van de aanhef fing 50 bezit een stapvormig gedeelte 50b zodat het uitsteeksel 17 10 nog niet in aangrijping is met de voorzijde van het frame 50a.
Vervolgens verwijzend naar de figuren 10C en 10D tonen de boven- en onderaanzichten verder de werking van de sluiter 16 in een vollediger ingebrachte positie. In deze 15 figuren is het uitsteeksel 17 in aangrijping met de voorzijde van het frame 50a nabij het stapvormige gedeelte 50b. Wanneer de cassette 10 verder in de aandrijving 50 gedwongen wordt dwingt de framevoorzijde 50a het uitsteeksel 17 om de sluiter 16 naar de open positie te roteren. 20 Dienovereenkomstig glijdt het uitsteeksel 17 over het stapvormige gedeelte 50b wanneer de cassette 10 de aandrijving 50 verder binnentreedt.
Tenslotte is, zoals getoond in de boven- en onderaanzichten van de figuren 10E en 10F, wanneer de 25 cassette 10 volledig in de aandrijving 50 gedwongen wordt, het uitsteeksel 17 achterwaarts bewogen in het uitsteek-selspoor 35 en over het stapvormige gedeelte 50b van de voorzijde van het frame 50a. Als consequentie daarvan is de sluiter 16 naar de volledig open positie geroteerd en 30 gereed voor het laden van de lees/schrijfkoppen.
De werking van de sluiter 16 gedurende het uitwerpen van de cassette is in hoofdzaak de omgekeerde volgorde van die zoals hierboven beschreven in verband met de figuren 10A-10F. Het uitwerpen van de cassette 10 uit de 35 aandrijving 50 wordt echter geholpen door veer 21 van de cassette 10. In het bijzonder wanneer de cassette 10 uit de aandrijving 50 geworpen wordt roteert de kracht van de veer j ü ί 12 6 3 - 16 - 21 de sluiter 16 in de richting met de klok mee. De kracht van de veer 21 zorgt ervoor dat het uitsteeksel 17 botst op de voorzijde van het frame 50a. Deze kracht zorgt er ook voor dat de cassette 10 naar buiten beweegt uit de aandrij-5 ving 50. Natuurlijk vermindert deze kracht om de cassette naar buiten te bewegen wanneer de cassette naar buiten beweegt uit de aandrijving 50. Wanneer de cassette bijna uit de aandrijving 50 beweegt is de sluiter 16 naar de gesloten positie geroteerd. Op dit moment vergrendeld de 10 grendel 37 de sluiter 16 naar de gesloten positie wanneer het actueringspunt 37a vrij komt van de aandrijfrails 51.
De beschrijving hierboven van voorkeursuitvoeringen is niet bedoeld om de reikwijdte van de bescherming van de volgende conclusies impliciet te beperken. Daarom zijn 15 bijvoorbeeld de volgende conclusies, behalve waar zij uitdrukkelijk zo beperkt zijn, niet beperkt tot toepassingen die cassettes voor schijfaandrijfsystemen met zich meebrengen.
1011263

Claims (47)

1. Gegevensopslaginrichting van het type dat een gegevensopslagcassette accepteert, omvattend: een bodem; 5 een lees/schrijfkop die gekoppeld is aan de bodem om gegevens te lezen van en te schrijven op een ingebrachte gegevensopslagcassette; en een hefboom gekoppeld aan de bodem, waarbij de hefboom een cassette-aangrijpgedeelte bezit dat aangebracht 10 is op een distaai einde daarvan; waarbij de hefboom een veergedeelte omvat dat buigbaar is parallel aan een vlak van de bodem.
2. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 1, waarbij het veergedeelte een flexibele as omvat.
3. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hefboom in de lengte uitgericht is langs een lange zijde van de gegevensopslaginrichting.
4. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie l, 2 of 3, waarbij de hefboom bij één einde vast bevestigd is 20 aan de bodem.
5. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarbij de cassette een grendel omvat die aangebracht is langs een zijrand daarvan.
6. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 5, 25 waarbij de hefboom een vinger omvat die aangepast is voor aangrijping op de grendel.
7. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 6, waarbij de vinger zich uitstrekt in een richting loodrecht op het veergedeelte.
8. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 5, 6 of 7, waarbij de grendel verzonken is in de cassette.
9. Gegevensopslaginrichting volgens conclusie 8, waarbij het cassette-aangrijpgedeelte langs een rand van de cassette glijdt wanneer de cassette ingebracht wordt in de 35 aandrijving.
1 0 1 1 ï ö 3 -ίδιο. Gegevensopslagcassette omvattend: een buitenste omhulsel; een flexibel magnetisch medium aangebracht binnenin het buitenste omhulsel; 5 een sluiteromhulsel dat roteerbaar aangebracht is binnenin het buitenste omhulsel; en een grendel aangebracht binnenin het buitenste omhulsel om het sluiteromhulsel in een gesloten positie te vergrendelen, waarbij de grendel een actueringspunt bezit 10 langs een perifere rand van de cassette.
11. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 10, waarbij de grendel aangebracht is op een perifere zijrand van de cassette.
12. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 10 of 15 11, waarbij het buitenste omhulsel een grendelvenster omvat en waarbij het actueringspunt verzonken is in het grendelvenster .
13. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij het actueringspunt zich naar buiten 20 uitstrekt vanaf een perifere rand van de cassette.
14. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 10, 11, 12 of 13, waarbij de cassette minder dan ongeveer 2 inch (5 cm) breed is.
15. Gegevensopslagcassette volgens één der conclu-25 sies 10 tot en met 14, waarbij de cassette een ringvormig voorgedeelte bezit.
16. Gegevensopslagcassette volgens één der conclusies 10 tot en met 15, waarbij de cassette een wigvormige schijftoegangopening omvat.
17. Cassette voor gebruik met een gege- vensopslagaandrijving omvattend: een buitenste omhulsel met een wigvormige schijf-toegangopening, waarbij het buitenste omhulsel een breedte ^ van ongeveer 2 inch (5 cm) bezit; 35 een flexibel magnetisch medium aangebracht bin nenin het buitenste omhulsel; een sluit er element dat roteerbaar aangebracht is ï ü 1 126 3 - 19 - binnenin het buitenste omhulsel; en een grendelelement dat aangebracht is binnenin het buitenste omhulsel, en dat een uitstekend gedeelte bezit voor het aangrijpen van het sluiterelement en een ac-5 tueringspunt dat toegankelijk is vanaf de buitenzijde van het buitenste omhulsel voor het losmaken van het uitstekende gedeelte van het sluiterelement.
18. Cassette volgens conclusie 17, waarbij de grendel een zwenkpunt omvat waarmee de grendel zwenkbaar 10 bevestigd is aan de schijfcassette.
19. Cassette volgens conclusie 17 of 18, waarbij het actueringspunt toegankelijk is langs een zijrand van het buitenste omhulsel.
20. Cassette volgens conclusie 17, 18 of 19, 15 waarbij het actueringspunt verzonken is binnenin de schijf- cassette.
21. Cassette volgens conclusie 20, waarbij het actueringspunt zich naar buiten uitstrekt vanaf de rand van de cassette.
22. Cassette voor gebruik in een schijf aandrij ving, waarbij de cassette omvat: een buitenste omhulsel met bovenste en onderste gedeelten, waarbij het onderste gedeelte een in hoofdzaak cirkelvormige centreeropening daardoorheen bezit; 25 een flexibele schijf aangebracht binnenin het buitenste omhulsel; en een sluiter die gekoppeld is aan het buitenste omhulsel en een daarop beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie; 30 een uitsteeksel gekoppeld aan de sluiter en aangepast om te stoten tegen een gedeelte van de schijf-aandrijving gedurende het daarin inbrengen van de cassette.
23. Cassette volgens conclusie 22, waarbij de cassette verder een grendelmiddel omvat om te verhinderen 35 dat de sluiter beweegt tenzij de grendel vrijgegeven wordt.
24. Schijfcassette volgens conclusie 22 of 23, waarbij het uitsteeksel uitsteekt door het onderste gedeel- 'i ü 'i ï 2 S 3 - 20 - te van het buitenste omhulsel.
25. Schijfcassette volgens conclusie 24, waarbij het buitenste omhulsel daardoorheen een spooropening omvat waarin de knop aangebracht is.
26. Schijfcassette volgens conclusie 25, waarbij het spoor een gebogen pad omvat.
27. Schijfcassette volgens één der conclusies 22 tot en met 26 waarbij de sluiter roteerbaar gekoppeld is aan het buitenste omhulsel.
28. Schijfcassette volgens één der conclusies 22 tot en met 27, waarbij het uitsteeksel met de sluiter van de eerste positie waarin de sluiter nabij een voorgedeelte van de cassette is beweegt naar een tweede positie waarin de sluiter nabij een achtergedeelte van de cassette is.
29. Schijfcassette volgens conclusie 23, waarbij de grendel aangebracht is nabij een perifere zijrand van de cassette.
30. Schijfcassette volgens conclusie 29, waarbij de grendel aangebracht is nabij een voorgedeelte van de 20 cassette.
31. Schijfcassette volgens één der conclusies 22 tot en met 30, waarbij de cassette minder dan ongeveer 2 inch (5 cm) breed is.
32. Gegevensopslagcassette voor gebruik in een 25 opslaginrichting, omvattend: een buitenste omhulsel met een toegangsopening die daarin gevormd is; een opslagmedium dat roteerbaar aangebracht is binnenin het buitenste omhulsel en toegankelijk is door 30 middel van de toegangsopening; een beweegbaar element dat beweegbaar is ten opzichte van het buitenste omhulsel tussen een eerste positie waarbij de toegangsopening bedekt is en een tweede positie waarin de toegangsopening geopend is; 35 en een uitsteeksel vastgemaakt aan het beweegbare element, waarbij het uitsteeksel aangepast is om aan te grijpen op een stationair gedeelte van de opslaginrichting, i ü i .263 - 21 - zodanig dat het uitsteeksel het beweegbare element naar de tweede positie beweegt wanneer de cassette ingebracht wordt in de opslaginrichting.
33. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 32, 5 waarbij het beweegbare element een sluiteromhulsel omvat.
34. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 33, waarbij het sluiteromhulsel het opslagmedium omhult.
35. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 32, 33 of 34 waarbij het uitsteeksel naar buiten uitsteekt 10 vanaf een oppervlak van de gegevensopslagcassette.
36. Gegevensopslagcassette volgens conclusie 35, waarbij het uitsteeksel naar beneden uitsteekt vanaf een bodemoppervlak van de gegevensopslagcassette.
37. Gegevensopslagcassette volgens één der conclu-15 sies 32 tot en met 36, waarbij het uitsteeksel een afgerond eindgedeelte omvat.
38. Gegevensopslagcassette volgens één der conclusies 32 tot en met 37, waarbij het uitsteeksel gekoppeld is aan een bodem van het beweegbare element.
39. Gegevensopslagsysteem, omvattend: een gegevensopslagcassette omvattend een buitenste omhulsel met een schijf toegangopening die daarin gevormd is, een opslagmedium dat roteerbaar aangebracht is binnenin het buitenste omhulsel, een sluiter die beweegbaar aan-25 gebracht in relatie tot het buitenste omhulsel, en een uitsteeksel dat gekoppeld is aan het buitenste omhulsel; een gegevensopslaginrichting omvattend een trans-ductor voor het lezen en schrijven van gegevens op het opslagmedium, een motor voor het roteren van het opslag-30 medium, en een stationaire uitsteekselgeleiding die aangepast is voor aangrijping door het uitsteeksel wanneer de gegevensopslagcassette ingebracht wordt in de gegevensopslaginrichting .
40. Gegeensopslagsysteem volgens conclusie 39, 35 waarbij de stationaire uitsteekselgeleiding een vlak oppervlak omvat dat aangebracht is loodrecht op een in-brengrichting van de gegevensopslagcassette in de gege- 101 ! 263 - 22 - vensopslaginrichting.
41. Gegevensopslagsysteem volgens conclusie 39 of 40, waarbij de stationaire uitsteekselgeleiding nabij een voorgedeelte van de gegevensopslaginrichting aangebracht 5 is.
42. Gegevensopslagsysteem volgens conclusie 40 of 41, waarbij het uitsteeksel een afgerond oppervlak omvat.
43. Gegevensopslagsysteem volgens conclusie 40, 41 of 42, waarbij het uitsteeksel naar beneden toe uitsteekt 10 vanaf de gegevensopslagcassette.
44. Gegevensopslagsysteem volgens één der conclusies 40 tot en met 43, waarbij het uitsteeksel over de uitsteekselgeleiding beweegt wanneer de cassette ingebracht wordt in de inrichting.
45. Gegevensopslagsysteem volgens één der conclu sies 39 tot en met 44, waarbij de gegevensopslaginrichting verder een frame omvat waaraan de transductor, motor, en uitsteekselgeleiding gekoppeld zijn.
46. Gegevensopslagsysteem volgens conclusie 45, 20 waarbij de uitsteekselgeleiding gevormd is in een voorgedeelte van het frame.
47. Gegevensopslagsysteem volgens conclusie 46, waarbij het uitsteeksel een trapvormig gedeelte omvat langs een voorgedeelte van het frame. 25 -0-0-0-0- 1011263
NL1011263A 1998-02-11 1999-02-10 Inrichting voor het vrijgeven van een sluitergrendelcassette. NL1011263C2 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US2234298 1998-02-11
US09/022,342 US5995346A (en) 1998-02-11 1998-02-11 Cartridge having a passive shutter opening mechanism
US9695498 1998-06-12
US09/096,954 US6178067B1 (en) 1998-02-11 1998-06-12 Side edge accessible disk cartridge shutter latch assembly

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1011263A1 NL1011263A1 (nl) 1999-08-12
NL1011263C2 true NL1011263C2 (nl) 2001-02-28

Family

ID=26695826

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011263A NL1011263C2 (nl) 1998-02-11 1999-02-10 Inrichting voor het vrijgeven van een sluitergrendelcassette.
NL1017318A NL1017318C2 (nl) 1998-02-11 2001-02-08 Inrichting voor het vrijgeven van een sluiter-grendelcassette.
NL1017317A NL1017317C2 (nl) 1998-02-11 2001-02-08 Inrichting voor het vrijgeven van een sluiter-grendelcassette.

Family Applications After (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017318A NL1017318C2 (nl) 1998-02-11 2001-02-08 Inrichting voor het vrijgeven van een sluiter-grendelcassette.
NL1017317A NL1017317C2 (nl) 1998-02-11 2001-02-08 Inrichting voor het vrijgeven van een sluiter-grendelcassette.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US6178067B1 (nl)
EP (1) EP0936608A3 (nl)
JP (1) JP2002503865A (nl)
AU (1) AU2581099A (nl)
CA (1) CA2320994A1 (nl)
FR (1) FR2775381B1 (nl)
GB (1) GB2334369A (nl)
NL (3) NL1011263C2 (nl)
TW (1) TW417086B (nl)
WO (1) WO1999041743A1 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4103257B2 (ja) 1998-07-13 2008-06-18 ソニー株式会社 ディスクカートリッジ
JP2001250360A (ja) * 2000-03-01 2001-09-14 Sony Corp ディスクカートリッジ
JP2001250358A (ja) * 2000-03-07 2001-09-14 Sony Corp ディスクカートリッジ
US6880167B2 (en) * 2001-03-15 2005-04-12 Fuji Photo Film Co., Ltd. Disk cartridge for engaging with a sensor member of a drive device
JP2002279751A (ja) * 2001-03-16 2002-09-27 Fuji Photo Film Co Ltd ディスクカートリッジ
JP2004022029A (ja) * 2002-06-13 2004-01-22 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気ディスクカートリッジおよび磁気ディスクドライブ
US20040018006A1 (en) * 2002-07-25 2004-01-29 Samsung Electronics Co., Ltd. Disc cartridge and disc drive apparatus using the same
JP2004071043A (ja) * 2002-08-06 2004-03-04 Fuji Photo Film Co Ltd ディスクカートリッジおよびそのドライブ装置
JP2004362731A (ja) 2003-05-12 2004-12-24 Sony Computer Entertainment Inc ディスクカートリッジおよびディスクカートリッジを装着する装置
KR101059093B1 (ko) 2003-07-28 2011-08-25 소니 가부시키가이샤 디스크 카트리지

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0195535A2 (en) * 1985-03-05 1986-09-24 Tokyo Electric Co., Ltd. Shutter opening and closing device for a disk cassette
US4792873A (en) * 1985-11-12 1988-12-20 Canon Kabushiki Kaisha Mechanism for opening and closing the shutter of a disc cassette
US4794479A (en) * 1984-08-20 1988-12-27 Sony Corporation Shuttering mechanism for a cassette with a shutter moving arm
US5610891A (en) * 1993-12-24 1997-03-11 Daewoo Electronics Co., Ltd. Minidisc player having improved shutter actuating mechanism of disc cartridge
WO1999023659A1 (en) * 1997-10-31 1999-05-14 Iomega Corporation Disk cartridge with rotatable cartridge door
WO1999056282A1 (en) * 1998-04-28 1999-11-04 Imation Corp. Data storage cartridge with rotary shutter

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4120012A (en) * 1977-04-18 1978-10-10 Information Terminals Corporation Diskette door
JPS5870463A (ja) 1981-10-21 1983-04-26 Hitachi Ltd デイスクカセツト
USRE32876F1 (en) 1981-10-21 1998-12-15 Hitachi Ltd Disc cassette (disc cartridge)
JPS593756A (ja) * 1982-06-29 1984-01-10 Shin Etsu Polymer Co Ltd 磁気デイスクカ−トリツジ
AU560481B2 (en) 1982-07-19 1987-04-09 Sony Corporation Disk cassette loading
JPS5939477U (ja) 1982-09-06 1984-03-13 富士写真フイルム株式会社 磁気デイスクカ−トリツジ
US4471397A (en) * 1983-07-28 1984-09-11 Eastman Kodak Company Magnetic disk cartridge
JPS6070568A (ja) * 1983-09-28 1985-04-22 Hitachi Ltd ディスク収納ケ−ス
US4652961A (en) 1984-09-27 1987-03-24 Dysan Corporation Micro-floppy diskette with inner containment system
JPH0424536Y2 (nl) 1985-04-15 1992-06-10
US4695911A (en) 1985-05-03 1987-09-22 Ron Loosen Floppy diskette protection device
US4879616A (en) 1986-12-04 1989-11-07 Fuji Photo Film Co., Ltd. Magnetic disc pack loading mechanism
SE455974B (sv) * 1987-05-18 1988-08-22 Hanafi Ameur Omslag for skivformad uppteckningsberare
US4779159A (en) 1987-06-09 1988-10-18 Verbatim Corporation Shutter latch mechanism for a disk cartridge
US4943880A (en) * 1988-11-14 1990-07-24 Minnesota Mining And Manufacturing Company Disk locking mechanism for disk cartridge
JPH0462561U (nl) 1990-10-02 1992-05-28
AU662745B2 (en) * 1991-07-31 1995-09-14 Sony Corporation Disc cartridge
US5513055A (en) * 1992-11-09 1996-04-30 Avatar Systems Corporation Motor support assembly for a disk drive
US5481420A (en) * 1992-11-09 1996-01-02 Cardona; Joseph C. Data storage device with removable cartridge having shutter unlocking and disk unrestraining arrangements
US5381402A (en) * 1993-07-07 1995-01-10 Digital Equipment Corporation Removable disk cartridge for use with a rotary actuated disk drive
GB2326515A (en) * 1997-06-18 1998-12-23 Dennis Lin Protective compact disk sheath with rotating aperture
US6122141A (en) 1997-08-29 2000-09-19 Iomega Corporation Cartridge retention mechanism for a removable cartridge drive

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4794479A (en) * 1984-08-20 1988-12-27 Sony Corporation Shuttering mechanism for a cassette with a shutter moving arm
EP0195535A2 (en) * 1985-03-05 1986-09-24 Tokyo Electric Co., Ltd. Shutter opening and closing device for a disk cassette
US4792873A (en) * 1985-11-12 1988-12-20 Canon Kabushiki Kaisha Mechanism for opening and closing the shutter of a disc cassette
US5610891A (en) * 1993-12-24 1997-03-11 Daewoo Electronics Co., Ltd. Minidisc player having improved shutter actuating mechanism of disc cartridge
WO1999023659A1 (en) * 1997-10-31 1999-05-14 Iomega Corporation Disk cartridge with rotatable cartridge door
WO1999056282A1 (en) * 1998-04-28 1999-11-04 Imation Corp. Data storage cartridge with rotary shutter

Also Published As

Publication number Publication date
WO1999041743A1 (en) 1999-08-19
GB2334369A (en) 1999-08-18
EP0936608A2 (en) 1999-08-18
NL1017318A1 (nl) 2001-02-19
US6178067B1 (en) 2001-01-23
EP0936608A3 (en) 2001-02-14
NL1017318C2 (nl) 2003-02-25
CA2320994A1 (en) 1999-08-19
FR2775381A1 (fr) 1999-08-27
NL1017317C2 (nl) 2003-02-25
FR2775381B1 (fr) 2002-11-15
NL1011263A1 (nl) 1999-08-12
NL1017317A1 (nl) 2001-02-19
JP2002503865A (ja) 2002-02-05
TW417086B (en) 2001-01-01
GB9903121D0 (en) 1999-04-07
AU2581099A (en) 1999-08-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0961274B1 (en) Disk cartridge
US6901602B2 (en) Disk cartridge
US6256168B1 (en) Shutter liner for a disk cartridge
US6473392B2 (en) Disc cartridge
NL1011263C2 (nl) Inrichting voor het vrijgeven van een sluitergrendelcassette.
EP0974972B1 (en) Disc cartridge
EP0502702A1 (en) Disc cartridge
JPH03122880A (ja) ディスクカートリッジ
US5995346A (en) Cartridge having a passive shutter opening mechanism
US6021031A (en) Overhanging liner for a disk-cartridge shutter
JP4103258B2 (ja) ディスクカートリッジ
EP0494794B1 (en) Disc cartridge
JP3491427B2 (ja) ディスクカートリッジ
US6172849B1 (en) Apparatus for retaining a disk cartridge shutter in a closed position
JP4362879B2 (ja) ディスクカートリッジ
JP4551799B2 (ja) ディスクカートリッジ
JPS608546B2 (ja) カ−トリツジ
CA2384666C (en) Disk cartridge and adapter
WO1999024985A1 (en) A rotary inner shell for a disk cartridge
TWI321782B (nl)
JP3239389B2 (ja) テープカセット
JP2005116118A (ja) ディスクカートリッジ
JPH05120833A (ja) テープカセツト

Legal Events

Date Code Title Description
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20001026

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030901