NL1010464C2

NL1010464C2 - Draagtas uit thermoplastische kunststof alsmede werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

Info

Publication number: NL1010464C2
Application number: NL1010464A
Authority: NL
Inventors: Jakob Schneider
Original assignee: Lemo Maschb Gmbh
Priority date: 1997-11-05
Filing date: 1998-11-03
Publication date: 1999-07-20
Also published as: BE1012654A4; DE19748771A1; DE19748771B4; NL1010464A1

Description

Draagtas uit thermoplastische kunststof alsmede werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een draagtas uit thermoplastische kunststof 5 met zijwanden, een bovenste vulopening en uit stroken thermoplastische kunststof gevormde handgrepen, bij voorkeur lusvormige handgrepen waarvan de bevestigings-uiteinden aan de randgebieden zijn bevestigd die in het gebied van de vulopening naar binnen zijn omgeslagen en die met de telkens daarna ertoe gekeerde zijwand vast zijn verbonden.

10 Een draagtas van de hierboven genoemde soort is bekend uit DE 4.012.897 Al.

Draagtassen van deze soort vereisen een grote stevigheid, met name op de positie waar de handgrepen zijn verbonden met, respectievelijk bevestigd aan de wanden van de draagtas. Om dit te bereiken wordt de vulopening verstevigd door het omslaan van de wand van de draagtas en worden de strookvormige bevestigingsuiteinden van de 15 handgrepen in het gebied van het omgeslagen randgebied op een zodanige wijze aan de draagtas gelast dat ook de posities van het omgeslagen randgebied en de wand van de draagtas door een en dezelfde lasnaad met elkaar zijn verbonden. Het omgeslagen randgebied kan onder de uiteinden van de handgreep additioneel zijn verbonden met de wand van de draagtas door ten minste één langslasnaad.

20 Gebleken is dat bij een dergelijke bevestiging van de handgrepen een relatief hoge Iastemperatuur noodzakelijk is ten gevolge van de sterk variërende foliedikten tussen de basisfolie voor de draagtas en die van de handgrepen, om toch een werkzame bevestiging van de handgrepen aan de draagtas te verkrijgen. Dit betekent met andere woorden dat bij het lasproces de kunststoffolie voor de handgrepen, die van-25 wege de bevestiging in het algemeen dikker is, leidt tot doorbranden van de ten opzichte daarvan dunnere kunststoflagen van het omgeslagen randgebied en van de buitenkant van de draagtas, waardoor de kwaliteit van de bevestiging tussen de handgrepen en de wand van de draagtas aanzienlijk verslechtert. Weliswaar kan worden geprobeerd een dergelijk doorbranden te vermijden door een geringe machinesnelheid 30 en/of een optimale baanspanning, hoewel in het algemeen een dergelijke handelswijze niet tevredenstellend is.

Het is daarom een doel van de uitvinding een draagtas van de bovengenoemde soort te leveren evenals een werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke 1010464 2 draagtas waarbij de vervaardiging van de draagtas op eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd onder een bijzonder bedrijfszekere bevestiging van de handgrepen, met name van lusvormige handgrepen aan de wand van de draagtas zonder dat daarbij de stabiliteit en vormvastheid van de draagtas noemenswaardig afneemt.

5 Dit doel wordt volgens de uitvinding voor de draagtas opgelost doordat de randgebieden ten minste in het gebied van de voorgenomen bevestigingsplaatsen van de bevestigingsuiteinden van de handgrepen telkens met de bijbehorende zijwand zijn verbonden en dat de bevestigingsuiteinden van de handgrepen en de omgeslagen randgebieden van de zijwanden via hechtpunten met elkaar zijn verbonden. Daarbij 10 kan de verbinding tussen het randgebied en de bijbehorende zijwand telkens door lassen maar ook door verlijmen plaatsvinden. In beide gevallen wordt verzekerd dat bij een draagtas in kwestie een bevestiging telkens slechts tussen twee folielagen wordt aangebracht en niet tussen drie lagen, hetgeen bij de bekende draagtassen het geval is. Zo wordt allereerst een verbinding tussen de omgeslagen randgebieden en de 15 buitenste folielaag, respectievelijk de zijwand van de draagtas aangebracht, zoals gezegd hetzij door lassen of door verlijmen. Daaropvolgend worden dan de handgrepen aan de binnenzijde van het omgeslagen randgebied gelijmd, hetgeen bij voorkeur met een warmsmeltend hechtmiddel kan plaatsvinden.

Bijzonder gunstige resultaten worden verkregen wanneer de lasverbinding aan 20 ieder bevestigingsuiteinde van de handgrepen, die bij voorkeur uit een sterker materiaal dan de draagtassen zijn gevormd, ten minste twee lasnaden heeft die bijvoorbeeld aan ieder bevestigingsuiteinde in wezen parallel aan elkaar verlopen, met name parallel aan de langszijden van de bevestigingsuiteinden van de handgrepen. De lasnaden op zich kunnen lijnvormig zijn uitgevoerd of kunnen ovale of kruisvormige, 25 of gelijksoortig uitgevoerde laspunten omvatten.

Vanuit procesoogpunt wordt bij de vervaardiging van een draagtas allereerst een vlakke baan uit thermoplastische kunststof tot een halve buis, die een bodemvouw kan hebben, samengevouwen waarna de beide randgebieden van de zijwanden naar 1 binnen worden omgeslagen en door middel van in het gebied van de bevestigings- 30 plaatsen van de handgrepen aangebrachte lassen, respectievelijk lijmpunten met de zijwanden wordenverbonden en daarna worden tenslotte de bij voorkeur als hand-greeplussen uitgevoerde handgrepen aan de naar binnen omgeslagen randgebieden gelijmd.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding dat de voorkeur verdient is in de 1010484 3 tekening weergegeven en wordt hieronder nader uiteengezet. In een schematische weergave tonen telkens:

Fig. 1 een aanzicht van een draagtas,

Fig. 2 een zijaanzicht van de draagtas en 5 Fig. 3 een vergroot deelaanzicht van de sector X in figuur 2.

De in figuren 1 en 2 getoonde draagtas 1 omvat een bodemvouw 2 waarop als voor- en achterwand uitgevoerde zijwanden 3 en 4 aansluiten. In het tegenover de bodemvouw 2 gelegen gebied omvat de draagtas 1 een vulopening 5 die door naar binnen omgeslagen randgebieden 6 is versterkt. De naar binnen omgeslagen randge-10 bieden 6, die in zekere zin een binnenflap vormen, kunnen tegen de binnenzijde van de zijwanden 3 en 4 zijn gelast door een zich dwars op de draagtas 1 uitstrekkende langslasnaad 7.

In ieder geval bevindt zich in het gebied van de bevestigingsuiteinden 9 van twee als handgreeplussen uitgevoerde handgrepen 11 zich een lasnaad 8 zoals het best 15 kan worden gezien uit figuur 1. De las 8 bevat in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld twee parallel verlopende lasnaden 12 die bijvoorbeeld lijnvormig kunnen zijn uitgevoerd maar die eveneens ovale of kruisvormige of gelijksoortig gevormde laspunten kunnen omvatten. De lasnaden 12 strekken zich hoofdzakelijk parallel aan elkaar en aan de langszijden van de strookvormige bevestigingsuiteinden 9 van de 20 handgrepen 11 uit, telkens tussen het omgeslagen randgebied van de buitenste zijwand 3 en 4 van de draagtas. Hierdoor wordt een bedrijfszekere en eenduidige fixe-ring, eventueel in samenhang met de langslasnaad 7, van de randgebieden aan de wand van de draagtas verkregen. Door de plaatsing van de lasnaden 12 in het gebied van de voorgenomen bevestigingspunten van de handgrepen aan de draagtas worden 25 de krachten op de best mogelijke wijze opgenomen. De bevestiging van de handgrepen zelf vindt plaats via een verlijming 13 zoals in figuur 3 tussen de binnenzijde van het omgeslagen randgebied 6 en het bevestigingsuiteinde 9 van de handgreep 11 is aangegeven. De verlijming wordt bijvoorbeeld verkregen via een warmsmeltende verbinding.

30 Vanuit procesoogpunt verloopt de vervaardiging van een draagtas 1 op de volgende wijze:

Allereerst wordt een niet weergegeven vlakke baan uit thermoplastische kunststof omgeslagen tot een halve buis met een bodemvouw 2, waarna de beide randge- 1010464 4 bieden 6 van de zijwanden 3 en 4 naar binnen worden gelegd zoals kan worden gezien in figuur 2, waarbij de bovenste vouwkanten 14 verhoogd zijn gelegen en parallel aan elkaar verlopen. Op afstand van deze vouwkanten 14 zijn bij voorkeur de naar binnen geslagen gebieden 6 door Iangslasnaden 7 vast verbonden met de zijwan-5 den 3 en 4. Gelijktijdig met het aanbrengen van de langslasnaad, of onafhankelijk daarvan, worden de lassen 8 aangebracht om een eventuele additionele bevestiging van de randgebieden 6 in het gebied van de bevestigingsuiteinden 9 van de handgrepen 11 te verkrijgen. Dit vindt op gebruikelijke wijze plaats door het verhitten van een overeenstemmend laswerktuig dat onder druk in aangrijping met de beide verhou-10 dingsgewijs dunne folies van de halve buisvormige baan kan worden gebracht zodat in het gebied van de handgrepen de gewenste lasverbinding tussen het omgeslagen randgebied 6 en de zijwanden 3 en 4 van de draagtas wordt verkregen.

In een verdere vervaardigingsstap worden dan de handgrepen 11, die uit hetzelfde materiaal, maar in het algemeen uit een sterker materiaal dan de draagtas zelf 15 zijn gevormd, in de halve buis gelegd en bij voorkeur door middel van een warm- ,1 j smeltend hechtmiddel met de binnenzijde van het omgeslagen randgebied verbonden.

Ter wijziging van het beschreven uitvoeringsvoorbeeld is het in principe ook mogelijk om de in het gripgebied gelegen las 8 te vervangen door een verlijming.

Ί "1 1010464

Claims

1. Draagtas uit thermoplastische kunststof met zijwanden, een bovenste vulopening en uit stroken thermoplastische kunststof gevormde handgrepen, bij voorkeur 5 lusvormige handgrepen, waarvan de bevestigingsuiteinden aan de randgebieden zijn bevestigd die in het gebied van de vulopening naar binnen zijn omgeslagen en die met de telkens daarnaar toegekeerde zijwand vast zijn verbonden, met het kenmerk, dat de randgebieden (6) ten minste in het gebied van de voorgenomen bevestiging van de bevestigingsuiteinden (9) van de handgrepen (11) telkens met een bijbehoren- 10 de zijwand (3, 4) zijn verbonden en dat de bevestigingsuiteinden (9) van de handgrepen (11) en de omgeslagen randgebieden (6) van de zijwanden (3, 4) door middel van hechtpunten met elkaar zijn verbonden.

2. Draagtas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding van het 15 randgebied (6) met de bijbehorende zijwand (3, 4) plaatsvindt door lassen.

3. Draagtas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding van het randgebied (6) met de bijbehorende zijwand (3, 4) plaatsvindt door middel van verlij-ming, bij voorkeur met een warmsmeltende lijm. 20

4. Draagtas volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de lasver-binding bij ieder bevestigingsuiteinde van de handgrepen (11), die bij voorkeur uit een sterker materiaal zijn gevormd dan de draagtas, ten minste twee lasnaden (12) omvat. 25

5. Draagtas volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de lasnaden (12) aan ieder bevestigingsuiteinde (9) van de handgrepen (11) zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken.

6. Draagtas volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lasnaden (12) in wezen parallel aan de langszijde van de bevestigingsuiteinden (9) van de handgreep (11) verlopen. 1010464

7. Draagtas volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de lasnaden (12) lijnvormig zijn uitgevoerd.

8. Draagtas volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de lasna-5 den ovale, kruisvormige of gelijksoortig gevormde laspunten omvatten.

9. Werkwijze voor de vervaardiging van een draagtas volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat een vlakke baan uit thermoplastische kunststof tot een halve buis wordt omgevouwen die een bodemvouw kan omvatten en waarbij 10 beide randgebieden van de zijwanden naar binnen worden omgeslagen en via in het gebied van bevestigingsplaatsen van de handgrepen aangebrachte lassen, respectievelijk verlijmingen, met de zijwanden worden verbonden en dat daarna de bij voorkeur als handgreeplussen uitgevoerde handgrepen aan de naar binnen omgeslagen randgebieden worden gelijmd. 1010464