NL1010233C2

NL1010233C2 - Inrichting voor het ontharten van groenten.

Info

Publication number: NL1010233C2
Application number: NL1010233A
Authority: NL
Inventors: Julien Verstraete
Original assignee: Verstraete Bvba
Priority date: 1997-10-08
Filing date: 1998-10-02
Publication date: 1999-04-09
Also published as: FR2769180A1; BE1011488A3; FR2769180B1

Description

"Inrichting voor het ontharten van groenten".

De uitvinding betreft een inrichting voor het verwijderen 5 van de de stengelvoet uit groentegewassen, zoals meer in het bijzonder bloemkool, broccoli, rode kool, savooikool, witte kool, andijvie, en dergelijke. Deze bewerking (het zogenaamde "ontharten") is op zich bekend voor het bekomen van groenten die voor verdere verwerking in de 10 levensmiddelenindustrie (conserven, diepvries, bereide gerechten, enz.) geschikt zijn.

Uit de stand der techniek zijn diverse inrichtingen bekend die deze bewerking machinaal uitvoeren.

15

Zo zijn er met name inrichtingen bekend waarbij de te ontharten groenten met de steel naar boven op een zich continu bewegend transportmiddel naar een uitsnij-mechanisme worden aangevoerd en waarbij dat uitsnij-20 mechanisme zich, tijdens een neer- en terug opgaande uitsnijbeweging, synchroon met (d.w.z. parallel en samen met het transportmiddel en) de getransporteerde groente voortverplaatst.

Het continu bewegende tranportmiddel heeft daarbij tot doel 25 dat de groenten tijdens het transport in de juiste positie voor het uitsnijden van de stengelvoet blijven liggen. Bij eerdere, discontinu bewegende inrichtingen, waarbij de uitsnij-bewerking met een stilstaand transportmiddel plaatsvond, bleven de groenten vanwege de discontinuïteits-30 schokken niet goed in hun uitsnij-positie liggen.

De verplaatsing van het uitsnij-mechanisme synchroon met de zich verplaatsende groente heeft van haar kant tot doel dat de uitsnijding zo nauwkeurig en gaaf mogelijk kan geschieden.

35 2

Een belangrijk nadeel van de tot nog toe bekende inrichtingen voor het machinaal ontharten van groenten is het feit dat bij het van bovenuit uitsnijden van de stengelvoet een aanzienlijk deel van het snijafval en 5 sappen in/op het product achterblijven en/of in de inrichting terechtkomen, en aanleiding geven tot een zeer hinderlijke verwerkingsnevel van sappen.

Deze nadelen hebben een aanzienlijk verlies aan niet conforme producten en aan bijkomende bewerkingen en 10 maatregelen tot gevolg. Zo werd bijvoorbeeld voorgesteld dergelijke inrichtingen uit te rusten met zeer krachtige afzuiginstallaties of aspiratoren die niet alleen de inrichting veel kostbaarder en complexer in het gebruik maken, maar ook zeer hinderlijk zijn voor het bedienend 15 personeel en voor de omwonenden (geluidshinder).

De onderhavige uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze en een inrichting voor het ontharten van groenten te verschaffen die de nadelen van de bekende stand der 20 techniek vermijden en die een aanzienlijk beter resultaat toestaat zowel wat betreft de productiviteit als met betrekking tot de kwaliteit van de verkregen producten.

De werkwijze volgens de uitvinding voorziet daartoe dat de 25 te ontharten groenten via een zich continu bewegend transportmiddel naar een uitsnij-mechanisme worden aangevoerd en dat genoemd uitsnij-mechanisme zich tijdens de uitsnij-bewerking synchroon met de getransporteerde groente verplaatst, waarbij het uitsnij-mechanisme de 30 groenten vanuit de onderkant van het tranportmiddel onthart.

Het met behulp van een uitsnijmechanime van onder uit ontharten van groenten is op zich weliswaar bekend bij 35 inrichtingen voor het stuk na stuk, handmatig ontharten van 3 groenten. De daarbij toegepaste opstelling is evenwel in het gebruik zo onhandig en voor de gebruiker zo gevaarlijk dat deze in feite qua concept niets gemeen heeft met de volgens onderhavige uitvinding voorgestelde inrichting.

5

Volgens een bijzondere voorkeur van de uitvinding worden voor het van onder uit ontharten van de groenten, deze groenten met het uit te snijden hart naar onder toe op een draagschotel op genoemd transportmiddel opgelegd, terwijl 10 de draagschotels van een uitsparing voorzien zijn voor het vanuit de onderkant van het transportmiddel te ontharten van de groenten. Een bijkomend voordeel van dit aspect van de uitvinding is het feit dat de groenten daardoor veel vaster op hun plaats blijven, én tijdens het transport naar 15 het uitsnij-mechanisme én tijdens de uitsnij-bewerking.

Volgens nog een verdere voorkeur van de uitvinding is de grootte van het bij de uitsnijbewerking uitgesneden deel regelbaar in functie van de aard en/of de grootte van de 20 te ontharten groente.

Met name kan dit bereikt worden doordat de grootte van het uitgesneden deel in functie van de grootte van de groente wordt geregeld via een tastorgaan voor de op het transportmiddel liggende groente en via een daarmee 25 verbonden hefboom-, tand- en/of nokkenmechanisme die de beweging van het uitsnij-mechanisme naar de groenten toe en terug regelt, en/of doordat de op het transportmiddel gelegen groente tijdens de uitsnij-bewerking langs boven met behulp van een steunorgaan wordt vastgehouden en de 30 grootte van het uitgesneden deel in functie van de hoogte van dat steunorgaan wordt geregeld via een met dat steunorgaan verbonden hefboom-, tand- en/of nokkenmechanisme die de beweging van het uitsnij-mechanisme naar de groenten en terug regelt.

35 4

Uit de stand der techniek zijn op zich weliswaar voorzieningen bekend om de diepte van de uitnijding van de stengelvoet handmatig en/of automatisch aan te passen aan de grootte en/of de aard van de verwerkte groente. Met name 5 wordt daarbij ook gebruik gemaakt van hefboom-, tand en/of nokkenmechanismen die de beweging van het uitsnij-mechanisme regelen in functie van de grootte van de groente. In dit verband wordt onder andere verwezen naar de inrichting Type 622 van de firma VERSTRAETE bvba uit 10 Pittem, België, en de documentatie daarover.

De associatie van dergelijke op zich bekende regelmechanismen met de originele maatregel volgens onderhavige uitvinding, te weten het van onder uit uitsnijden van de stengelvoet, leidt evenwel tot het interessante bijkomende 15 voordeel dat die regeling veel sneller kan worden uitgevoerd dan in de inrichtingen volgens de stand der techniek.

Zoals reeds vermeld betreft de uitvinding tevens een 20 verbeterde inrichting voor het ontharten van groenten.

Die inrichting volgens de uitvinding omvat : een transportmiddel voor het continu transporteren van te ontharten groenten, 2 5 een uit snij-mechanisme voor het ontharten van die getransporteerde groenten, dat naar de groenten aan of op het transportmiddel bewogen kan worden en terug, en dat zich tijdens de onthart-bewerking synchroon met genoemd transportmiddel verplaatst, waarbij dat uitsnij-mechanime 30 voorzien is om vanaf de onderkant van het tranportmiddel te opereren.

Bij voorkeur is in de inrichting volgens de uitvinding het transportmiddel van draagschotels voorzien voor de te 35 ontharten groenten en zijn die draagschotels voorzien van 5 uitsparingen voor het vanuit de onderkant van het transportmiddel ontharten van de groenten.

Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding kan er 5 een tastorgaan voorzien zijn voor de op het transportmiddel liggende groente en een daarmee verbonden hefboom en/of nokkenmechanisme die de afstand van het zich naar de groenten toe en terug bewegen van het uitsnij-mechanisme regelt; ook kan er een steunorgaan voorzien zijn voor het 10 tijdens de uitsnijbewerking langs boven vasthouden van de op het transportmiddel gelegen groente en een met dat steunorgaan verbonden hefboom en/of nokkenmechanisme die de afstand van het zich naar de groenten en terug bewegen van het uitsnij-mechanisme regelt. In het bijzonder kan dat 15 tastorgaan en/of steunorgaan bestaan uit een deksel dat tijdens de uitsijbewerking op de groente drukt.

Verdere details en nadere kenmerken van de uitvinding worden hierna aan de hand van de bijgsloten tekeningen 20 uiteengezet.

In deze tekeningen is :

Figuur 1 een perspectief voor-/zijaanzicht van de essentiële onderdelen van een inrichting volgens de uitvinding; 25 - Figuur 2 een perspectief achter-/zij aanzicht van de essentiële onderdelen van een inrichting volgens de uitvinding; - Figuur 3 een uitvergroting is van een gedeelte van figuur 2 waarop een aantal onderdelen zijn weggelaten zodat het 30 uitsnij-mechanisme beter zichtbaar wordt.

In deze beschrijving wordt enkel op die onderdelen in detail ingegaan die eigen zijn aan de onderhavige uitvinding. De overige onderdelen en hun werking zullen 35 zonder moeite door de vakman aan de hand van de tekeningen 6 en van de uit de stand der techniek bekende inrichtingen onderkend worden. Dit is met name ook het geval voor de voor de inrichting toegepaste aandrijvingen, waarvoor de vakman diverse op zich bekende mogelijkheden ter 5 beschikking heeft (hydraulisch, mechanische, enz.

overbrenging vanaf een eigen of een externe aandrijfbron, enz.)

De inrichting volgens figuren 1-3 omvat : 10 - een transportmiddel (1) voor het continu transporteren van de te ontharten groenten, - een uitsnij-mechanisme (2) voor het vanaf de onderkant van het tranportmiddel ontharten van die getransporteerde groenten, dat naar de groenten op het transportmiddel 15 bewogen kan worden en terug, en dat zich tijdens de onthart-bewerking synchroon met genoemd transportmiddel verplaatst.

Het transportmiddel (1) omvat draagschotels (3) voor de 20 groenten, voorzien van uitsparingen (4) voor het vanuit de onderkant van het transportmiddel uitsnijden van de steelstengels van de groenten.

De inrichting is voorts van een tastorgaan (5) voorzien voor de op het transportmiddel liggende groente, verbonden 25 met een hefboom-, tand- en/of nokken mechanisme (6) die de beweging van het uitsnij-mechanisme (2) naar de groenten toe en terug regelt.

Dat tastorgaan (5) kan een steunorgaan (5) zijn voor het tijdens de uitsnijbewerking langs boven vasthouden van de 3 0 op het transportmiddel gelegen groente, en kan meer bepaald bestaan uit een tijdens de uitsnijbewerking op de groente drukkend deksel (5).

De verplaatsing van het uitsnij-mechanisme (2) synchroon met het transportmiddel (1) gebeurt via een loopwagen 35 waarop het geheel van het uitsnij-mechanisme (2), het 7 tastorgaan (5) en het hefboom-, tand- en/of nokken-regelmechanisme (6) is gemonteerd, en die synchroon met het transportmiddel (1) wordt aangedreven.

5 De messen (7) van het snijmechanisme (2) zijn vervangbaar en/of verstelbaar zoals bijvoorbeeld bekend uit de type 622 inrichingen waarnaar hierboven wordt verwezen. Daardoor kan de vorm en de grootte van de uitgesneden kern nog verder geregeld worden, in functie ook van het type groente (rode 10 kool : vrij ondiep; bloemkool : zeer breed; savooikool : heel diep; andijvie : speciale messen).

Dankzij de specifieke constructie volgens de uitvinding, met het uitsnij-mechanisme onderaan de inrichting kan de 15 snelheid van de inrichting continu geregeld worden van 0 tot ongeveer 45 slagen.

Terwijl de inrichting onder verwijzing naar de tekeningen beschreven is voor een enkelvoudig transportband/uitsnij-20 mechanisme element, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de specifieke constructie zich eveneens, en bijzonder geschikt, eigent voor twee rijen parallelle, onafhanhankelijk opererende transportband/uitsnij- mechanisme elementen.

25

Claims

5
1. Werkwijze voor het ontharten van groenten, waarbij de te ontharten groenten via een zich continu bewegend transportmiddel naar een uitsnij-mechanisme worden aangevoerd, waarbij genoemd uitsnij-mechanisme zich 10 tijdens de uitsnij-bewerking synchroon met de getransporteerde groente verplaatst, en de groenten vanuit de onderkant van het transportmiddel onthart, en waarbij de grootte van het bij de uitsnij -bewerking uitgesneden deel regelbaar is in functie van de aard 15 en/of de grootte van de te ontharten groente, met het kenmerk dat de op het transportmiddel gelegen groente tijdens de uitsnij-bewerking langs boven met behulp van een steunorgaan wordt vastgehouden en dat de grootte van het uitgesneden deel in functie van de hoogte van 20 dat steunorgaan wordt geregeld.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de te ontharten groenten met het uit te snijden hart naar onder toe op een draagschotel op genoemd 25 transportmiddel worden opgelegd, terwijl genoemde draagschotel van een uitsparing voorzien is voor het vanuit de onderkant van het transportmiddel te ontharten van de groenten.
3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de grootte van het uitgesneden deel via een met dat steunorgaan verbonden hefboom- en/of nokkenmechanisme geregeld wordt, die de beweging van het uitsnij mechanisme naar de groenten en terug regelt. 35 4.Inrichting voor het ontharten van groenten, omvattende: een transportmiddel (1) voor het continu transporteren van te ontharten groenten, een uitsnij-mechanisme (2) voor het ontharten van die 5 getransporteerde groenten, dat naar de groenten aan of op het transportmiddel bewogen kan worden en terug, en dat zich tijdens de onthart-bewerking synchroon met genoemd transportmiddel verplaatst en vanaf de onderkant van het transportmiddel opereert, een 10 tastorgaan (5) voor de op het transportmiddel liggende groente die de beweging van het uitsnijmechanisme (2) naar de groenten toe en terug regelt, met het kenmerk dat het tastorgaan bestaat uit een steunorgaan (5) dat tijdens de uitsnijbewerking de op het transportmiddel 15 gelegen groente langs boven kan vasthouden en de beweging van het uit snij mechanisme (2) naar de groenten toe en terug kan regelen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het 20 transportmiddel draagschotels (3) omvat voor de te ontharten groenten die voorzien zijn van uitsparingen (4) voor het vanuit de onderkant van het transportmiddel te ontharten van de groenten.
6. Inrichting volgens een der conclusies 4 en 5, met het kenmerk dat er een hefboom-, tand- en/of nokkenmechanisme (6) voorzien is dat met het steunorgaan (5) verbonden is en dat de beweging van het uit snij mechanisme (2) naar de groenten toe en terug kan 30 regelen.