NL1010162C2 - Op een rijwieldrager plaatsbare kleminrichting. - Google Patents

Description

OP EEN RIJWIELDRAGER PLAATSBARE KLEMINRICHTING

De uitvinding betreft een kleminrichting voor een rijwiel op een aan een trekhaak van een motorvoertuig bevestigbare rijwieldrager, omvattend een op die rijwieldrager plaatsbare staander die is voorzien van klemmiddelen voor het inklemmen 5 van een rijwiel.

Een dergelijke kleminrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage nr. 0 666 197 Al.

De bekende kleminrichting omvat een op een centrale balk van een rijwieldrager te bevestigen staander, waaraan op 10 axiaal symmetrische wijze twee klemmen zijn bevestigd voor het vastzetten van twee rijwielen door het inklemmen van een crank daarvan.

De bekende kleminrichting wordt toegepast in combinatie met instelbare U-vormige opnamegoten voor de wielen van een 15 rijwiel, die zich vanaf dwarsarmen van de centrale balk uitstrekken.

Bij het plaatsen van een rijwiel op een aan een trekhaak bevestigde rijwieldrager met de bekende kleminrichting worden zonodig eerst de opnamegoten voor de wielen grof ingesteld op 20 de juiste onderlinge afstand. Vervolgens wordt het rijwiel opgetild en in de wielgoten geplaatst, en wordt de in te klemmen crank in een zodanige postitie gebracht dat deze door de betreffende klem kan worden ingeklemd. Na het inklemmen van de crank worden de beide wielgoten nauwkeurig ingesteld 25 op de juiste onderlinge afstand, en worden de wielen bijvoorbeeld met riemen verankerd aan de wielgoten, zodat de bewegingen van het rijwiel in zijn langsrichting door de wielgoten wordt tegengegaan. De klemdelen van de bekende kleminrichting zijn in beginsel slechts geschikt voor het 30 inklemmen van cranks die onder een zelfde hoek (voor traditionele typen rijwielen een rechte hoek) ten opzichte van de trapas staan. Een kleminrichting voor het inklemmen van een crank die onder een rechte hoek ten opzichte van een trapas staat is in beginsel niet althans minder geschikt voor 1010162 2 het inklemmen van een crank die zich vanaf de trapas naar de trapper enigszins buitenwaarts uitstrekt, wat voor cranks in bepaalde typen sport- en toerrijwielen het geval is.

De beschreven werkwijze voor het plaatsen van een rijwiel 5 in de bekende kleminrichting wordt als een nadeel ervaren.

Het optillen van het rijwiel en het gelijktijdig zodanig daarmee manoeuvreren dat wielen en crank op de daartoe bestemde plaatsen belanden kan voor gebruikers een probleem vormen, in het bijzonder wanneer een tweede rijwiel op de 10 rijwieldrager geplaatst moet worden.

Het is een doel van de uitvindig een zodanige kleminrichting voor een rijwiel te verschaffen, dat het daarin inklemmen van een rijwiel op eenvoudige en snelle wijze door een gebruiker is uit te voeren, waarbij het niet 15 nodig is met een opgetild rijwiel nauwkeurig te manoeuvreren.

Het is voorts een doel een kleminrichting te verschaffen die geschikt is voor het inklemmen van ieder type rijwiel, ongeacht de vorm van de crank van dat rijwiel.

Deze en andere doelen worden bereikt met een 20 kleminrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de kleminrichting plaatsbaar is op een horizontaal oppervlak, de staander losbaar koppelbaar is met de rijwieldrager, en de klemmiddelen zijn ingericht voor het inklemmen van een rijwiel in de kleminrichting in een toestand waarin deze op 25 een horizontaal oppervlak is geplaatst.

Een kleminrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk een rijwiel in te klemmen terwijl dat rijwiel geparkeerd staat nabij een auto met de betreffende rijwieldrager, en vervolgens de kleminrichting met ingeklemd 30 rijwiel in een vloeiende beweging boven de rijwieldrager te brengen en de staander van de kleminrichting te koppelen met die rijwieldrager. De koppeling tussen staander en drager komt hierbij op eenvoudige wijze tot stand, bijvoorbeeld door middel van een op zich bekend kliksysteem.

35 In een uitvoeringsvorm van een kleminrichting volgens de uitvinding omvatten de klemmiddelen een om een framebuis van een in te klemmen rijwiel aan te brengen klemlichaam, dat Ί 0 1 0 1 6 2 3 bijvoorbeeld aan te brengen is om de stang van een herenrijwiel, en dat bij voorkeur aan te brengen is om een framebuis die zich uitstrekt tussen de zadelpen en het trapashuis van een rijwiel.

5 Een kleminrichtig waarbij de klemmiddelen om de framebuis tussen zadelpen en trapashuis worden aangebracht biedt een bijzonder stabiele inklemming van een rijwiel, omdat het zwaartepunt van een rijwiel bij de meest gebruikelijke typen rijwielen samenvalt met een punt langs genoemde framebuis.

10 In weer een uitvoeringsvorm is de staander aan zijn onderzijde voorzien van een zich in langsrichting van een rijwiel in ingeklemde toestand uitstrekkend langwerpig geleiderelement dat tenminste aan zijn uiteinden is voorzien van wielgootdelen voor het ontvangen van de respectieve 15 wielen van een in te klemmen rijwiel.

De wielgootdelen vormen bijvoorbeeld onderdeel van één langgerekte goot, die in langsrichting een vlak profiel of een (ter bevordering van de stabiliteit van een ingeklemd rijwiel) naar het in te klemmen rijwiel gericht convex 20 profiel vertoont.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat het geleiderelement twee zich van de staander uitstrekkende holle dwarsarmen voor het daarin verschuifbaar opnemen van respectieve verlengstukken die elk aan hun vrije uiteinde een 25 wielgootdeel dragen.

Bij het plaatsen van een kleminrichting volgens de uitvinding op een horizontaal oppervlak rust deze op een daartoe geschikt onderdeel, bijvoorbeeld de onderzijde van het geleiderelement.

30 Bij voorkeur is de kleminrichting voorzien van ten minste een op een horizontaal oppervlak afsteunbare voet, die bij meer voorkeur is. voorzien van een op een horizontaal oppervlak afsteunbaar zich dwars op die voet uitstrekkend plaatvormig deel. Een gebruiker kan in het laatste geval 35 tijdens het inklemmen van een rijwiel de stabiliteit van de kleminrichting op eenvoudige wijze bevorderen, door met een been op het plaatvormig deel te gaan staan.

1 ü 'i ö 1 6 2 4

De koppeling tussen de staander en de rijwieldrager wordt volgens een op zich bekende wijze tot stand gebracht.

De rijwieldrager is hiertoe bijvoorbeeld voorzien van een zich opwaarts uitstrekkend staafvormig element dat in een 5 corresponderend daartoe gevormd zich verticaal uitstrekkend gat in de staander past.

In een gebruikersvriendelijke en veilige uitvoeringsvorm omvat de staander aan zijn met de rijwieldrager koppelbare onderzijde een zich neerwaarts uitstrekkend langwerpig 10 einddeel voor het doen opnemen van dat einddeel in een daartoe in de rijwieldrager gevormde opname-opening.

De uitvinding zal in het nu volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, met verwijzing naar bijgevoegde tekeningen.

15 In de tekeningen tonen:

Fig. 1 in perspectivisch achteraanzicht een vereenvoudigde schets van een rijwieldrager voor een auto, waarop in een kleminrichting volgens de uitvinding een rijwiel is geplaatst, en 20 Fig. 2 in perspectivisch zijaanzicht de in fig. 1 getoonde kleminrichting.

Hiernavolgend zullen corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingsgetallen worden aangeduid.

Fig. 1 toont een gedeelte van een afneembare 25 rijwieldrager 3, die wordt gevormd door een centrale balk 18, aan de achterzijde waarvan een verlichtingsarmatuur 19 is bevestigd waarin de voor een auto vereiste lichten 20 en een kentekenplaat (niet getoond) zijn geïntegreerd, en die aan zijn voorzijde (niet getoond) is gekoppeld met de trekhaak 30 van een motorvoertuig. Op de centrale balk 18 is een kleminrichting 1 geplaatst waarmee een rijwiel 2 (in streeplijn gedeeltelijk afgebeeld) op drie plaatsen is ingeklemd, namelijk om de framebuis 7 tussen zadelpen 8 en trapashuis 9 met behulp van een klem 8 en om de beide wielen 35 11 met behulp van riemen 21 die over de respectieve wielgoten 6 en het deel van de respectieve daarin opgenomen wielen 11 zijn geleid. De figuur toont voorts nog een opening 17 in de ! 1 0 1 6 2 5 rijwieldrager 3 voor het opnemen van het onderste uiteinde van de staander 4 van de kleminrichting 1.

Fig. 2 toont de kleminrichting 1 in detail in een toestand waarin deze op een vlak oppervlak is geplaatst.

5 Naast de reeds genoemde onderdelen toont de figuur twee zich vanaf de staander 4 uitstrekkende holle dwarsarmen 10 voor het daarin verschuifbaar opnemen van respectieve verlengstukken 12 die elk aan hun vrije uiteinde een wielgootdeel 6 dragen, waarvan de onderlinge afstand na 10 instellen kan worden gefixeerd met behulp van borgschroeven 16, twee van een voetplaat 14 voorziene voeten 13, en een onder de dwarsarmen 10 uitstekend verlengstuk 15 van de staander 4 dat bestemd is te worden opgenomen in een van de opname-openingen 17 die daartoe in het onderhavige voorbeeld 15 naast en in andere uitvoeringvormen in de centrale balk 18 van de rijwieldrager 3 zijn gevormd.

Opgemerkt wordt dat het beschreven uitvoeringsvoorbeeld dient ter toelichting van de uitvinding, niet ter beperking van het kader daarvan.

20 De kleminrichting volgens de uitvinding is niet uitsluitend geschikt voor het inklemmen van een rijwiel op een aan een trekhaak van een motorvoertuig bevestigbare rijwieldrager, maar kan in combinatie met een daartoe geschikt onderdeel voor het ontvangen van de staander op 25 eenvoudige wijze bijvoorbeeld ook worden toegepast in een rijwielstalling, op een camping of op een rijwieldrager op de dakconstructie van een auto.

. u i o 1 6 2

Claims (8)

1. Kleminrichting (1) voor een rijwiel (2) op een aan een trekhaak van een motorvoertuig bevestigbare rijwieldrager (3), omvattend een op die rijwieldrager (3) plaatsbare staander (4) die is voorzien van klemmiddelen (5, 6) voor het 5 inklemmen van een rijwiel (2), met het kenmerk, dat de kleminrichting (1) plaatsbaar is op een horizontaal oppervlak, de staander (4) losbaar koppelbaar is met de rijwieldrager (3), en 10 de klemmiddelen (5, 6) zijn ingericht voor het inklemmen van een rijwiel (2) in de kleminrichting (1) in een toestand waarin deze op een horizontaal oppervlak is geplaatst.

2. Kleminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat de klemmiddelen een om een framebuis (7) van een 15 in te klemmen rijwiel (2) aan te brengen klemlichaam (5) omvatten.

3. Kleminrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk. dat het klemlichaam (5) aan te brengen is om een framebuis (7) die zich uitstrekt tussen de zadelpen (8) en 20 het trapashuis (9) van een rijwiel (2).

4. Kleminrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staander (4) aan zijn onderzijde is voorzien van een zich in langsrichting van een rijwiel (2) in ingeklemde toestand uitstrekkend langwerpig 25 geleiderelement (10) dat tenminste aan zijn uiteinden is voorzien van wielgootdelen (6) voor het ontvangen van de respectieve wielen (11) van een in te klemmen rijwiel (2).

5. Kleminrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk. dat het geleiderelement twee zich van de staander 30 uitstrekkende holle dwarsarmen (10) omvat voor het daarin verschuifbaar opnemen van respectieve verlengstukken (12) die elk aan hun vrije uiteinde een wielgootdeel (6) dragen.

6. Kleminrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van ten 1010162 minste een op een horizontaal oppervlak afsteunbare voet (13) .

7. Kleminrichting (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ten minste ene voet (13) is voorzien van een 5 op een horizontaal oppervlak afsteunbaar zich dwars op die voet (13) uitstrekkend plaatvormig deel (14).

8. Kleminrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staander (4) aan zijn met de rijwieldrager (3) koppelbare onderzijde een zich 10 neerwaarts uitstrekkend langwerpig einddeel (15) omvat voor het doen opnemen van dat einddeel (15) in een daartoe in de rijwieldrager (3) gevormde opname-opening (17). 1010162