NL2001939C - Aan een voertuig koppelbare lastdrager, bijvoorbeeld een rijwieldrager. - Google Patents

Description

AAN EEN VOERTUIG KOPPELBARE LASTDRAGER, BIJVOORBEELD EEN RIJWIELDRAGER

De uitvinding betreft een aan een voertuig koppelbare lastdrager, omvattend een aan het voertuig koppelbaar vast frame en een daaraan door twee paar volgens een parallellogramconstructie scharnierbare armen gekoppeld 5 verplaatsbaar dragerframe voor het dragen van een last, waarbij het dragerframe onder normale gebruiksomstandigheden verplaatsbaar is tussen een laagste stand voor het laden of lossen van een last, en een hoogste stand, waarin de lastdrager, gekoppeld aan het voertuig, met of zonder last 10 transporteerbaar is, voorzien van verplaatsingsmiddelen voor het dragerframe.

Een dergelijke lastdrager is bekend uit het Nederlandse octrooi nr. 1034946, waarin een fietsendrager voor montage op een trekhaak van een motorvoertuig wordt beschreven.

15 Als deze bekende fietsendrager aan de trekhaak van bijvoorbeeld een personenauto is gekoppeld, is het mogelijk het verplaatsbare dragerframe te laten zakken tot straatniveau, een of twee fietsen op het dragerframe te plaatsen, en vervolgens het dragerframe te heffen naar zijn 20 hoogste stand, waarna de fietsen in beginsel vervoerd kunnen worden. Het grote voordeel van deze fietsendrager is het grote gebruiksgemak ervan. Wanneer de drager eenmaal aan de trekhaak van een voertuig is gekoppeld, vereist het plaatsen van een of meer fietsen op de drager geen fysieke inspanning 25 meer.

Aan de bekende fietsendrager is het nadeel verbonden dat deze gevoelig is voor de krachten die daarop tijdens het rijden van het voertuig werkzaam zijn, wat een snelle slijtage tot gevolg heeft. Een snelle slijtage betekent niet 30 alleen een geringe duurzaamheid, maar vormt ook een risico voor de veiligheid van deze fietsendrager.

Het is een doel van de uitvinding een aan een voertuig koppelbare lastdrager te verschaffen, waarop zonder fysieke 2 inspanning een last kan worden geplaatst, die bestand is tegen de tijdens het rijden werkzame mechanische krachten, die duurzaam en betrouwbaar is, die een compacte constructie heeft en die door een gebruiker op eenvoudige wijze aan een 5 voertuig bevestigd kan worden en in gebruik eenvoudig te bedienen is.

Deze doelen worden bereikt, en andere voordelen worden bereikt, met een lastdrager van het in de aanhef genoemde type, welke overeenkomstig de uitvinding is voorzien van 10 eerste borgmiddelen voor het borgen van het dragerframe in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in een horizontale richting dwars op de transportrichting van het voertuig.

Door het borgen van het dragerframe met de eerste borgmiddelen vormt dit dragerframe met het vaste frame 15 althans in dwarsrichting een stijve constructie. Tijdens het vervoer op het dragerframe uitgeoefende dwarskrachten resulteren niet in slijtage van de koppeling tussen het dragerframe en het vaste frame, maar worden door de stijve constructie geleid naar de aankoppeling met het voertuig, 20 bijvoorbeeld de trekhaak, waarvan het ontwerp onder meer gericht is op het opvangen van dergelijke krachten

De eerste borgmiddelen worden bijvoorbeeld gevormd door een slot in het vaste frame of het dragerframe en een daarmee samenwerkend naar dat slot gericht borgelement aan 25 respectievelijk het dragerframe of het vaste frame, welk borgelement zodanig is gevormd dat dit in de hoogste stand van het dragerframe juist passend in het slot valt.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een lastdrager volgens de uitvinding, waarbij het vaste frame in normale 30 gebruikspositie een eerste horizontale dwarsbalk omvat en het dragerframe twee parallelle, in langsrichting van het vaste frame gerichte langsbalken omvat, worden de eerste borgmiddelen gevormd door de naar het vaste frame gerichte einddelen van de langsbalken, die zodanig zijn gevormd dat 35 deze in de hoogste stand van het dragerframe de dwarsbalk van het vaste frame juist passend omsluiten.

In weer een uitvoeringsvorm van een lastdrager volgens 3 de uitvinding is deze voorzien van tweede borgmiddelen voor het borgen van het dragerframe in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in een opwaartse verticale richting.

Bij een lastdrager waarbij het vaste frame in normale 5 gebruikspositie twee verticale kolommen omvat die aan hun onderzijde zijn verbonden door een eerste horizontale dwarsbalk, waarbij de kolommen en de eerste dwarsbalk een naar het dragerframe gerichte hoek insluiten, en het dragerframe aan zijn naar het vaste frame gerichte zijde een 10 tweede horizontale dwarsbalk omvat, worden de tweede borgmiddelen bijvoorbeeld gevormd door de tweede dwarsbalk die zodanig is gevormd dat deze in de hoogste stand van het dragerframe juist passend in de door de kolommen en de eerste dwarsbalk ingesloten hoek is opgenomen.

15 Hoewel de verplaatsingsmiddelen in beginsel het dragerframe in zijn hoogste stand borgen, is een lastdrager volgens de uitvinding bij voorkeur voorzien van derde borgmiddelen voor het borgen van het dragerframe in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in een neerwaartse 20 verticale richting.

Met dergelijke derde borgmiddelen wordt een extra veiligheid verschaft in geval van het onklaar raken van de verplaatsingsmiddelen en de door die middelen verschafte borging.

25 De verplaatsingsmiddelen in een lastdrager volgens de uitvinding omvatten bijvoorbeeld een schroefspindel die aan zijn bovenzijde scharnierbaar om een horizontale dwarsas is gekoppeld met het vaste frame, en aan zijn onderzijde scharnierbaar om een horizontale dwarsas is gekoppeld met het 30 dragerframe. Een schroefspindel is in beginsel door tal van hulpmiddelen, zoals een slinger, te bedienen.

In een uitvoeringsvorm is een dergelijke schroefspindel voorzien van aangrijpmiddelen voor aangrijping door een accuboormachine.

35 Deze uitvoeringsvorm biedt het praktische voordeel dat accuboormachines gemeengoed zijn, en de koper van de lastdrager die beschikt over een accuboormachine zich de 4 kosten van een aandrijving voor de schroefspindel kan besparen.

In weer een uitvoeringsvorm is de schroefspindel aandrijfbaar met een elektromotor.

5 Een permanent aanwezige elektromotor, bijvoorbeeld een 12-Volts motor, biedt het voordeel dat deze eenvoudig kan worden aangesloten op het elektrische circuit van een voertuig.

In een praktisch voordelige uitvoeringsvorm sluiten de 10 scharnierbare armen in een lastdrager volgens de uitvinding in normale gebruikspositie in de hoogste stand van het dragerframe een scherpe hoek (a) met de normaal in, waarbij bij voorkeur (a) ^ 45°, en bij meer voorkeur (a) ^ 30°.

De hoek (a) in de hoogste stand bepaalt de maximale 15 afstand tussen vast frame en dragerframe die in horizontale richting gerealiseerd kan worden. Naarmate de hoek (a) scherper is moeten de armen over een grotere hoek worden gedraaid om deze horizontaal te richten, en zal het aan het dragerframe gekoppelde uiteinde van deze armen verder van het 20 vaste frame verwijderd zijn.

Een relatief grote afstand biedt voordeel in geval men met een aan het voertuig aangekoppelde lastdrager gemakkelijk toegang tot de kofferruimte of achterklep van het voertuig wenst, zonder dat daarbij de last, bijvoorbeeld een fiets, 25 van het dragerframe verwijderd hoeft te worden.

In beginsel is een lastdrager volgens de uitvinding geschikt voor het transport van uiteenlopende zaken.

In een uitvoeringsvorm die in het bijzonder geschikt is voor het vervoeren van fietsen, al dan niet met hulpmotor, is 30 het dragerframe voorzien van ten minste een dwarsgoot voor het daarin plaatsen van een rijwiel.

Een lastdrager volgens de uitvinding is voorts geschikt voor aankoppelen aan uiteenlopende voertuigen, zoals personenauto's bestelwagens, aanhangwagens of caravans.

35 In een uitvoeringsvorm die in het bijzonder geschikt is voor het aankoppelen aan een van een trekhaak voorzien motorvoertuig, is het vaste frame voorzien van koppelmiddelen 5 voor het koppelen van de lastdrager met de trekhaak van een voertuig.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar 5 de tekeningen.

In de tekeningen tonen

Fig. 1 in plofbeeld een deel van uitvoeringsvorm van een fietsendrager volgens de uitvinding,

Fig. 2 in zijaanzicht een deel van de in fig. 1 getoonde 10 fietsendrager bij de laagste stand van het dragerframe, .

Fig. 3 in zijaanzicht een deel van de in fig. 1 getoonde fietsendrager bij de hoogste stand van het dragerframe,.

Fig. 4 in zijaanzicht een deel van de in fig. 1 getoonde fietsendrager bij de stand van het dragerframe waarin de 15 armen van de parallellogramconstructie horizontaal gericht zijn, en

Fig. 5 in plofbeeld een detail van een deel van de in fig. 1 getoonde fietsendrager.

In de figuren worden overeenkomstige onderdelen 20 aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont delen van een fietsendrager 10, met een vast frame 1 en een dragerframe 2. Het vaste frame 1 omvat onder meer een met zijn open zijde neerwaarts gericht stalen U-profiel 3, waarin een met een vleugelschroef 4 bedienbaar 25 koppelmechanisme (niet getoond) is opgenomen om de drager 10 aan te koppelen op de kogel van de trekhaak van een voertuig. Aan weerszijden van het U-profiel 3 zijn verticale kolommen 5 gelast, die aan hun onderzijde zijn verbonden door een dwarsbalk 6. Vanaf de dwarsbalk 7 en het achterste eind van 30 het horizontale U-profiel 3 strekt zich een verticaal U- profiel 7 uit, waarin een schroefspindel (getoond in fig. 2 en 4) scharnierbaar is opgehangen. Het dragerframe 2 omvat onder meer twee parallelle in de langsrichting van het vaste frame 1 gerichte langsbalken 8, waarvan de naar het vaste 35 frame 1 gerichte einddelen zodanig zijn gevormd dat deze in de hoogste stand van het dragerframe 2 de dwarsbalk 6 van het vaste frame 1 juist passend omsluiten. Het vaste frame 1 en 6 het dragerframe 2 zijn aan respectieve verticale kolommen 5, 9 door twee paar volgens een parallellogramconstructie scharnierbare armen (getoond in fig. 2) gekoppeld, waarbij het dragerframe 2 verplaatsbaar is tussen een laagste stand 5 (getoond in fig. 2) en een hoogste stand (getoond in fig. 3). De beide langsbalken 8 zijn aan hun naar het vaste frame 1 gerichte eind verbonden door een dwarsbalk 11, en overigens door een tweetal rijwielgoten 12 voor het daarin plaatsen van een rijwiel. De naar het vaste frame 1 gerichte einddelen van 10 de langsbalken 8 van het dragerframe 2 zijn zodanig gevormd dat deze in de hoogste stand van het dragerframe 2 de dwarsbalk 6 van het vaste frame 1 juist passend omsluiten (weergegeven door pijl 13), waarmee het dragerframe 2 in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in een horizontale 15 richting dwars op de transportrichting van het voertuig geborgd is. De kolommen 5 en de eerste dwarsbalk 6 van het vaste frame 1 sluiten een naar het dragerframe 2 gerichte hoek in, op zodanige wijze dat in de hoogste stand van het dragerframe 2 de tweede dwarsbalk 11 daarvan juist passend in 20 de door de kolommen 5 en eerste dwarsbalk 6 ingesloten hoek is opgenomen (weergegeven door pijl 11), waarmee het dragerframe 2 in zijn hoogste stand is geborgd tegen een verplaatsing in een opwaartse verticale richting (evenals tegen een verplaatsing in voorwaartse horizontale richting).

25 Fig. 2 toont een deel van de in fig. 1 getoonde fietsendrager 10 bij de laagste stand van het dragerframe 2, met naast de reeds benoemde onderdelen een verbindingsbalk 15 voor de langsbalken 8, waarop een staander 16 bevestigd is waartegen bijvoorbeeld in de rijwielgoten 12 geplaatste 30 rijwielen vastgezet kunnen worden, een paar volgens een parallellogramconstructie scharnierbare koppelarmen 17, 18 en een schroefspindel 19. De schroefspindel 19 is aan zijn bovenste eind scharnierbaar opgehangen aan een as 20 in het opstaande U-profiel 7 (dat is gekoppeld aan het vaste frame 35 1), en is aan zijn onderste eind scharnierbaar gekoppeld met een as 21 door de onderste koppelarmen 18 (die zijn gekoppeld met het dragerframe 2). De figuur toont voorts aan het 7 bovenste eind van de schroefspindel een aangrijpkop 22 voor een accuboormachine en een borgelement 23 om het dragerframe 2 in zijn hoogste stand te borgen tegen een verplaatsing in neerwaartse richting.

5 Fig. 3 toont een deel van de in fig. 1 getoonde fietsendrager 10 bij de hoogste stand van het dragerframe 2. In deze stand sluiten de koppelarmen 17, 18 een scherpe hoek (a) met de normaal 26 in. Weergegeven is hoe het dragerframe 2 in deze stand geborgd is tegen verplaatsing in opwaartse en 10 voorwaartse richting (naar links in de figuur) door de opname van de tweede dwarsbalk 11 in de hoek die wordt ingesloten door de eerste dwarsbalk 6 en de kolommen 5.

Fig. 4 toont een deel van de in fig. 1 getoonde fietsendrager 10 bij de horizontale stand van het de 15 koppelarmen 17, 18, waarbij de afstand tussen het vaste frame 1 en het dragerframe 2, en daarmee de afstand tussen een last op het dragerframe 2 en een kofferdeksel of achterklep van een betreffend voertuig maximaal is.

Fig.5 toont een horizontale plaat 23 tussen de verticale 20 kolommen 9, met een opstaande dwarsrand 24 voor het daaraan in de hoogste stand van het dragerframe 2 vasthaken van een beugel 25, die scharnierbaar is gekoppeld met het vaste frame 1. De beugel 25 borgt het dragerframe 2 in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in achterwaartse richting (naar rechts 25 in de figuur), en ter ontlasting van de schroefspindel 19 (en in geval van een breuk bij wijze van extra veiligheid,) tegen een verplaatsing in neerwaartse richting

Claims (14)

1. Aan een voertuig koppelbare lastdrager (10), omvattend een aan het voertuig koppelbaar vast frame (1) en een daaraan door twee paar volgens een parallellogramconstructie scharnierbare armen (17, 18) 5 gekoppeld verplaatsbaar dragerframe (2) voor het dragen van een last, waarbij het dragerframe (1) onder normale gebruiksomstandigheden verplaatsbaar is tussen een laagste stand voor het laden of lossen van een last, en een hoogste stand, waarin de lastdrager (10) , gekoppeld aan het voertuig, 10 met of zonder last transporteerbaar is, voorzien van verplaatsingsmiddelen (7, 19) voor het dragerframe (2), met het kenmerk, dat deze is voorzien van eerste borgmiddelen (8, 6. voor het borgen van het dragerframe (2) in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in een horizontale richting 15 dwars op de transportrichting van het voertuig.

2. Lastdrager (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste borgmiddelen worden gevormd door een slot in het vaste frame of het dragerframe en een daarmee samenwerkend naar dat slot gericht borgelement aan 20 respectievelijk het dragerframe of het vaste frame, welk borgelement zodanig is gevormd dat dit in de hoogste stand van het dragerframe juist passend in het slot valt.

3. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-2, waarbij het vaste frame (1) in normale gebruikspositie een 25 eerste horizontale dwarsbalk (6) omvat en het dragerframe (2) twee parallelle, in langsrichting van het voertuig gerichte langsbalken (8) omvat, met het kenmerk, dat de eerste borgmiddelen worden gevormd door de naar het vaste frame gerichte einddelen van de langsbalken (8), die zodanig zijn 30 gevormd dat deze in de hoogste stand van het dragerframe (2) de dwarsbalk (6) van het vaste frame (1) juist passend omsluiten.

4. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat deze is voorzien van tweede borgmiddelen (8, 5, 6) voor het borgen van het dragerframe (2) in zijn hoogste stand tegen een verplaatsing in een opwaartse verticale richting.

5. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-4, 5 waarbij het vaste frame (1) in normale gebruikspositie twee verticale kolommen (5) omvat die aan hun onderzijde zijn verbonden door een eerste horizontale dwarsbalk (6), waarbij de kolommen (5) en de eerste dwarsbalk (6) een naar het dragerframe (2) gerichte hoek insluiten, en het dragerframe 10 (2) aan zijn naar het vaste frame (1) gerichte zijde een tweede horizontale dwarsbalk (11) omvat, met het kenmerk, dat de tweede borgmiddelen worden gevormd door de tweede dwarsbalk (11) die zodanig is gevormd dat deze in de hoogste stand van het dragerframe (2) juist passend in de door de 15 kolommen (5) en eerste dwarsbalk (6) ingesloten hoek is opgenomen.

6. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat deze is voorzien van derde borgmiddelen (23, 24, 25) voor het borgen van het dragerframe (2) in zijn 20 hoogste stand tegen een verplaatsing in een neerwaartse verticale richting.

7. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen een schroefspindel (19) omvatten die aan zijn bovenzijde scharnierbaar om een 25 horizontale dwarsas (20) is gekoppeld met het vaste frame (1), en aan zijn onderzijde scharnierbaar om een horizontale dwarsas (21) is gekoppeld met het dragerframe (2).

8. Lastdrager (10) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schroefspindel (19) is voorzien van aangrijpmiddelen 30 (22) voor aangrijping door een accuboormachine.

9. Lastdrager (10) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schroefspindel (19) aandrijfbaar is met een elektromotor.

10. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-9, met 35 het kenmerk, dat de scharnierbare armen (17, 18) in normale gebruikspositie in de hoogste stand van het dragerframe (2) een scherpe hoek (a) met de normaal (26) insluiten.

11. Lastdrager (10) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de scherpe hoek (a) h 45°

12. Lastdrager (10) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de scherpe hoek (a) ^30°

13. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het dragerframe (2) is voorzien van ten minste een dwarsgoot (12) voor het daarin plaatsen van een rijwiel.

14. Lastdrager (10) volgens een der conclusies 1-13, met 10 het kenmerk, dat het vaste frame (1) is voorzien van koppelmiddelen (4) voor het koppelen van de lastdrager (10) met de trekhaak van een voertuig.