NL1012638C2 - Fietsdrager. - Google Patents

Description

FIETSDRAGER

De uitvinding betreft een inrichting voor het dragen van fi-csen, welke inrichting omvat: - een frame; - aan het frame aangebrachte 5 bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het frame op een trekhaak van een voertuig; - aan het frame aangebrachte koppelmiddelen voor het koppelen van ten minste één fiets aan het frame.

Dergelijke inrichting zijn in vele uitvoeringen 10 bekend. Al deze bekende inrichtingen hebben het nadeel dat montage van de inrichting op een voertuig en bevestiging van de fietsen op de inrichting moeizaam is en veel tijd in beslag neemt. Er zijn inrichtingen waarbij de krenk van een trapperstel van een fiets in een 15 profiel met C-vormige dwarsdoorsneden geplaatst moet worden. Aangezien fietsen gewoonlijk een gewicht hebben van rond de 15 kg, is het lastig om de roterend beweegbare krenk in het profiel te plaatsen terwijl de fiets opgetild wordt.

20 Er zijn andere bevestigingssystemen bekend waarbij men een aantal speciale gereedschappen nodig heeft om zowel de fietsdrager aan het voertuig te bevestigen als een fiets op de inrichting te plaatsen. Naast dat bij dergelijke inrichtingen het nadeel zich 25 voordoet van de speciale benodigde gereedschappen, is het verder een probleem dat door onvakkundig gebruik van de gereedschappen de inrichting onveilig op het voertuig is aangebracht ofwel de fiets onveilig op de inrichting is geplaatst. Dit kan tot verkeersonveilige situaties 30 leiden.

Het is een doel van de uitvinding de bovengenoemde nadelen te voorkomen. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een bovengenoemde inrichting verschaft, '0*2638 2 welke gekenmerkt wordt doordat de koppelmiddelen een eerste en een daarmee samenwerkend tweede koppeldeel omvatten, waarbij het eerste koppeldeel aan het frame is aangebracht en het tweede koppeldeel is ingericht voor 5 bevestiging aan de fiets.

Doordat een koppeldeel op de fiets wordt bevestigd wordt het mogelijk om een goede koppeling tussen de inrichting en de fiets tot stand te brengen, die onafhankelijk is van de soort fiets. Bij bekende 10 inrichtingen, waarbij de krenk in een profiel geschoven wordt is de koppeling vaak afhankelijk van de krenkvorm. Bovendien kan deze beschadigd worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het ene koppeldeel een pen en het andere 15 koppeldeel een opening voor koppelende samenwerking met de pen. In deze uitvoering ontstaat de koppeling tussen de inrichting en de fiets door middel van een pen-gat verbinding. Doordat deze koppeling twee vaste niet roteerbare delen omvat kan de fiets op een snelle en 20 eenvoudige wijze op de inrichting geplaatst worden. Het is mogelijk dat het aan de fiets te bevestigen koppeldeel reeds in de fabriek, waar de fiets wordt vervaardigd hierop aangebracht wordt.

Bij voorkeur zijn aan de pen borgmiddelen 25 aangebracht. Hiermee wordt voorkomen dat door bijvoorbeeld een slecht wegdek de fiets tijdens vervoer met het voertuig van de inrichting valt. De borgmiddelen kunnen daarbij een in de pen aangebracht gat en een in het gat plaatsbare borgpen omvatten. Het is verder ook 30 mogelijk dat in plaats van de borgpen een hangslot gebruikt wordt, waardoor de fiets op de inrichting vergrendelbaar is.

In weer een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de koppelpen in hoogte verstelbaar.

35 Hierdoor kunnen de koppelmiddelen aan de grootte van een fiets aangepast worden.

In weer een andere uitvoeringsvorm is het tweede koppeldeel ingericht voor bevestiging ter plaatse 1012638 3 van het trapperstel van de fiets. Het zwaartepunt van de fiets ligt in de buurt van het trapperstel en gezien de grote krachten die op een trapperstel worden uitgeoefend tijdens het fietsen is het frame ter plaatse van het 5 trapperstel zeer stevig, waardoor een betrouwbare koppeling tussen de fiets en de inrichting tot stand gebracht kan worden.

Volgens de uitvinding kan een inrichting volgens de aanhef ook gekenmerkt zijn doordat de 10 bevestigingsmiddelen omvatten: - een van buitenaf met de and bedienbare trekhaaksnelkoppeling, die vast is aangebracht aan het frame; - een koppeldeel dat is ingericht voor 15 bevestiging op de trekhaak en koppelend samenwerkt met de trekhaaksnelkoppeling.

Hierdoor wordt een snelle en betrouwbare bevestiging van de inrichting op een voertuig gewaarborgd. Hiertoe is slechts een eenmalige vakkundige 20 bevestiging van het koppeldeel op de trekhaak van een voertuig noodzakelijk en zijn verder geen speciale gereedschappen meer nodig om telkens de inrichting op de trekhaak van een voertuig te bevestigen en hiervan af te halen.

25 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is op de trekhaaksnelkoppeling ten minste één pen aangebracht, die koppelend samenwerkt met een in het koppeldeel aangebracht gat. Hiermee wordt een eenvoudige koppeling tussen de trekhaaksnelkoppeling en het koppeldeel 30 verkregen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een 35 eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail van de inrichting volgens figuur in perspectiefaanzicht.

1012638 4

Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt de inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, welke op een voertuig 2 is bevestigd.

5 De inrichting 1 omvat een frame 3, waaraan koppelmiddelen 4 zijn aangebracht. Met deze koppelmiddelen 4 kan een fiets 5 aan de inrichting 1 gekoppeld worden.

Op het frame 3 van de inrichting 1 zijn verder achterlichten 6 aangebracht, die elektrisch verbonden 10 zijn met de achterlichten van het voertuig 2. Verder is er een kentekenplaat 7 op de inrichting 1 aangebracht.

In figuur 2 wordt in detail de koppelmiddelen 4 en de bevestigingsmiddelen 8 van de inrichting 1 getoond. De koppelmiddelen 4 omvatten een verticaal uitstekend 15 framedeel 9 waarop een pen 10 is bevestigd. Deze pen 10 is door middel van schroefdraad in het framedeel 9 aangebracht en kan door middel van de moer 11 in hoogte versteld worden. De koppelmiddelen 4 omvatten verder een plaat 12, die aan de fiets 5 is aangebracht. In deze 20 plaat 12 is een gat aangebracht waardoorheen de pen 10 steekt. Hierdoor wordt een stevige koppeling tussen de fiets 5 en de inrichting 1 verkregen. Ter beveiliging kan verder in de pen 10 een gat 13 zijn aangebracht waar doorheen een borgpen 14 geplaatst kan worden.

25 De inrichting 1 is door middel van bekende bevestigingsmiddelen 8 op een trekhaak 15 van het voertuig 2 aangebracht. Deze bevestigingsmiddelen 8 omvatten een dik plaatdeel 16 dat tegen de kogel 17 van de trekhaak 15 aanligt. Door het aandraaien van een 30 schroefdeel 18 wordt het plaatdeel 16 tegen de kogel 17 van de trekhaak 15 geklemd waardoor de inrichting 1 vast op de trekhaak 15 wordt aangebracht. De betrouwbaarheid van deze bevestiging is onder andere afhankelijk van de aandraaidruk van het schroefdeel 18. Deze bevestiging 35 heeft het nadeel dat door het stevig aandraaien van het schroefdeel 18 de kogel van de trekhaak 15 beschadigd wordt.

1012638 5

In figuur 3 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting 20 getoond. In deze figuur zijn delen die overeenkomen met de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2 met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.

5 De bevestigingsmiddelen 8 voor de bevestiging aan het voertuig 2 wordt bij deze uitvoering gevormd door een algemeen bekende trekhaaksnelkoppeling 21 die vast is aangebracht aan het frame 3 van de inrichting 20. Aangezien een trekhaaksnelkoppeling 21 vrij draaibaar is 10 rond de kogel van de trekhaak 15 is verder op de trekhaak koppeling 21 ten minste één, bij voorkeur twee, zich verticaal naar beneden uitstrekkende pennen 22 aangebracht. Deze pennen 22 steken door een opening 23 in een koppelplaat 24, die eenmalig op de trekhaak 15 wordt 15 gemonteerd. Met dergelijke bevestigingsmiddelen kan de fietsdrager met de trekhaak 15 gekoppeld worden als ware het een aanhanger.

1012638

Claims (8)

1. Inrichting voor het dragen van fietsen, welke inrichting omvat: - een frame; - aan het frame aangebrachte 5 bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het frame op een trekhaak van een voertuig; - aan het frame aangebrachte koppelmiddelen voor het koppelen van ten minste één fiets aan het frame; met het kenmerk, dat 10. de koppelmiddelen een eerste en een daarmee samenwerkend tweede koppeldeel omvatten, waarbij het eerste koppeldeel aan het frame is aangebracht en het tweede koppeldeel is ingericht voor bevestiging aan de fiets.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ene koppeldeel een koppelpen omvat en het andere koppeldeel een opening omvat voor koppelende samenwerking met de koppelpen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de koppelpen borgmiddelen zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 25 de borgmiddelen een in de koppelpen aangebracht gat en een in het gat plaatsbare borgpen omvatten.

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de koppelpen in hoogte verstelbaar is.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede koppeldeel is ingericht voor bevestiging ter plaatse van het trapperstel van de fiets. 101 2638 m

7. Inrichting voor het dragen van fietsen, welke inrichting omvat: - een frame; - aan het frame aangebrachte 5 bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het frame op een trekhaak van een voertuig; - aan het frame aangebrachte koppelmiddelen voor het koppelen van ten minste één fiets aan het frame; met het kenmerk, dat 10 de bevestigingsmiddelen omvatten: - een van buitenaf met de hand bedienbare trekhaaksnelkoppeling, die vast is aangebracht aan het frame; - een koppeldeel dat is ingericht voor 15 bevestiging op de trekhaak en koppelend samenwerkt met de trekhaaksnelkoppeling.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat op de trekhaaksnelkoppeling ten minste één pen 20 is aangebracht, die koppelend samenwerkt met een in het koppeldeel aangebracht gat. 1012638