NL1009836C2

NL1009836C2 - Inrichting en werkwijze voor het op- en afrollen van doek voor een warenhuis, waarbij het draaimoment wordt beperkt.

Info

Publication number: NL1009836C2
Application number: NL1009836A
Authority: NL
Inventors: Henricus Wilhelmus Van Kouwen
Original assignee: Henricus Wilhelmus Van Kouwen
Priority date: 1998-08-11
Filing date: 1998-08-11
Publication date: 2000-02-17
Also published as: JP2002522049A; EP1104230A1; AU5309699A; WO2000008918A1

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET OP- EN AFROLLEN VAN DOEK VOOR EEN WARENHUIS,

WAARBIJ HET DRAAIMOMENT WORDT BEPERKT

Bij een eerste soort kas of warenhuis voor de tuinbouw worden aan de binnenzijde van een dak van glasplaten in de thans gangbare praktijk zonneschermen automatisch op- en afgerold, al naar gelang de hoeveelheid 5 invallend licht. Bij een tweede soort zogeheten foliekas-sen, wordt het dak door folie gevormd, dat eveneens door middel v%n elektromotoren automatisch op- en afgerold kan worden. Deze tweede soort kassen is in de praktijk veelal voorzien van gebogen of geknikte dakspanten, waaroverheen 10 het doek of folie wordt getrokken.

Bij de bekende systemen doen zich een aantal problemen voor, onder meer het gebrek aan ruimte voor de elektrische aandrijfmotoren, alsmede de overbrenging tussen de elektromotoren en de rollen, waarop het doek 15 wordt op- en afgerold, terwijl dient te worden voorkomen 1 dat door de aanwezigheid van de motoren, te veel schaduw- 1 werking in het inwendige van de kas of het warenhuis 1 optreedt. =

Onderhoud aan de elektromotoren is tijdrovend, 20 terwijl gedurende de onderhoudstijd de kas of het waren- - huis niet optimaal kan functioneren.

Uit het Europees octrooschrift EP-A-0 247 010 is een inrichting bekend voor het aandrijven van een draaiend orgaan, zoals een rol voor het op- en afrollen 25 van doek, bijv. voor een kas of warenhuis, omvattende: - een aandrijfmotor voor het roterend aandrijven van een as daarvan; - overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van de roterende beweging van de as naar het draaibaar i_ 30 orgaan; en 1009836 2 - werkzaam met de motor gekoppelde koppelbe-grenzingsmiddelen voor het begrenzen van het door de

V

motor op de overbrengingsmiddelen uitgeoefend koppel- of ' draaimoment.

5 Alhoewel slijtage bij overbelasting dankzij de koppelbegrezingsmiddelen wordt voorkomen, worden bij deze bekende inrichting de overbrengingsmiddelen gevormd door een as met cardankoppeling, terwijl deze tevens een wormwiel omvatten. De koppelbegrenzingsmiddelen omvatten 10 een meedraaiende moer, terwijl de elektromotor, over-brengsmiddelen en koppelbegrenzingsmiddelen zijn aangebracht aan een schanierbare arm. Deze bekende constructie is nodeloos gecompliceerd, terwijl de gewenste koppelbe-grenzingsmomenten moeilijk instelbaar zijn.

15 De onderhavige uitvinding verschaft een inrich ting voor het aandrijven van een draaibaar orgaan, zoals een rol voor het op- en afrollen van doek, bijv. voor een kas of warenhuis, omvattende: - een aandrijfmotor voor het roterend aandrij-20 ven van een as daarvan; - overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van de roterende beweging van de as naar het draaibaar orgaan; en - werkzaam met de motor gekoppelde koppelbe-25 grenzingsmiddelen voor het begrenzen van het door de motor op de overbrengingsmiddelen uitgeoefend koppel- of draaimoment, met het kenmerk dat de kopelbegrenzingsmiddelen momentmiddelen omvatten met een bepaalde armlengte en mechanische in-30 stelmiddelen voor het instellen van het gewenste draaimoment in neergaande en/of opgaande richting van het doek.

Bij voorkeur omvatten de overbrengingsmiddelen ten minste een ketting en ten minste twee tandwielen, en 35 meer bij voorkeur een dubbel of drievoudig uitgevoerde ketting en twee stel van twee of drie naast elkaar aangebrachte tandwielen, daar in het bijzonder in de nok van een kas weinig ruimte beschikbaar is. Het aantal slagen 1009836 3 van de ketting is afhankelijk van het over te brengen vermogen, dat wil zeggen van de grootte van het doek v - en/of de motor. /;;

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat-5 ten de overbrengingsmiddelen een wormwieloverbrening, -Ξ opdat de aandrijf motor kan worden gevormd door een draai- :r stroommotor; de wormwieloverbrenging is immers zelfrem- Ξ mend. ™

De draaistroommotor kan van een type dat gang- ' 10 baar in de handel is, zijn, terwijl wordt voorkomen dat door dergelijke elektromotoren van enige omvang schaduw- 7; werking optreedt, daar deze dwars en in hoofdzaak verti- " caal ten opzichte van de wormwieloverbrenging kunnen j worden aangebracht. ’ 15 Dergelijke gangbare elektromotoren zijn gemakkelijker te vervangen en minder onderhevig aan slijtage ! dan zogeheten buismotoren, die vanwege hun slanke vorm eveneens in tuinbouwkassen worden toegepast.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de 20 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuit- 1 voeringsvorm daarvan, met verwijzing naar de bijgevoegde \ tekeningen, waarin tonen: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een ï 25 voorkeursuitvoeringsvorm van een foliekas volgens de f

onderhavige uitvinding; I

fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in I

perspectief van detail II uit fig. 1; = fig. 3 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in |

30 perspectief van detail III uit fig. 2; I

fig. 4 een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsne- | de van de werking van iri de fig. 1, 2 en 3 getoonde ” inrichting in een eerste stand; en = fig. 5 een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsne- | 35 de van de in fig. 1-3 getoonde inrichting in een tweede | eindstand. a

Een foliekas 1 (fig. 1) omvat een aantal lig- = gers 2 die op een ondergrond B zijn gesteund via staan- = 1009836 | 4 ders 3, en een aantal zich dwars op de liggers 2 uitstrekkende grootprofielen 4. Tussen de grootprofielen 4 strekken zich in hoofdzaak boogvormige (of hoekige) dakspanten 5 uit, in dwarsrichting waarop zich een nok-5 profiel 6 uitstrekt. Tussen elk van de grootprofielen 4 en het naburige nokprofiel 6 kan een doek 7 worden gespannen, dat op- en afrolbaar is over een rol 8. De rollende beweging van de rol 8 wordt uitgeoefend door respectieve motoren 9 en 10 die aan respectieve schar-10 nierbare armen 11, 12 zijn aangebracht.

Zoals vooral in fig. 2 zichtbaar is, is de arm 12 zwenkbaar ten opzichte van een scharnierpunt 13, terwijl aan het uiteinde van de arm 12 een zich dwars daarop uitstrekkend kokerprofiel 14 is aangebracht, dat 15 anderzijds vast is verbonden met een huis 15 waarin een koppelbeginnersmechanisme 16 is aangebracht. Voorts is met het huis 15 een elektromotor 17 van standaard makelij vast verbonden. De uitgaande as van elektromotor 17 drijft via een zelfremmende wormwieloverbrenging 18 een 20 zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rol 8 uitstrekkende aandrijfas 19 aan, waarvan de draaiende beweging aan dat rolorgaan wordt overgebracht via twee dicht naast elkaar geplaatste parten 20 en 21 van een ketting. Deze ketting is aangebracht tussen twee platen 22 en 23 die slechts 25 een afstand van ongeveer 40 mm in beslag nemen.

Dankzij de opstelling waarbij een elektromotor zich telkens in hoofdzaak dwars op de aandrijfas 19 in benedenwaartse richting uitstrekt, zal deze constructie, inclusief het huis 15 voor de koppelbegrenzingsmiddelen 30 vrijwel geen schaduwwerking vertonen in geheel opgerolde of afgerolde toestand van het doek 7, waarbij de constructie zich onder het grootprofiel 4 dan wel het nokprofiel 6 bevindt.

De elektromotor 17 is via een aseind 34 (zie 35 ook fig. 3) draaivast verbonden met een eerste plaat 25. In het huis zijn voorts een tweede plaat 35 en een derde plaat 26 werkzaam gekoppeld met de eerste plaat 25. De drie platen worden in een neutrale stand gehouden door : 1 0 098 36 5 middel van schroefveren 28 resp. 33. Bij verdraaiing van de plaat 25 wordt hetzij plaat 35 om scharnierpen 24 verdraaid, danwel plaat 26 om scharnierpen 27 verdraaid.

Aan de middelste plaat 25, die tezamen met elk '2 5 van de platen 3 5 en 26 t.o.v. het huis kunnen scharnie- -- ren, zijn microschakelaars 29 respectievelijk 30 aangebracht, die in werking worden gesteld bij aangrijping op een einde van stelschroeven 31, respectievelijk 32 waar- i van de werkzame lengte instelbaar is. 2 10 Indien de as 19 bij aandrijving van het doek 7 - weerstand ondervindt, bijv. aan het einde van het proces : van op- of afrollen van het doek, verdraait het huis van de elektromotor ten opzichte van de uitgaande as en daarmede^ook t.o.v. het vast aan de arm van het aange- = 15 brachte huis 15, en zodoende verdraait de plaat 25, 12

totdat een van beide microschakelaars wordt geactiveerd I

en op niet getoonde wijze de elektromotor wordt uitge- 7 schakeld. Daar de afstand tussen microschakelaar 29 en 1 scharnieras 24 een andere is, dan de afstand tussen 1 20 scharnieras 27 en microschakelaar 30, worden de respec- ? tieve microschakelaars bij verschillende draaimomenten 1 ingeschakeld, terwijl dat draaimoment bovendien door 1

middel van de stelschroeven 31, 32 instelbaar is. L

In fig. 4 is de situatie getoond, waarbij doek 25 7 wordt strak getrokken onder een omgezet profieldeel 41 I

aan grootprofiel 4. In deze situatie dient een relatief groot draaimoment te worden toegelaten, alvorens elektro- i motor 17 wordt uitgeschakeld.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 wordt het 30 om een rol 8 gerolde doek 7 opgesloten in een inwendige 7 ruimte in het nokprofiel 6, waarbij de elektromotor 17 2

dient te worden gestopt nadat de elektromotor een rela- I

tief klein weerstandsdraaimoment ondervindt. 2

Bij de situatie in fig. 4 gaat het bijvoorbeeld I

35 om een draaimoment van 120 Newtonmeter (nm) en bij de I

situatie in fig 5. van 40 Nm. 2

De uitvinding is niet beperkt tot de boven Ξ beschreven voorkeursuitvoeringvorm daarvan; de gevraagde 2 1 00983r .

6 rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denk- k baar zi}n.

1 o 0 9 p 3 R

Claims

1. Inrichting voor het aandrijven van een draaibaar orgaan, zoals een rol voor het op- en afrollen van doek, bijv. voor een kas of warenhuis, omvattende: - een aandrijfmotor voor het roterend aandrij-5 ven van een as daarvan; - overbrengingsmiddelen voor het overbrengen van de roterende beweging van de as naar het draaibaar orgaan; en „ - werkzaam met de motor gekoppelde koppelbe-10 grenzingsmiddelen voor het begrenzen van het door de motor op de overbrengingsmiddelen uitgeoefend koppel- of draaimoment, met het kenmerk dat de koppelbegrenzingsmiddelen momentmiddelen omvatten met een bepaalde armlengte en mechanische in-15 stelmiddelen voor het instellen van het gewenste draai- = moment in neergaande en/of opgaande richting van het F doek.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de aandrijfmotor een elektromotor is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij “ de overbrengingsmiddelen ten minste een ketting en ten minste twee tandwielen omvatten.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de overbrengingsmiddelen een wormwieloverbrenging ~ 25 omvatten voor het aandrijven van een as die zich in ~ hoofdzaak dwars op de uitgaande as van de elektromotor uitstrekt.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 1- 4, waarbij de elektromotor, de overbrengingsmiddelen en ~ 30 de koppelbegrenzingsmiddelen zijn aangebracht aan een scharnierbare arm. 1 0 0 9 8 3 p

6. Inrichting volgens één van de conclusies 1-5, waarbij de koppelbegrenzingsmiddelen ten minste één microschakelaar omvatten.

7. Inrichting volgens één van de conclusie 1-6, 5 waarbij de koppelbegrenzingsmiddelen een huis omvatten, waarin een aantal platen zijn aangebracht, die de lengte van de arm bepalen, die behoort bij het gewenste, te begrenzen draaimoment.

8. Kas of warenhuis, voorzien van een inrich-10 ting volgens één of meer van de conclusies 1-7.

9. Kas of warenhuis volgens conclusie 7, die in hoofdzaak boogvormige dakspanten tussen een nokprofiel en een gootprofiel omvat.

*10. Werkwijze voor het op- en af rollen van doek 15 in een kas of warenhuis, omvattende een inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-7.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het draaimoment in neergaande richting in mindere mate wordt beperkt dan in opgaande richting.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het te beperken draaimoment in neergaande richting ongeveer 120 Nm bedraagt, en in opgaande richting ongeveer 40 Nm bedraagt. 1009836