NL1009770C2 - Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. - Google Patents
Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1009770C2 NL1009770C2 NL1009770A NL1009770A NL1009770C2 NL 1009770 C2 NL1009770 C2 NL 1009770C2 NL 1009770 A NL1009770 A NL 1009770A NL 1009770 A NL1009770 A NL 1009770A NL 1009770 C2 NL1009770 C2 NL 1009770C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cleaning composition
- dishes
- crockery
- foam
- temperature range
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47L—DOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47L15/00—Washing or rinsing machines for crockery or tableware
- A47L15/42—Details
- A47L15/44—Devices for adding cleaning agents; Devices for dispensing cleaning agents, rinsing aids or deodorants
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47L—DOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47L15/00—Washing or rinsing machines for crockery or tableware
- A47L15/0018—Controlling processes, i.e. processes to control the operation of the machine characterised by the purpose or target of the control
- A47L15/0055—Metering or indication of used products, e.g. type or quantity of detergent, rinse aid or salt; for measuring or controlling the product concentration
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47L—DOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47L15/00—Washing or rinsing machines for crockery or tableware
- A47L15/24—Washing or rinsing machines for crockery or tableware with movement of the crockery baskets by conveyors
Landscapes
- Detergent Compositions (AREA)
Description
Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerk-wijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze.
5
De uitvinding heeft betrekking op een machinale vaatwaswerk-wijze en meer in het bijzonder op een verbetering van continu of discontinu machinaal vaatwassen, dat uitvoerbaar is met gebruikmaking van een enkeltanks-, meertanks of bandvaatspoel-10 machine. De uitvinding heeft tevens betrekking op een voor die machinale vaatwaswerkwijze geschikte reinigingssamenstelling, het gebruik van een op zich bekende reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede een voor het uitvoeren van die werkwijze geschikte vaatwasmachine.
15 Conventionele vaatwasmachines, bijvoorbeeld van het bandvaat-spoelmachine-type, spoelen het vaatwerk met grote hoeveelheden water met daarin een geringe hoeveelheid reinigingssamenstelling af. De reinigingssamenstelling wordt rechtsreeks in het waterreservoir onder de wassectie gedoseerd tot een concentra-20 tie van ongeveer 0,2 gew.% actief reinigingsbestanddeel in de oplossing, en water met reinigingssamenstelling wordt voortdurend uit dat reservoir opgepomt en over het vaatwerk uitgestort, waarna het zich weer in dat reservoir verzamelt. Zeer sterk verontreinigd vaatwerk wordt voorafgaande aan de hier-25 voor beschreven machinale behandeling aan een arbeidsintensief reinigen, zgn. "strippen" onderworpen, waarbij het vaatwerk gedurende enige uren in water met een relatief hoge concentratie aktief reinigingsbestanddeel wordt geweekt.
EP-A-0465454 openbaart een machinale vaatwaswerkwijze waarbij 30 een minimale hoeveelheid geconcentreerd vloeibaar reinigingssamenstelling onverdund over het vaatwerk wordt verneveld om het gehele oppervlak van het vaatwerk met het concentraat te bedekken.
EP-A-0406682 openbaart een machinale vaatwaswerkwijze waarbij 35 een sterk geconcentreerd vloeibaar reinigingssamenstelling in een gescheiden, gefilterde recirculatiestroom onverdund en in een overmaat over het vaatwerk wordt uitgestort en in een gescheiden reservoir wordt opgevangen en voor hernieuwd uitstorten daaruit weer wordt opgepompt.
40 Met de beide laatstbedoelde openbaarmakingen wordt beoogd, met 10097 70® - 2 - minimaal verbruik aan reinigingssamenstelling en minimale inzet aan arbeid en machines, door versterking van het chemische effect maximaal reinigingseffect te bereiken, zodat tegen zo laag mogelijke kosten het milieu zo goed mogelijk wordt 5 ontzien. Dit is eveneens een alternatieve doelstelling van de onderhavige uitvinding.
Ook de uitvinding beoogt in een aspect een volume dosering waarbij de bij voorkeur hoog geconcentreerde reinigingssamenstelling, in vergelijking met de waterdosering in een waszone 10 van een gebruikelijke bandvaatspoelmachine van 1000 1/hr, bij zeer laag volume van bij voorkeur ten hoogste 100 1/hr, met meer voorkeur ten hoogste 25 1/hr, met de meeste voorkeur ten hoogste 10 1/hr gedoseerd wordt, waarbij die doseervolumen betrekking hebben op de althans wezenlijk ongeschuimde toe-15 stand van de reinigingssamenstelling, zoals aanwezig in het voorraadvat.
Wegens de agressieve werking van de reinigingssamenstelling moet de dosering daarvan in een afgeschermde ruimte plaatsvinden, zodat de doseermiddelen onvoldoende op hun juiste werking 20 kunnen worden gecontroleerd. Wanneer bijvoorbeeld een mondstuk voor het over het vaatwerk verspreiden van reinigingssamenstelling verstopt is, zal een gedeelte van het vaatwerk ten minste onvoldoende met de reinigingssamenstelling in contact komen en is de reiniging daarvan niet optimaal. Dit probleem 25 zal het duidelijkst merkbaar zijn bij systemen waarbij minimale hoeveelheden reinigingssamenstelling rechtsreeks op het vaatwerk worden opgebracht.
Een doel van deze uitvinding is het opbrengen van reinigingssamenstelling op vaatwerk beter controleerbaar te maken, 30 bijvoorbeeld om de doseermiddelen op hun juiste werking te controleren.
Dit doel wordt bereikt door de reinigingssamenstelling zodanig over het vaatwerk te verspreiden dan wel een zodanige samenstelling te geven, dat ten minste op het vaatwerk, bij voor-35 keur op aflopende delen daarvan, een duidelijk visueel onderscheid met spoelwater wordt bereikt. Hoewel momenteel verwacht wordt dat de vorming van een schuimlaag van reinigingssamenstelling op het vaatwerk het duidelijkste visuele controlemid- 1009770« - 3 - del biedt, lijken ook andere alternatieven bruikbaar, zoals de vorming van een gel- of pastalaag van de reinigingssamenstel-ling op het vaatwerk. De verwachting is dan ook, dat elke uitvoering waarbij een relatief dikke laag van reinigingssa-5 menstelling op het vaatwerk kan worden gevormd, voor het gewenste visuele controlemiddel volgens de uitvinding kan zorgen. Die laagdikte is bij voorkeur zodanig, dat een duidelijk onderscheid ontstaat met water of zich als water gedragend reinigingssamenstelling, dat immers slechts een dunne 10 film op het oppervlak van het vaatwerk kan vormen. De gewenste visuele controlefunctie van de reinigingssamenstelling kan ook bereikt worden door ervoor te zorgen dat de reinigingssamenstelling zich op het vaatwerk nogal stroperig gedraagt, en dus veel trager dan bijvoorbeeld water of gebruikelijk water met 15 daarin enige reinigingssamenstelling opgelost, van het oppervlak van het vaatwerk stroomt. Schuim-, gel- of pastavormige reinigingssamenstelling bieden bijvoorbeeld een dergelijk stroperig gedrag, en zijn daardoor bijvoorbeeld in staat een relatief grote laagdikte op het vaatwerk te vormen, waarbij 20 die laagdikte bij voorkeur wezenlijk groter is dan die van een aan een aflopend deel van het vaatwerk hechtende waterfilm.
Met "aflopend deel van vaatwerk" wordt hier bedoeld, een gedeelte waar water van nature niet zal blijven staan, zoals bijvoorbeeld de bovenzijde van een op zijn rand geplaatst plat 25 bord.
De uitvinding biedt de grootste voordelen bij machinale vaatwaswerkwijzen waarbij zonder recirculatie reinigingssamenstelling in minimale hoeveelheden direct, bijvoorbeeld vanuit het opslagvat, over het vaatwerk verdeeld wordt om met minima-30 le verliezen het oppervlak van het vaatwerk zo volledig mogelijk met reinigingssamenstelling te bedekken.
Overigens bieden schuim- gel- of pastavorming van reinigings-samenstellingen op vaatwerk nog verdere voordelen, zoals beter kleven aan het vaatwerk, zodat vroegtijdig van het vaatwerk 35 afdruppelen of stromen en daarmee gepaard gaande verliezen zo goed mogelijk worden beperkt; mogelijkheid voor "bombardeer-effect" door geschikte keuze van de korrel- of druppelgrootte, waardoor met relatief geringe hoeveelheden, bijvoorbeeld juist 1009770· - 4 - genoeg om het vaatwerk geheel te bedekken, een mechanische naast chemische reiniging kan worden bereikt; voorspelbare verspreiding tijdens doseren wegens bijvoorbeeld afwezig zijn van spatten of zweven, zodat bijvoorbeeld bij onverhoeds 5 openen van de in werking zijnde doseersectie verspreiding van reinigingssamenstelling buiten de doseersectie beperkt of zelfs achterwege blijft, en daarmee veiligheidsvoorzieningen relatief beperkt kunnen worden uitgevoerd; hogere bereikbare concentraties op het vaatwerk en daarmee bijvoorbeeld kleinere 10 te doseren volumes per vaat hetgeen bijvoorbeeld gunstig inwerkt op transport en opslag; verbeterde reinigingswerking en daarmee dus bijvoorbeeld een verdere vermindering van het verbruik; afschermende werking voor de met het vaatwerk contact makende aktieve reinigingsbestanddelen, bijvoorbeeld 15 tegen mechanische inwerking van vloeistofstralen, zodat die, bijvoorbeeld zo lang mogelijk, zo ongestoord mogelijk hun reinigingswerk kunnen verrichten. In vergelijking met een dosering van geconcentreerde reinigingssamenstelling in de vorm van druppels die een vrijwel onmiddellijk van het vaat-20 werk afstromende vloeistoflaag vormen, kan de schuim- gel- of pastadosering door bijvoorbeeld het trager van het vaatwerk afstromen aanmerkelijk lager zijn wanneer een verlengde contacttijd gewenst is alvorens het vaatwerk wordt afgespoeld. Schuimvorming op het vaatwerk biedt voorts de verdere voorde-25 len van duidelijke zichtbaarheid, eenvoudige doseerapparatuur, die bijvoorbeeld goedkoop, weinig storinggevoelig en lang van levensduur kan zijn, en de mogelijkheid na neerslaan op het vaatwerk zich effectief daarover te verspreiden, bijvoorbeeld door het "bruiseffeet", zodat de aan de doseermiddelen te 30 stellen eisen van bijvoorbeeld verspreiden minder hoog kunnen zijn. Voor optimale bevochtiging van het vaatwerk met reinigingssamenstelling bij geringe dosering staat schuim toe dat mondstukken met verhoudingsgewijs grote doseeropeningen gebruikt worden, die bijvoorbeeld minder gemakkelijk verstopt 35 raken, of minder hoge werkdrukken vergen. Daarnaast biedt schuim de mogelijkheid voor zeer zuinig doseren bij geringe investering aan apparatuur. Bijvoorbeeld is het met schuim te bereiken doseervolume vele malen, bijvoorbeeld 100 maal,
1 009770H
- 5 - groter dan wanneer dezelfde hoeveelheid geconcentreerde reinigingssamenstelling als een zachte mist wordt verneveld. Bij een concentratie van de bijvoorbeeld alkalische bestanddelen van meer dan 10 gew.% ligt een typerende dosering voor de 5 geconcentreerde reinigingssamenstelling bijvoorbeeld tussen ongeveer 1 en 5 1/h voor een gebruikelijke bandvaatspoelmachi-ne met gebruikelijke bandsnelheid. Ook kan met schuim een stromingseffeet van reinigingssamenstelling over het vaatwerk worden opgewekt, bijvoorbeeld wanneer er voortdurend schuim-10 cellen van de aan het oppervlak van het vaatwerk grenzende grenslaag stuk gaan. Pasta en gel bieden voorts de verdere voordelen dat zij bijvoorbeeld in de vorm van zeer kleine druppeltjes en dus zeer gelijkmatig kunnen worden verspreid terwijl door de aard van gel of pasta die druppeltjes ook een 15 "bombardeereffect" kunnen oproepen.
In een aspect is de uitvinding gebaseerd op het inzicht, dat de reinigingssamenstelling, wanneer die zich op het vaatwerk bevindt, zich visueel duidelijk moet onderscheiden van zich op het vaatwerk bevindend spoelwater. Het bedieningspersoneel van 20 de vaatwasmachine kan dan bijvoorbeeld op veilige afstand van de doseermiddelen, of bij uitgeschakelde doseermiddelen controleren, of de reinigingssamenstelling op de gewenste wijze op het vaatwerk wordt opgebracht. Bijvoorbeeld kan men bij een bandvaatspoelmachine wanneer getwijfeld wordt aan de 25 juistheid van het doseren, bij overigens uitgeschakelde spoelsecties wat vaatwerk op de band langs de doseersectie leiden en vervolgens dat vaatwerk in een stroomafwaartse sectie visueel beoordelen op aanwezigheid van reinigingssamenstelling.
30 De reinigingssamenstelling wordt, bij voorkeur samen met althans een deel van de verontreiniging, vervolgens verwijderd van het vaatwerk, bij voorkeur door krachtig afspoelen zoals vergelijkbaar met de waswerking bij een gebruikelijke vaatwasmachine, bijvoorbeeld door voortdurend water, met eventueel 35 daarin opgeloste reinigingssamenstelling, met een debiet van ongeveer 1000 1/hr op te zuigen uit een stroomafwaartse tank en dit uit te gieten over het vaatwerk om dit voor hernieuwd gebruik weer in die tank op te vangen.
10097 70*1 - 6 -
De machinale vaatwasmachine volgens de uitvinding kenmerkt zich wegens zijn aanpassingen om de werkwijze te kunnen uitvoeren, zoals bijvoorbeeld het bezit van geschikte doseer-middelen voor bijvoorbeeld schuimvorming of het verspreiden 5 van een gelvormig of pastavormig reinigingssamenstelling en/of bijvoorbeeld aanpassingen aan het besturingssysteem van de machine. Bijvoorbeeld kunnen van een bestaande bandvaatspoel-machine, bijvoorbeeld een Hobarth serie FT-E, bijvoorbeeld model 2-B-3, één of meer sproeiarmen van bijvoorbeeld een 10 voorspoel- of wassectie uitgeschakeld zijn, om ruimte te bieden aan de doseermiddelen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. De reinigingssamenstelling volgens de uitvinding kenmerkt zich wegens zijn geschiktheid voor toepassing in de werkwijze, zoals bijvoorbeeld de ge-15 schiktheid voor schuimvorming, of de gedaante als een gel of een pasta. De reinigingssamenstelling kan uit vloeibare en/of poedervormige materialen worden verkregen. Bij voorkeur wordt de reinigingssamenstelling in een concentratie van ten minste ongeveer 0,5 gew.%, met meer voorkeur ten minste ongeveer 5 20 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste ongeveer 10 gew.%, met weer meer voorkeur ten minste ongeveer 15 gew.%, met de meeste voorkeur ten minste ongeveer 20 gew.% van één of meer werkzame reinigingsbestanddelen over het vaatwerk verspreid.
Wordt extra chemische werking gewenst, verdient het de voor-25 keur een contacttijd aan te houden voordat de reinigingssamenstelling samen met het vuil van het vaatwerk worden verwijderd. Die contacttijd bedraagt bij voorkeur ten minste één, bij voorkeur enige seconden, met meer voorkeur ongeveer 5 tot 15 seconden. Het kan voordeel bieden, bijvoorbeeld uit het 30 oogpunt van een optimale chemische inwerking, om gedurende de contacttijd geen verdere reinigingssamenstelling of andere vloeistof bewust over het vaatwerk te verspreiden. Ook kan het voordeel bieden, de reinigingssamenstelling met zo min mogelijk kracht op het vaatwerk aan te brengen, bijvoorbeeld als 35 een zachte nevel.
Voor een optimaal resultaat, wordt de reinigingssamenstelling bij voorkeur zodanig verspreid, dat dit het gehele oppervlak van het vaatwerk bedekt. Het verspreiden vindt bij voorkeur 1009770m - 7 - bij laag volume en intensiteit, in vergelijking met het meer gebruikelijke in grote stralen overgieten met verdunde waterige reinigingssamenstelling, plaats. Het verspreiden kan vanuit één mondstuk plaatsvinden, maar om het vaatwerk aan alle 5 zijden voldoende te bedekken verdient het de voorkeur, vanaf ten minste twee zijden, bij voorkeur twee tegenoverstaande zijden, van het vaatwerk met een respectief mondstuk te doseren. Verwacht wordt dat met ten minste twee mondstukken per zijde de dosering het gelijkmatigst zal zijn. Wanneer 10 bijvoorbeeld een suspensiewolk van reinigingssamenstelling wordt gevormd, zou het echter ook mogelijk moeten zijn met één mondstuk te werken, waarbij eventueel gebruik wordt gemaakt van een geschikte, bijvoorbeeld wervelende stroming van de wolk, om alle oppervlakken van het vaatwerk te bereiken. Bij 15 voorkeur is het mondstuk naar het vaatwerk gericht. Bij voorkeur heeft de reinigingssamenstelling een temperatuur wezenlijk lager dan de in de vaatwasmachine heersende temperatuur tijdens het verspreiden, bijvoorbeeld een althans ongeveer met kamertemperatuur overeenstemmende temperatuur.
20 De machinale vaatwaswerkwijze kan één of meer optionele voorwas-cycli of zones, één of meer was-cycli of zones, één of meer naspoel-cycli of zones en één of meer droog-cycli of zones omvatten, waarbij het verspreiden van reinigingssamenstelling volgens de uitvinding voor de laatste naspoelcyclus 25 of zone, bij voorkeur voor de eerste wascyclus of zone plaatsvindt .
De werking van de volgens de uitvinding verspreide reinigingssamenstelling (bijvoorbeeld de concentratie aktieve reinigingsbestanddelen) en de duur van de contacttijd (bij 30 bijvoorbeeld een zgn bandvaatspoelmachine bepaald door de voortbewegingssnelheid van het vaatwerk door de machine en de afstand van de doseersectie volgens de uitvinding tot de daaropvolgende spoel- of wassectie) worden bij voorkeur zodanig op elkaar afgestemd dat de verontreinigingen op het 35 vaatwerk (i.h.b. oliën, vetten, zetmeel, aanslag (bijv. van thee) en proteïnen) voldoende en bij voorkeur geheel worden verwijderd, of dat in de hier bedoelde zin ten minste een geschikte voorbehandeling van het vaatwerk wordt bewerkstel- 1009770« - 8 - ligd, zodat het gewenste reinigingsresultaat in de aansluitende één of meer was-cycli of zones wordt bereikt. Bij voorkeur worden ook de meeste bacteriën en bij voorkeur alle bacteriën onschadelijk gemaakt. Bijvoorbeeld wordt in de daaropvolgende 5 cyclus of zone het vaatwerk afgespoeld met water met daarin van het vaatwerk afgespoelde reinigingssamenstelling die in de voorgaande cyclus of zone daarop is aangebracht, en eventueel afzonderlijk toegevoegd middel.
Bij wijze van voorbeeld kan de machine voor het uitvoeren van 10 de werkwijze een transporteur (bijvoorbeeld een transportband of -ketting) omvatten om het vaatwerk, bij voorkeur in geschikte zgn. korven geplaatst, achtereenvolgens te leiden door verschillende secties die in een gemeenschappelijk langgerekt, tunnelvormig huis zijn opgenomen en waarbij de transporteur 15 aan voor- en achterzijde van het huis uitsteekt zodat aldaar het vaatwerk op de transporteur kan worden geplaatst resp. daarvan kan worden verwijderd. Aldus wordt het vaatwerk door achtereenvolgens een voorwassectie, een doseersectie volgens de uitvinding, een wassectie, een afspoelsectie, een naspoel-20 sectie en een droogsectie geleid. Water wordt aan de naspoel-sectie toegevoerd en stroomt tegenstrooms ten opzichte van de stroom vaatwerk cascade-gewijze door de respectieve reservoirs van de verschillende secties, om bij de voorwassectie te worden gespuid. Glansmiddel wordt in het reservoir van de 25 naspoelsectie gedoseerd. Uitgezonderd de doseersectie, wordt water uit het respectieve reservoir opgepompt en over het vaatwerk uitgestort om zich weer in dat reservoir te verzamelen. De temperatuur bedraagt bijvoorbeeld 30eC, 50*C en 70"C in respectievelijk de voorwassectie, wassectie en afspoelsec-30 tie. Het moet duidelijk zijn dat volgens deze uitvoering het vaatwerk vooraf is bevochtigd alvorens dit in de doseersectie komt waar de reinigingslaag volgens de uitvinding wordt opgebracht. Echter is toepassing van de uitvinding zonder vooraf bevochtigen eveneens mogelijk. Een illustratieve vaatwasma-35 chine voor toepassen van de uitvinding kan gebaseerd zijn op die zoals geopenbaard in aanvragers eerdere EP-A-0712599, in het bijzonder figuur 1 en de bijbehorende beschrijving, waartoe EP-A-0712599 hier door verwijzing is opgenomen. Voor 1009770"' - 9 - toepassing van deze uitvinding is, in vergelijking met EP-A-0712599, de sectie 5 gewijzigd om doseermiddelen te bevatten om de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren.
Terwijl het mogelijk is alle nodige middelen tijdens het over 5 het vaatwerk verspreiden van reinigingssamenstelling volgens de uitvinding te doseren, kan het de voorkeur verdienen om bepaalde middelen langs een andere, bijvoorbeeld meer gebruikelijke, weg te doseren, bijvoorbeeld wanneer twee of meer middelen elkaar minder goed verdragen bij gelijktijdige 10 dosering als een mengsel.
De reinigingssamenstelling kan gedurende het doseren elke geschikte gedaante hebben, zoals bijvoorbeeld vloeistof, poeder, oplossing, emulsie, gel, pasta. Elk aan de vakman bekende voor het reinigen van vaatwerk geschikt middel kan 15 worden aangewend, voornamelijk wanneer dit een alkalisch aktief bestanddeel en/of een sequestrisch aktief bestanddeel bevat. Aan dat middel kunnen een of meer geschikte bestanddeel zijn toegevoegd wanneer dat voor het bereiken van het effect van de uitvinding nodig is. Bijvoorbeeld kan dit een geschikte 20 kleurstof zijn, of een geleer- of schuim- of bleek- of disper-geermiddel of een inhibitor. Het oplosmiddel kan water, maar ook ieder geschikt niet-waterig oplosmiddel zijn.
Om de uitvinding nader toe te lichten wordt deze hierna op niet beprekende wijze aan de hand van het opwekken van een 25 schuimlaag op het vaatwerk beschreven. Het schuim kan verkregen worden door schuimvlokken uit één of meer geschikt opgestelde en gerichte mondstukken te doseren om deze, eventueel onder gebruikmaking van hulpmiddelen, zoals een ventilator, op het vaatwerk te laten neerslaan. In plaats van afzonderlijk 30 door de lucht zich voortbewegende vlokken, is het bijvoorbeeld ook denkbaar dat een schuimdeken of schuimstraal wordt gevormd die min of meer ononderbroken de afstand tussen het mondstuk (mondstukken) en het vaatwerk overbrugt. Daarnaast is het denkbaar, dat druppels reinigingssamenstelling worden ver-35 spreid, die bij afzetting op het vaatwerk of tijdens het overbruggen van de afstand tussen het mondstuk en het vaatwerk schuim vormen. Dergelijke druppels kunnen bijvoorbeeld uit vloeistof of gel of pasta bestaan. Zij kunnen echter ook uit 1009770« - 10 - poeder bestaan. Ook combinaties van dergelijke vlokken, dekens, stralen en druppels zijn denkbaar. Het schuim kan zich gedragen als dwarrelende vlokken en zich als het ware op het oppervlak van het vaatwerk vlijen, maar ook als een regen min 5 of meer op het vaatwerk neerkletteren.
Vele voorbeelden zijn in het vakgebied te vinden, waaruit blijkt dat schuimvorming in een machinale vaatwaswerkwijze moet worden tegen gegaan, zodat het vakgebied het aan elke aanwijzing ontbreekt, dat schuimvorming een voordeel kan 10 bieden. Het bewust toepassen van schuimvorming volgens de uitvinding moet daarom als ingaan tegen de gevestigde opvattingen in het vakgebied worden beschouwd. Dat er voordelige effecten mee kunnen worden bereikt is gezien de lering van de stand van de techniek verrassend.
15 Het vormen van het schuim vindt bij voorkeur zodanig plaats, dat de op het vaatwerk gevormde schuimlaag voldoende dik is om van enige afstand visueel te kunnen worden vastgesteld. Bijvoorbeeld heeft de schuimlaag een dikte van ten minste ongeveer 0,5 mm., met meer voorkeur althans ongeveer 1,0 mm., 20 met de meeste voorkeur ten minste ongeveer 1,5 mm. Het schuim is voorts bij voorkeur voldoende "luchtig" en bevat daartoe bij voorkeur ten minste ongeveer 90vol.% lucht, met meer voorkeur ten minste ongeveer 95vol.% lucht, met de meeste voorkeur ten minste ongeveer 99vol.% lucht. In plaats van 25 lucht kan het schuim een ander gas bevatten, zoals stikstof. Het gevormde schuim kan stabiel of instabiel van aard zijn.
Het verdient de voorkeur dat de mate van instabiliteit en de dikte van de op het vaatwerk gevormde schuimlaag zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat de schuimlaag ten minste enige 30 seconden, bij voorkeur ten minste 2 seconden en met meer voorkeur tot na verloop van de contacttijd althans gedeeltelijk nog aanwezig is, zodat de reinigingssamenstelling bij voorkeur althans gedeeltelijk als schuim samen met de verontreiniging van het vaatwerk wordt verwijderd. Het verdient de 35 voorkeur dat de schuimlaag na 2 seconden verblijftijd op het vaatwerk nog ten minste ongeveer 75% van zijn oorspronkelijke dikte heeft, en ook verdient het de voorkeur dat de schuimlaag bij (na) verstrijken van de contacttijd nog ten minste onge- 10097 7 0 ' - 11 - veer 25% van zijn oorspronkelijke dikte heeft. De mate van stabiliteit van het schuim kan met aan de vakman bekende testsystemen vastgesteld worden. In dit verband wordt verwezen naar DIN 53902, i.h.b. blz. 1 of blz. 2 (Schlagschaum resp.
5 Ross-Miles-Test), die hier door verwijzing zijn opgenomen. Momenteel wordt de voorkeur gegeven aan een reinigingssamen-stelling die middelmatig schuimt. Echter wordt niet uitgesloten dat de uitvinding eveneens met een laagschuimende of een hoogschuimende reinigingssamenstelling werkt.
10 Het schuimen kan door het aan de reinigingssamenstelling toevoegen van een schuimsysteem worden bereikt. Dat schuimsys-teem kan vooraf aan de reinigingssamenstelling zijn bijgemengd, of wordt bijvoorbeeld pas tijdens het doseren bijgemengd. Heeft de reinigingssamenstelling bijvoorbeeld zelf van 15 nature voldoende schuimwerking, zou ook uitsluitend op een geschikt doseren kunnen worden vertrouwd, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een geschikt uitgevoerd mondstuk. Bijvoorbeeld wanneer het de bedoeling is, de reinigingssamenstelling na over het vaatwerk verspreid te zijn, in vrijwel dezelfde 20 concentratie te hergebruiken, zoals bijvoorbeeld op zich bekend is uit EP-A-0406682, ontstaat het schuimsysteem automatisch doordat de reinigingssamenstelling vetten van het vaatwerk opneemt, zodat bewust toedienen van een schuimmiddel niet nodig is.
25 Het schuim kan ontwikkeld worden door krachtig mengen van reinigingssamenstelling met een gas of gasmengsel, zoals lucht, bijvoorbeeld door gebruik te maken van geschikte roermiddelen of in de reinigingssamenstelling gerichte gas-stralen, of eventueel door een borreleffect te gebruiken, 30 bijvoorbeeld afkomstig van een gas ontwikkelende stof of ieder ander aan de vakman op zich bekende techniek. De vaatwasma-chine kan geschikte voorzieningen hebben voor het uitvoeren van dergelijk mengen, zoals roermiddelen of gasstraalmiddelen. Bij voorkeur wordt een schuimsysteem gekozen, waarbi.j schuimen 35 na van het vaatwerk afspoelen wordt onderdrukt of zelfs voorkomen, bijvoorbeeld voor het wezenlijk versnellen van het ontschuimen of schuim afbreken, bijvoorbeeld door gebruik van verschillende temperatuurgebieden. Hiervoor wordt in het 1009770'"’ - 12 - bijzonder gekozen, wanneer de schuimwerking zodanig is dat zonder tegenmaatregelen er een schuimvorming door de van het vaatwerk afgespoelde reinigingssamenstelling in een respectieve zone van de vaatwasmachine ontstaat, die de goede werking 5 van de vaatwasmachine ten minste belemmert of althans in hoofdzaak onmogelijk maakt. Bijvoorbeeld wordt een schuimsys-teem gekozen dat bij lage temperatuur schuim oplevert, maar bij hoge temperatuur, bijvoorbeeld boven 40*C, althans aanzienlijk minder schuim oplevert. Een voorbeeld hiervoor zijn 10 bepaalde aan de vakman bekende oppervlakteaktieve stoffen, zoals die ook wel als glansmiddel in machinale vaatwaswerkwij-zen worden gebruikt, waarbij een dusdanige concentratie en samenstelling worden gekozen, dat een zgn. troebelpunt wordt bereikt dat ten hoogste gelijk is aan en bij voorkeur lager is 15 dan de temperatuur die bijvoorbeeld het water in de wassectie heeft. Veelal zal het troebelpunt en dus de temperatuur waarboven de schuimvormende eigenschap wezenlijk afneemt, met toenemende concentratie van die stoffen dalen. "Troebelpunt" is die temperatuur waarbij de reinigingssamenstelling in de 20 gebruiksconcentratie troebeling geeft in het water, zodat er bij die temperatuur en hoger althans in hoofdzaak geen schuimvorming meer optreedt. Een alternatief is, bijvoorbeeld een schuimsysteem te kiezen waarbij het schuim na van het vaatwerk af te zijn gespoeld in contact gebracht wordt met een schuim-25 remmer, bijvoorbeeld op siliconebasis of op basis van nonioni-sche oppervlakteaktieve stoffen. Dit alternatief kan ook in combinatie met het eerstbedoelde schuimsysteem gebruikt worden.
Een voor een machinale vaatwaswerkwijze geschikte sterk 30 geconcentreerde reinigingssamenstelling met schuimende eigenschappen, bijvoorbeeld waaraan een schuimmiddel is toegevoegd, is nieuw in het vakgebied, in het bijzonder wanneer dit een pH heeft die groter is dan 8 of kleiner is dan 6, meer in het bijzonder een pH groter dan althans ongeveer 12, met meer 35 voorkeur groter dan althans ongeveer 13, met nog meer voorkeur groter dan althans ongeveer 13,3, bijvoorbeeld ongeveer 13,9. Deze reinigingssamenstelling kan de hier of elders in deze openbaarmaking aangegeven stoffen in elke willekeurige samen- 1009770"» - 13 - stelling bevatten. Een dergelijke reinigingssamenstelling kan ten minste althans ongeveer 5 gew.%, bij voorkeur althans ongeveer 10 gew.%, met meer voorkeur althans ongeveer 15 gew.% NaOH en/of KOH bevatten. Het schuimmiddel kan oppervlakteak-5 tieve stoffen bevatten, bijvoorbeeld een mengsel zijn van nonionische en anionische oppervlakteaktieve stoffen, waaraan eventueel een op zich bekende stof is toegevoegd om oplossen van de oppervlakteaktieve stoffen bij hoge pH te promoten. De reinigingssamenstelling kan ten minste ongeveer 1 gew.% van de 10 oppervlakteaktieve stoffen bevatten. Een geschikt mengsel van nonionische en anionische oppervlakteaktieve stoffen is zodanig, dat bij toenemende temperatuur de schuimwerking afneemt. Het verdient daarbij de voorkeur dat de schuimwerking vanaf althans ongeveer 60eC, met meer voorkeur althans onge-15 veer 50°C, met de meeste voorkeur althans ongeveer 40*C althans vrijwel verdwenen is. Hierbij dient er eventueel rekening mee te worden gehouden, dat de reinigingssamenstelling na over het vaatwerk te zijn gestroomd sterk verdund wordt in de watertank van de was- of spoelzone, en dat de 20 concentratie van de oppervlakteaktieve stoffen in de reinigingssamenstelling voldoende hoog moet zijn om ook in de watertank schuimwerking vanaf een drempeltemperatuur te remmen. In conventionele mechanische vaatwaswerkwijzen komt wel schuimvorming als nadelig beschouwd neven-effect voor, 25 echter is er dan sprake van een op de vloeistof in het reservoir van een zone drijvende schuimlaag, die niet op het vaatwerk wordt gevormd. Die schuimlaag wordt veroorzaakt door zeepvorming ten gevolge van reactie van de alkalische stoffen met van het vaatwerk afkomstige vetten, en de sterke waterbe-30 wegingen aan het oppervlak van het reservoir ten gevolge van de grote hoeveelheden voortdurend van bovenaf in het reservoir vallend spoelwater.
Bij wijze van voorbeeld bevat een geschikte samenstelling van de reinigingssamenstelling met schuimsysteem voor het uitvoe-35 ren van de werkwijze NaOH of KOH; een waterconditioneringsmid-del zoals NTA, EDTA, fosfaten, zeolieten of fosfonaten; sequestreermiddelen; eventuele verdere hulpstoffen zoals een bleekmiddel; oppervlakteaktieve stoffen; en de rest water, 1009770« - 14 - waarbij de concentratie van de oppervlakteaktieve stoffen zodanig wordt gekozen dat voldoende schuim ontwikkeld wordt en het troebelpunt gelijk aan of lager blijft dan de temperatuur van het waswater, en waarbij de concentratie NaOH of KOH 5 gegeven de overige bestanddelen, in het bijzonder de concentratie van de oppervlakteaktieve stoffen, zo hoog mogelijk wordt gekozen, bijvoorbeeld tussen ongeveer 20 gew% en ongeveer 30 gew%. Op basis van zijn vakkennis zal de vakman in staat zijn geschikte concentraties te kiezen voor de verschil-10 lende bestanddelen van de reinigingssamenstelling. De reini-ginssamenstelling kan onverdund of verdund, bijvoorbeeld door bijmengen van water in de vanaf het reinigingssamenstelling-voorraadvat naar de doseermiddelen in de vaatwasmachine lopende toevoerleiding, over het vaatwerk verspreid worden.
15 Bijvoorbeeld bevat de reinigingssamenstelling tussen onge veer 1 gew% en ongeveer 5 gew%, bij voorkeur ongeveer 2 gew% amfoteer, tussen ongeveer 5 gew% en ongeveer 10 gew%, bij voorkeur ongeveer 7 gew% nonionics en tussen ongeveer 5 gew% en ongeveer 15 gew%, bij voorkeur ongeveer 10 gew% hydrotro-20 pen. De hydrotropen zijn een middel om te helpen de nonionics in oplossing te houden in een milieu met een hoge ionenconcentratie, de amfoteren zijn een middel om de nonionics te helpen bij het schuimen. De nonionics gaan bij hogere temperatuur ontschuimen. Wanneer het gehalte nonionics hoger is dan het 25 gehalte amfoteren, zal bij hogere temperatuur de ontschuimende werking van de nonionics, de schuimende werking van de amfoteren tegenwerken, zodat de totale schuimwerking wordt afgebroken. Een voorbeeld van een hydrotroop is natriumzout van xyleensulfonaat. Een voorbeeld van nonionics is alkylpolyethy-30 leenglycolether(s) met 9 mol EO. Een voorbeeld van amfoteer is alkylamidebetaine. De toegepaste amfoteer is bij voorkeur gebaseerd op betaine of imidazoline. Een geschikt alternatief voor amfoteer is een aminoxide.
1 009770^
Claims (16)
1. Machinale vaatwaswerkwijze waarbij een reinigingssamen-stelling een zodanige samenstelling wordt gegeven en/of zodanig op het vaatwerk wordt opgebracht, dat met de reini- 5 gingssamenstelling een zich uiterlijk van water onderscheidende reinigingslaag op bij voorkeur althans in hoofdzaak het gehele oppervlak van het vaatwerk wordt gevormd, welk onderscheid bij voorkeur met het blote oog is vast te stellen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de laag schuim-, 10 gel-, of pastavormig is.
3. Machinale vaatwaswerkkwijze waarbij op het vaatwerk een schuim-, gel-, of pastalaag van reinigingssamenstelling wordt gevormd.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 15 waarbij die laag een dikte heeft die aanzienlijk groter is dan die van een aan een aflopend vlak van het vaatwerk hechtende waterfilm.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de laag na een inwerktijd van het vaatwerk wordt 20 verwijderd, waarbij die inwerktijd bij voorkeur ten minste 1 seconde, met meer voorkeur ten minste 2 seconden bedraagt.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de reinigingssamenstelling sterk geconcentreerd is en bij voorkeur ten minste 0,5 gew.%, met meer voorkeur ten 25 minste 3 gew.%, met de meeste voorkeur meer dan 10 gew.% van een of meer werkzame reinigingsbestanddelen bevat.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schuimloze reinigingssamenstelling, in vergelijking met de waterdosering in een waszone van een gebruikelijke 30 bandvaatspoelmachine van 1000 1/hr, bij zeer laag volume van bij voorkeur ten hoogste 100 1/hr, met meer voorkeur ten hoogste 25 1/hr, met de meeste voorkeur ten hoogste 10 1/hr gedoseerd wordt.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 35 waarbij de schuimwerking van de gedoseerde reinigingssamenstelling, nadat de schuimlaag op het vaatwerk is gevormd, ten minste ten dele en bij voorkeur in hoofdzaak geheel wordt weggenomen. 1009770m - 16 -
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij een reinigings- samenstelling wordt gedoseerd, die in een eerste temperatuur-gebied althans in hoofdzaak niet of nauwelijks schuimt in vergelijking met een afwijkend, tweede temperatuurgebied.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het eerste temperatuurgebied boven en het tweede temperatuurgebied beneden een grenstemperatuur ligt, waarbij die grenstempera-tuur in het bijzonder in de gemiddelde concentratie van de reinigingssamenstelling na van het vaatwerk te zijn verwij- 10 derd, bij voorkeur tussen 30°C en 60°C, met meer voorkeur ongeveer 40"C bedraagt.
11. Vaatwasmachine, in het bijzonder van het bandvaatspoel-type die geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, en in het bijzonder 15 daartoe doseermiddelen, zoals één of meer doseermondstukken, omvat voor het over het vaatwerk verspreiden van een schuim-, gel- of pastavormige reinigingssamenstelling.
12. Reinigingssamenstelling voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, in het 20 bijzonder een reinigingssamenstelling met een pH groter dan 8 of kleiner dan 6 en met ten minste laagschuimende werking.
13. Reinigingssamenstelling volgens conclusie 12, waarbij de reinigingssamenstelling een pH groter dan 12,5, met meer voorkeur groter dan 13 heeft en nionionische en/of anionische 25 oppervlakteaktieve stoffen bevat.
14. Reinigingssamenstelling volgens conclusie 12 of 13, waarbij deze KOH of NaOH in een concentratie van ten minste 0,5 gew.%, bij voorkeur ten minste ongeveer 3 gew.%, met meer voorkeur ten minste ongeveer 10 gew.% bevat.
15. Reinigingssamenstelling volgens één der conclusies 12- 14, waarbij deze in een eerste temperatuurgebied althans in hoofdzaak niet of nauwelijks schuimt in vergelijking met een afwijkend, tweede temperatuurgebied, in het bijzonder waarbij het eerste temperatuurgebied boven en het tweede temperatuur- 35 gebied beneden een grenstemperatuur ligt, waarbij die grenstemperatuur bij voorkeur tussen 30“C en 60"C, met meer voorkeur ongeveer 40'C bedraagt in de gemiddelde concentratie van de reinigingssamenstelling na van het vaatwerk te zijn verwij- 1009770- - 17 - derd.
16. Toepassing van een op zich bekende reinigingssamenstel-ling met in het bijzonder ten minste laagschuimende werking in een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-10. 1009770*
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1009770A NL1009770C2 (nl) | 1997-07-31 | 1998-07-29 | Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006700A NL1006700C2 (nl) | 1997-07-31 | 1997-07-31 | Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. |
NL1006700 | 1997-07-31 | ||
NL1009770 | 1998-07-29 | ||
NL1009770A NL1009770C2 (nl) | 1997-07-31 | 1998-07-29 | Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1009770C2 true NL1009770C2 (nl) | 1999-02-02 |
Family
ID=26642632
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1009770A NL1009770C2 (nl) | 1997-07-31 | 1998-07-29 | Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1009770C2 (nl) |
-
1998
- 1998-07-29 NL NL1009770A patent/NL1009770C2/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0282214B2 (en) | Machine dishwashing process | |
US5846339A (en) | Machine dishwashing process | |
US4434069A (en) | Plastic bottle cleaner | |
NL1006700C2 (nl) | Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. | |
MXPA06004557A (es) | Composicion auxiliar de enjuague y metodo para enjuagar un sustrato. | |
JP2017210577A (ja) | 食器用液体洗浄剤組成物 | |
NL1009770C2 (nl) | Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze. | |
NL1009771C2 (nl) | Machinale vaatwaswerkwijze. | |
AU2003279362B2 (en) | Acidic cleaning method for machine dishwashing | |
CA2933458A1 (en) | Detergent and rinse-aid compositions and methods | |
JPH0633100A (ja) | 自動食器洗浄機用洗浄剤 | |
US20060090775A1 (en) | Machine dish-washing process | |
EP1472966A2 (en) | Machine dish-washing process | |
US3421940A (en) | Washing agents and process for machine washing of dishes | |
JP2021085017A (ja) | 繊維製品用洗浄剤物品 | |
JP3609532B2 (ja) | 自動食器洗浄機用粉末洗浄剤 | |
JPH0633428B2 (ja) | 洗浄剤組成物 | |
JP4973835B2 (ja) | 食品処理による汚れ洗浄剤 | |
JP2741201B2 (ja) | 界面活性剤組成物 | |
EP1051101A1 (en) | Rinse method | |
JPH09241676A (ja) | 研磨剤除去用工業用洗浄剤 | |
JPH10328058A (ja) | 浴室の洗浄装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2A | A request for search or an international type search has been filed | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050201 |