NL1009771C2 - Machinale vaatwaswerkwijze. - Google Patents

Machinale vaatwaswerkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1009771C2
NL1009771C2 NL1009771A NL1009771A NL1009771C2 NL 1009771 C2 NL1009771 C2 NL 1009771C2 NL 1009771 A NL1009771 A NL 1009771A NL 1009771 A NL1009771 A NL 1009771A NL 1009771 C2 NL1009771 C2 NL 1009771C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cleaning composition
crockery
foam
dishes
section
Prior art date
Application number
NL1009771A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Schouten
Original Assignee
Epenhuysen Chem Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1006700A external-priority patent/NL1006700C2/nl
Application filed by Epenhuysen Chem Nv filed Critical Epenhuysen Chem Nv
Priority to NL1009771A priority Critical patent/NL1009771C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1009771C2 publication Critical patent/NL1009771C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L15/00Washing or rinsing machines for crockery or tableware
    • A47L15/42Details
    • A47L15/44Devices for adding cleaning agents; Devices for dispensing cleaning agents, rinsing aids or deodorants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L15/00Washing or rinsing machines for crockery or tableware
    • A47L15/0018Controlling processes, i.e. processes to control the operation of the machine characterised by the purpose or target of the control
    • A47L15/0055Metering or indication of used products, e.g. type or quantity of detergent, rinse aid or salt; for measuring or controlling the product concentration
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L15/00Washing or rinsing machines for crockery or tableware
    • A47L15/24Washing or rinsing machines for crockery or tableware with movement of the crockery baskets by conveyors

Landscapes

  • Detergent Compositions (AREA)

Description

Machinale vaatwaswerkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een machinale vaatwaswerk-wijze en meer in het bijzonder op een verbetering van continu 5 of discontinu machinaal vaatwassen, dat uitvoerbaar is met gebruikmaking van een enkeltanks-, meertanks of bandvaatspoel- machine.
Conventionele vaatwasmachines, bijvoorbeeld van het bandvaat-spoelmachine-type, spoelen het vaatwerk met grote hoeveelheden 10 water met daarin een geringe hoeveelheid reinigingssamenstel-ling af. De reinigingssamenstelling wordt rechtsreeks in het waterreservoir onder de wassectie gedoseerd tot een concentratie van ongeveer 0,2 gew.% actief reinigingsbestanddeel in de oplossing, en water met reinigingssamenstelling wordt voortdu-15 rend uit dat reservoir opgepomt en over het vaatwerk uitgestort, waarna het zich weer in dat reservoir verzamelt. Zeer sterk verontreinigd vaatwerk wordt voorafgaande aan de hiervoor beschreven machinale behandeling aan een arbeidsintensief reinigen, zgn. "strippen" onderworpen, waarbij het vaatwerk 20 gedurende enige uren in water met een relatief hoge concentratie aktief reinigingsbestanddeel wordt geweekt.
EP-A-0465454 openbaart een machinale vaatwaswerkwijze waarbij een minimale hoeveelheid geconcentreerd vloeibaar reinigingssamenstelling onverdund over het vaatwerk wordt verneveld om 25 het gehele oppervlak van het vaatwerk met het concentraat te bedekken.
EP-A-0406682 openbaart een machinale vaatwaswerkwijze waarbij een sterk geconcentreerd vloeibaar reinigingssamenstelling in een gescheiden, gefilterde recirculatiestroom onverdund en in 30 een overmaat over het vaatwerk wordt uitgestort en in een gescheiden reservoir wordt opgevangen en voor hernieuwd uitstorten daaruit weer wordt opgepompt.
Met de beide laatstbedoelde openbaarmakingen wordt beoogd, met minimaal verbruik aan reinigingssamenstelling en minimale 35 inzet aan arbeid en machines, door versterking van het chemische effect maximaal reinigingseffeet te bereiken, zodat tegen zo laag mogelijke kosten het milieu zo goed mogelijk wordt ontzien. Dit is eveneens een alternatieve doelstelling van de onderhavige uitvinding.
40 Ook de uitvinding beoogt in een aspect een volume dosering 1009771^ - 2 - waarbij de hoog geconcentreerde reinigingssamenstelling, in vergelijking met de waterdosering in een waszone van een gebruikelijke bandvaatspoelmachine van 1000 1/hr, bij zeer laag volume van bij voorkeur ten hoogste 100 1/hr, met meer 5 voorkeur ten hoogste 25 1/hr, met de meeste voorkeur ten hoogste 10 1/hr gedoseerd wordt, waarbij die doseervolumen betrekking hebben op de althans wezenlijk ongeschuimde toestand van de reinigingssamenstelling, zoals aanwezig in het voorraadvat.
10 Wegens de agressieve werking van de reinigingssamenstelling moet de dosering daarvan in een afgeschermde ruimte plaatsvinden, zodat de doseermiddelen onvoldoende op hun juiste werking kunnen worden gecontroleerd. Wanneer bijvoorbeeld een mondstuk voor het over het vaatwerk verspreiden van reinigingssamen-15 stelling verstopt is, zal een gedeelte van het vaatwerk ten minste onvoldoende met de reinigingssamenstelling in contact komen en is de reiniging daarvan niet optimaal. Dit probleem zal het duidelijkst merkbaar zijn bij systemen waarbij minimale hoeveelheden reinigingssamenstelling rechtsreeks op het 20 vaatwerk worden opgebracht.
Een doel van deze uitvinding is het opbrengen van reinigingssamenstelling op vaatwerk beter controleerbaar te maken, bijvoorbeeld om de doseermiddelen op hun juiste werking te controleren.
25 Dit doel wordt bereikt door de reinigingssamenstelling zodanig over het vaatwerk te verspreiden dan wel een zodanige samenstelling te geven, dat ten minste op het vaatwerk, bij voorkeur op aflopende delen daarvan, een duidelijk visueel onderscheid met spoelwater wordt bereikt door de vorming van een 30 schuimlaag van reinigingssamenstelling op het vaatwerk. Die schuimlaag, bijvoorbeeld zijn dikte, is bij voorkeur zodanig, dat een duidelijk onderscheid ontstaat met water of zich als water gedragende reinigingssamenstelling, dat immers slechts een dunne film op het oppervlak van het vaatwerk kan vormen.
35 Met "aflopend deel van vaatwerk" wordt hier bedoeld, een gedeelte waar water van nature niet zal blijven staan, zoals bijvoorbeeld de bovenzijde van een op zijn rand geplaatst plat bord.
1 009771*1 - 3 -
De uitvinding wordt toegepast bij machinale vaatwaswerkwijzen waarbij zonder recirculatie reinigingssamenstelling in minimale hoeveelheden direct vanuit het opslagvat over het vaatwerk verdeeld wordt om met minimale verliezen het 5 oppervlak van het vaatwerk zo volledig mogelijk met reinigingssamenstelling te bedekken.
Overigens bieden schuimvorming van reinigingssamenstellingen op vaatwerk nog verdere voordelen, zoals beter kleven aan het vaatwerk, zodat vroegtijdig van het vaatwerk afdruppelen of 10 stromen en daarmee gepaard gaande verliezen zo goed mogelijk worden beperkt; voorspelbare verspreiding tijdens doseren wegens bijvoorbeeld afwezig zijn van spatten of zweven, zodat bijvoorbeeld bij onverhoeds openen van de in werking zijnde doseersectie verspreiding van reinigingssamenstelling buiten 15 de doseersectie beperkt of zelfs achterwege blijft, en daarmee veiligheidsvoorzieningen relatief beperkt kunnen worden uitgevoerd; hogere bereikbare concentraties op het vaatwerk en daarmee bijvoorbeeld kleinere te doseren volumes per vaat hetgeen bijvoorbeeld gunstig inwerkt op transport en opslag; 20 verbeterde reinigingswerking en daarmee dus bijvoorbeeld een verdere vermindering van het verbruik; afschermende werking voor de met het vaatwerk contact makende aktieve reinigingsbestanddelen, bijvoorbeeld tegen mechanische inwerking van vloeistofstralen, zodat die, bijvoorbeeld zo 25 lang mogelijk, zo ongestoord mogelijk hun reinigingswerk kunnen verrichten. In vergelijking met een dosering van geconcentreerde reinigingssamenstelling in de vorm van druppels die een vrijwel onmiddellijk van het vaatwerk afstromende vloeistoflaag vormen, kan de schuimdosering door bijvoorbeeld 30 het trager van het vaatwerk afstromen aanmerkelijk lager zijn wanneer een verlengde contacttijd gewenst is alvorens het vaatwerk wordt afgespoeld. Schuimvorming op het vaatwerk biedt voorts de verdere voordelen van duidelijke zichtbaarheid, eenvoudige doseerapparatuur, die bijvoorbeeld goedkoop, weinig 35 storinggevoelig en lang van levensduur kan zijn, en de mogelijkheid na neerslaan op het vaatwerk zich effectief daarover te verspreiden, bijvoorbeeld door het "bruiseffeet", zodat de aan de doseermiddelen te stellen eisen van 1009771· - 4 - bijvoorbeeld verspreiden minder hoog kunnen zijn. Voor optimale bevochtiging van het vaatwerk met reini-gingssamenstelling bij geringe dosering staat schuim toe dat mondstukken met verhoudingsgewijs grote doseeropeningen 5 gebruikt worden, die bijvoorbeeld minder gemakkelijk verstopt raken, of minder hoge werkdrukken vergen. Daarnaast biedt schuim de mogelijkheid voor zeer zuinig doseren bij geringe investering aan apparatuur. Bijvoorbeeld is het met schuim te bereiken doseervolume vele malen, bijvoorbeeld 100 maal, 10 groter dan wanneer dezelfde hoeveelheid geconcentreerde reinigingssamenstelling als een zachte mist wordt verneveld. Bij een concentratie van de bijvoorbeeld alkalische bestanddelen van meer dan 10 gew.% ligt een typerende dosering voor de geconcentreerde reinigingssamenstelling bijvoorbeeld tussen 15 ongeveer 1 en 5 1/h voor een gebruikelijke bandvaatspoelmachi-ne met gebruikelijke bandsnelheid. Ook kan met schuim een stromingseffeet van reinigingssamenstelling over het vaatwerk worden opgewekt, bijvoorbeeld wanneer er voortdurend schuim-cellen van de aan het oppervlak van het vaatwerk grenzende 20 grenslaag stuk gaan.
In een aspect is de uitvinding gebaseerd op het inzicht, dat de reinigingssamenstelling, wanneer die zich op het vaatwerk bevindt, zich visueel duidelijk moet onderscheiden van zich op het vaatwerk bevindend spoelwater. Het bedieningspersoneel van 25 de vaatwasmachine kan dan bijvoorbeeld op veilige afstand van de doseermiddelen, of bij uitgeschakelde doseermiddelen controleren, of de reinigingssamenstelling op de gewenste wijze op het vaatwerk wordt opgebracht. Bijvoorbeeld kan men bij een bandvaatspoelmachine wanneer getwijfeld wordt aan de 30 juistheid van het doseren, bij overigens uitgeschakelde spoelsecties wat vaatwerk op de band langs de doseersectie leiden en vervolgens dat vaatwerk in een stroomafwaartse sectie visueel beoordelen op aanwezigheid van reinigingssamenstelling.
35 De reinigingssamenstelling wordt, bij voorkeur samen met althans een deel van de verontreiniging, vervolgens verwijderd van het vaatwerk, bij voorkeur door krachtig afspoelen zoals vergelijkbaar met de waswerking bij een gebruikelijke vaatwas- 1009771 - 5 - machine, bijvoorbeeld door voortdurend water, met eventueel daarin opgeloste reinigingssamenstelling, met een debiet van ongeveer 1000 1/hr op te zuigen uit een stroomafwaartse tank en dit uit te gieten over het vaatwerk om dit voor hernieuwd 5 gebruik weer in die tank op te vangen.
De uitvinding kan bijvoorbeeld toegepast worden in een vaatwasmachine die zich kenmerkt wegens zijn aanpassingen om de werkwijze te kunnen uitvoeren, zoals bijvoorbeeld het bezit van geschikte doseermiddelen voor schuimvorming en/of 10 bijvoorbeeld aanpassingen aan het besturingssysteem van de machine. Bijvoorbeeld kunnen van een bestaande bandvaatspoel-machine, bijvoorbeeld een Hobarth serie FT-E, bijvoorbeeld model 2-B-3, één of meer sproeiarmen van bijvoorbeeld een voorspoel- of wassectie uitgeschakeld zijn, om ruimte te 15 bieden aan de doseermiddelen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. De met de werkwijze volgens de uitvinding te gebruiken reinigingssamenstelling is bij voorkeur geschikt voor schuimvorming. De reinigingssamenstelling kan uit vloeibare en/of poedervormige 20 materialen worden verkregen. De reinigingssamenstelling wordt in een hoge concentratie van ten minste ongeveer 5 gew.%, met meer voorkeur ten minste ongeveer 10 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste ongeveer 15 gew.%, met de meeste voorkeur ten minste ongeveer 20 gew.% van één of meer werkzame 25 reinigingsbestanddelen over het vaatwerk verspreid.
Voor de noodzakelijke extra chemische werking wordt volgens de uitvinding een contacttijd aangehouden voordat de reinigingssamenstelling samen met het vuil van het vaatwerk worden verwijderd. Die contacttijd bedraagt ten minste enige 30 seconden, met meer voorkeur ongeveer 5 tot 15 seconden.
Gedurende die contacttijd wordt er geen verdere reinigingssamenstelling of andere vloeistof bewust over het vaatwerk verspreid, zodat een goede chemische inwerking van de reinigingssamenstelling wordt gewaarborgd. Tevens wordt de 35 reinigingssamenstelling met zo min mogelijk kracht op het vaatwerk aangebracht.
Voor een optimaal resultaat, wordt de reinigingssamenstelling zodanig verspreid, dat dit het gehele oppervlak van het 1009771*8 - 6 - vaatwerk bedekt. Het verspreiden vindt bij laag volume en intensiteit, in vergelijking met het meer gebruikelijke in grote stralen overgieten met verdunde waterige reinigingssamenstelling, plaats. Om het vaatwerk aan alle 5 zijden voldoende te bedekken wordt vanaf twee tegenoverstaande zijden van het vaatwerk met een respectief mondstuk gedoseerd. Het mondstuk is naar het vaatwerk gericht. De reinigingssamenstelling heeft een ongeveer met kamertemperatuur overeenstemmende temperatuureen tijdens het verspreiden.
10 De machinale vaatwaswerkwijze omvat een voorwas-cyclus of zone, een was-cyclus of zone, een naspoel-cyclus of zone en een droog-cyclus of zone, waarbij het verspreiden van reinigingssamenstelling volgens de uitvinding voor de wascyclus of zone plaatsvindt.
15 De werking van de volgens de uitvinding verspreide reinigingssamenstelling (bijvoorbeeld de concentratie aktieve reinigingsbestanddelen) en de duur van de contacttijd (bij bijvoorbeeld een zgn bandvaatspoelmachine bepaald door de voortbewegingssnelheid van het vaatwerk door de machine en de 20 afstand van de doseersectie volgens de uitvinding tot de daaropvolgende spoel- of wassectie) zijn zodanig op elkaar afgestemd dat de verontreinigingen op het vaatwerk (i.h.b. oliën, vetten, zetmeel, aanslag (bijv. van thee) en proteïnen) voldoende en bij voorkeur geheel worden verwijderd. Ook de 25 meeste bacteriën en bij voorkeur alle bacteriën worden onschadelijk gemaakt. In de daaropvolgende cyclus of zone wordt het vaatwerk afgespoeld met water met daarin van het vaatwerk afgespoelde reinigingssamenstelling die in de voorgaande cyclus of zone daarop is aangebracht.
30 De machine voor het uitvoeren van de werkwijze omvat bij voorkeur een transporteur (bijvoorbeeld een transportband of -ketting) om het vaatwerk, bij voorkeur in geschikte zgn. korven geplaatst, achtereenvolgens te leiden door verschillende secties die in een gemeenschappelijk langgerekt, 35 tunnelvormig huis zijn opgenomen en waarbij de transporteur aan voor- en achterzijde van het huis uitsteekt zodat aldaar het vaatwerk op de transporteur kan worden geplaatst resp. daarvan kan worden verwijderd. Aldus wordt het vaatwerk door 1009771m - 7 - achtereenvolgens een voorwassectie, een doseersectie volgens de uitvinding, een wassectie, een afspoelsectie, een naspoel-sectie en een droogsectie geleid. Water wordt aan de naspoel-sectie toegevoerd en stroomt tegenstrooms ten opzichte van de 5 stroom vaatwerk cascade-gewijze door de respectieve reservoirs van de verschillende secties, om bij de voorwassectie te worden gespuid. Glansmiddel wordt in het reservoir van de naspoelsectie gedoseerd. Uitgezonderd de doseersectie, wordt water uit het respectieve reservoir opgepompt en over het 10 vaatwerk uitgestort om zich weer in dat reservoir te verzamelen. De temperatuur bedraagt bijvoorbeeld 30"C, 50°C en 70“C in respectievelijk de voorwassectie, wassectie en afspoelsectie. Het moet duidelijk zijn dat volgens deze uitvoering het vaatwerk vooraf is bevochtigd alvorens dit in de doseersectie 15 komt waar de reinigingslaag volgens de uitvinding wordt opgebracht. Echter is toepassing van de uitvinding zonder vooraf bevochtigen eveneens mogelijk. Een illustratieve vaatwasma-chine voor toepassen van de uitvinding kan gebaseerd zijn op die zoals geopenbaard in aanvragers eerdere EP-A-0712599, in 20 het bijzonder figuur 1 en de bijbehorende beschrijving, waartoe EP-A-0712599 hier door verwijzing is opgenomen. Voor toepassing van deze uitvinding is, in vergelijking met EP-A-0712599, de sectie 5 gewijzigd om doseermiddelen te bevatten om de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren.
25 Terwijl het mogelijk is alle nodige middelen tijdens het over het vaatwerk verspreiden van reinigingssamenstelling volgens de uitvinding te doseren, kan het de voorkeur verdienen om bepaalde middelen langs een andere, bijvoorbeeld meer gebruikelijke, weg te doseren, bijvoorbeeld wanneer twee of meer 30 middelen elkaar minder goed verdragen bij gelijktijdige dosering als een mengsel.
De reinigingssamenstelling kan gedurende het doseren elke geschikte gedaante hebben, zoals bijvoorbeeld vloeistof, poeder, oplossing, emulsie, gel, pasta. Elk aan de vakman 35 bekende voor het reinigen van vaatwerk geschikt middel kan worden aangewend, voornamelijk wanneer dit een alkalisch aktief bestanddeel en/of een sequestrisch aktief bestanddeel bevat. Aan dat middel kunnen een of meer geschikte bestanddeel 1009771«· - 8 - zijn toegevoegd wanneer dat voor het bereiken van het effect van de uitvinding nodig is. Bijvoorbeeld kan dit een geschikte kleurstof zijn, of een geleer- of schuim- of bleek- of disper-geermiddel of een inhibitor. Het oplosmiddel kan water, maar 5 ook ieder geschikt niet-waterig oplosmiddel zijn.
Om de uitvinding nader toe te lichten wordt deze hierna op niet beprekende wijze beschreven. Het schuim kan verkregen worden door schuimvlokken uit één of meer geschikt opgestelde en gerichte mondstukken te doseren om deze, eventueel onder 10 gebruikmaking van hulpmiddelen, zoals een ventilator, op het vaatwerk te laten neerslaan. In plaats van afzonderlijk door de lucht zich voortbewegende vlokken, is het bijvoorbeeld ook denkbaar dat een schuimdeken of schuimstraal wordt gevormd die min of meer ononderbroken de afstand tussen het mondstuk 15 (mondstukken) en het vaatwerk overbrugt. Daarnaast is het denkbaar, dat druppels reinigingssamenstelling worden verspreid, die bij afzetting op het vaatwerk of tijdens het overbruggen van de afstand tussen het mondstuk en het vaatwerk schuim vormen. Dergelijke druppels kunnen bijvoorbeeld uit 20 vloeistof of gel of pasta bestaan. Zij kunnen echter ook uit poeder bestaan. Ook combinaties van dergelijke vlokken, dekens, stralen en druppels zijn denkbaar. Het schuim kan zich gedragen als dwarrelende vlokken en zich als het ware op het oppervlak van het vaatwerk vlijen.
25 Vele voorbeelden zijn in het vakgebied te vinden, waaruit blijkt dat schuimvorming in een machinale vaatwaswerkwijze moet worden tegen gegaan, zodat het vakgebied het aan elke aanwijzing ontbreekt, dat schuimvorming een voordeel kan bieden. Het bewust toepassen van schuimvorming volgens de 30 uitvinding moet daarom als ingaan tegen de gevestigde opvattingen in het vakgebied worden beschouwd. Dat er voordelige effecten mee kunnen worden bereikt is gezien de lering van de stand van de techniek verrassend.
Het vormen van het schuim vindt bij voorkeur zodanig plaats, 35 dat de op het vaatwerk gevormde schuimlaag voldoende dik is om van enige afstand visueel te kunnen worden vastgesteld. Bijvoorbeeld heeft de schuimlaag een dikte van ten minste ongeveer 0,5 mm., met meer voorkeur althans ongeveer 1,0 mm., 1 009771»» - 9 - met de meeste voorkeur ten minste ongeveer 1,5 mm. Het schuim is voorts bij voorkeur voldoende "luchtig" en bevat daartoe bij voorkeur ten minste ongeveer 90vol.% lucht, met meer voorkeur ten minste ongeveer 95vol.% lucht, met de meeste 5 voorkeur ten minste ongeveer 99vol.% lucht. In plaats van lucht kan het schuim een ander gas bevatten, zoals stikstof. Het gevormde schuim kan stabiel of instabiel van aard zijn.
Het verdient de voorkeur dat de mate van instabiliteit en de dikte van de op het vaatwerk gevormde schuimlaag zodanig op 10 elkaar zijn afgestemd, dat de schuimlaag ten minste enige seconden, bij voorkeur ten minste 2 seconden en met meer voorkeur tot na verloop van de contacttijd althans gedeeltelijk nog aanwezig is, zodat de reinigingssamenstelling bij voorkeur althans gedeeltelijk als schuim samen met de veront-15 reiniging van het vaatwerk wordt verwijderd. Het verdient de voorkeur dat de schuimlaag na 2 seconden verblijftijd op het vaatwerk nog ten minste ongeveer 75% van zijn oorspronkelijke dikte heeft, en ook verdient het de voorkeur dat de schuimlaag bij (na) verstrijken van de contacttijd nog ten minste onge-20 veer 25% van zijn oorspronkelijke dikte heeft. De mate van stabiliteit van het schuim kan met aan de vakman bekende testsystemen vastgesteld worden. In dit verband wordt verwezen naar DIN 53902, i.h.b. blz. 1 of blz. 2 (Schlagschaum resp. Ross-Miles-Test), die hier door verwijzing zijn opgenomen.
25 Momenteel wordt de voorkeur gegeven aan een reinigingssamenstelling die middelmatig schuimt. Echter wordt niet uitgesloten dat de uitvinding eveneens met een laagschuimende of een hoogschuimende reinigingssamenstelling werkt.
Het schuimen kan door het aan de reinigingssamenstelling 30 toevoegen van een schuimsysteem worden bereikt. Dat schuimsys-teem kan vooraf aan de reinigingssamenstelling zijn bijgemengd, of wordt bijvoorbeeld pas tijdens het doseren bijgemengd. Heeft de reinigingssamenstelling bijvoorbeeld zelf van nature voldoende schuimwerking, zou ook uitsluitend op een 35 geschikt doseren kunnen worden vertrouwd, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een geschikt uitgevoerd mondstuk.
Het schuim kan ontwikkeld worden door krachtig mengen van reinigingssamenstelling met een gas of gasmengsel, zoals 1009771m - 10 - lucht, bijvoorbeeld door gebruik te maken van geschikte roermiddelen of in de reinigingssamenstelling gerichte gas-stralen, of eventueel door een borreleffect te gebruiken, bijvoorbeeld afkomstig van een gas ontwikkelende stof of ieder 5 ander aan de vakman op zich bekende techniek. De vaatwasma-chine kan geschikte voorzieningen hebben voor het uitvoeren van dergelijk mengen, zoals roermiddelen of gasstraalmiddelen. Bij voorkeur wordt een schuimsysteem gekozen, waarbij schuimen na van het vaatwerk afspoelen wordt onderdrukt of zelfs 10 voorkomen, bijvoorbeeld voor het wezenlijk versnellen van het ontschuimen of schuim afbreken, bijvoorbeeld door gebruik van verschillende temperatuurgebieden. Hiervoor wordt in het bijzonder gekozen, wanneer de schuimwerking zodanig is dat zonder tegenmaatregelen er een schuimvorming door de van het 15 vaatwerk afgespoelde reinigingssamenstelling in een respectieve zone van de vaatwasmachine ontstaat, die de goede werking van de vaatwasmachine ten minste belemmert of althans in hoofdzaak onmogelijk maakt. Bijvoorbeeld wordt een schuimsysteem gekozen dat bij lage temperatuur schuim oplevert, maar 20 bij hoge temperatuur, bijvoorbeeld boven 40eC, althans aanzienlijk minder schuim oplevert. Een voorbeeld hiervoor zijn bepaalde aan de vakman bekende oppervlakteaktieve stoffen, zoals die ook wel als glansmiddel in machinale vaatwaswerkwij-zen worden gebruikt, waarbij een dusdanige concentratie en 25 samenstelling worden gekozen, dat een zgn. troebelpunt wordt bereikt dat ten hoogste gelijk is aan en bij voorkeur lager is dan de temperatuur die bijvoorbeeld het water in de wassectie heeft. Veelal zal het troebelpunt en dus de temperatuur waarboven de schuimvormende eigenschap wezenlijk afneemt, met 30 toenemende concentratie van die stoffen dalen. "Troebelpunt" is die temperatuur waarbij de reinigingssamenstelling in de gebruiksconcentratie troebeling geeft in het water, zodat er bij die temperatuur en hoger althans in hoofdzaak geen schuimvorming meer optreedt. Een alternatief is, bijvoorbeeld een 35 schuimsysteem te kiezen waarbij het schuim na van het vaatwerk af te zijn gespoeld in contact gebracht wordt met een schuim-remmer, bijvoorbeeld op siliconebasis of op basis van nonioni-sche oppervlakteaktieve stoffen. Dit alternatief kan ook in 1009771* - 11 - combinatie met het eerstbedoelde schuimsysteem gebruikt worden.
Een voor een machinale vaatwaswerkwijze geschikte sterk geconcentreerde reinigingssamenstelling met schuimende eigen-5 schappen, bijvoorbeeld waaraan een schuimmiddel is toegevoegd, kan voor de uiitvinding worden aangewend, in het bijzonder wanneer die een pH heeft die groter is dan althans ongeveer 13, met meer voorkeur groter dan althans ongeveer 13,3, bijvoorbeeld ongeveer 13,9. Deze reinigingssamenstelling kan 10 de hier of elders in deze openbaarmaking aangegeven stoffen in elke willekeurige samenstelling bevatten. Een dergelijke reinigingssamenstelling kan ten minste althans ongeveer 5 gew.%, bij voorkeur althans ongeveer 10 gew.%, met meer voorkeur althans ongeveer 15 gew.% NaOH en/of KOH bevatten.
15 Het schuimmiddel kan oppervlakteaktieve stoffen bevatten, bijvoorbeeld een mengsel zijn van nonionische en anionische oppervlakteaktieve stoffen, waaraan eventueel een op zich bekende stof is toegevoegd om oplossen van de oppervlakteaktieve stoffen bij hoge pH te promoten. De reinigingssamenstel-20 ling kan ten minste ongeveer 1 gew.% van de oppervlakteaktieve stoffen bevatten. Een geschikt mengsel van nonionische en anionische oppervlakteaktieve stoffen is zodanig, dat bij toenemende temperatuur de schuimwerking afneemt. Het verdient daarbij de voorkeur dat de schuimwerking vanaf althans onge-25 veer 60°C, met meer voorkeur althans ongeveer 50'C, met de meeste voorkeur althans ongeveer 40”C althans vrijwel verdwenen is. Hierbij dient er eventueel rekening mee te worden gehouden, dat de reinigingssamenstelling na over het vaatwerk te zijn gestroomd sterk verdund wordt in de watertank van de 30 was- of spoelzone, en dat de concentratie van de oppervlakteaktieve stoffen in de reinigingssamenstelling voldoende hoog moet zijn om ook in de watertank schuimwerking vanaf een drempeltemperatuur te remmen. In conventionele mechanische vaatwaswerkwijzen komt wel schuimvorming als nadelig beschouwd 35 neven-effect voor, echter is er dan sprake van een op de vloeistof in het reservoir van een zone drijvende schuimlaag, die niet op het vaatwerk wordt gevormd. Die schuimlaag wordt veroorzaakt door zeepvorming ten gevolge van reactie van de 1009771« - 12 - alkalische stoffen met van het vaatwerk afkomstige vetten, en de sterke waterbewegingen aan het oppervlak van het reservoir ten gevolge van de grote hoeveelheden voortdurend van bovenaf in het reservoir vallend spoelwater.
5 Bij wijze van voorbeeld bevat een geschikte samenstelling van de reinigingssamenstelling met schuimsysteem voor het uitvoeren van de werkwijze NaOH of KOH; een waterconditioneringsmid-del zoals NTA, EDTA, fosfaten, zeolieten of fosfonaten; sequestreermiddelen; eventuele verdere hulpstoffen zoals een 10 bleekmiddel; oppervlakteaktieve stoffen; en de rest water, waarbij de concentratie van de oppervlakteaktieve stoffen zodanig wordt gekozen dat voldoende schuim ontwikkeld wordt en het troebelpunt gelijk aan of lager blijft dan de temperatuur van het waswater, en waarbij de concentratie NaOH of KOH 15 gegeven de overige bestanddelen, in het bijzonder de concentratie van de oppervlakteaktieve stoffen, zo hoog mogelijk wordt gekozen, bijvoorbeeld tussen ongeveer 20 gew% en ongeveer 30 gew%. Op basis van zijn vakkennis zal de vakman in staat zijn geschikte concentraties te kiezen voor de verschil-20 lende bestanddelen van de reinigingssamenstelling. De reini-ginssamenstelling kan onverdund of verdund, bijvoorbeeld door bijmengen van water in de vanaf het reinigingssamenstelling-voorraadvat naar de doseermiddelen in de vaatwasmachine lopende toevoerleiding, over het vaatwerk verspreid worden.
25 Bijvoorbeeld bevat de reinigingssamenstelling tussen onge veer 1 gew% en ongeveer 5 gew%, bij voorkeur ongeveer 2 gew% amfoteer, tussen ongeveer 5 gew% en ongeveer 10 gew%, bij voorkeur ongeveer 7 gew% nonionics en tussen ongeveer 5 gew% en ongeveer 15 gew%, bij voorkeur ongeveer 10 gew% hydrotro-30 pen. De hydrotropen zijn een middel om te helpen de nonionics in oplossing te houden in een milieu met een hoge ionenconcentratie, de amfoteren zijn een middel om de nonionics te helpen bij het schuimen. De nonionics gaan bij hogere temperatuur ontschuimen. Wanneer het gehalte nonionics hoger is dan het 35 gehalte amfoteren, zal bij hogere temperatuur de ontschuimende werking van de nonionics, de schuimende werking van de amfoteren tegenwerken, zodat de totale schuimwerking wordt afgebroken. Een voorbeeld van een hydrotroop is natriumzout van 1009771m - 13 - xyleensulfonaat. Een voorbeeld van nonionics is alkylpolyethy-leenglycolether(s) met 9 mol EO. Een voorbeeld van amfoteer is alkylamidebetaine. De toegepaste amfoteer is bij voorkeur gebaseerd op betaine of imidazoline. Een geschikt alternatief 5 voor amfoteer is een aminoxide.
1009771«

Claims (6)

1. Machinale vaatwaswerkwijze waarbij het verontreinigde vaatwerk achtereenvolgens door een wassectie en een 5 afspoelsectie van een vaatwasmachine passeert, waarbij, alvorens dat vaatwerk de afspoelsectie en eventueel de wassectie passeert, een in water opgeloste reinigingssamen-stelling in een hoge concentratie van ten minste ongeveer 5 gew.% van een of meer werkzame reinigingsbestanddelen vanuit 10 ten minste twee in de vaatwasmachine opgestelde mondstukken als schuimvlokken althans in hoofdzaak krachtloos zodanig op dat zich in de vaatwasmachine bevindende vaatwerk wordt opgebracht, dat met de reinigingssamenstelling een schuimlaag op althans in hoofdzaak het gehele oppervlak van het vaatwerk 15 wordt gevormd, waarna, na verloop van een contacttijd van ten minste enige seconden gedurende welke althans in hoofdzaak een chemische inwerking op het vaatwerk door die reinigingssamenstelling plaatsvindt, die reinigingssamenstelling en vuil van het vaatwerk verwijderd 20 worden door krachtige vloeistofstralen van de wassectie en/of de afspoelsectie.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij die schuimlaag zich uiterlijk van water onderscheidt, welk onderscheid bij voorkeur met het blote oog is vast te stellen.
3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij die laag een dikte heeft die aanzienlijk groter is dan die van een aan een aflopend vlak van het vaatwerk hechtende waterfilm.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 30 waarbij de schuimwerking van de gedoseerde reinigingssamenstelling, nadat de schuimlaag op het vaatwerk is gevormd, ten minste ten dele en bij voorkeur in hoofdzaak geheel wordt weggenomen.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij een reinigings-35 samenstelling wordt gedoseerd, die in een eerste temperatuur- gebied althans in hoofdzaak niet of nauwelijks schuimt in vergelijking met een afwijkend, tweede temperatuurgebied.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het eerste 1009771 - 15 - temperatuurgebied boven en het tweede temperatuurgebied beneden een grenstemperatuur ligt, waarbij die grenstempera-tuur in het bijzonder in de gemiddelde concentratie van de reinigingssamenstelling na van het vaatwerk te zijn verwij-5 derd, bij voorkeur tussen 30*C en 60"C, met meer voorkeur ongeveer 40'C bedraagt. 1009771
NL1009771A 1997-07-31 1998-07-29 Machinale vaatwaswerkwijze. NL1009771C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009771A NL1009771C2 (nl) 1997-07-31 1998-07-29 Machinale vaatwaswerkwijze.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006700 1997-07-31
NL1006700A NL1006700C2 (nl) 1997-07-31 1997-07-31 Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze.
NL1009771A NL1009771C2 (nl) 1997-07-31 1998-07-29 Machinale vaatwaswerkwijze.
NL1009771 1998-07-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009771C2 true NL1009771C2 (nl) 1999-02-22

Family

ID=26642633

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009771A NL1009771C2 (nl) 1997-07-31 1998-07-29 Machinale vaatwaswerkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1009771C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0282214B2 (en) Machine dishwashing process
US5846339A (en) Machine dishwashing process
US4434069A (en) Plastic bottle cleaner
NL1006700C2 (nl) Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze.
JPH0873890A (ja) 液体硬表面洗浄剤組成物
NL1009771C2 (nl) Machinale vaatwaswerkwijze.
NL1009770C2 (nl) Machinale vaatwaswerkwijze, reinigingssamenstelling daarvoor, toepassing van een reinigingssamenstelling in die vaatwaswerkwijze, alsmede vaatwasmachine voor het uitvoeren van die werkwijze.
JPH0633100A (ja) 自動食器洗浄機用洗浄剤
AU2003279362B2 (en) Acidic cleaning method for machine dishwashing
US5856289A (en) Hard surface cleaner with d-limonene, ethylene slycolbutyl ether, nonylphenol ethoxylate, and phosphate
US3421940A (en) Washing agents and process for machine washing of dishes
EP1472966A2 (en) Machine dish-washing process
JPH0633428B2 (ja) 洗浄剤組成物
JP4973835B2 (ja) 食品処理による汚れ洗浄剤
EP1051101B1 (en) Rinse method
JP5480491B2 (ja) パーツボックス用洗浄剤組成物およびそれを用いた洗浄方法
JPH09272896A (ja) 自動食器洗浄機用粉末洗浄剤
JP2741201B2 (ja) 界面活性剤組成物
JP2002212594A (ja) 液体漂白洗浄剤組成物
JP2009189737A (ja) ガラス面の清掃方法
JPH09241676A (ja) 研磨剤除去用工業用洗浄剤
JPH10272145A (ja) 印象材トレー用清掃剤及び印象材トレーの清掃方法
JPH10328058A (ja) 浴室の洗浄装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050201