NL1009333C2 - Inrichting voor het verminderen van de kans op het kantelen van een vrachtwagen. - Google Patents

Description

5

INRICHTING VOOR HET VERHINDEREN VAN DE KANS OP HET KANTELEN VAN EEN VRACHTWAGEN

De afgelopen jaren is een groot aantal vrachtwagens gekanteld, hetgeen tot ernstige verkeersongevallen heeft geleid. Om de kans op dergelijke ongevallen te verkleinen, zijn reeds maatregelen voorgesteld om deze 10 kans te verkleinen; zo is het bijvoorbeeld bekend het zwaartepunt van de vrachtwagen zo laag mogelijk te leggen, terwijl verder de vering van de vrachtauto's zodanig is aangepast, dat deze de stabiliteit verhogen.

Desondanks kantelen vrachtwagens van tijd tot 15 tijd.

DE-A-4 342 732 verschaft een inrichting voor het verminderen van de kans op het kantelen van een vrachtwagen, omvattende een sensor voor het waarnemen van een situatie waarbij de kans op kantelen vergroot is ten 20 opzichte van de normale situatie, en waarschuwingsmidde-len voor het waarschuwen van de chauffeur wanneer zich een dergelijke situatie voordoet, waarbij de sensor is ingericht voor het waarnemen van een hoedanigheid van de vrachtwagen.

25 Bij deze, tot de stand van de techniek behoren de inrichting wordt gebruik gemaakt van een waterpas voor het bepalen van de afwijking ten opzichte van de horizontale positie.

Dit is een gecompliceerde, kostbare inrichting. 30 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting, welke goedkoper kan worden aangebracht.

Dit doel wordt bereikt, doordat de vrachtwagen een ten opzichte van het onderstel geveerde cabine omvat, 35 en doordat de sensor is ingericht voor het waarnemen van de positie van de cabine ten opzichte van het onderstel.

10 0 9 3 3 3 2

Een abnormale positie van de cabine wijst op een schuine stand van de vrachtwagen, welke tot kantelen zou kunnen leiden.

Ook slingeren zou kunnen leiden tot kantelen.

5 Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding tevens een sensor die is ingericht voor het waarnemen van veranderingen van de hoekpositie van een aanhangwagen of oplegger ten opzichte van de trekker.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm 10 zijn sensoren ingericht voor het waarnemen van de vigi-lantie van de chauffeur. Ook de vigilantie van de chauffeur zou kunnen leiden tot kantelen van een vrachtwagen, wanneer hij bijvoorbeeld een gevaarlijke situatie door een gebrek aan vigilantie niet tijdig herkent. Overigens 15 wordt er op gewezen dat ook uit andere oogpunten een dergelijke inrichting veiligheidsverbeterend werkt.

Wanneer een dergelijk signaal eenmaal is gedetecteerd, zal de chauffeur maatregelen moeten nemen. Hiertoe moet de chauffeur in kennis worden gesteld van 20 een dergelijke situatie. Hiertoe voorziet de onderhavige uitvinding in waarschuwingsmiddelen die zijn ingericht voor het afgeven of een auditief signaal.

Volgens een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm zijn de waarschuwingsmiddelen ingericht voor het 25 afgeven van een mechanisch signaal. Een voorbeeld van een dergelijk mechanisch signaal is bijvoorbeeld het veranderen van de hellingshoek van de chauffeurstoel, zodat de chauffeur naar voren, naar achteren of zijwaarts zal glijden, waardoor deze wordt gewaarschuwd. Andere voor-30 beelden worden gevormd door middelen voor het afgeven van een trillingssignaal, waardoor bijvoorbeeld het stuur in axiale richting zal gaan trillen of het gaspedaal in zijwaartse richting zal gaan trillen.

35 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen: 10 0 9 3 3 3 3 figuur 1: een schema van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2: een zijaanzicht van een vrachtwagencombinatie, waarbij de inrichting volgens de onderhavige 5 uitvinding is toegepast; en figuur 3: een perspectivisch aanzicht van de binnenzijde van een vrachtwagencabine.

In figuur 2 is een vrachtwagencombinatie 1 afgebeeld die wordt gevormd door een vrachtwagen 2 en een 10 daaraan bevestigde aanhangwagen 3. Dergelijke vrachtwagencombinaties zijn in de techniek algemeen bekend.

Zoals gesteld is, bestaat bij een dergelijke vrachtwagencombinatie het gevaar van kantelen. In het bijzonder wanneer de vrachtwagencombinatie ongelijk 15 geladen is, wanneer er sprake is van slippen, of door het lek raken van een band, het slingeren van de aanhangwagen of door andere oorzaken, zoals een gebrek van vigilantie van de chauffeur, bestaat het gevaar tot kantelen.

De uitvinding voorziet dan ook in detectoren 20 die waarschuwen wanneer het gevaar op kantelen vergroot is ten opzichte van de normale situatie. Hiertoe is de vrachtwagencombinatie volgens de uitvinding in eerste instantie voorzien van een slingerdetector 4, welke wordt gevormd door twee optische detectoren 4 die op de achter-25 zijde van de vrachtwagen, dan wel aan de voorzijde van de aanhanger zijn aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat in plaats hiervan andere detectiemiddelen kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld een aan de dissel 5 bevestigde detector.

30 Hierbij wordt er van uitgegaan dat het slinge ren van de aanhangwagen veelal het begin is van een kanteling van de combinatie.

Verder is de vrachtwagen volgens de onderhavige uitvinding voorzien van een detector 6 die waarneemt, 35 wanneer de positie van de cabine 7 van de vrachtwagen afwijkt van de normale situatie. Ook hier heeft de ervaring geleerd dat kantelen veelal voorafgegaan wordt door een schuine stand van de cabine, in het bijzonder wanneer

* r. p 7 'ï T

' 4 deze cabine een geveerde cabine is. Veelal wordt dit veroorzaakt door enerzijds de schuine stand van de vrachtwagen in zijn geheel, maar anderzijds ook door het werken van overmatig grote krachten op de cabine, waar-5 door deze schuin zal gaan staan. Hiertoe is de detector 6 aangebracht. Deze dectector 6 is ingericht voor het waarnemen van de cabinepositie en voor het afgeven van een signaal, wanneer deze afwijkt van de normale positie.

In figuur 3 is de binnenzijde van de cabine 7 10 afgebeeld. Deze binnenzijde is, afgezien van de gebruikelijke bedieningsmiddelen voor de vrachtwagen voorzien van een detector voor de vigilantie van de chauffeur, zoals een visuele detector 7. Deze detector 7 is ingericht voor het waarnemen van de positie van het hoofd van de chauf-15 feur. Wanneer de positie van het hoofd van de chauffeur verandert, bijvoorbeeld wanneer de chauffeur in slaap dreigt te vallen, zal de betreffende detector 7 een signaal afgeven.

Verder is een knop 8 aangebracht, welke op de 20 wijze van een dodemansknop bij een trein regelmatig moet worden ingedrukt om aan de inrichting te laten weten dat de chauffeur waakzaam is.

Zoals in figuur 1 is weergegeven, zijn de sensoren 4,6,7 en 8 alle verbonden met een centrale 25 bewerkingseenheid 9 die bijvoorbeeld onder het dashboard van de vrachtwagen is geplaatst. Het is uiteraard mogelijk hiervoor andere posities toe te passen.

Aldus is de centrale bewerkingseenheid 9 ingericht voor het waarnemen van een situatie die tot moge-30 lijk kantelen of tot een andere gevaarlijke situatie aanleiding zou kunnen geven.

De centrale bewerkingseenheid 9 is verder ingericht voor het geven van uitgangssignalen aan diverse waarschuwingsmiddelen voor de chauffeur. Hiertoe behoren 35 twee waarschuwingslampen 10 die gaan branden, wanneer een situatie ontstaat, waarbij een hoge waarschijnlijkheid van kantelen aanwezig is, terwijl verder andere waarschuwingsmiddelen kunnen worden toegepast, zoals het in iO 0 9 3 3 3 5 axiale richting laten trillen van het stuur 11, het zijdelings laten trillen van het gaspedaal 12, of het laten kantelen van de bestuurdersstoel 13.

Het is mogelijk deze waarschuwingsmiddelen met 5 elkaar te combineren, opdat de diverse waarschuwingsmiddelen achter elkaar worden doorlopen. Ten slotte is het mogelijk de cabine in zijn geheel te laten kantelen, opdat de chauffeur door de schuine positie van de cabine wordt gewaarschuwd. Hiertoe is een cabinekantelinrichting 10 14 aangebracht die slechts in figuur 1 getekend is.

Uiteraard moet hierbij worden voorkomen dat oscillatie optreedt als gevolg van het schuin staan van de cabine, waardoor bijvoorbeeld de chauffeur gewaarschuwd wordt, maarniet reageert op de diverse waarschu-15 wingssignalen, waarna de cabine nog schuiner zal gaan staan.

Het moge duidelijk zijn dat diverse wijzigingen op het hierboven genoemde systeem kunnen worden aangebracht door toepassing van bijvoorbeeld anderssoortige 20 sensoren, of anderssoortige waarschuwingsinrichtingen.

10 0 9 3 3 3

Claims (10)

1. Inrichting voor het verminderen van de kans 5 op het kantelen van een vrachtwagen, omvattende een sensor voor het waarnemen van een situatie waarbij de kans op kantelen vergroot is ten opzichte van de normale situatie, en waarschuwingsmiddelen voor het waarschuwen van de chauffeur wanneer zich een dergelijke situatie 10 voordoet, waarbij de sensor is ingericht voor het waarnemen van een hoedanigheid van de vrachtwagen, met het kenmerk, dat de vrachtwagen een ten opzichte van het onderstel geveerde cabine omvat, en dat de sensor is ingericht voor het waarnemen van de positie van de cabine 15 ten opzichte van het onderstel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vrachtwagen een trekker en een aanhangwagen of een oplegger omvat, en dat de sensor tevens is ingericht voor het waarnemen van veranderingen van de 20 hoekpositie van de aanhangwagen of de oplegger ten opzichte van de trekker.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de sensoren tevens zijn ingericht voor het waarnemen van een aan de chauffeur gerelateerde hoedanig- 25 heid.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de sensoren zijn ingericht voor het waarnemen van de vigilantie van de chauffeur.

5. Inrichting volgens een van de voorafgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de waarschuwingsmiddelen zijn ingericht voor het afgeven van een visueel of een auditief signaal aan de chauffeur.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de waarschuwingsmiddelen zijn 35 ingericht voor het afgeven van een mechanisch signaal.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de waarschuwingsmiddelen zijn ingericht voor S i IOCS S het veranderen van de hellingshoek van de chauffeurs-stoel.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de waarschuwingsmiddelen zijn ingericht voor 5 het afgeven van een trillingssignaal.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de waarschuwingsmiddelen zijn ingericht voor het in axiale richting doen trillen van het stuur.

10. Inrichting volgens conclusie 6, met het 10 kenmerk, dat de waarschuwingsmiddelen zijn ingericht voor het in zijwaartse richting laten trillen van het gaspedaal .

10. S 3 3 3