NL1008614C1 - Oplegging. - Google Patents

Description

De uitvinding heeft betrekking op een oplegging voor een brug, omvattende een onderzadel en een bovcnzadcl waartussen zich een wrijvingslichaam bevindt dat 5 een relatief lage wrijvingscocfficicnt met betrekking tot de zadels heeft.

Dergelijke opleggingen zijn opgenomen in de ondersteuningen van de brug ter plaatse van de pijlers, landhoofden en dcrgclijke. Het aan de bovenbouw van de brug bevestigde bovcnzadcl is over enige afstand verschuifbaar ten opzichte van het aan de onderbouw, zoals een pijler, bevestigde ondcrzadcl, welke verschuivingen 10 mogclijk gemaakt worden door het wrijvingslichaam.

Dankzij dcrgclijke opleggingen kan de bovenbouw van de brug zich aanpassen aan de verschillende bclastingstocstandcn, die voortvloeien uit verkeersbelastingen en temperatuurwisselingen. Voordeel is ook dat de onderbouw minder sterk wordt belast en derhalve lichter kan worden uitgevoerd.

15 Gedurende de levensduur van de brug treedt ter plaatse van de opleggingen derhalve een groot aantal vcrplaatsingsbcwegingcn op, terwijl tegelijkertijd een grote belasting wordt uitgeoefend in verticale richting. Ondanks het feit dat in de opleggingen hoogwaardigc materialen worden toegepast, zoals bijvoorbeeld polytetrafluorocthylccn, dat een lage wrijvingsweerstand oplcvert, blijken in de 20 praktijk toch problemen op te treden. Onder invloed van de voortdurende, hoge belastingen treden blijvende vervormingen, zoals kruip, op, waardoor de oplegging sneller dan verwacht moet worden vervangen.

Een dcrgclijke gang van zaken is niet gewenst, aangezien met de vervanging van opleggingen hoge kosten zijn gemoeid. Bovendien leveren dergelijke activiteiten 25 veel verkeershinder op.

Doel van de uitvinding is daarom een oplegging te verschaffen die beter voldoet, en die in het bijzonder een langere levensduur heeft. Dat doel wordt bereikt doordat hef wrijvingslichaam een centraal plaatgcdecltc omvat alsmede een zich aan de omtrek van dat plaatgcdecltc bevindend randgcdccltc.

30 In het bijzonder kan zich tussen het ondcrzadcl en het bovcnzadel een tussenzadel bevinden, welk tusscnzadcl door middel van een onderste wrijvingslichaam samenwerkt met het ondcrzadcl, en door middel van een bovenste wrijvingslichaam samenwerkt met het bovcnzadel.

1008614 2

Het wrijvingslichaam kan nu zodanig worden uitgevoerd dat enerzijds de gewenste lage wrijvingscoëfficicnt kan worden gehandhaafd, en anderzijds het gevaar van beschadigingen door blijvende vervormingen op kruip kan worden vermeden. Als gevolg daarvan kan de totale levensduur van de oplegging aanzienlijk worden 5 vergroot.

De oplegging wordt bij voorkeur zo uitgevoerd dat het randgedcelte zich langs de volledige omtrek van het plaatgcdccltc uitstrekt.

Daarbij omvat het randgcdeeltc een materiaal dat een hogere weerstand tegen vervorming en/of kruip als gevolg van drukbclastingen bezit dan het materiaal van 10 het plaatgedeelte, zodanig dat dat plaatgcdccltc tegen vervormen en/of vloeien wordt ondersteund door dat randgcdeeltc.

Het plaatgcdccltc, dat uit een materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt bestaat, is nu opgesloten in het randgcdeeltc. Dat randgedcelte levert een zodanige ondersteuning voor het plaatgcdccltc, dat de laatste wordt verhinderd om plastisch te 15 vervormen (kruip).

Volgens een eerste mogelijkheid zijn aan beide zijden van het wrijvingslichaam de oppervlakken van het plaatgedeelte en het randgedcelte in een gemeenschappelijk vlak gelegen. De oplcgkrachten worden daarbij direct op beide vlakken van het wrijvingslichaam uitgeoefend, hetgeen een eenvoudige, betrouwbare 20 ondersteuning biedt.

Volgens een tweede mogelijkheid is aan een zijde van het wrijvingslichaam het oppervlak van het plaatgcdccltc verzonken met betrekking tot het oppervlak van het randgedcelte. In de ruimte bepaald tussen het verzonken oppervlak van het plaatgedeelte, en het tegenoverliggende oppervlak van het zadel, is een medium zoals 25 olie opneembaar. Een dergclijkc ondersteuning biedt een zeer lage wrijvingsweerstand.

Ter verlaging van de wrijvingsweerstand kan verder tenminste een der oppervlakken van het plaatgcdccltc verdiepingen bevatten waarin een smeermiddel opneembaar is.

30 Volgens een voorkcursuitvocringsvorm omvat het plaatgedeelte polytetrafluoroethyleen, terwijl het randgedcelte ultra high molecular weight poly ethylene (UHMWPE) omvat. Ook andere geschikte combinaties van materialen zijn mogelijk.

1008614 3

Het wrijvingslichaam kan allerlei vormen bezitten, bijvoorbeeld een vlakke vorm of de vorm van een bolscgmcnt.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvocringsvoorbccldcn.

5 Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de oplegging volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm.

Figuren 3 en 4 tonen een derde uitvoeringsvorm.

Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm.

10 De in figuren 1 en 2 weergegeven oplegging (bolscgmcntoplegging) omvat een onderzadcl 8, een bovcnzadcl 9 alsmede een tusscnzadcl 10. Ondcrzadel 8 en bovenzadel 9 zijn elk voorzien van (niet getoonde) bevestigingsmiddelen, waarmee zij aan de onderbouw, zoals een pijler, respectievelijk de bovenbouw van een brug kunnen worden bevestigd.

15 Het onderzadcl 8, bovcnzadcl 9, en tusscnzadcl 10 kunnen een weinig verschuiven ten opzichte van elkaar. Daartoe is tussen het onderzadcl 8 en het tussenzadcl 10 het wrijvingslichaam 11 aangebracht, en tussen het tussenzadel 10 en het bovenzadel 9 het wrijvingslichaam 3. Het wrijvingslichaam 3 is vast tussen de opstaande rand 4 van het onderzadcl 1 opgenomen. Het bovcnzadcl 2 rust 20 verschuifbaar op het bovenste oppervlak van een wrijvingslichaam 3.

Het wrijvingslichaam 3 volgens de uitvinding bestaat uit een centraal plaatgedeelte 5, alsmede een randgcdccltc 6. Het centrale plaatgedcelte kan bestaan uit polytetrafluoroethylccn. Bij bekende opleggingen doet zich het probleem voor dat onder invloed van de tijd en hoge bclastingskrachten, het polytetrafluoroethyleen-25 materiaal gaat kruipen, waardoor in het bijzonder aan de randen van het wrijvingslichaam dikte-afnamc optreedt en het materiaal naar buiten wordt geperst.

Volgens de uitvinding wordt het polytetrafluoroethylcen-materiaal nu gestabiliseerd door het ringvormige randgcdccltc 6. Dit ringvormige randgedeelte 6 bestaat uit materiaal dat een grotere weerstand bezit tegen kruip, en kan bijvoorbeeld 30 uit UHMWPE bestaan. Weliswaar bezit dat een iets hogere wrijvingseoefficiënt, maar aangezien het grootste gedeelte van het oppervlak van het wrijvingslichaam 3 bestaat uit het oppervlak van het centrale plaatgedeelte 5 uit polytctrafluorocthyleen, is de totale wrijvingsweerstand laag genoeg.

1008 6 14 4

Aan dc naar het bovcnzadcl 2 gekeerde zijde van het centrale plaatgedeelte 5 kunnen putjes 7 zijn voorzien, waarin een smeermiddel kan zijn opgenomen.

Tussen het tusscnzadcl 10 en het onderzade! 9 is een bolscgmentvormig wrijvingslichaam 11 aangebracht. Dit wrijvingslichaam 11 bestaat uit een 5 bolscgmentvormig, centraal plaatlichaam 12 van polytctrafluorocthyleen, en een ring uit UHMWPE. Het wrijvingslichaam 11 is analoog uitgevoerd aan wrijvingslichaam 3.

De uitvoeringsvorm van figuur 2 betreft een zogenaamde neoprecnpotoplegging. Ook deze oplegging omvat een onderzadcl 14, een bovenzadel 10 15, alsmede een tusscnzadcl 16. Tussen het bovcnzadcl 15 en het tussenzadel 16 bevindt weer een wrijvingslichaam 3, analoog aan het wrijvingslichaam 3 van de figuren 1 en 2, en bestaande uit een plaatvormig gedeelte 5 uit polytetrafluorocthylcen en een ringgcdccltc 6 uit UHMWPE.

Het onderzadcl 14 en het bovcnzadcl 15 zijn ten opzichte van elkaar 15 ondersteund door ncoprccnplaat 17 en neopreenring 18, zodanig dat het bovenzadel 15 enigszins kan kantelen met betrekking tot het onderzadcl 14.

De uitvoeringsvorm van figuur 3 en 4 betreft een trckdrukoplegging. Deze bestaat uit een onderzadcl 19 en een bovcnzadcl 20. Het onderzadcl omvat een tweetal flenzen 21, gebonden door as 22 waar omheen het bronzen blok 23 is 20 aangebracht.

i

Het bronzen blok op zijn beurt is aangebracht in dc ruimte 24 uitgespaard in het bovcnzadel 20. Door middel van een tweetal wrijvingslichamcn 25, opgebouwd uit een centraal plaatgedeelte, en een daar omheen aangebracht ringgedeelte, is het bovenzadel ondersteund ten opzichte van het onderzadcl.

25 Door middel van een trckdrukoplegging kunnen krachten verticale richting naar boven en naar beneden worden opgevangen, zoals die zich bijvoorbeeld voordoen bij tuibruggen. Tevens Iaat de trckdrukoplegging bewegingen toe zoals weergegeven door de pijlen in dc figuren 3 en 4.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 5 is tussen het onderzadcl 1 en het 30 bovcnzadel 2 een wrijvingslichaam 26 toegepast bestaande uit een centraal plaatgedeelte 27 dat een iets geringere dikte heeft dan het ringgedeelte 28. Tussen het bovenzadel 2 en het centrale plaatgedeelte 27 blijft een ruimte over, die is gevuld met olie ten einde dc wrijvingsweerstand nog verder te verlagen. Het ringgedeelte 28 1008614 5 dicht op zodanige wijze af ten opzichte van het bovcnzadcl 2, dat de olie gevangen gehouden kan worden, waardoor een hydrostatische ondersteuning is verkregen.

1008 6 14

Claims (13)

1. Oplegging voor een brug, omvattende een onderzadel (1, 8, 14, 19) en een bovenzadcl (2, 9, 15, 20) waartussen zich een wrijvingslichaam (3, 25, 26) bevindt 5 dat een relatief lage wrijvingscoëfficicnt met betrekking tot de zadels heeft, met het kenmerk, dat het wrijvingslichaam (3, 25, 26) een centraal plaatgedeelte (5) omvat alsmede een zich aan de omtrek van dat plaatgedeelte (5, 27) bevindend randgedeelte (6, 28).

2. Oplegging volgens conclusie 1, waarbij zich tussen het ondcrzadel (1, 8, 14, 19. en het bovenzadcl (2, 9, 15, 20) een tusscnzadcl (10) bevindt, welk tussenzadel (10) door middel van een onderste wrijvingslichaam (11) samenwerkt met het onderzadcl (8), en door middel van een bovenste wrijvingslichaam (3) samenwerkt met het bovenzadcl (9). 15

3. Oplegging volgens conclusie 1 of 2, waarbij het randgedeelte (6) zich langs de volledige omtrek van het plaatgedeelte (5, 27) uitstrekt.

4. Oplegging volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het randgedeelte 20 (6, 28) een materiaal omvat dat een hogere weerstand tegen vervorming en/of kruip als gevolg van drukbclastingcn bezit dan het materiaal van het plaatgedeelte (5), zodanig dat dat plaatgedeelte (5, 27) tegen vervormen en/of vloeien wordt ondersteund door dat randgedeelte (6, 28).

5. Oplegging volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan tenminste een zijde van het wrijvingslichaam (3, 25, 26) de oppervlakken van het plaatgedeelte (5, 27) en het randgedeelte (6, 28) in een gemeenschappelijk vlak liggen.

6. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan een zijde 30 van het wrijvingslichaam (26) het oppervlak van het plaatgedeelte (27) verzonken is met betrekking tot het oppervlak van het randgedeelte (28). 1008614

7. Oplegging volgens conclusie 6, waarbij in de ruimte bepaald tussen het verzonken oppervlak van het plaatgcdccltc (27), en het tegenoverliggende oppervlak van het zadel (2), een medium zoals olie (29) opneembaar is.

8. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste een der oppervlakken van het plaatgcdccltc (5, 27) verdiepingen (7) bevat waarin een smeermiddel opneembaar is.

9. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 10 plaatgcdccltc (5, 27) polytctrafluorocthylccn omvat.

10. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het randgcdeclte (6, 28) ultra high molecular weight poly ethylene (UHMWPE) omvat.

11. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het plaatgedcclte (5, 27) een cirkclvormigc omtrek heeft, en het randgedcelte (6, 28) een overeenkomstige ringvorm heeft.

12. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 20 wrijvingslichaam (3, 26) vlak is.

13. Oplegging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het wrijvingslichaam (11) de vorm heeft van een bolscgment. 1008 614