NL1008360C2 - Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1008360C2
NL1008360C2 NL1008360A NL1008360A NL1008360C2 NL 1008360 C2 NL1008360 C2 NL 1008360C2 NL 1008360 A NL1008360 A NL 1008360A NL 1008360 A NL1008360 A NL 1008360A NL 1008360 C2 NL1008360 C2 NL 1008360C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
sleeve
end part
support
heating
Prior art date
Application number
NL1008360A
Other languages
English (en)
Inventor
Hans Boer
William George Hutchinson
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1008360A priority Critical patent/NL1008360C2/nl
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to JP2000532264A priority patent/JP2002503568A/ja
Priority to PL99342850A priority patent/PL188598B1/pl
Priority to AT99934261T priority patent/ATE239604T1/de
Priority to DE69907650T priority patent/DE69907650T2/de
Priority to CA002320265A priority patent/CA2320265A1/en
Priority to EP99934261A priority patent/EP1064141B1/en
Priority to AU32784/99A priority patent/AU746800B2/en
Priority to NZ506248A priority patent/NZ506248A/xx
Priority to PCT/NL1999/000079 priority patent/WO1999042279A1/en
Priority to ES99934261T priority patent/ES2199582T3/es
Priority to BR9908093-1A priority patent/BR9908093A/pt
Application granted granted Critical
Publication of NL1008360C2 publication Critical patent/NL1008360C2/nl
Priority to US09/636,645 priority patent/US6540955B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C57/00Shaping of tube ends, e.g. flanging, belling or closing; Apparatus therefor, e.g. collapsible mandrels
    • B29C57/02Belling or enlarging, e.g. combined with forming a groove
    • B29C57/04Belling or enlarging, e.g. combined with forming a groove using mechanical means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29BPREPARATION OR PRETREATMENT OF THE MATERIAL TO BE SHAPED; MAKING GRANULES OR PREFORMS; RECOVERY OF PLASTICS OR OTHER CONSTITUENTS OF WASTE MATERIAL CONTAINING PLASTICS
    • B29B13/00Conditioning or physical treatment of the material to be shaped
    • B29B13/02Conditioning or physical treatment of the material to be shaped by heating
    • B29B13/023Half-products, e.g. films, plates
    • B29B13/024Hollow bodies, e.g. tubes or profiles
    • B29B13/025Tube ends
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C35/00Heating, cooling or curing, e.g. crosslinking or vulcanising; Apparatus therefor
    • B29C35/02Heating or curing, e.g. crosslinking or vulcanizing during moulding, e.g. in a mould
    • B29C35/08Heating or curing, e.g. crosslinking or vulcanizing during moulding, e.g. in a mould by wave energy or particle radiation
    • B29C35/0805Heating or curing, e.g. crosslinking or vulcanizing during moulding, e.g. in a mould by wave energy or particle radiation using electromagnetic radiation
    • B29C2035/0822Heating or curing, e.g. crosslinking or vulcanizing during moulding, e.g. in a mould by wave energy or particle radiation using electromagnetic radiation using IR radiation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C2791/00Shaping characteristics in general
    • B29C2791/001Shaping in several steps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/02Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with incorporated heating or cooling means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2027/00Use of polyvinylhalogenides or derivatives thereof as moulding material
    • B29K2027/06PVC, i.e. polyvinylchloride
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2995/00Properties of moulding materials, reinforcements, fillers, preformed parts or moulds
    • B29K2995/0037Other properties
    • B29K2995/005Oriented
    • B29K2995/0053Oriented bi-axially

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)
  • Branch Pipes, Bends, And The Like (AREA)

Description

975228/HJB/mke
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
Zoals bekend is uit NL-A-9400894 en NL 1002604 van 5 de onderhavige aanvraagster zijn voor het vervaardigen van moffen aan buizen van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal specifieke maatregelen nodig om te bereiken dat de mof geen afbreuk doet aan de voordelige eigenschappen van de buis, die zijn verkregen door het 10 biaxiaal oriënteren van het kunststofmateriaal. Bij deze bekende werkwijzen en bij die van de onderhavige aanvrage wordt uitgegaan van een reeds eerder vervaardigde buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal die moet worden voorzien van een mof. De buis is in het 15 bijzonder van polyvinylchloride en kan bijvoorbeeld met de werkwijzen zoals beschreven in WO 95/25627, WO 95/25628 en WO 95/30533 zijn vervaardigd.
Bij de uit NL-A-9400894 bekende werkwijze wordt het einddeel van de buis waaraan de mof moet worden gevormd op 20 een in de buis passend steundeel van de mofvormingsdoorn gestoken. Vervolgens wordt het inwendig gesteunde einddeel tot een geschikte mofvormingstemperatuur verwarmd en aansluitend wordt een op het steundeel aansluitend mofvormend deel van de mofvormingsdoorn, dat een vorm heeft 25 die in hoofdzaak overeenkomt met de beoogde vorm van de mof en zich nog buiten de buis bevond, in het verwarmde einddeel van de buis gedrukt. Tenslotte wordt het door de mofvormingsdoorn gesteunde einddeel van de buis afgekoeld, zodat het kunststofmateriaal vormvast wordt, waarna de 30 mofvormingsdoorn uit de buis wordt verwijderd.
Zoals in NL 1002604 is beschreven, bleek dat bij buizen waaraan met de uit NL-A-9400894 bekende werkwijze moffen waren gevormd in een groot aantal gevallen
«4 Γ · f 1 i'l Ί i I
i 0 U < · - o ^ - 2 - scheurvorming optrad in het mofgedeelte van de buizen. Deze scheuren ontstonden soms al tijdens het vormen van de moffen maar ook wanneer de moffen later aan een mechanische (stoot-)belasting werden onderworpen. In NL 1002604 is 5 voorgesteld dit probleem op te lossen of te verkleinen door j het einddeel van de buis in twee fasen op te warmen.
~ Beproevingen hebben aangetoond dat de in NL 1002604 - i voorgestelde maatregelen de gewenste invloed hebben op de ij kwaliteit van de gevormde moffen, maar met name nabij de v 10 kopse zijde van de moffen blijft het probleem van ; scheurvorming optreden.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een ; werkwijze en een inrichting te verschaffen, waarmee buizen ' - van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch -t 15 kunststofmateriaal kunnen worden voorzien van moffen van • ™ . „ een hoogwaardige kwaliteit. Verder beoogt de onderhavige r" uitvinding een werkwijze en inrichting te verschaffen met "" een hoge produktiecapaciteit.
; n De onderhavige uitvinding verschaft een werkwijze = fs 20 volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat bij het verwarmen van het inwendig gesteunde " T" einddeel van de buis het kopvlak van dit einddeel thermisch ίΞ isolerend wordt afgeschermd van de uitwendige ---- ;= verwarmingsmiddelen. De uitwendige verwarmingsmiddelen 25 kunnen bijvoorbeeld zijn ingericht voor het bewerkstelligen ’Εβ van een circulatie van warme lucht om de buitenzijde van rT^ het einddeel van de buis. Ook zouden om de buitenzijde van r 1 —— de buis opgestelde infraroodstralingsbranders of dergelijke t~—— ; , kunnen worden toegepast.
r....._ 30 De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat in het gebied van het kopvlak van de buis de verhouding tussen het uitwendige buisoppervlak, dat zonder de genoemde afscherming aan de verwarmende invloed van de uitwendige verwarmingsmiddelen zou zijn blootgesteld, en _ 35 het volume van de buiswand groter is dan in het verder van •F 2H het kopvlak vandaan gelegen gedeelte van de buiswand.
-ΞΞΞ Indien het kopvlak niet op de wijze volgens de uitvinding m ^ - 3 - is afgeschermd, zal bij het van buitenaf verwarmen van het einddeel van de buis meer warmte per massa-eenheid buismateriaal worden toegevoerd in het gebied bij het kopvlak dan in de rest van de buiswand. Met name aan de 5 buitenste rand van het einddeel, direct naast en in het kopvlak ontstaat hierdoor een duidelijk hogere temperatuur dan in de aangrenzende buiswanddelen. Hierbij wordt opgemerkt dat de warmtegeleiding van het kunststofmateriaal van de buis zeer gering is. Verder blijkt het kopvlak van 10 de buis meestal enigzins ruw te zijn, hetgeen wordt veroorzaakt door de bewerking waarmee de buis op de gewenste lengte is afgekort, meestal een zaag- of snijbewerking. Deze ruwheid leidt in combinatie met het hierboven beschreven temperatuurverschil tussen het kopvlak 15 en het naburige, minder warme deel van de buiswand tot de vorming van haarscheurtjes bij het kopvlak van de buis. Bij het vormen van de mof groeien deze haarscheurtjes uit tot aanzienlijke scheuren in het einddeel. Door de volgens de uitvinding voorgestelde afscherming van het kopvlak wordt 20 een overmatige verwarming bij het kopvlak van de buis voorkomen en wordt de bovengenoemde scheurvorming nauwelijks meer waargenomen.
Als alternatief voor de bovengenoemde afscherming van het kopvlak of in combinatie daarmee stelt de 25 onderhavige uitvinding verder voor om bij het verwarmen van het inwendig gesteunde einddeel het kopvlak van de buis te koelen, bijvoorbeeld door een koelende luchtstroom tegen het kopvlak te blazen. Bij het gebruik van tegen het kopvlak van de buis liggende thermisch isolerende 30 afschermmiddelen, zouden deze afschermmiddelen kunnen worden gekoeld.
De onderhavige uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal.
35 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en in de navolgende 1 ; !; I o K 0* i - 4 - beschrijving aan de hand van de tekening. In de tekening toont: ; fig. 1 schematisch, grotendeels in doorsnede, een installatie voor het vormen van een mof aan een buis van 5 biaxiaal georiënteerd kunststofmateriaal volgens uitvinding, figs. 2a en 2b het voorverwarmingsstation van fig. 1, 1 fig. 3 het mofvormingsstation van fig. 1 voorafgaand aan het inbrengen van de buis, ( ; 10 fig. 4 het mofvormingsstation van fig. 1 bij het op de mofvormingsdoorn schuiven van de buis, ] fig. 5 het mofvormingsstation van fig. 1 bij het afkoelen j van de gevormde mof.
15 In de navolgende beschrijving wordt uitgegaan van ~ een reeds eerder vervaardigde buis van biaxiaal - georiënteerd polyvinylchloride met een gladde cilindrische I wand, die moet worden voorzien van een insteekmof met een inwendige elastische afdichtring.
20 De in figuur 1 getoonde installatie is bestemd voor het met een hoge produktiecapaciteit aanbrengen van moffen t aan biaxiaal georiënteerde buizen 1. De installatie omvat drie stations, te weten een eerste verwarmingsstation 10, verder voorverwarmingsstation 10 genoemd, een tweede - 25 verwarmingsstation 20, en een mofvormingsstation 30. Het y voorverwarmingsstation 10 en het tweede verwarmingsstation 20 zijn identiek uitgevoerd en daarom zal slechts de opbouw van het voorverwarmingsstation 10 worden beschreven onder T' verwijzing naar de gedetailleerde weergave van de figuren ’ ’ 30 2a en 2b.
Het voorverwarmingsstation 10 heeft een huis 11 met ' ' insteekopening 12 voor de kunststof buis, die leidt naar een inwendige kamer 13 voor het opnemen van het te verwarmen einddeel van de buis 1. In de kamer 13 bevindt 35 zich tegenover de insteekopening 12 een, hier als vlakke plaat uitgevoerd, afschermorgaan 14, dat zodanig is :f^j opgesteld dat de buis 1 daar met zijn kopvlak tegenaan komt n om f§ .·'·, v' ^ - 5 - te liggen. De plaat 14 kan zijn voorzien van koelmiddelen om de plaat 14 af te koelen, bijvoorbeeld van inwendige kanalen waar een koelmiddel doorheen circuleert. Verder bevinden zich buiten om de plaats voor het te verwarmen 5 einddeel van de buis 1 meerdere infraroodstralingsbranders 15 in de kamer 13, die naar het hart van de kamer 13 zijn gericht en het einddeel van de buis 1 van buitenaf kunnen aanstralen. Tenslotte zijn in het hart van de kamer 13 een of meer infraroodstralingsbranders 17 aangebracht op een 10 stangvormige drager 18, welke branders 17 het einddeel van de buis 1 van binnen uit kunnen verwarmen.
Voor het uitvoeren van de werkwijze wordt eerst een losse steunbus 3 in het einddeel van een buis 1 van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal, 15 in dit voorbeeld van PVC, geplaatst. De steunbus 3 heeft een dunne metalen cilindrische omtrekswand 4 met een buitendiameter die enigzins kleiner is dan de binnendiameter van de onverwarmde buis 1 en een lengte die ten minste evengroot is als die van het te verwarmen 20 einddeel van de buis 1. De omtrekswand 4 is weliswaar dun maar heeft een zodanig sterkte dat deze onder invloed van de door de bij verwarming krimpende buis 1 geen of nauwelijks vervorming vertoont. Verder is de steunbus 3 voorzien van hanteringsmiddelen om de steunbus 3 in de buis 25 te kunnen plaatsen en later weer te kunnen verwijderen. In dit voorbeeld is de steunbus 3 voorzien van een dwarswand 5 met een centrale sok 6 die is voorzien van binnenschroefdraad. De omtrekswand 4 is bij voorkeur dun om de warmtecapaciteit van de steunbus 3 gering te houden en 30 is bij voorkeur van metaal om door middel van een goede warmtegeleiding temperatuursverschillen in de omtrekswand 4 te vermijden.
De bus 3 wordt bij voorkeur voorverwarmd in een aparte oven en dan in het einddeel van de buis 1 geplaatst, 35 waarna het einddeel van de buis 1 in de kamer 13 van het voorverwarmingsstation 10 wordt gebracht. Door de werking van de branders 15 wordt het einddeel van de buis 1 van - 6 - buitenaf verwarmd, terwijl er bovendien in kan zijn voorzien dat de branders 17 de bus 3 van binnen verwarmen I en daardoor warmte toevoeren aan de binnenzijde van de buis « 1. Bij voorkeur roteert hierbij de buis 1 om zijn langas ; 5 ten behoeve van een gelijkmatige verwarming. De stations 10 : en 20 zijn voorzien van hier niet weergegeven buishanteringsmiddelen, die de buis 1 in langsrichting heen en weer kunnen verplaatsen en bij voorkeur onder enige druk = tegen het afschermorgaan 14 kunnen houden en tegelijkertijd 10 een rotatie van de buis 1 kunnen bewerkstelligen. Eventueel ^ kan de plaat 14 vrij roteerbaar zijn opgesteld, zodat deze = met de buis 1 meedraait.
, Zoals figuur 2b toont, ligt het kopvlak van het einddeel van de buis 1 aan tegen de afschermplaat 14, { 15 waardoor wordt bereikt dat het kopvlak van de buis 1 optimaal thermisch isolerend is afgeschermd van de verwarmende werking van de branders 15. Ook wanneer een geringe spleet zou bestaan tussen het kopvlak van de buis 1 en de afschermplaat 14 wordt het effect van thermische 20 isolatie van het kopvlak bereikt, echter niet zo doeltreffend als bij de hier beschreven volledige aanligging. Voor de hier genoemde PVC buis 1 wordt het ti 7- voorverwarmingsstation 10 ingesteld op het bereiken van een voorverwarmingstemperatuur van het einddeel die ongeveer *** J 25 overeenkomt met de glasovergangstemperatuur van polyvinylchloride (ongeveer 80-85°C) . Bij het verwarmen tot een dergelijke temperatuur heeft het biaxiaal georïenteerde :ss PVC-kunststofmateriaal van de buis 1 reeds de neiging om te krimpen, waardoor de steunbus 3 stevig wordt ingeklemd door i 30 de buis 1.
Wanneer het einddeel van de buis 1 ongeveer tot de genoemde voorverwarmingstemperatuur is verwarmd, wordt de buis 1 uit het voorverwarmingsstation 10 genomen en overgebracht naar het tweede verwarmingsstation 20. Hierbij 35 blijft de steunbus 3 in het enigzins gekrompen einddeel van — de buis 1 geklemd. Gedurende het overbrengen van de buis 1 .jgj van het ene station naar het andere wordt geen warmte ';fïSj "ϊίϋ —i '"V-- 4i . w 4 a - 7 - toegevoerd aan de buis 1, zodat een voordelig geachte vereffening van de temperatuur in het einddeel van de buis 1 kan plaatsvinden. Met name zal nu het kopvlak van de buis 1, dat door de plaat 14 was afgeschermd van de branders, 5 opwarmen.
Om te bereiken dat het einddeel van de buis 1 zoveel mogelijk uniform de mofvormingstemperatuur verkrijgt, wordt dit einddeel nu eerst verder verwarmd door de branders van het tweede verwarmingsstation 20, net als is beschreven aan 10 de hand van de figuren 2a en 2b. Ook bij deze verwarmingsstap wordt het kopvlak van de buis 1 thermisch isolerend afgeschermd van de buiten om de buis 1 geplaatste branders door middel van de plaat 14 of dergelijk afschermorgaan. Verder roteert ook nu de buis 1 om zijn 15 langsas tijdens het verwarmen. Bij het overbrengen van de buis 1 naar het volgende, mofvormingsstation 30 vindt dan nog een vereffening van de temperatuur plaats.
De uiteindelijk te bereiken mofvormingstemperatuur van het einddeel van de PVC-buis 1 komt hier bij voorkeur 20 ongeveer overeen met de oriëntatietemperatuur van polyvinylchloride (ongeveer 110 °C), bij voorkeur iets daar boven, bijvoorbeeld 120 °C. Bij voorkeur wordt tijdens het verwarmen van de buis 1 een lichte axiale druk uitgeoefend op de buis 1 om deze met zijn kopvlak tegen de plaat 14 te 25 houden, waarbij wordt opgemerkt dat de buis 1 in axiale richting enige krimp zal vertonen, hetgeen een bekende eigenschap is van buizen van biaxiaal georiënteerd kunststofmateriaal.
Wanneer de geschikte mofvormingstemperatuur van de 30 buis 1 is bereikt, wordt de buis 1, met daarin de steunbus 3, in het mofvormingsstation 30 gebracht. Alvorens in te gaan op de werking van dit station 30 zal eerst de opbouw daarvan worden besproken aan de hand van figuur 3.
Het mofvormingsstation 30 heeft een huis 31 met 35 insteekopening 32 voor de buis 1, die leidt naar een inwendige kamer 33 voor het opnemen van het einddeel van de buis 1. Rondom de insteekopening 32 is een afdichting 34 - 8 -i aanwezig, die luchtdicht kan afsluiten op de buitenzijde | van de buis 1. Het huis 31 heeft tegenover de j insteekopening 32 een doorlaatopening 35 voor een = mofvormingsdoorn 40. Rondom de doorlaatopening 35 is een 5 afdichting 36 aanwezig, die luchtdicht afsluit op de buitenomtrek van de doorn 40, als deze zich in de kamer 33 bevindt zoals in figuur 3 is getoond. Een niet weergegeven 7 verplaatsingsmechanisme, bijvoorbeeld met een lineaire - hydraulische cilinder, is voorzien om de doorn 40 heen en 10 weer te bewegen tussen de in de kamer 33 gelegen stand (fig. 3) en een buiten de kamer 33 gelegen stand (niet ’ getoond).
In de kamer 33 is verder een van sproeiopeningen i voorziene koelmiddelleiding 37 opgesteld met een i 15 aansluiting 38 voor het toevoeren van koelwater of 1 dergelijke. De koelmiddelleiding 37 is hier | schroeflijnvormig en ligt om het einddeel van de buis 1 als [ deze zich in de kamer 33 bevindt. Aan de onderzijde van de kamer 33 is een koelwaterafvoer met bijbehorende 7 20 afsluitklep 39 aanwezig. Verder is een van een bedienbare afsluiter voorziene aansluiting 50 voorzien om onder druk gebrachte lucht of een ander, bij voorkeur gasvormig, __ drukmedium toe te voeren aan de kamer 33.
De mofvormingsdoorn 40 heeft aan zijn naar de 7 25 insteekopening 32 gekeerde einde een opneemdeel 41 voor de Ég ïï steunbus 3, gevolgd door een steundeel 42 met dezelfde T™ buitendiameter als de steunbus 3. Verder heeft de doorn 40 ‘‘ een conisch overgangsdeel 43, dat de overgang vormt van het : steundeel 42 naar het mofvormend deel 45 met grotere 30 diameter dan het steundeel 42. Bij het mofvormende deel 45 zijn hier niet getoonde middelen voorzien voor het tijdelijk opnemen en op zijn plaats houden van een elastische afdichtring 46, die bestemd is om deel uit te 71 gaan maken van de te vormen mof van de buis 1. Dergelijke 35 middelen omvatten bijvoorbeeld een beweegbare tegenhouder om de afdichtring 46 op zijn plaats te houden als de buis 1 er overheen schuift zoals beschreven in NL 9400894. vm - 9 -
Voor het vormen van de mof aan de buis 1, wordt het tot de mofvormingstemperatuur verwarmde einddeel van de buis 1, met de daarin vastgeklemde steunbus 3, via de insteekopening 32 in het mofvormingsstation 30 gebracht.
5 Daarbij komt het opsteekdeel 41 van de doorn 40 in de steunbus 3 en bewerkstelligt daarmee een centrering van de steunbus 3, en dus van de buis 1, ten opzichte van de doorn 40. Vervolgens wordt, zoals figuur 4 toont, de buis 1 verder over de doorn 40 geschoven, en komt dan via het 10 overgangsdeel 43 op het mofvormende deel 45 van de doorn 40. Vervolgens passeert de kop van de buis 1 de op de doorn 40 geplaatste afdichtring 46.
Alhoewel het kunststofmateriaal van de biaxiaal georiënteerde buis 1 bij de mofvormingstemperatuur een 15 sterke neiging heeft om te krimpen, blijkt een goede aanligging van de buis 1 tegen de afdichtring 46 en het achter de afdichtring 46 gelegen deel 47 van de doorn 40 moeilijk te bereiken. Om een goede aanligging, en daardoor insluiting van de afdichtring 46, te bereiken, voorziet de 20 werkwijze in het onder druk brengen van de kamer 33 nadat de buis 1 volledig op de doorn 40 is geschoven, eventueel in combinatie met het verschaffen van een onderdruk op het buitenoppervlak van de doorn 40 tussen de doorn 40 en de buis 1. Het is mogelijk de kamer 33 onder druk te brengen, 25 omdat de kamer 33 door de afdichtingen 34 en 36 is afgesloten. Gebleken is dat een uitwendige druk van ongeveer 2,5 bar op het verwarmde einddeel van de buis 1 goede resultaten oplevert bij een buis van biaxiaal georïenteerd PVC met een diameter van 160 mm en een 30 wanddikte van 4 mm. Overigens is in figuur 4 de koelmiddelleiding voor de duidelijkheid weggelaten.
Wanneer het einddeel van de buis 1 volledig over de doorn 40 is geschoven en, eventueel bevorderd door de uitwendige druk op de buis 1, de gewenste aanligging is 35 bereikt en de mof zijn beoogde vorm heeft, wordt vervolgens koelwater op het einddeel gesproeid, dat daardoor afkoelt en vormvast wordt. Dit is in figuur 5 schematisch *' r\ -Ί V * ; ’
| U U
- 10 - aangeduid. Het koelwater kan via de dan geopende afsluitklep 39 uit de kamer 33 stromen. Vervolgens wordt de doorn 40 uit de buis 1 getrokken, waarna de buis 1 uit het mofvormingsstation 30 kan worden verwijderd. Tenslotte kan 5 een trekorgaan worden vastgeschroefd aan de sok 6 van de steunbus 3, die dan nog steeds in de buis 1 zit, en kan de steunbus 3 uit de buis 1 worden verwijderd. Uiteraard kunnen ook koppelmiddelen zijn voorzien die de steunbus 3 tijdelijk vastzetten aan de doorn 40, zodat de steunbus 3 10 gelijk met de doorn 40 uit de buis 1 wordt getrokken.
Door de hier beschreven werkwijze wordt een hoogwaardige mof aan de buis 1 aangebracht, terwijl tevens een hoge produktiecapaciteit kan worden behaald.
Door de aanligging van het kopvlak van het einddeel 15 van de buis 1 tegen de afschermplaat 14 wordt dit kopvlak thermisch geïsoleerd van de uitwendige verwarmingsmiddelen. Hierdoor wordt een overmatige verhitting van dit kopvlak en met name van de buitenste rand daarvan vermeden.
In een variant van de uitvindingsgedachte kan er in 20 zijn voorzien de buis 1 te verwarmen met een circulatie van warme lucht en daarbij het kopvlak te omringen door een schermring die de stroming van de warme lucht van het kopvlak van de buis vandaan houdt.
In weer een andere variant is het denkbaar dat de 25 afschermplaat 14 ontbreekt en dat op afstand van het kopvlak van de buis 1 een luchtblaasring ligt, met meerdere naar het kopvlak van de buis 1 gerichte luchtblaasmonden, die koelende lucht tegen het kopvlak blazen.
Bij het over de doorn 40 schuiven van de buis 1 30 wordt de steunbus 3 als het ware verder in de buis 1 gedrukt. Hierbij wordt opgemerkt dat de steunbus 3 een iets kleinere diameter heeft dan de binnendiameter van het niet verwarmde deel van de buis 1. Aangezien de steunbus 3 op dat moment nog warm is, moet worden voorkomen dat de 35 steunbus 3 onderin de buis 1 komt te liggen en de buis 1 aldaar oververhit wordt. De centrering van de steunbus 3 op de doorn 40 voorkomt dit effect. Eventueel kan er in zijn 2 - 11 - voorzien de steunbus 3 te koelen op het moment dat deze verder in de buis 1 wordt gedrukt.
De toepassing van de steunbus, die gescheiden is van de mofvormingsdoorn, maakt het mogelijk het verwarmen in 5 een of meer aparte verwarmingsstations te laten plaatsvinden, zodat in het mofvormingsstation geen relatief langdurige opwarming van de buis hoeft te geschieden. Eventueel kunnen bij een enkel mofvormingsstation, meerdere voorverwarmingsstations en volgende verwarmingsstations 10 zijn voorzien, om de capaciteit van het mofvormingsstation optimaal te benutten. Voor het voorverwarmen van de steunbussen kan een afzonderlijke voorverwarmingsoven zijn voorzien.
Het is duidelijk dat bij het vormen van de mof op de 15 werkwijze volgens de onderhavige uitvinding ook andere doornconstructies kunnen worden toegepast. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een expandeerbare doorn.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal, omvattende de achtereenvolgende stappen van: 5. het plaatsen van een steun in een einddeel van de buis, het verwarmen van de buis in het gebied van het einddeel, zodat een voor het vormen van de mof geschikte mofvormingstemperatuur wordt bereikt, waarbij ten minste 10 uitwendige verwarmingsmiddelen worden toegepast en waarbij het einddeel inwendig wordt gesteund door de ingebrachte steun, het vervormen van het verwarmde einddeel tot een mof, 15. het afkoelen van de buis in het gebied van het einddeel, het verwijderen van de steun uit de buis, met het kenmerk, dat: bij het verwarmen van het inwendig gesteunde 20 einddeel van de buis het kopvlak van dit einddeel thermisch isolerend wordt afgeschermd van de uitwendige verwarmingsmiddelen.
2. Werkwijze voor het vormen van een mof aan een buis 25 van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder volgens conclusie 1, omvattende de achtereenvolgende stappen van: het plaatsen van een steun in een einddeel van de buis, 30. het verwarmen van de buis in het gebied van het einddeel, zodat een voor het vormen van de mof geschikte mofvormingstemperatuur wordt bereikt, waarbij ten minste uitwendige verwarmingsmiddelen worden toegepast, en waarbij het einddeel inwendig wordt gesteund door de ingebrachte 35 steun, - 13 - het vervormen van het verwarmde einddeel tot een mof, het afkoelen van de buis in het gebied van het einddeel, 5. het verwijderen van de steun uit de buis, met het kenmerk, dat: bij het verwarmen van het inwendig gesteunde einddeel van de buis het kopvlak van dit einddeel wordt gekoeld. 10
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de stap van het vormen van de mof het vanaf de kopse zijde in het verwarmde einddeel drukken van een mofvormingsdoorn omvat, waarbij de steun door de mofvormingsdoorn dieper in de buis 15 wordt gedrukt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de steun en de mofvormingsdoorn afzonderlijke onderdelen zijn.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het einddeel van de buis met daarin de steun wordt verwarmd, zodat de steun daarin wordt vastgeklemd, en vervolgens de buis uitgelijnd ten opzichte van de mofvormingsdoorn tegen de mofvormingsdoorn wordt geplaatst, waarbij de steun en de 25 mofvormingsdoorn losneembaar met elkaar koppelen, waarna de mofvormingsdoorn in het einddeel wordt gedrukt en de steun daardoor verder in de buis wordt gedwongen.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de stap van 30 het verwarmen van het einddeel tot de mofvormingstemperatuur wordt gerealiseerd doordat het einddeel van de buis met de daarin geplaatste steun in een voorverwarmingsstation wordt verwarmd, zodat een voorverwarmingstemperatuur wordt bereikt, waarbij het 35 kopvlak van het einddeel thermisch isolerend wordt afgeschermd van de uitwendige verwarmingsmiddelen van het voorverwarmingsstation, doordat de buis vervolgens met zijn < :Ί ( . ’ k f j } Ij v J V v· ^ - 14 - voorverwarmde en door de steun inwendige gesteunde einddeel wordt overgebracht naar een volgend verwarmingsstation, tijdens welk overbrengen de temperatuur in het einddeel I zich kan vereffenen, ! 5 doordat het einddeel in dat volgende verwarmingsstation verder wordt verwarmd, zodat in hoofdzaak de mofvormingstemperatuur wordt bereikt, waarbij het kopvlak van het einddeel thermisch isolerend wordt afgeschermd van ^ de uitwendige verwarmingsmiddelen van dit • 10 verwarmingsstation, en doordat de buis met zijn tot de mofvormingstemperatuur verwarmde en door de steun inwendig ; gesteunde einddeel wordt overgebracht naar een mofvormingsstation, dat de mofvormingsdoorn omvat. i
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij tijdens het overbrengen van de buis van het ene station naar het volgende geen additionele warmte aan het einddeel van de buis wordt toegevoerd, zodat een vereffening van de temperatuur van het einddeel plaatsvindt. 20
8. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande ~ conclusies, waarbij de steun voorafgaand aan de plaatsing in de buis wordt voorverwarmd. I 25 9. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande j conclusies, waarbij de steun in het einddeel wordt verwarmd in een of meer van de verwarmingsstations.
10. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij de steun 3. en de mofvormingsdoorn zijn voorzien van samenwerkende centreringsmiddelen, die bij het in het einddeel drukken van de mofvormingsdoorn de steun gecentreerd houden ten opzichte van de mofvormingsdoorn. ; 35 ïi. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande :J| conclusies, waarbij een steun wordt toegepast met een dunne :¾ omtrekswand, die bij het steunen van de buis inwendig '"*S - 15 - aanligt tegen de buis, welke omtrekswand is vervaardigd van een goed warmtegeleidend materiaal.
12. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande 5 conclusies, waarbij de steun wordt gekoeld als deze door de mofvormingsdoorn dieper in de buis wordt gedrukt.
13. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de buis van polyvinylchloride is 10 vervaardigd, en het einddeel inwendig ondersteund door de steun wordt voorverwarmd, zodat het einddeel in hoofdzaak homogeen de glasovergangstemperatuur van polyvinylchloride bereikt, en vervolgens inwendig ondersteund door de steun verder wordt verwarmd zodat het einddeel in hoofdzaak 15 homogeen een temperatuur nabij, bij voorkeur juist boven, de oriëntatietemperatuur van polyvinylchloride bereikt.
14. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de buis tijdens het verwarmen om zijn 20 langas wordt geroteerd ten opzichte van uitwendige verwarmingsmiddelen.
15. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij voor het vervormen van de buis tot een 25 mof in het gebied van het verwarmde einddeel, nadat de mofvormingsdoorn in dit einddeel is gebracht, een uitwendige gasdruk wordt uitgeoefend op het einddeel voor het tegen de mofvormingsdoorn drukken van het einddeel.
16. Werkwijze voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal, omvattende de achtereenvolgende stappen van: het plaatsen van een steun in een einddeel van de 35 buis, het verwarmen van de buis in het gebied van het einddeel tot een voor het vormen van de mof geschikte - 16 - mofvormingstemperatuur, waarbij ten minste uitwendige verwarmingsmiddelen worden toegepast en waarbij het einddeel inwendig wordt gesteund door de ingebrachte steun, het vervormen van het verwarmde einddeel tot een mof 5 met een mofvormingsdoorn, het afkoelen van de buis in het gebied van het einddeel, het verwijderen van de steun en de mofvormingsdoorn uit de buis, 10 met het kenmerk, dat: de steun een afzonderlijk onderdeel is, dat voorafgaand aan het verwarmen van het einddeel in de buis wordt geplaatst, en het einddeel van de buis met de daarin geplaatste 15 steun in een of meer verwarmingsstations wordt verwarmd, zodat een egale mofvormingstemperatuur wordt verkregen, en de buis vervolgens met zijn verwarmde en door de steun inwendige gesteunde einddeel wordt overgebracht naar een mofvormingsstation, dat de mofvormingsdoorn omvat, 20 waarbij de mofvormingsdoorn in de buis wordt gebracht en daarbij de steun dieper in de buis drukt.
17. Inrichting voor het vormen van een mof aan een buis - van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch 25 kunststofmateriaal, in het bijzonder voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende een of meer verwarmingsstations, die zijn ingericht voor het in een of meer stappen verwarmen van een einddeel van de buis, zodat een egale 30 mofvormingstemperatuur kan worden verkregen, en een mofvormingsstation, dat een mofvormingsdoorn omvat, met het kenmerk, dat de mofvormingsdoorn aan zijn voorste einde is ingericht voor het koppelen met een separate inwendige steun voor het einddeel van de buis, die 35 voorafgaand aan het verwarmen van het einddeel in het einddeel is geplaatst. -Ills. Inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer van de voorgaande 5 conclusies, omvattende een of meer verwarmingsstations, die elk een huis omvatten met een insteekopening voor de buis, die leidt naar een inwendige kamer voor het opnemen van het te verwarmen einddeel van de buis, en elk ten minste uitwendige verwarmingsmiddelen omvatten voor het van 10 buitenaf verwarmen van het in de kamer aanwezige einddeel, zodat een egale mofvormingstemperatuur kan worden verkregen, en een mofvormingsstation, dat een mofvormingsdoorn omvat, met het kenmerk, dat elk verwarmingsstations is voorzien 15 van afschermmiddelen, die in de kamer en in hoofdzaak tegenover de insteekopening zijn opgesteld, zodanig dat het kopvlak van een in de kamer gestoken buis thermisch isolerend is afgeschermd van de werking van de uitwendige verwarmingsmiddelen. 20
19. Inrichting volgens conclusie 18, omvattende: - een voorverwarmingsstation, verder voorzien van middelen om de buis om zijn as te roteren tijdens het verwarmen, - een of meer volgende verwarmingsstations, elk voorzien 25 van middelen om de buis om zijn as te roteren tijdens het verwarmen, - een mofvormingsstation verder voorzien van middelen om de mofvormingsdoorn in de buis te drukken en van middelen voor het uitoefenen van een uitwendige druk op het over de 30 mofvormingsdoorn geschoven einddeel van de buis.
20. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 17-19, omvattende een voorverwarmingsstation voor het voorverwarmen van inwendige steunen, voordat deze 35 in het einddeel van een buis worden geplaatst. t ü *J v ' V -t
NL1008360A 1998-02-19 1998-02-19 Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal. NL1008360C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008360A NL1008360C2 (nl) 1998-02-19 1998-02-19 Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
NZ506248A NZ506248A (en) 1998-02-19 1999-02-16 Method and device for forming a socket on a pipe of thermoplastic material
AT99934261T ATE239604T1 (de) 1998-02-19 1999-02-16 Verfahren und gerät zum formen eines rohrstutzens aus thermoplastischem material
DE69907650T DE69907650T2 (de) 1998-02-19 1999-02-16 Verfahren und gerät zum formen eines rohrstutzens aus thermoplastischem material
CA002320265A CA2320265A1 (en) 1998-02-19 1999-02-16 Method and device for forming a socket on a pipe of thermoplastic material
EP99934261A EP1064141B1 (en) 1998-02-19 1999-02-16 Method and device for forming a socket on a pipe of thermoplastic material
JP2000532264A JP2002503568A (ja) 1998-02-19 1999-02-16 熱可塑性材料から成るパイプにソケットを成形するための方法及び装置
PL99342850A PL188598B1 (pl) 1998-02-19 1999-02-16 Sposób formowania kielicha na rurze z materiału termoplastycznego
PCT/NL1999/000079 WO1999042279A1 (en) 1998-02-19 1999-02-16 Method and device for forming a socket on a pipe of thermoplastic material
ES99934261T ES2199582T3 (es) 1998-02-19 1999-02-16 Procedimiento y dispositivo para formar un casquillo en un tubo de material termoplastico.
BR9908093-1A BR9908093A (pt) 1998-02-19 1999-02-16 Processo e dispositivo para formar um soquete em um tubo de material termoplástico
AU32784/99A AU746800B2 (en) 1998-02-19 1999-02-16 Method and device for forming a socket on a pipe of thermoplastic material
US09/636,645 US6540955B1 (en) 1998-02-19 2000-08-07 Process of making a socket on a pipe of thermoplastic material

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008360 1998-02-19
NL1008360A NL1008360C2 (nl) 1998-02-19 1998-02-19 Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008360C2 true NL1008360C2 (nl) 1999-08-20

Family

ID=19766576

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008360A NL1008360C2 (nl) 1998-02-19 1998-02-19 Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US6540955B1 (nl)
EP (1) EP1064141B1 (nl)
JP (1) JP2002503568A (nl)
AT (1) ATE239604T1 (nl)
AU (1) AU746800B2 (nl)
BR (1) BR9908093A (nl)
CA (1) CA2320265A1 (nl)
DE (1) DE69907650T2 (nl)
ES (1) ES2199582T3 (nl)
NL (1) NL1008360C2 (nl)
NZ (1) NZ506248A (nl)
PL (1) PL188598B1 (nl)
WO (1) WO1999042279A1 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015860C2 (nl) * 2000-08-02 2002-02-05 Wavin Bv Werkwijzen en inrichtingen voor het vervaardigen van een buis van biaxiaal georiÙnteerd thermo-plastisch kunststofmateriaal met een integrale mof.
AU2000269728A1 (en) * 2000-09-05 2002-03-22 Helmuth Schnallinger Heating station for heating the extremities of plastic pipes
US7485143B2 (en) * 2002-11-15 2009-02-03 Abbott Cardiovascular Systems Inc. Apparatuses and methods for heart valve repair
US20070073266A1 (en) * 2005-09-28 2007-03-29 Zin Technologies Compact wireless biometric monitoring and real time processing system
US20100102556A1 (en) * 2008-10-27 2010-04-29 Ipex Inc. Pipe stop system and method to prevent over insertion
DE102010040043A1 (de) * 2009-11-27 2011-06-01 Johann SCHLÜSSELBAUER Verfahren und Form zum Herstellen von Betonrohren mit Kunststoffinnenrohr
WO2015162520A2 (en) * 2014-04-22 2015-10-29 Sica S.P.A. Apparatus and method for heating pipes made of thermoplastic material.
WO2017205327A1 (en) * 2016-05-26 2017-11-30 Dow Global Technologies Llc Mandrel and support assembly
IT201600104755A1 (it) 2016-10-18 2018-04-18 Sica Spa Apparecchiatura e metodo di riscaldamento di tubi in materiale termoplastico.
JP6791797B2 (ja) * 2017-03-31 2020-11-25 トヨタ自動車株式会社 燃料タンク製造装置
IT202100008630A1 (it) 2021-04-07 2022-10-07 Sica Spa Metodo e macchina di bicchieratura di tubi in pvc-o
IT202100008615A1 (it) 2021-04-07 2022-10-07 Sica Spa Unita’ di bicchieratura, macchina bicchieratrice automatica comprendente detta unita’ e metodo di bicchieratura di tubi in pvc-o

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1089813A (fr) * 1953-12-22 1955-03-22 Pechiney Procédé et dispositif pour le chauffage de pièces en matières plastiques
DE7208597U (de) * 1972-03-07 1972-06-08 Braas & Co Gmbh Vorrichtung zum Erhitzen von Kunststoffrohren
US4113813A (en) * 1977-04-25 1978-09-12 Wilson-Tek Corporation Method of preparing and belling thermoplastic pipe with thickened walls
NL7908460A (nl) * 1979-11-20 1981-06-16 Wavin Bv Werkwijze en inrichting voor het verwarmen van een einddeel van een kunststofbuis door straling.
NL9400894A (nl) * 1994-06-01 1996-01-02 Wavin Bv Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
NL1002604C2 (nl) * 1996-03-13 1997-09-17 Wavin Bv Werkwijze voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd polyvinylchloride.

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU6796774A (en) * 1973-04-17 1975-10-16 Rupert Harry Cohn Loof Automatic golf teeing device
FR2375973A2 (fr) * 1976-12-30 1978-07-28 Megias Ets Joseph Procede perfectionne de formage d'une structure en creux a l'interieur d'un tube notamment tulipe munie d'une gorge
US4379115A (en) * 1978-03-20 1983-04-05 James Hardie & Coy, Pty. Limited Pipe socket forming
US4276010A (en) * 1979-03-23 1981-06-30 Plastic Machinery Corporation Pipe beller with force determined temperature

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1089813A (fr) * 1953-12-22 1955-03-22 Pechiney Procédé et dispositif pour le chauffage de pièces en matières plastiques
DE7208597U (de) * 1972-03-07 1972-06-08 Braas & Co Gmbh Vorrichtung zum Erhitzen von Kunststoffrohren
US4113813A (en) * 1977-04-25 1978-09-12 Wilson-Tek Corporation Method of preparing and belling thermoplastic pipe with thickened walls
NL7908460A (nl) * 1979-11-20 1981-06-16 Wavin Bv Werkwijze en inrichting voor het verwarmen van een einddeel van een kunststofbuis door straling.
NL9400894A (nl) * 1994-06-01 1996-01-02 Wavin Bv Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
NL1002604C2 (nl) * 1996-03-13 1997-09-17 Wavin Bv Werkwijze voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd polyvinylchloride.

Also Published As

Publication number Publication date
EP1064141A1 (en) 2001-01-03
NZ506248A (en) 2003-03-28
DE69907650T2 (de) 2004-04-01
ATE239604T1 (de) 2003-05-15
WO1999042279A1 (en) 1999-08-26
PL188598B1 (pl) 2005-02-28
EP1064141B1 (en) 2003-05-07
ES2199582T3 (es) 2004-02-16
JP2002503568A (ja) 2002-02-05
AU3278499A (en) 1999-09-06
DE69907650D1 (de) 2003-06-12
CA2320265A1 (en) 1999-08-26
PL342850A1 (en) 2001-07-16
US6540955B1 (en) 2003-04-01
BR9908093A (pt) 2000-10-31
AU746800B2 (en) 2002-05-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1008360C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
CN105216294B (zh) 一种pvc‑o管材的扩口装置及扩口方法
CN106183220B (zh) 一种双金属复合管热胀形-冷缩结合生产方法
US4927999A (en) Apparatus for fusion joining plastic pipe
TWI288061B (en) A porous member for a post-molding molded article conditioning apparatus with an integrally formed cooling structure
MX2007006578A (es) Metodos y aparatos para transformar una porcion superior de un contenedor de plastico moldeado por soplado.
US4876041A (en) Method for fusion joining plastic pipe
US3649409A (en) Process for lining a plastic cylinder with another plastic
US7147458B2 (en) Apparatus for heating injection molding fluid
NL1002604C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd polyvinylchloride.
TW201006652A (en) Injection molding machine and heat insulation structure of barrel thereof
JPH01165723A (ja) パイプコイル光輝焼鈍方法およびパイプ内パージング装置
JPH11314272A (ja) 管継手形成方法及び装置
JP2005152913A (ja) ホットプレスおよびホットプレスの熱板の加熱冷却方法
MXPA00007800A (en) Method and device for forming a socket on a pipe of thermoplastic material
JP4091618B2 (ja) 溶融金属射出成形機
CN212764771U (zh) 一种分段式空气热传导热缩管扩张机
CN206690531U (zh) 一种小口径塑料管法兰成型装置
JP2002120045A (ja) 中子の焼成方法
JPH0939089A (ja) ストロー端部の成形装置
TW202133959A (zh) 輥裝置
CN116288169A (zh) 真空蒸镀机架总成
RU2178356C1 (ru) Устройство для контактной сварки пластмассовых труб
JP2000024586A (ja) 円筒または円柱状基材上へのフッ素樹脂被覆方法
CN114001584A (zh) 一种热交换器的管板烧结方法

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020901