NL1008092C2 - Goederenlift. - Google Patents

Description

GOEDERENLIFT

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een goederenlift voor het in een liftschacht transporteren van goederen.

Bekend zijn hydraulische goederenliften waarbij 5 de liftkooi bevestigd is op een zuiger in een cilinder die zich naar beneden toe uitstrekt. Door middel van een elektrische pomp wordt olie in de cilinder gepompt teneinde de aan de zuiger bevestigde liftkooi naar boven te bewegen. Om de liftkooi naar beneden te laten bewegen 10 zijn elektrisch bestuurde kleppen aangebracht die de olie geleidelijk uit de cilinder laten ontsnappen.

Het bezwaar van een dergelijke hydraulische goederenlift is dat er een kans op olielekkage bestaat, waardoor de goederenlift niet meer naar behoren kan 15 functioneren. Bovendien verontreinigt de weggelekte olie het milieu.

Tevens zijn elektrische goederenliften bekend waarbij de liftkooi naar boven en naar beneden te bewegen is door middel van elektrische tractie. Deze elektrische 20 goederenliften maken echter veelal gebruik van één of meerdere contragewichten hetgeen de constructie van de goederenlift complex maakt.

De elektrische aandrijving van dergelijke elektrische goederenliften bevindt zich aan de bovenzijde 25 in de liftschacht. Dit heeft als bezwaar dat monteurs, die werkzaamheden aan de lift of liftschacht verrichten, op gevaarlijke wijze en boven hun macht hun werkzaamheden verrichten.

De aandrijving met de bijbehorende besturing 30 neemt veel ruimte aan de bovenzijde van de liftschacht in beslag. De hiervoor benodigde hoogte van de liftschacht wordt de schachttophoogte genoemd. Als gevolg hiervan dienen extra bouwkundige voorzieningen getroffen te »1 008092 2 worden en vergt de montage van de goederenlift relatief veel tijd. Laatstgenoemd bezwaar geldt ook wanneer de elektrische aandrijving in een aparte machinekamer op het dak van de liftschacht is geplaatst.

5 De uitvinding heeft derhalve als doel een goederenlift te verschaffen waarbij de bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen. De uitvinding heeft derhalve betrekking op een goederenlift voor het transporteren van goederen, omvattende: 10 - kooiorgaan waarin goederen plaatsbaar zijn, welk kooiorgaan in een liftschacht beweegbaar is; - een of meer hijsorgaangeleiders voor het geleiden van een hijsorgaan voor het op en neer bewegen van het kooiorgaan; 15 - elektrische aandrijfmiddelen voor het aan drijven van de hijsorgaangeleiders; 1 waarbij de elektrische aandrijfmiddelen aan het kooior gaan zijn aangebracht.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten 20 de hijsorgaangeleiders: - eerste hijsorgaangeleiders voor het geleiden ! van een eerste hijsorgaan; | - tweede hijsorgaangeleiders voor het geleiden van een tweede hijsorgaan.

25 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bevat de eerste hijsorgaangeleider een linkerhijsorgaan-schijf en een rechterhijsorgaanschijf voor het daarover geleiden van het eerste hijsorgaan en bevat het tweede hijsorgaangeleider een linkerhijsorgaanschijf en een 30 rechterhijsorgaanschijf voor het daarover geleiden van het tweede hijsorgaan.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding drijven de elektrische aandrijfmiddelen de rechterhijsorgaanschijven of de 35 linkerhijsorgaanschijven of zowel de rechter- als linkerhijsorgaanschijven aan. Hierbij zijn de aandrijf-middelen aan de bovenzijde van het kooiorgaan aangebracht ::: »1000092 3 en wel bij voorkeur aan stabiliteitsplaten of -liggers, waardoor de benodigde schachttophoogte verkleind wordt.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm zijn de goederenlift en tevens de genoemde stabiliteitsplaten 5 of -liggers in hoofdzaak opgebouwd uit plaatstaal, hetgeen een aanzienlijke gewichtsreductie van de goederenlift oplevert.

Verdere uitgewerkte uitvoeringsvormen van de goederenlift volgens de onderhavige uitvinding zijn in de 10 volgconclusies omschreven.

De inrichting volgens de uitvinding zal hieronder nader uiteengezet worden aan de hand van een in de tekeningen aangegeven uitvoeringsvoorbeeld. In de tekeningen toont: 15 - figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt aan zicht in perspectief van een goederenlift in een liftschacht; en - figuur 2 een bovenaanzicht van een goederenlift .

20 Figuur 1 toont een goederenlift voor het trans porteren van goederen vanaf de begane grond 1 naar de eerste verdieping 2 van een winkel of fabriek en vice versa. De goederenlift is aangebracht in een liftschacht 3, die in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd is als een 25 betonnen koker waarin op de begane grond en de eerste verdieping ter plaatse van de liftdeuren hiermee overeenkomstige (niet weergegeven) openingen zijn aangebracht.

De liftkoker 3 kan echter evenzeer worden uitgevoerd als in staal of dergelijke.

30 Het gebruikelijke kooimeubel en kooi-juk zijn geïntegreerd in een liftkooi 4. De liftkooi 4 is aan twee tegenoverliggende zijden 31 en 32 voorzien van een aantal kooigeleiders 5 en 6 die elk aan hun van het oppervlak van de liftkooi 4 af gerichte zijde zijn voorzien van een 35 langgerekte uitsparing. De uitsparingen van liftkooige-leiders 5 en 6 grijpen elk in het respectievelijke uitstekende langgerekte deel van de geleiders 7 en 8 aan de liftschacht 3 zijn bevestigd.

p1 0 08 0 92 4

Ter weerszijden van de liftschacht 3 zijn kettingen aangebracht, waarbij een eerste ketting 9 is bevestigd aan de linkerbovenzijde van de liftschacht 3 of de geleider 8 en via de bovenzijde van de liftkooi 4 5 rechtsonder aan de liftschacht 3 of geleider 7 is bevestigd. Een tweede ketting 10 is rechtsboven aan de liftschacht 3 of aan geleider 7 bevestigd en wordt via de bovenzijde van de liftkooi 4 naar de linkerzijde van de schacht geleid en wordt vervolgens linksonder aan de 10 liftschacht 3 of de geleider 8 bevestigd.

In een andere, niet getoonde uitvoeringsvorm zijn de kettingen 9 en 10 uitgevoerd als kabels.

Aan de bovenzijde van liftkooi 4 zijn eerste kettinggeleiders voor het geleiden van de eerste ketting : 15 9 en tweede kettinggeleiders voor het geleiden van de tweede ketting 10 aangebracht. De eerste kettinggeleiders omvatten een linkerkettingschijf of -wiel 11 en een rech-terkettingschijf of -wiel 12, terwijl de tweede ketting-* geleider een linkerkettingschijf 13 en een rechterket- ï 20 tingschijf 14 omvat. Zoals uit figuur 1 blijkt wordt de j eerste ketting 9 van bovenaf via de linkerkettingschijf 11 naar de rechterkettingschijf 12 en vervolgens naar beneden toe geleid. De ketting 10 wordt van bovenaf via rechterkettingschijf 14 naar de linkerkettingschijf 13 en 25 vervolgens naar beneden toe geleid.

De kettingschijven 11, 12, 13 en 14 zijn twee aan twee roteerbaar aangebracht tussen in hoofdzaak boven de liftkooi 4 uitstekende plaatonderdelen 15 en 16, welke naast het opvangen van assen 17 en 18 van de ketting-30 schijven 11, 12, 13 en 14 tevens een stabiliteits- en stijfheidsfunctie voor de liftkooi 4 vervullen.

In het bovenaanzicht van figuur 2 is een elektromotor 19 aangegeven welke de as 18 van de rechterkettingschi jven 12 en 14 aandrijft. Het is echter evenzeer 35 mogelijk om de as 17 van de linkerkettingschijven 11 en 13 of om met de elektromotor 19 beide assen 17 en 18 gelijktijdig aan te drijven. In een niet-getoonde uitvoeringsvorm zijn twee elektromotoren voorzien die ter i »1 0 08 0 92 5 weerszijden van de stabiliteitsplaten 15 en 16 zijn aangebracht en waarbij de ene as 17 en de andere as 18 aandrijft.

Indien de elektrische aandrijfmotor 19 de as 18 5 van de rechterkettingschijven 12 en 14 in een richting met de wijzers van de klok mee laat draaien, zorgt ket-tingschijf 12 ervoor dat de liftkooi 4 aan de ketting 9 wordt opgetrokken, terwijl kettingschijf 14 ervoor zorgt dat de liftkooi 4 aan de ketting 10 wordt opgetrokken.

10 Indien de elektrische aandrijfmotor 19 de as 18 van de rechterkettingschijven 12 en 14 in een richting tegen de wijzers van de klok in laat draaien, zorgt kettingschijf 12 ervoor dat de liftkooi 4 aan de ketting 9 naar beneden wordt gelaten, terwijl kettingschijf 14 ervoor zorgt dat 15 de liftkooi 4 aan de ketting 10 naar beneden wordt gelaten .

Door de liftkooi 4 aan beide zijden tegelijkertijd op te trekken of neer te laten, blijft de liftkooi 4 tijdens het op en neer bewegen stabiel. Hierdoor wordt 20 door wrijving veroorzaakte overmatige slijtage van de gel.eiders 7 en 8 enerzijds en de liftkooigeleiders 5 en 6 anderzijds zoveel mogelijk vermeden.

Zoals boven is vermeld hebben de plaatvormige onderdelen 15 en 16 mede als functie de liftkooi 4 stabi-25 liteit en een voldoende stijfheid te verschaffen. Door de aandrijving 19 op de bovenzijde 30 van de liftkooi 4 of tegen de stabiliteitsplaten 15 en 16 te plaatsen, wordt een gedeelte van de door de plaatvormige onderdelen 15 en 16 ingenomen hoogte door de aandrijving 19 gebruikt.

30 Hierdoor wordt het mogelijk de schachttophoogte, waarmee bedoeld wordt de hoogte tussen de bovenzijde van de plaatvormige onderdelen 15 en 16 en de onderzijde van het dak 20 van de liftschacht 3, te verminderen. Bij bekende elektrische goederenliften waarbij de aandrijfinrichting 35 tegen de onderzijde van het dak 20 van de liftschacht 3 is aangebracht, is een minimaal schachttophoogte van ca. 950 mm vereist. Door de aandrijving 19 (en de bijbehorende, niet weergegeven besturing) naast de plaatvormige »1008092 6 onderdelen 15 en 16 op de bovenzijde 30 van de liftkooi 4 te plaatsen kan de minimale vereiste schachttophoogte gereduceerd worden tot ca. 350 mm. Dit betekent een aanzienlijke besparing van de boven de plaatvormige 5 onderdelen 15 en 16 benodigde ruimte.

Een bijkomend voordeel van de onderhavige uitvoering is, dat de kettingschijven 11 en 13 in hoofdzaak symmetrisch ter weerszijde van de liftkooigeleiders 6, de kettingschijven 12 en 14 in hoofdzaak symmetrisch 10 ten opzichte van liftkooigeleiders 5 en de liftkooigeleiders 5 en 6 zelf in het midden van respectievelijk zijwanden 31 en 32 van de liftkooi 4 zijn geplaatst. Dit betekent dat rotatie van de liftkooi om een denkbeeldige as A dwars op de zijwanden 31 en 32 zoveel mogelijk 15 vermeden wordt en derhalve de stabiliteit toeneemt, j Hierdoor neemt de kans op beschadiging van de geleiders 7, 8 en/of de liftkooigeleiders 5 en 6 en tevens overma- = tige slijtage daarvan af.

- Bij voorkeur bevat de elektromotor 19 een rem 20 zodat bij uitval van de elektromotor 19 de liftkooi 4 in een vaste positie gehouden wordt.

Bij voorkeur worden de kettingen 9 en 10 aangebracht in op verscheidene hoogtes aangebrachte ketting-houders (niet weergegeven). Hierdoor wordt voorkomen dat 25 de uitgerekte kettingen teveel heen en weer zwiepen. Bovendien zijn beschermingsonderdelen nabij de kettingschi jven aangebracht. Deze beschermingsonderdelen hebben een beschermende functie en een veiligheidsfunctie.

Bij kettingbreuk van één of beide kettingen 30 treedt een veiligheidsinrichting 25 in werking welke de liftkooi 4 tot stilstand brengt.

De kettingen 9 en 10 zijn bovenin aan de 5 j schacht 3 of aan de geleiders 7 en 8 bevestigd. Onderin kunnen de kettingen 9 en 10 op flexibele wijze worden 35 bevestigd aan de schacht 3, de geleiders 7 en 8 of aan de bodem 1, bijvoorbeeld met behulp van kettingspanners (niet weergegeven). Het toepassen van kettingspanners heeft als voordeel dat de kettingen 9 en 10 op eenvoudige m1 0 08 0 92 7 wijze aan te spannen zijn. Dit is vooral van belang wanneer door langdurig en intensief gebruik van de goederenlift de kettingen 9 en 10 uitgerekt worden.

De goederenlift volgens de onderhavige uitvin-5 ding is geschikt voor het transporteren van goederen met een totaal gewicht van meer dan 2000 kg, terwijl de bekende elektrische goederenliften gewoonlijk slechts geschikt zijn voor belastingen tot 1500 kg. Bovendien vergt montage van de goederenlift volgens de uitvinding 10 slechts enkele werkdagen, terwijl montage van de bekende elektrische goederenliften gewoonlijk enkele weken vergt. Door integratie van het kooi-juk, kooimeubel en elektrische aandrijving kan bovendien een compacte en universeel toepasbare goederenlift worden verschaft met alle voorde-15 len van dien.

ml 0 08 0 92

Claims (13)

1. Goederenlift voor het transporteren van , goederen, omvattende: . - kooiorgaan waarin goederen plaatsbaar zijn, ! welk kooiorgaan in een liftschacht beweegbaar is; 5. een of meer hijsorgaangeleiders voor het geleiden van een hijsorgaan voor het op en neer bewegen ; van het kooiorgaan; - elektrische aandrijfmiddelen voor het aan drijven van de hijsorgaangeleiders; 10 waarbij de elektrische aandrij fmiddelen aan het kooiorgaan zijn aangebracht.

2. Goederenlift volgens conclusie 1, waarbij de hijsorgaangeleiders omvatten: - eerste hijsorgaangeleiders voor het geleiden 15 van een eerste hijsorgaan; - tweede hijsorgaangeleiders voor het geleiden van een tweede hijsorgaan.

3. Goederenlift volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste hijsorgaangeleider een linkerhijsorg- 20 aanschijf en een rechter hijsorgaanschijf bevat voor het daarover geleiden van het eerste hijsorgaan en de tweede ; , hijsorgaangeleider een linkerhijsorgaanschijf en rech- terhijsorgaanschijf bevat voor het daarover geleiden van het tweede hijsorgaan.

4. Goederenlift volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de rechterhijsorgaanschijven en/of de linkerhi j sorgaanschi jven door de elektrische aandrijfmiddelen aandrijfbaar zijn.

5. Goederenlift volgens een van de conclusies 30 1-4, waarbij het eerste hijsorgaan linksboven vast en rechtsonder flexibel aan de liftschacht en het tweede hijsorgaan rechtsboven vast en linksonder flexibel aan de liftschacht aan te brengen zijn. »1008092 * ia

6. Goederenlift volgens conclusie 5, waarbij hijsorgaanspanners de eerste en tweede hijsorganen verstelbaar aan de liftschacht aanbrengen.

7. Goederenlift volgens één der voorgaande 5 conclusies, waarbij het kooiorgaan in hoofdzaak vervaardigd is van plaatstaal.

8. Goederenlift volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het kooiorgaan voorzien is van aan de bovenzijde van het kooiorgaan uitstekende stabiliteits- 10 middelen van plaatstaal.

9. Goederenlift volgens één der voorgaande conclusies waarbij de elektrische aandrijfmiddelen naast aan de bovenzijde van voorziene stabiliteitsmiddelen plaatsbaar zijn.

10. Goederenlift volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schachttophoogte minder dan 350 mm bedraagt.

11. Goederenlift volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede hijsorgaan in 20 hijsorgaanbeschermers langs de liftschacht plaatsbaar zi jn.

12. Goederenlift volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede hijsorgaange-leiders op in hoofdzaak gelijke afstand ten opzichte de 25 randen van de bovenzijde van het kooiorgaan gepositioneerd zijn.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van een goederenlift volgens één van de conclusies 1-12. "1008092