NL1012145C2

NL1012145C2 - Lift.

Info

Publication number: NL1012145C2
Application number: NL1012145A
Authority: NL
Inventors: Gerrit De Heer
Original assignee: Normlift B V
Priority date: 1999-05-25
Filing date: 1999-05-25
Publication date: 2000-11-28
Also published as: AU5254200A; WO2000071457A1

Description

r

Lift.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een lift, omvattend een aan één 2ijde van de liftschacht gelegen 5 kolomconstructie, een kabel, een liftmotor met een tractieschijf voor de aandrijving, een liftkooi, een vaste geleiding in de liftschacht langs welke de liftkooi in de verticale richting beweegbaar is, en een tegengewicht, welke liftkooi en welk tegengewicht met 10 een aandrijven van de kabel in de verticale richting beweegbaar zijn.

Een dergelijke lift is algemeen bekend.

15 Bij een bekende lift met aan één zijde van de 'schacht een kolomconstructie is een uiteinde van de kabel aan de liftkooi bevestigd en het andere uiteinde aan het tegengewicht.

Ook bestaat er een constructie waarbij de kabel onder 20 de kooi wordt geleid en waarbij de kooi via tegenover elkaar gelegen vaste geleidingen in de liftschacht wordt geleid.

De uitvinding beoogt een verbeterde lift te verschaf-25 fen.

De lift volgens de uitvinding vertoont het kenmerk, dat de liftkooi aan de onderzijde is voorzien van een of meer geleidingselementen waarin de kabel is geleid, 30 zodanig, dat de liftkooi langs de geleidingselementen door de kabel wordt ondersteund en ten opzichte van de kabel beweegbaar is.

Volgens een verder kenmerk van de lift volgens de 35 uitvinding zijn de geleidingselementen aan de onderzijde van de kooi op tenminste twee op afstand van elkaar gelegen plaatsen aangebracht.

1012.145^ 2

Volgens nog een kenmerk van de lift volgens de uitvinding zijn twee geleidingselementen op zodanige wijze aangebracht, dat de daarin geleide kabel diagonaal langs de onderzijde van de liftkooi verloopt.

5

Volgens weer een ander kenmerk van de lift volgens de uitvinding is het tegengewicht voorzien van een of meer geleidingselementen waarin de kabel is geleid, zodanig, dat het tegengewicht langs de geleidingselementen door 10 de kabel wordt gedragen of ondersteund en ten opzichte van de kabel beweegbaar is.

De uitvinding zal thans nader worden beschreven aan de hand van de tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld.

15

Figuur 1 toont schematisch een vooraanzicht van de lift volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een zijaanzicht van de lift volgens de uitvinding.

20

Zoals in figuur 2 is te zien omvat de lift 1 een schachtconstructie 2 met een liftschacht 3 en een aan een zijde van de liftschacht gelegen kolomconstructie 4. Verder zijn aanwezig een vaste geleiding 5 in de 25 liftschacht 3 langs welke een liftkooi 6 in de verticale richting beweegbaar is, een kabel 7, een liftmotor 8 met een tractieschijf 9 voor de aandrijving, en een tegengewicht 10.

Zoals in de figuur is te zien, is de liftkooi 6 aan de 30 onderzijde 11 voorzien van een of meer geleidingselementen 12, in dit uitvoeringsvoorbeeld twee wielen 13 en 14. De wielen 13, 14 zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld diagonaal aan de onderzijde ll van de liftkooi 6 aangebracht, zoals is te zien in figuur 1. Een wiel 13 35 is bij een hoek A van de liftkooi 6 aangebracht en een wiel 14 bij de diagonaal ten opzichte van de hoek A gelegen hoek B van de liftkooi 6. De over de wielen 13, * ·; ; v.> ** 3 14 geleide kabel 7 verloopt diagonaal langs de onderzijde 11 van de liftkooi 6. De liftkooi 6 wordt langs de wielen 13, 14 door de kabel 7 ondersteund of gedragen. De liftkooi 6 is ten opzichte van de kabel 7 be-5 weegbaar.

Het tegengewicht 10 is voorzien van een geleidingsele-xnent 15, over welk geleidingselement 15 de kabel 7 is geleid, zodanig, dat het tegengewicht 10 langs het geleidingselement 15 door de kabel 7 wordt gedragen of 10 ondersteund en ten opzichte van de kabel 7 beweegbaar is.

De liftmotor 8 is aan een zijde van de liftschacht 3 op de kolomconstructie 4 aangebracht, terwijl het tegengewicht 10 in de kolomconstructie 4 is geleid door 15 middel van wielen.

Zoals verder in de figuren is te zien, is een uiteinde 16 van de kabel 7 vast bevestigd aan de schachtcon-structie ter plaatse van de kabelbevestiging 17, ter-20 wijl een uiteinde 18 vast is bevestigd aan de schacht-constructie ter plaatse van de kabelbevestiging 19. Het tegengewicht 10 is aan de ene zijde van de liftmotor 8 en de tractieschijf 9 in de kabel 7 opgehangen en de liftkooi 6 is aan de andere zijde van de liftmotor 8 en 25 de tractieschi jf 9 in de kabel 7 opgehangen. Met een aandrijven van de kabel 7 door de liftmotor 8 bewegen de liftkooi 6 en het tegengewicht 10 in verticale richtingen .

30 Met de uitvinding is een verbeterde wijze van ophangen van de liftkooi verkregen, waardoor het mogelijk is gebruik te maken van een vaste geleiding aan slechts een zijde van de kooi en een vaste geleiding aan de tegenovergelegen zijde achterwege te laten.

35 Daarbij is de aandrijving in de schacht geplaatst op de kolomconstructie terwijl het tegengewicht via wielen in de kolomconstructie wordt geleid.

• : s -i 5**

Claims

1. Lift, omvattend een aan een zijde van de liftschacht gelegen kolomconstructie, een kabel, een liftmotor met 5 een tractieschijf voor de aandrijving, een liftkooi, een vaste geleiding in de liftschacht langs welke de liftkooi in de verticale richting beweegbaar is, en een tegengewicht, welke liftkooi en welk tegengewicht met een aandrijven van de kabel in de verticale richting 10 beweegbaar zijn, met het kenmerk, dat de liftkooi aan de onderzijde is voorzien van een of meer geleidings-elementen waarin de kabel is geleid, zodanig, dat de liftkooi langs de geleidingselementen door de kabel wordt ondersteund en ten opzichte van de kabel beweeg-15 baar is.

2. Lift volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste twee geleidingselementen aan de onderzijde van de kooi op tenminste twee op afstand van elkaar 20 gelegen plaatsen zijn aangebracht.

3. Lift volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tenminste twee geleidingselementen op zodanige wijze zijn aangebracht, dat de daarin geleide kabel diagonaal 25 langs de onderzijde van de liftkooi verloopt.

4. Lift volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het tegengewicht is voorzien van een of meer geleidingselementen waarin de kabel is geleid, zodanig, dat 30 het tegengewicht langs de geleidingselementen door de kabel wordt gedragen of ondersteund en ten opzichte van de kabel beweegbaar is.

5. Lift volgens een der voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat de liftmotor op de kolomconstructie is aangebracht. H N»J

6. Lift volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tegengewicht in de kolomconstructie is geleid met behulp van wielen.

7. Lift volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee uiteinden van de kabel vast zijn bevestigd aan de schachtconstructie, terwijl het tegengewicht aan de ene zijde van de liftmotor in de kabel is aangebracht en de liftkooi aan de andere zijde van 10 de liftmotor in de kabel is aangebracht.