NL1007513C2 - Tillift alsmede juk. - Google Patents

Description

Tillift alsmede juk

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tillift, omvattende een verrijdbaar frame, voorzien van een daarop aangebrachte, zich in hoofdzaak verticaal 5 uitstrekkende mast, welke aan het bovenuiteinde voorzien is van een scharnierend daarmee verbonden armsamenstel, welk armsamenstel een geleed samenstel omvat, met een eerste met het frame verbonden arm welke anderzijds scharnierend verbonden is met een tweede arm, welke tweede arm aan het vrije uiteinde daarvan voorzien is van bevestigingsmiddelen voor een de patiënt dragende draagband, waarbij motorische 10 middelen aanwezig zijn om die armen onafhankelijk van elkaar te bewegen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse openbaarmaking 192 602.

Daarin wordt een geleed armsamenstel beschreven waarmee het mogelijk is patiënten in verpleegtehuizen of ziekenhuizen in liggende positie of in zittende positie van bed of stoel naar een andere positie te verplaatsen. Daarbij is aan het vrije uiteinde 15 van de tweede arm een draagband of dergelijke aangebracht. Dergelijke tilliften worden gebruikt om de belasting van het verplegend personeel zo veel mogelijk te beperken. Met een dergelijke tillift is slechts een persoon nodig om de betreffende patiënt te verplaatsen, hetgeen naast geringere belasting eveneens een besparing aan personeelskosten geeft. Dergelijke tilliften vinden steeds meer ingang. De door dergelijke tilliften uitgevoerde 20 beweging is een optelsom van de door de betreffende motoren ontwikkelde krachten en is een combinatie van de verticale tilbeweging en een horizontale verplaatsing. Deze horizontale verplaatsing is in de stand der techniek onvermijdelijk, vanwege het scharnierende karakter van de verschillende armen.

In de stand der techniek zijn andere constructies voorgesteld. Zo is een 25 vorkheftruckachtige constructie bekend, waarmee enerzijds zuiver verticaal heffen en anderzijds zuiver horizontaal verplaatsen mogelijk is. De daarmee te realiseren beweging van de in de draagband geplaatste patiënt is beter voorspelbaar, maar de net in dergelijke constructie samenhangende kosten zijn veel hoger.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.811.576 is een inrichting bekend voor het bij 30 automobielen verwijderen van cilinderkoppen. Deze inrichting bestaat uit een mast met een daarop aangebrachte gelede arm. Beide armdelen zijn via hydraulische cilinders afzonderlijk bedienbaar. Beoogd wordt de mast met het voetplateau onder het voorwiel van het betreffende voertuig te plaatsen waarna door positionering van de twee 1007513 2 afzonderlijke hydraulische cilinders het vrije uiteinde van het gelde armsamenstel nauwkeurig boven de betreffende cilinderkop geplaatst wordt en daarmee verbonden wordt. Vervolgens wordt door een derde hydraulische cilinder die zich in de mast bevindt en de lengte daarvan varieert de eigenlijke verticale beweging uitgevoerd.

5 Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een tillift te voorzien, waarmee ! met een voor het bedienend persoon duidelijk voorspelbare beweging uitgevoerd wordt zonder dat hetzelfde personeel de aansturing van de twee motoren dient te regelen. Dat wil zeggen, door een simpele bedieningsingreep moet het vrije uiteinde van de tweede arm een zodanige voorspelbare beweging maken dat geen verrassingen bij verplaatsing ï 10 van de patiënt optreden, dat wil zeggen dat enerzijds voorkomen wordt dat hij in contact komt met de tillift en anderzijds voorkomen wordt dat hij op onvoorspelbare wijze uit een stoel, bed of dergelijke verwijderd wordt.

Het doel wordt bij een hierboven beschreven tillift verwezenlijkt, doordat voor elke arm een motor aangebracht is, welke motoren gestuurd worden door een 15 gemeenschappelijke sturing, waarbij de lengte van de armen en de sturing zodanig ingericht zijn, dat bij de tilbeweging het vrije uiteinde van de tweede arm een in hoofdzaak verticale beweging maakt. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag de beweging van het vrije uiteinde van de tweede arm in hoofdzaak verticaal te maken. Dit wordt bereikt door een passende keuze van de lengte van de eerste en tweede arm, de 20 opstelling daarvan alsmede de sturing van de twee motoren voor die arm. Door deze rechtlijnige beweging is het voor de verpleegkundigen altijd eenvoudig in te schatten hoe de patiënt verplaatst zal worden. Bovendien wordt voorkomen dat de patiënt in ongunstige situaties komt, waardoor tevens de bevestiging van de draagband aan de patiënt eenvoudiger uitgevoerd kan worden.

25 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding grijpt de motor van de tweede arm ongeveer in het midden van die tweede arm aan. Daardoor wordt een optimale combinatie van enerzijds beperkt hefvermogen van de motor en anderzijds voldoende slag van de tweede arm bereikt, terwijl het op nauwkeurige wijze mogelijk is in sturing van de beweging van de tweede arm te voorzien.

30 Gebleken is dat het voor het uitvoeren van een dergelijke verticale beweging wenselijk is dat de eerste arm zich voorbij de mast uitstrekt. Dat wil zeggen, waar normaliter bij tilliften de eindpositie van de eerste arm de verticale positie is, zijnde het verlengde met de mast of daarvoor (gezien in de richting van de patiënt), wordt thans 1007513 3 voorgesteld dat ten minste een deel van de eerste arm zich achter die mast uitstrekt. Daardoor kan het scharnierpunt van de eerste arm met de tweede arm achter de verticaal door de mast komen te liggen. Op deze wijze kan verhoudingsgewijs eenvoudig de verticale beweging van het vrije uiteinde van de tweede arm gerealiseerd worden. Bij een 5 dergelijke constructie wordt bij voorkeur de motor voor de eerste arm aan de achterzijde van de mast (gezien vanuit de positie van de patiënt) aangebracht. Daartoe kan deze arm van een verlenging voorzien zijn, maar het is ook mogelijk deze haakvormig uit te voeren.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn de 10 roterende motoren, voorzien van een zelfremmend drijfwerk, zodat na elke positionering door het niet langer bedienen van de betreffende knop of handel fixering plaatsvindt.

Indien de eerste arm even lang als de tweede arm uitgevoerd is, kan de verticale beweging van het vrije uiteinde van de tweede arm eenvoudig gerealiseerd worden.

Om na te gaan hoe de betreffende tillift mogelijkerwijs bij welke patiënt deze 15 gebruikt is, is deze voorzien van een geheugen verbonden met de eerder genoemde sturing waarin desbetreffende gegevens opgeslagen worden, welk geheugen intem of extern uitleesbaar is, zodat controle en informatie geregeld wordt over het gebruik van de betreffende tillift.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een tilllift, omvattende een verrijdbaar 20 frame, voorzien van een daarop aangebrachte, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende mast, welke aan het bovenuiteinde voorzien is van een scharnierend daarmee verbonden armsamenstel, waarbij het vrije uiteinde voorzien is van een tiljuk, waarbij dit juk omvat een om een verticale as roteerbaar deel voorzien van zich in gebruikstoestand naar beneden uitstrekkende eindplaten waarvan de onderlinge afstand bemeten is voor het 25 daartussen opnemen van een patiënt, welke eindplaten aan de vrije uiteinden voorzien zijn van een de patiënt opnemende kantelconstructie.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering omvat die kantelconstructie twee draagstangen elk draaibaar verbonden met het vrije uiteinde van de eindplaat waartussen een draagwand is aangebracht.

30 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering zijn die draagstangen motorisch aandrijfbaar.

Volgens een andere uitvoering omvat de tillift een verrijdbaar frame voorzien van een daarop aangebrachte, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende mast, welke aan het 1007513 4 bovenuiteinde voorzien is van een scharnierend daarmee verbonden armsamenstel, waarbij aan het vrije uiteinde daarvan een juk is bevestigd, waarbij het juk een om een verticale as roteerbare horizontale buis omvat aan de vrije uiteinden voorzien van bandopnames, welke bandopnames ingericht zijn voor het opnemen resp. Afgeven van 5 een banddeel welk banddeel aan het uiteinde voorzien is van bevestigingsmiddelen voor de patiënt.

Begrepen dient te worden dat de hierboven beschreven uitvoeringen van het juk ook bij andere tilliften toegepast kunnen worden.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld ' 10 uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in zijaanzicht de tillift volgens de uitvinding;

Fig. 2 schematisch de elektrische verbinding van de verschillende elektrische componenten;

Fig. 3a-3e de verschillende posities van de tillift volgens de uitvinding en 15 Fig.4 een eerste uitvoering van een bij de tillift volgens de onderhavige uitvinding te gebruiken juk;

Fig. 5 een tweede uitvoering daarvan en

Fig. 6 een gewijzigde uivoering van het juk volgens fig. 5 Toont..

In Fig. 1 is de tillift volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Deze 20 bestaat uit een verrijdbaar onderstel 2 wat daartoe voorzien is van (zwenk)wielen 3. Het frame of onderstel kan U-vormig uitgevoerd zijn, dat wil zeggen met twee zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende benen waarbij op het lijf van de U de mast 4 aangebracht is. Met mast 4 is scharnierend een armsamenstel 6 verbonden. Dit bestaat uit een eerste arm 7 en een tweede arm 11. De eerste arm 7 is via een scharnier 8 verbonden 25 met mast 4. De eerste arm 7 is voorzien van een haaks deel 17 en daarop grijpt een actuator 9 aan die voorzien is van een roterende motor 10 die anderzijds via een hulpsteun 22 met de mast 4 bevestigd is. De eerste arm 7 is via scharnier 12 met de tweede arm 11 verbonden. Ook deze tweede arm 11 is voorzien van een lineaire actuator 13, omvattende een roterende motor 14 die anderzijds afsteunt op het onderste uiteinde 30 van het mastdeel 7 in hoofdzaak recht boven scharnierpunt 8. Beide hierboven beschreven lineaire actuatoren zijn scharnierend met zowel de betreffende arm als met de mast verbonden. Het bevestigingspunt van lineaire actuator 13 met arm 11 ligt ongeveer in het midden daarvan. Dat wil zeggen de afstand a is ongeveer gelijk aan de afstand b.

1007513 5

Bovendien is de effectieve lengte van de tweede arm 11 (c) ongeveer gelijk aan de effectieve lengte van de eerste arm 7 (d). Het vrije uiteinde van de tweede arm 11 is met 5 aangegeven en daarop kan op enigerlei in de stand der techniek bekende wijze een draagband, draaggordel of dergelijke aangebracht worden, waarin de patiënt kan liggen 5 of zitten.

Voorbeelden van dergelijke constructies die niet bekend zijn uit de stand der techniek en deel uitmaken van de onderhavige uitvinding zijn getoond in fig. 4 en 5.

Op mast 4 is een sturing 15 alsmede een bedieningspaneel 16 aangebracht. Bedieningspaneel 16 is van niet nader afgebeelde schakelaarmiddelen voorzien voor 10 heffen of dalen van het vrije uiteinde 5, waarbij vanzelfsprekend een neutrale stand aanwezig is. Energievoorziening vindt plaats met behulp van een accu of batterij 19, terwijl een uitleesplug 21 met geheugen 18 verbonden is, zoals uit Fig. 2 blijkt. Daaruit blijkt tevens dat de beweging van de motoren 10 en 14 plaatsvindt door middel van sturing 15. Sturing 15 kan een in de stand der techniek bekende PLC zijn. Uitgaande van 15 het bekend zijn van de effectieve lengte van de armen 7 en 11 kan door passende programmering sturing van de motoren 10 en 14 zodanig plaatsvinden, dat het vrije uiteinde 5 van de tweede arm een in hoofdzaak verticale hef- of daalbeweging uitvoert. Daarbij kan de positie van de eerste en tweede arm ten opzichte van de mast of onderlinge positie bepaald worden met behulp van potentiometers en dergelijke. Er wordt 20 bij voorkeur aangegeven het aantal omwentelingen dat de motoren 10 en 14 maken te tellen en als maat te nemen voor de verplaatsing. Daarbij kan vanzelfsprekend in de eindstand van het armsamenstel een reset plaatsvinden. Bovendien blijkt uit Fig. 2 dat sturing 15 gekoppeld is met geheugenmiddelen 18. Daarin kan informatie met betrekking tot het gebruik van de tillift zowel aangaande de bewegingen daarvan als mogelijkerwijs 25 de betreffende patiënt ingevoerd worden. Zo is het mogelijk dat bediening van de tillift alleen mogelijk is door in bedieningspaneel 16 de code van de betreffende patiënt in te brengen. De in geheugen 18 opgeslagen gegevens kunnen met behulp van plug 21 uitgelezen worden. Het is echter vanzelfsprekend dat andere uitleesmiddelen, bijvoorbeeld op basis van infrarood- of hoogfrequente systemen, toegepast worden.

30 In Fig. 3a-e is de hefbeweging schematisch in verschillende stadia afgebeeld. Met 20 is de verticaal aangeven en uit deze figuren blijkt dat het met de thans voorgestelde constructie mogelijk is een bij benadering zuiver verticale beweging van het vrije uiteinde uit te voeren.

100751® 6

Vanzelfsprekend moet begrepen worden dat het voor bepaalde toepassingen wenselijk kan zijn enigszins van deze verticale bewegingsbaan af te wijken. Door passende programmering van de hierboven beschreven sturing 15 kan een dergelijke afwijkende beweging gerealiseerd worden zonder dat de constructie van de tillift volgens 5 de uitvinding gewijzigd dient te worden. Wezenlijk is dat het bedienend personeel bij normaal gebruik geen invloed heeft op het bewegingsverloop van het vrije uiteinde 5 bij heffen en dalen van de inrichting.

Gebleken is dat de hierboven beschreven inrichting bijzonder stabiel is. Dit wordt met name veroorzaakt door de bijzondere uitvoering van de eerste arm 7 met het haakse 10 deel 17 dat (in de richting van de patiënt) achter de mast 4 ligt. Met een dergelijke tillift ~ is gebleken dat het zonder meer mogelijk is dat gebruikelijke motoren het voorgeschreven gewicht kunnen tillen en laten zakken, waarbij een voldoende veiligheid overblijft om aan verschillende (overheids)voorschriften te voldoen.

= In fig. 4 Is een eerste uitvoering van een aan de hierboven beschreven juk getoond.

15 Begrepen dient echter te worden dat dit juk aan elke andere in de stand der techniek bekende lift bevestigd kan worden. Het juk is in zijn geheel met 25 aangegeven en het bestaat uit een in gebruik in hoofdzaak horizontale buis 26 waarbij ongeveer in het midden een vertikaal opstaan deel 27 aangebracht is, dat op draaibare wijze met bevestigingspunt 5 verbonden kan worden, d.w.z. rotatie om een verticale hartlijn door 20 deel 27 is mogelijk. Naast buis 26 is een motor 28 aangebracht welke voorzien is van een uitstekend aseind 29. Buis 26 is aan beide uiteinden van vast daarmee verbonden in de gebruikstoestand naar beneden stekende eindplaten 30 voorzien. Aan de vrije uiteinden zijn aan deze eindplaten draagstangen 31 bevestigd waaraan een draagband of bevestigingsband 32 aangebracht is voor het daarin opnemen van een patiënt 33. Elke 25 draagstang 31 is scharnierend aangebracht ten opzichte van eindplaat 30 en voorzien van een wiel 34. As 29 is eveneens voorzien van wielen 35 en daartussen is steeds een tandriem 36 aangebracht. Bij rotatie van motor 28 zal door de tandriemoverbrenging elke draagstang 31 een scharnierende beweging uitvoeren. Bij voorkeur is de lengte van de eindplaten 30 zodanig dat de patiënt 180° kan draaien onder buis 26 door zonder daarmee 30 in contact te komen. Op deze wijze is het mogelijk patiënten van rugligging tot buikligging en omgekeerd te brengen.

Doordat geen stijve verbinding tussen de draagstangen 31 bestaat is het op eenvoudige wijze mogelijk deze inrichting op een patiënt aan te brengen. Begrepen zal 1007513 7 worden dat vele varianten mogelijk zijn van het hier getoonde juk. Zo is het mogelijk meer dan een motor 28 toe te passen. Bovendien kan rotatie om de verticale as langs gedwongen gestuurde weg gerealiseerd worden.

In fig. 5 is een verder juk getoond dat in zijn geheel met 40 aangegeven is. Dit juk 5 bestaat eveneens uit een vertikaal met punt 5 van de tillift te verbinden deel 47 dat om een verticale as roteerbaar daarop kan worden aangebracht. Horizontale buis 41 is in vaste positie ten opzichte van deel 47 aangebracht en nabij uiteinde voorzien van rollen 42, 43 voor het opnemen van band 44, 45. Deze rollen worden via een schematisch afgebeelde motor gestuurd, maar kunnen eveneens zonder motor uitgevoerd zijn. Banden 10 44 en 45 zijn op schematisch getoonde wijze verbonden met patiënt 48. Met deze inrichting is een patiënt uit zittende naar liggende houding en omgekeerd te verplaatsen. Begrepen zal worden dat de aandrijving van de rollen vervangen kan worden door een tandriem, stangenstelsel of geleiderrollen.

De variant volgens fig. 5 is aantrekkelijk om patiënten 'op te schudden'. Dit 15 betekent dat de wervelkolom kortstondig in een andere positie gebracht wordt waardoor de patient actiever blijft. In deze fig. 5 is deze bevestiging aan de patiënt met behulp van riemen getoond. Daarbij is het mogelijk dat deze riemen met een haakvormige stang verbonden zijn. De vrije uiteinden van de banden 45 kunnen op deze haakvormige stang aangrijpen, zoals in fig. 6 Getoond is waar deze haakvormige stang in zijn geheel met 50 20 aangegeven is.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, dient begrepen te worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo is het mogelijk de lineaire actuatoren op enige andere in de stand der techniek bekende 25 wijze uit te voeren, terwijl de besturing met andere halfgeleidercomponenten dan een PLC plaats kan vinden. Deze wijzigingen worden alle geacht binnen het bereik van de bijgaande conclusies te liggen.

1007513

Claims (11)

1. Tillift (1), omvattende een verrijdbaar frame (2), voorzien van een daarop aangebrachte, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende mast, welke aan het 5 bovenuiteinde voorzien is van een scharnierend daarmee verbonden armsamenstel (6), welk armsamenstel een geleed samenstel omvat, met een eerste met het frame verbonden arm (7) welke anderzijds scharnierend verbonden is met een tweede arm (11), welke tweede arm aan het vrije uiteinde (5) daarvan voorzien is van bevestigingsmiddelen voor een de patiënt dragende draagband, waarbij motorische middelen (10, 13) aanwezig zijn 10 om die armen onafhankelijk van elkaar te bewegen, met het kenmerk, dat voor elke arm (7, 11) een motor (10, 14) aangebracht is, welke motoren gestuurd worden door een gemeenschappelijke sturing (15), waarbij de lengte van de armen en de sturing zodanig ingericht zijn, dat bij de tilbeweging het vrije uiteinde (5) van de tweede arm een in hoofdzaak verticale beweging maakt.

2. Tillift volgens conclusie 1, waarbij de motor (14) van de tweede arm (11) ongeveer in het midden van die tweede arm aangrijpt.

3. Tillift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die eerste arm (7) zich aan de andere zijde van de mast (4) ten opzichte van het vrije uiteinde (5) uitstrekt, en waarbij de motor (10) voor die eerste arm op dat deel aangrijpt.

4. Tillift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de lijn gaande door het scharnierpunt van de eerste arm met de mast en het scharnierpunt van de eerste en tweede arm zich voorbij de verticale positie kan bewegen.

5. Tillift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die motoren roterende motoren zijn, voorzien van een zelfremmend drijfwerk.

6. Tillift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die eerste arm ten minste even langs is als de tweede arm.

7. Tillift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij met de sturing (15) verbonden geheugenmiddelen (18) aangebracht zijn die met behulp van uitleesmiddelen (21) uitgelezen kunnen worden.

8. Tillift (1), omvattende een verrijdbaar frame (2), voorzien van een daarop aangebrachte, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende mast, welke aan het bovenuiteinde voorzien is van een scharnierend daarmee verbonden armsamenstel (6), waarbij het vrije uiteinde voorzien is van een tiljuk, met het kenmerk, dat dit juk (25) 1007513 omvat een om een verticale as roteerbaar deel (26) voorzien van zich in gebruikstoestand naar beneden uitstrekkende eindplaten (30) waarvan de onderlinge afstand bemeten is voor het daartussen opnemen van een patiënt, welke eindplaten aan de vrije uiteinden voorzien zijn van een de patiënt opnemende kantelconstructie.

9. Tillift volgens conclusie 8, waarbij die kantelconstructie omvat twee draagstangen (31) elk draaibaar verbonden met het vrije uiteinde van de eindplaat (30) waartussen een draagwand (32) is aangebracht.

10. Tillift volgens conclusie 9, waarbij die draagstangen motorisch (28) aandrijfbaar zijn.

11. Tillift omvattende een verrijdbaar frame (2), voorzien van een daarop aangebrachte, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende mast, welke aan het bovenuiteinde voorzien is van een scharnierend daarmee verbonden armsamenstel (6), waarbij aan het vrije uiteinde daarvan een juk (40) is bevestigd, waarbij het juk een om een verticale as roteerbare horizontale buis (41) omvat aan de vrije uiteinden voorzien 15 van bandopnames (42,43), welke bandopnames ingericht zijn voor het opnemen resp. afgeven van een banddeel (44,45) welk banddeel aan het uiteinde voorzien is van bevestigingsmiddelen voor de patiënt (48), met het kenmerk, dat die bandopnames zodanig met elkaar gekoppeld zijn dat bij het opnemen van het ene banddeel het andere banddeel afgegeven wordt. 20 *ψ***+** 1007513