NL1007410C2 - Amusementsinrichting. - Google Patents

Amusementsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1007410C2
NL1007410C2 NL1007410A NL1007410A NL1007410C2 NL 1007410 C2 NL1007410 C2 NL 1007410C2 NL 1007410 A NL1007410 A NL 1007410A NL 1007410 A NL1007410 A NL 1007410A NL 1007410 C2 NL1007410 C2 NL 1007410C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
track
holder
person
vehicle
amusement device
Prior art date
Application number
NL1007410A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Joseph Hubertus Clerx
Christiaan Wilhelmus Peeters
Original Assignee
Vekoma Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vekoma Tech Bv filed Critical Vekoma Tech Bv
Priority to NL1007410A priority Critical patent/NL1007410C2/nl
Priority to EP98953106A priority patent/EP1027113B1/en
Priority to AT98953106T priority patent/ATE276814T1/de
Priority to DE69826509T priority patent/DE69826509T2/de
Priority to PCT/NL1998/000616 priority patent/WO1999022829A1/nl
Priority to US09/530,522 priority patent/US6405655B1/en
Priority to AU10564/99A priority patent/AU1056499A/en
Priority to JP2000518754A priority patent/JP2001521800A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1007410C2 publication Critical patent/NL1007410C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G7/00Up-and-down hill tracks; Switchbacks

Landscapes

  • Toys (AREA)
  • Pinball Game Machines (AREA)
  • Automotive Seat Belt Assembly (AREA)
  • Compression-Type Refrigeration Machines With Reversible Cycles (AREA)
  • Developing Agents For Electrophotography (AREA)
  • Massaging Devices (AREA)
  • Headphones And Earphones (AREA)
  • Window Of Vehicle (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)

Description

Korte aanduiding: Amusementsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een amusementsinrichting voorzien van een baan vormende geleidingsconstructie, waarlangs een 5 voertuig, waarin tenminste een persoon kan plaatsnemen, in een transport-richting verplaatsbaar is, waarbij een de persoon dragende houder van het voertuig om een kantelas kantelbaar is van een eerste stand waarin de in bedrijf in het voertuig aanwezige persoon een hoek insluit met de baan naar een tweede stand waarin de in bedrijf in het voertuig aanwezige 10 persoon zich nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan de baan en vice versa.
Bij een dergelijke, uit de internationale octrooiaanvrage WO 97/02878 bekende amusementsinrichting van aanvraagster neemt een persoon in een nagenoeg verticale positie plaats in een houder die nabij het hoofd van de persoon om een kantelas kantelbaar is verbonden met de 15 baan. Nadat de persoon in de houder heeft plaatsgenomen, wordt de houder ten opzichte van de baan gekanteld zodanig dat de persoon met de rug evenwijdig aan en naar de baan toegekeerd onder aan de baan komt te hangen. Vervolgens wordt de persoon in de transportrichting over de baan getransporteerd waardoor de onder de baan hangende persoon als het ware 20 een vliegende sensatie ondergaat.
Ofschoon deze wijze van het positioneren van een persoon onder aan een baan op zichzelf goed functioneert, heeft de op zich bekende amusementsinrichting toch enkele nadelen.
Bij sommige amusements inrichtingen wordt het als nadelig 25 beschouwd dat bij het in- en uitstapstation tegen de boven de houders aanwezige baan wordt aangekeken omdat deze het uiterlijk van de amusementsinrichting beïnvloedt.
Een ander nadeel treedt op bij zogenaamde noodtrajecten. Een dergelijk noodtraject op de baan wordt gebruikt om in geval van nood 30 het voertuig tot stilstand te brengen. Indien in het noodtraject, dat bij voorkeur horizontaal is, de persoon uit de houder moet kunnen stappen, dient in het noodtraject onder de baan en de daaraan hangende houders een uitstapmogeli jkheid te worden aangebracht. Deze noodzakelijke uitstapmoge-lijkheid maakt de amusementsinrichting onnodig gecompliceerd en tast het 35 uiterlijk van de amusementsinrichting aan.
1 0 0 7 4 1 0 2
De uitvinding beoogt een amusementsinrichting te verschaffen waarbij op eenvoudige wijze een persoon in en uit een houder kan gaan, terwijl de persoon vervolgens in een nagenoeg evenwijdig aan de baan uitstrekkende positie langs de baan wordt verplaatst.
5 Dit doel wordt bij de amusementsinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat in de eerste stand de houder boven de baan is gelegen, waarbij de kantelas aan een van het hoofd van de persoon afgekeerde zijde is gelegen.
Hierdoor bevindt het in- en uitstappen de baan zich 10 onder de houder en derhalve onder de zich in de houder bevindende persoon. In de eerste stand is het hoofd van de persoon verder van de baan afgelegen dan in de tweede stand. De persoon wordt ten opzichte van de amusementsinrichting volgens WO 97/02878 als het ware ten opzichte van de voeten in plaats van ten opzichte van het hoofd gekanteld. Op deze wijze is de baan 15 bij het in- en uitstappen eenvoudig aan het zicht te onttrekken. Verder kan in een noodtraject, waarbij de houder zich boven op de baan bevindt, de persoon door kanteling om de kantelas eenvoudig in verticale positie worden gebracht en vervolgens uit de houder gaan en via een in of evenwijdig aan de baan voorziene uitstapmogelijkheid de amusementsinrich-20 ting verlaten.
Een uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de houder verplaatsbaar is van de eerste stand waarin de houder boven de baan is gelegen en een in de houder aanwezige persoon een nagenoeg verticale positie heeft, naar de tweede 25 stand waarin de houder onder de baan is gelegen en de persoon een met de rug evenwijdig aan de baan gelegen positie heeft en vice versa.
In de eerste stand kan eenvoudig in en uit de houder worden gegaan. In de tweede stand hangt de persoon onder de baan en ondergaat een sensatie alsof hij/zij vliegt.
30 Een andere uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de houder verplaatsbaar is van de eerste naar de tweede stand en vice versa, via een tussenstand waarbij de houder boven de baan is gelegen en de persoon een met de rug evenwijdig aan de baan gelegen positie heeft.
35 Op deze wijze kan een persoon van uit een nagenoeg verticale positie in de eerste stand van de houder, via een nagenoeg op 1 0 0 7 4 10 3 de rug liggende positie in de tussenstand van de houder naar een nagenoeg op de buik liggende positie in de tweede stand van de houder worden gebracht.
Opgemerkt wordt dat uit WO 96/22821 een amusementsin-5 richting bekend is waarbij de persoon bij het in- en uitstapstation zelf meteen een op de buik liggende, onder de baan hangende positie inneemt. Een dergelijke wijze van in- en uitstappen is omslachtig, wordt onder meer door rokdragers als gênant ervaren, is ongeschikt voor oudere personen en mindervaliden en heeft in noodtrajecten dezelfde nadelen als de uit 10 WO 97/02878 bekende amusementsinrichting.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin fig. 1 een zijaanzicht van een deel van een amusementsinrichting volgens de uitvinding toont bij een instapstation, 15 fig. 2 een ander deel van de in fig. 1 weergegeven amusementsinrichting toont bij een uitstapstation, fig. 3 een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een deel van een amusementsinrichting volgens de uitvinding bij een instapstation, 20 fig. 4 een ander deel van de in fig. 3 weergegeven amusementsinrichting toont bij een uitstapstation, fig. 5 een deel van de baan van de in fig. 1-4 weergegeven amusementsinrichtingen toont bij een in- of uitstapstation, fig. 6A een perspectivisch aanzicht toont van een in-25 en uitstapstation van een amusementsinrichting volgens de uitvinding, fig. 6B een bovenaanzicht toont van de in fig. 6A weergegeven amusementsi nri chting.
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.
30 Fig. 1 en 2 tonen een amusementsinrichting 1 die is voorzien van een langgestrekte op zich bekende geleidingsconstructie 2. De geleidingsconstructie omvat onder meer een aantal zich nagenoeg evenwijdig uitstrekkende buizen waarover een aantal gekoppelde, van wielstellen 3 voorziene voertuigen 4 verplaatsbaar is. Dergelijke 35 wielstellen 3 zijn op zich bekend en zullen derhalve niet nader worden toegelicht. Elk voertuig 4 is naast tenminste een wielstel 3 voorzien van 1007410 4 tenminste een, een houder vormende stoel 5 die kantelbaar om een kantelas 6 met een frame 7 van het voertuig 4 is verbonden. Het voertuig 4 is verder voorzien van twee zwenkarmen 8, 9, waarbij de zwenkarm 8 om een zwenkas 10 zwenkbaar is verbonden met de stoel 5, nabij het midden om een zwenkas 11 5 zwenkbaar is verbonden met de tweede zwenkarm 9 en nabij een van de zwenkas 10 afgekeerd uiteinde is voorzien van een geleidingselement 12 dat geleidbaar is in een aan de amusementsinrichting 1 voorziene geleidingsbaan 13. De tweede zwenkarm 9 is aan een van de zwenkas 11 afgekeerd uiteinde om een zwenkas 14 zwenkbaar verbonden met het 10 voertuig 4. De stoel 5 is verder voorzien van om zwenkassen 15, 16 zwenkbare veiligheidsbeugels 17, 18. De veiligheidsbeugels vormen onderdeel van een afzonderlijke octrooiaanvrage van aanvraagster en zullen derhalve niet nader worden toegelicht.
De geleidingsbaan 13 van de amusementsinrichting is 15 voorzien van een eerste deel 19 dat zich evenwijdig aan de baan 2 en zich vlak onder het frame 7 van het voertuig 4 uitstrekt, een tweede deel 20 dat zich evenwijdig aan de baan 2 uitstrekt en aan een van de stoel afgekeerde zijde van de baan is gelegen en een schuin deel 21 dat het eerste deel 19 en het tweede deel 20 met elkaar verbindt.
20 Bij het in fig. 1 en 2 weergegeven deel van de amusementsinrichting volgens de uitvinding zijn telkens vier achtereenvolgende standen (A-F) van een en hetzelfde voertuig weergegeven.
De in fig. 1 en 2 weergegeven amusementsinrichting is tussen de derde en vierde stand (C, D) van het voertuig in fig. 1 en tussen 25 de eerste en tweede stand (D, E) van het voertuig in fig. 2 voorzien van een baangedeelte met een kurketrekkerachtige vorm zoals bijvoorbeeld is weergegeven in fig. 5.
Fig. 5 toont een baangedeelte 22 dat is voorzien van twee zich evenwijdig uitstrekkende buizen 23, 24 waarover de wielstellen 3 30 van de voertuigen 4 verplaatsbaar zijn. De buizen 23, 24 zijn onderling verbonden door middel van een draagconstructie 25. Het kurketrekkerachtig baangedeelte 22 is voorzien van drie segmenten I, II, III waarbij in het eerste baangedeelte 1 de buizen 23, 24 onder de draagconstructie 25 zijn gelegen, in het segment II de buizen en de draagconstructie 25 als het 35 ware in een door pijl P2 aangegeven richting zijn getordeerd zodanig dat in segment III de buizen 23, 24 boven de draagconstructie 25 zijn gelegen.
i 1007410 5
Een door de buizen 23, 24 geleid voertuig zal bij verplaatsing over het baangedeelte 22 eveneens de door pijl P2 aangegeven verplaatsing ondergaan en bij een verplaatsing vanaf het segment I naar het segment III vanuit een onder de baan hangende naar een op de baan liggende positie worden 5 verplaatst en vanaf segment III naar segment I een verplaatsing ondergaan vanaf een op de baan gelegen naar een onder de baan hangende positie.
De werking van de amusementsinrichting 1 zal nu beknopt worden toegelicht. Hierbij worden de verschillende standen van het voertuig 4 met behulp van de letters A-F weergegeven. In stand A van het 10 voertuig 4 stapt een persoon 26 in de amusementsinrichting 1 en neemt plaats op de stoel 5. Vervolgens worden de veiligheidsbeugels 17, 18, respectievelijk zwenkassen 15, 16 in de door pijlen P3, P4 aangegeven richtingen verzwenkt, waardoor de persoon 26 in de stoel 5 wordt vergrendeld (stand B).
15 Nadat de persoon 26 in de stoel 5 is vergrendeld wordt het voertuig 4 in de door pijl PI aangegeven richting getransporteerd, waarbij de geleidingsrol 12, die in het eerste deel 19 van de geleidings-baan 13 is gelegen, in het schuine deel 21 van de geleidingsbaan 13 geraakt, waardoor de stoel 5 een kanteling om de kantelas 6 in een door 20 pijl P5 aangegeven richting ondergaat en het voertuig 4 stand C inneemt. De stoel 5 wordt in deze stand C ten opzichte van het frame 7 vergrendeld. De geleidingsbaan 13 eindigt kort nadat het voertuig 4 stand C heeft ingenomen. Het voertuig 4 wordt verder in de door pijl PI aangegeven richting getransporteerd waarbij het voertuig 4 over het kurketrekkerachti-25 ge beengedeelte 22 wordt geleid. Het voertuig 4 wordt hierbij achtereenvolgens over segment III, segment II en segment I verplaatst waarbij het voertuig 4 een door pijl P2 aangegeven rotatie ondergaat om een zich evenwijdig aan de transportrichting PI uitstrekkende zwenkas. Nadat het voertuig 4 het kurketrekkerachtige gedeelte 22 is gepasseerd bevindt het 30 voertuig 4 zich in stand D.
Daarna wordt het voertuig over de baan 2 getransporteerd waarbij de baan 2 diverse op zich bekende krommingen kan ondergaan. De persoon 26 hangt hierbij onder de baan en ligt als het ware op zijn/haar buik.
35 Fig. 2 toont de situatie die optreedt zodra het
voertuig 4 een uitstapstation of een noodtraject nadert. Vanuit stand D
1007410 6 komt het voertuig 4 in een kurketrekkerachtig baangedeelte 22 waarbij het voertuig 4 vanuit segment I via segment II naar segment III wordt verplaatst waardoor het voertuig 4 in de door pijl P2 aangegeven richting wordt geroteerd en stand E inneemt. De persoon komt hierdoor als het ware 5 op zijn/haar rug te liggen. Bij het verder verplaatsen van het voertuig 4 in de door pijl PI aangegeven richting, komt de geleidingsrol 12 in het tweede gedeelte 20 van de geleidingsbaan 13. Zodra de geleidingsrol 12 in het schuine gedeelte 21 van de geleidingsbaan 13 geraakt, ondergaat de stoel 5 een kanteling om de kantel as 6 in een door pijl P6 aangegeven 10 richting, waardoor het voertuig 4 stand F inneemt. Vervolgens worden de vei 1 igheidsbeugels 17, 18, respectievelijk zwenkassen 15, 16 verzwenkt in door pijlen P7, P8 aangegeven richtingen. Het voertuig 4 neemt hierdoor wederom stand A in waarbij de persoon 26 eenvoudig uit stoel 5 en de amusementsinrichting 1 kan gaan.
15 Fig. 3 en 4 tonen een tweede uitvoeringsvorm van een amusementsinrichting 30 volgens de uitvinding die in grote lijnen overeenkomt met de in fig. 1 en 2 weergegeven amusementsinrichting, waarbij echter de zwenking van de stoel 5 ten opzichte van het frame 7 op een andere wijze wordt uitgevoerd. Elk voertuig 31 van de amusementsinrich-20 ting 30 is voorzien van een lineaire aandrijving 32 welke een cilinder 33 en een in de cilinder transleerbare zuiger 34 omvat. De cilinder 33 is met een van de zuiger 34 afgekeerd uiteinde om een zwenkas 35 zwenkbaar verbonden met het frame 7 van het voertuig 31. De zuiger 34 is met een van de cil inder 33 afgekeerd uiteinde zwenkbaar om een zwenkas 36 verbonden 25 met de stoel 5. De zuiger 34 is pneumatisch of hydraulisch in of uit de cilinder 33 verplaatsbaar in respectievel i jk door pijlen P9, P10 aangegeven richtingen. In plaats van een in een cilinder verplaatsbare zuiger kan ook een schroefspindelaandrijving worden toegepast.
De werking van de amusementsinrichting 30 komt in grote 30 lijnen overeen met de in fig. 1 en 2 weergegeven amusementsinrichting 1 zodat derhalve alleen de werking van de cilinder-zuiger-combinatie 33, 34 zal worden toegelicht. Voor het verzwenken van de stoel 5 in de door pijl P5 aangegeven richting wordt de zuiger 34 in de door pijl P9 aangegeven richting in de cilinder 33 verplaatst waarbij de afstand tussen 35 de zwenkas 35, 36 wordt verkort en dientengevolge de stoel 5 vanuit stand B in de door pijl P5 aangegeven richting wordt verzwenkt tot stand C. Bij 1 0 0 7 410 7 het vanuit stand E in door pijl P6 aangegeven richting verzwenken van de stoel 5 ten opzichte van het frame 7 wordt de zuiger 34 in door pijl P10 aangegeven richting uit de cilinder 33 geschoven waarbij de afstand tussen de zwenkassen 35, 36 wordt vergroot en dientengevolge de stoel 5 om 5 zwenkas 6 in door pijl P6 aangegeven richting wordt verzwenkt en vanuit stand E stand F gaat innemen.
De aansturing van de cilinder-zuiger-combinatie 33, 34 kan op diverse wijzen plaatsvinden zoals bijvoorbeeld met behulp van een op het voertuig 4 aanwezige regeleenheid, langs de baan voorziene 10 sleepcontacten of sensoren, etc.
Fig. 6A en 6B tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een bovenaanzicht van een amusementsinrichting 40 volgens de uitvinding die is voorzien van een voertuig 41 dat een aantal achter elkaar gelegen rijen met stoelen 5 omvat. Zoals duidelijk zichtbaar nemen de 15 personen plaats in de stoelen 5 met de rug naar de transportrichting PI gericht. Nadat de personen 26 in de stoelen 5 zijn vergrendeld wordt op een wijze zoals weergegeven in fig. 1-3 het voertuig 41 tezamen met de baan getordeerd op een in fig. 5 weergegeven wijze waarna de personen in een onder de baan hangende positie door de amusementsinrichting 40 worden 20 verplaatst.
Het is ook mogelijk om in plaats van de baan 2 over nagenoeg 180° te torderen, enkel het voertuig 4 of enkel alleen de stoel 5 een rotatie in de door pijl P2 aangegeven richting te laten ondergaan.
Het is uiteraard ook mogelijk dat de buizen 23, 24 van 25 respectievelijk segment I en segment III niet in eenzelfde vlak zijn gelegen maar een hoek met elkaar insluiten zodat het onder de baan positioneren van het voertuig 4 bijvoorbeeld plaatsvindt op een overgang van een horizontaal naar een schuin omhoog strekkend traject van de baan.
Het is ook mogelijk om de kurketrekkerachtige beweging 30 onder te brengen in een baangedeelte dat daarvoor al geschikt is, zoals bijvoorbeeld een horizontale bocht waar de baan al gedeeltel ijk getordeerd i s.
1 u Ü 7 4 1 0

Claims (8)

1. Amusementsinrichting voorzien van een baan vormende geleidingsconstructie, waarlangs een voertuig, waarin tenminste een persoon 5 kan plaatsnemen, in een transportrichting verplaatsbaar is, waarbij een de persoon dragende houder van het voertuig om een kantelas kantelbaar is van een eerste stand waarin de in bedrijf in het voertuig aanwezige persoon een hoek insluit met de baan naar een tweede stand waarin de in bedrijf in het voertuig aanwezige persoon zich nagenoeg evenwijdig 10 uitstrekt aan de baan en vice versa, met het kenmerk, dat in de eerste stand de houder boven de baan is gelegen, waarbij de kantelas aan een van het hoofd van de persoon afgekeerde zijde is gelegen.
2. Amusementsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder verplaatsbaar is van de eerste stand waarin de 15 houder boven de baan is gelegen en een in de houder aanwezige persoon een nagenoeg verticale positie heeft, naar de tweede stand waarin de houder onder de baan is gelegen en de persoon een met de rug evenwijdig aan de baan gelegen positie heeft en vice versa.
3. Amusementsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat de houder verplaatsbaar is van de eerste naar de tweede stand en vice versa, via een tussenstand waarbij de houder boven de baan is gelegen en de persoon een met de rug evenwijdig aan de baan gelegen positie heeft.
4. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat in de eerste stand de persoon met het gezicht van de transportrichting af is gekeerd.
5. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de amusementsinrichting is voorzien van een instap- en uitstapstation, waarbij voor het uitstapstation de houder 30 vanuit de tweede stand naar de eerste stand verplaatsbaar is en in het instapstation van de eerste naar de tweede stand verplaatsbaar is.
6. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder over 180° zwenkbaar is om een zich evenwijdig aan de transportrichting uitstrekkende as.
7. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de eerste en de tweede stand van 1 0 0 7 410 de houder, de baan een verdraaiing over 180° om een evenwijdig aan de transportrichting uitstrekkende as ondergaat.
8. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de baan is voorzien van middelen voor 5 het om de kantel as kantelen van de houder ten opzichte van de baan. 1 0 0 7 A10
NL1007410A 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichting. NL1007410C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007410A NL1007410C2 (nl) 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichting.
EP98953106A EP1027113B1 (en) 1997-10-31 1998-10-26 An amusement device
AT98953106T ATE276814T1 (de) 1997-10-31 1998-10-26 Belustigungsvorrichtung
DE69826509T DE69826509T2 (de) 1997-10-31 1998-10-26 Belustigungsvorrichtung
PCT/NL1998/000616 WO1999022829A1 (nl) 1997-10-31 1998-10-26 Amusementsinrichting
US09/530,522 US6405655B1 (en) 1997-10-31 1998-10-26 Amusement device
AU10564/99A AU1056499A (en) 1997-10-31 1998-10-26 An amusement device
JP2000518754A JP2001521800A (ja) 1997-10-31 1998-10-26 娯楽装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007410A NL1007410C2 (nl) 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichting.
NL1007410 1997-10-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007410C2 true NL1007410C2 (nl) 1999-05-04

Family

ID=19765927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007410A NL1007410C2 (nl) 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichting.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US6405655B1 (nl)
EP (1) EP1027113B1 (nl)
JP (1) JP2001521800A (nl)
AT (1) ATE276814T1 (nl)
AU (1) AU1056499A (nl)
DE (1) DE69826509T2 (nl)
NL (1) NL1007410C2 (nl)
WO (1) WO1999022829A1 (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE60133610T2 (de) 2000-10-16 2009-06-10 Bolliger & Mabillard, Ingènieurs Conseils S.A. Anlage für Vergnügungspark, genannt Achterbahn
CH694800A9 (fr) 2000-12-13 2005-10-14 Bolliger & Mabillard Dispositif de retenue de passagers, siège comportant un tel dispositif et installation pour parc d'attraction comportant au moins un tel siège.
EP1215091B1 (fr) 2000-12-13 2006-02-15 BOLLIGER & MABILLARD, INGENIEURS CONSEILS S.A. Dispositif de blocage des jambes d'un passager dans un siège
US20040077415A1 (en) * 2002-06-19 2004-04-22 Mark Kleimeyer Combination giant swing and rolling carriage amusement ride
US20060137563A1 (en) * 2002-10-18 2006-06-29 Robert Cummins Multi-capacity amusement ride
NL1022745C2 (nl) * 2003-02-20 2004-08-23 Vekoma Rides Eng Bv Amusementsinrichting.
US8308232B2 (en) * 2003-06-10 2012-11-13 Antonio Zamperla S.P.A. Seat for amusement apparatus
ATE481146T1 (de) * 2003-12-15 2010-10-15 Zamperla Antonio Spa Achterbahn
NZ541121A (en) * 2005-07-06 2007-11-30 Manchester Securities Ltd Racing roller coaster ride
DE202007001485U1 (de) * 2007-01-26 2007-03-29 Zierer Karussell- Und Spezialmaschinenbau Gmbh Fahrgastrückhaltevorrichtung für Fahrgeschäfte
DE102007047289A1 (de) 2007-05-25 2008-12-04 Patrick Fischer Sitzsystem für Freizeitanlagen
US7610859B1 (en) 2007-06-30 2009-11-03 Jordan Reder Dietrich Carriage rotatable roller coaster tracks and vehicles
US7854660B2 (en) * 2008-02-19 2010-12-21 Disney Enterprises, Inc. Amusement park ride providing free-flying experience
US8490550B2 (en) * 2011-07-26 2013-07-23 Disney Enterprises, Inc. Roller coaster with articulable seat backs
US8943976B2 (en) * 2012-12-17 2015-02-03 Disney Enterprises, Inc. Flying roller coaster with vertical load and launch
WO2017074987A1 (en) * 2015-10-30 2017-05-04 Philadelphia Toboggan Coasters, Inc. Single seat roller coaster car
CA2992182C (en) * 2018-01-17 2019-03-26 Ali Kiani Amusement ride with controllable and racer motorcycle to simulate motorcycle riding
US10898816B2 (en) * 2018-04-04 2021-01-26 Universal Studios LLC Ride restraint system and method

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996022821A1 (en) * 1995-01-23 1996-08-01 Skytrak International Limited Transport apparatus
WO1997002878A1 (en) * 1995-07-11 1997-01-30 Vekoma International B.V. An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5791254A (en) * 1995-11-03 1998-08-11 Meteoro Amusement Corporation Full range of motion roller coaster

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996022821A1 (en) * 1995-01-23 1996-08-01 Skytrak International Limited Transport apparatus
WO1997002878A1 (en) * 1995-07-11 1997-01-30 Vekoma International B.V. An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device

Also Published As

Publication number Publication date
EP1027113A1 (en) 2000-08-16
US6405655B1 (en) 2002-06-18
DE69826509T2 (de) 2005-09-29
WO1999022829A1 (nl) 1999-05-14
AU1056499A (en) 1999-05-24
JP2001521800A (ja) 2001-11-13
DE69826509D1 (de) 2004-10-28
EP1027113B1 (en) 2004-09-22
ATE276814T1 (de) 2004-10-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1007410C2 (nl) Amusementsinrichting.
NL1000774C2 (nl) Amusementsinrichting alsmede voertuig geschikt voor toepassing bij een dergelijke amusementsinrichting.
EP2572767B1 (en) A rollercoaster amusement device
NL1007411C2 (nl) Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.
TW565527B (en) Escalator with step flange
JP2021160716A (ja) 人の搭乗のためのチェアリフト搭乗装置及びその関連する検出方法
NL1020996C2 (nl) Amusementsinrichting.
NL2021772B1 (nl) Attractie voor amusementsritten
WO2007055572A1 (en) Vehicule for an amusement device
NL1006652C2 (nl) Werkwijze voor het bedrijven van een amusementsinrichting alsmede een dergelijke amusementsinrichting.
KR101583706B1 (ko) 다구간(수직수평) 이송용 엘리베이터 장치
JP4065052B2 (ja) 吊り下げ搬送装置におけるワークステーションへの接近装置
JP3842369B2 (ja) 吊り下げ搬送装置
JP3516696B2 (ja) 索道の円弧プラットフォーム装置
KR101583708B1 (ko) 상부 복합방식의 다구간 이송용 엘리베이터 장치
JP2000135978A (ja) 椅子式リフト装置
US437275A (en) Store-service apparatus
NL1011548C2 (nl) Traplift voorzien van een stoel met een zitting.
US2124939A (en) Amusement device
NL1027850C1 (nl) Kermisattractie met aan een roteerbare arm opgehangen, tijdens de rotatie vlak gehouden personendrager (s).
US725838A (en) Aerial-railway system.
KR20030015901A (ko) 운반기
US342252A (en) g-ornall
JP2022546380A (ja) 乗客コンベヤシステム
SU973875A1 (ru) Пункт схода с шахтного грузопассажирского конвейера

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: VEKOMA RIDES ENGINEERING B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080501