NL1007411C2 - Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen. - Google Patents

Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1007411C2
NL1007411C2 NL1007411A NL1007411A NL1007411C2 NL 1007411 C2 NL1007411 C2 NL 1007411C2 NL 1007411 A NL1007411 A NL 1007411A NL 1007411 A NL1007411 A NL 1007411A NL 1007411 C2 NL1007411 C2 NL 1007411C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
person
amusement device
holder
locking section
knee
Prior art date
Application number
NL1007411A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Joseph Hubertus Clerx
Christiaan Wilhelmus Peeters
Original Assignee
Vekoma Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vekoma Tech Bv filed Critical Vekoma Tech Bv
Priority to NL1007411A priority Critical patent/NL1007411C2/nl
Priority to US09/530,365 priority patent/US6513441B1/en
Priority to PCT/NL1998/000617 priority patent/WO1999022830A1/nl
Priority to EP98953107A priority patent/EP1027114B1/en
Priority to JP2000518755A priority patent/JP2001521801A/ja
Priority to AU10565/99A priority patent/AU1056599A/en
Priority to AT98953107T priority patent/ATE216620T1/de
Priority to DE69805091T priority patent/DE69805091T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1007411C2 publication Critical patent/NL1007411C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G7/00Up-and-down hill tracks; Switchbacks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R21/02Occupant safety arrangements or fittings, e.g. crash pads
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R2021/0065Type of vehicles
    • B60R2021/0097Amusement vehicles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Reciprocating, Oscillating Or Vibrating Motors (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Platform Screen Doors And Railroad Systems (AREA)
  • Automotive Seat Belt Assembly (AREA)
  • Adornments (AREA)

Description

Korte aanduiding: Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.
De uitvinding heeft betrekking op een amusementsinrich-5 ting voorzien van een baan vormende geleidingsconstructie, waarlangs tenminste een voertuig in een transportrichting verplaatsbaar is, waarbij in bedrijf de rug van een in het voertuig aanwezige persoon nagenoeg evenwijdig aan de baan is gelegen, welk voertuig een houder voor de persoon omvat die tenminste is voorzien van een zitsteun, een rugsteun, een 10 hoofdsteun, een instelbaar schoudervergrendelgedeelte en een beenvergren-delgedeelte.
De uitvinding heeft verder betrekking op een amusementsinrichting voorzien van een baan vormende geleidingsconstructie waarlangs tenminste een voertuig, waarin tenminste een persoon kan 15 plaatsnemen in een transportrichting verplaatsbaar is, welk voertuig een houder voor de persoon omvat die tenminste is voorzien van een zitsteun, een rugsteun, een hoofdsteun, een instelbaar schoudervergrendelgedeelte en een beenvergrendelgedeelte.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een houder 20 geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.
Bij een dergelijke, uit de internationale octrooiaanvrage WO 97/02878 van aanvraagster bekende amusementsinrichting wordt de persoon in een onder de baan hangende positie langs de baan getransporteerd. De rug, bovenbenen en onderbenen van de persoon strekken zich 25 hierbij evenwijdig aan de baan uit.
Doordat de persoon zich in een volledig gestrekte positie langs de baan uitstrekt wordt de afstand tussen twee achter elkaar gelegen houders mede bepaald door de langste persoon die in een houder kan plaatsnemen. De lengte van de personen die van de amusementsinrichting 30 gebruik maken lopen sterk uiteen, tussen een persoon van 1.20 m en een relatief grote volwassene van 2.10 m.
Tevens is het vergrendelen van een persoon in een gestrekte houding relatief gecompliceerd.
Een verder nadeel van het in volledig gestrekte positie 35 transporteren van een persoon is dat bij een aantal achter elkaar gelegen 1007411 2 personen de ene persoon tussen de benen van de voor hem liggende persoon kan kijken, hetgeen als gênant wordt ervaren.
De uitvinding beoogt een amusementsinrichting te verschaffen waarbij de persoon in een comfortabele positie langs de baan 5 wordt getransporteerd terwijl de afstand tussen twee opeenvolgende houders relatief beperkt kan zijn.
Dit doel wordt bij de amusementsinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat in bedrijf tenminste de bovenbenen van de persoon aanliggen tegen de zitsteun, waarbij de persoon in een zittende 10 houding met de rug evenwijdig aan de baan langs de baan wordt verplaatst.
Doordat de persoon een houding heeft waarbij de bovenen onderbenen de stand innemen die overeenkomt met een zittende positie is de totale lengte van de persoon in de transportrichting kleiner dan bij een volledig gestrekte positie van de persoon. Hierdoor kunnen de 15 opeenvolgende houders op een kortere afstand van elkaar zijn gelegen dan bij de bekende inrichting. Doordat verder de beide bovenbenen door de zitsteun worden ondersteund wordt inkijk bij met name rokdragende personen voorkomen.
Een uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens 20 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de houder verder is voorzien van een heupvergrendelgedeelte.
Met behulp van het heupvergrendelgedeelte wordt een eenduidige fixatie van een persoon in een richting evenwijdig en tegengesteld aan de transportinrichting verkregen. De persoon is ingeklemd 25 tussen de zitsteun, rugsteun en heupvergrendelgedeelte waardoor de persoon eenduidig is opgesloten.
Een andere uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het beenvergrendelgedeelte een instelbaar knievergrendelgedeelte omvat dat in bedrijf tenminste 30 aanligt tegen de knieën van de persoon.
Een kniesteun wordt als relatief comfortabel ervaren.
Met behulp van het knievergrendelgedeelte wordt de positie van de knieën van een persoon ten opzichte van de zitsteun en rugsteun vastgelegd. Bij de amusementsinrichting volgens de uitvinding 35 zijn de bovenbenen van de persoon opgesloten tussen het knievergrendelge- 1007411 3 deelte en de zitsteun en/of de rugsteun. Met behulp van de kniesteun worden tegelijkertijd de onderbenen ondersteund.
De uitvinding beoogt tevens een amusementsinrichting te verschaffen die is voorzien van een houder waarin een persoon op 5 eenvoudige en comfortabele wijze is vergrendeld.
Dit doel wordt bij de amusementsinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat het beenvergrendelgedeelte een instelbaar knievergrendelgedeelte omvat dat in bedrijf aanligt tegen de knieën van een persoon, waarbij de houder verder is voorzien van een een heupvergren-10 delgedeelte.
Gebleken is dat door het vergrendelen van de schouders, heup en knieën van een persoon ten opzichte van de zitsteun en rugsteun een relatief goede, eenvoudige en comfortabele vergrendeling van een persoon in de houder wordt verkregen.
15 Een verdere uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het schoudervergrendelgedeelte, het heupvergrendelgedeelte en het knievergrendelgedeelte ten opzichte van de zitsteun instelbaar zijn, waarbij in bedrijf het zitgedeelte van de persoon door de zitsteun wordt ondersteund.
20 Doordat de persoon op de zitsteun zit, is het instellen van de drie vergrendelgedeeltes relatief eenvoudig. Door de zitsteun is de positie van de knieën binnen relatief beperkte grenzen bekend. Ditzelfde geldt voor de positie van de heup. Voor de positie van de schouders geldt dat deze niet afhankelijk zijn van de beenlengte van de persoon waardoor 25 ook de positie van de schouders binnen relatief beperkte grenzen liggen.
Indien uit een staande positie een knievergrendelgedeelte dient te worden aangebracht is de hoogte van de knieën van verschillende personen, dat wil zeggen van een persoon van ongeveer 1.20 m of een relatief grote volwassene van 2.10 m binnen relatief ruime grenzen gelegen. 30 De positie van het schoudergedeelte wordt hierbij behalve door de lengte van de romp ook bepaald door de lengte van de benen.
Een andere uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het schoudervergrendel gedeelte, het heupvergrendelgedeelte en het knievergrendelgedeelte 35 afzonderlijk van elkaar instelbaar zijn.
1 0 0 7 4 1 1 4
Doordat de drie vergrendelgedeeltes, voor knieën, schouders en heup, afzonderlijk instelbaar zijn, is de houder geschikt voor personen met relatief ver uiteenlopende afmetingen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 5 van de tekeningen, waarin fig. IA-1E perspectivische aanzichten tonen van eerste uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding in verschillende standen, fig. 2A-2C respectievelijk een perspectivisch aanzicht, 10 zijaanzicht en vooraanzicht tonen van een tweede uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding, fig. 3A-3C respectievelijk een perspectivisch aanzicht, zijaanzicht en vooraanzicht tonen van een houder volgens een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, 15 fig. 4A-4E perspectivische aanzichten tonen van de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding in verschillende standen van de instapprocedure, fig. 5A-5C perspectivische aanzichten tonen van een vierde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding in verschillende standen, 20 fig. 6A en 6B een amusementsinrichting volgens de uitvinding toont die is voorzien van een in fig. 1A-1E weergegeven houder volgens de uitvinding.
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.
25 Fig. IA toont een houder 1 voor een persoon van een voertuig van een amusementsinrichting volgens de uitvinding. De houder 1 is voorzien van een stoel 2 die een zitsteun 3, een daarop aangrenzende rugsteun 4 en een daarop aangrenzende hoofdsteun 5 omvat. De stoel 2 is op een frame 6 bevestigd dat verder een opstapplateau 7 omvat. De houder 1 30 is verder voorzien van een heupvergrendelgedeelte 8, een schoudervergren-delgedeelte 9 en een knievergrendelgedeelte 10.
Het heupvergrendelgedeelte 8 omvat een zich lateraal uitstrekkende beugel 11 die met behulp van twee aan weerszijden bevestigde zwenkarmen 12 zwenkbaar is verbonden om een nabij de hoofdsteun 5 gelegen 35 zich lateraal uitstrekkende zwenkas 13.
1007411 5
Het schoudervergrendelgedeelte 9 omvat twee gordelbanden 14 die elk met een eerste uiteinde 15 aan weerszijde van de hoofdsteun 5 zijn bevestigd en met het tweede uiteinde 16 zijn verbonden met de heupbeugel 11. De gordelbanden 14 strekken zich hierbij kruislings 5 uit zoals zichtbaar is in bijvoorbeeld fig. 1C.
Het knievergrendelgedeelte 10 omvat een laddervormige constructie 17 die met een eerste uiteinde zwenkbaar is gelagerd om een zich lateraal uitstrekkende, nabij het instapplateau 7 gelegen zwenkas 18.
De laddervormige constructie 17 is aan een van de 10 zwenkas 18 afgekeerde zijde voorzien van een schaal vormig gedeelte 19 en een daaraan bevestigd handvat 20.
De werking van de houder 1 volgens de uitvinding is als volgt. Bij de in fig. IA weergegeven stand van de vergrendelgedeeltes 8, 9, 10 kan een persoon op het instapplateau 7 stappen en op de zitsteun 3 15 plaatsnemen. Indien het een relatief kleine persoon betreft kan de persoon hierbij gebruik maken van de treden van de laddervormige constructie 17. Nadat de persoon 21 op de zitsteun heeft plaatsgenomen pakt de persoon het handvat 20 beet en trekt het knievergrendelgedeelte 10 in de door pijl PI aangegeven richting naar zich toe totdat het schaal vormige 20 gedeelte 19 tegen zijn knieën 22 aanligt. De bovenbenen 23 van de persoon zijn nu tussen het schaal vormige gedeelte 19 van het knievergrendelgedeelte 10, de zitsteun 3 en de rugsteun 4 opgesloten. De onderbenen 24 liggen hierbij aan tegen het schaal vormige gedeelte 19. Vervolgens pakt de persoon 21 de heupbeugel 11 beet en verzwenkt deze om de zwenkas 13 in 25 de door pijl P2 aan gegeven richting totdat de heupbeugel 11 aanligt tegen de persoon op de overgang van zijn romp 25 naar zijn bovenbenen 23. Door het in de door pijl P2 aangegeven richting verplaatsen van de heupbeugel 13 worden tegelijkertijd de gordelbanden 14 over het hoofd 26 van de persoon verplaatst en worden de nabij de hoofdsteun 5 gelegen gedeeltes van de 30 gordelbanden 14 tegen de schouders 27 van de persoon 21 aangelegd. Nadat de heupbeugel 11 de eindstand heeft bereikt, worden de eerste uiteinden 15 van de gordelbanden 14 in een door pijl P3 aangegeven richting verplaatst totdat de gordelbanden stevig aanliggen op de schouders 27 van de persoon 21 (zie fig. 1C). Op dat moment is de persoon 21 stevig in de 35 houder 1 opgesloten waarbij het hoofd 26 afsteunt tegen de hoofdsteun 5, de rug van de persoon afsteunt tegen de rugsteun 4, de bovenbenen zijn 1 0 0 7 411 6 opgesloten tussen het schaal vormige gedeelte 19 van het knievergrendelgedeelte 10, de zitsteun 3 en het ruggedeelte 4 en de onderbenen tegen het schaal vormige gedeelte 19 steunen.
Na controle of het schoudervergrendelgedeelte, het 5 heupvergrendelgedeelte en het knievergrendelgedeelte de persoon op correcte wijze zijn vergrendeld, hetgeen met behulp van sensoren of handmatig kan worden uitgevoerd, worden het schaal vormige gedeelte 19, de heupbeugel 11 en de gordelbanden 14 in de bereikte eindposities geblokkeerd. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van op zich bekende blokkeerinrichtingen. Voor 10 de gordelbanden 14 kan gebruik worden gemaakt van uit de auto-industrie bekende gemodificeerde gordel spanners die aan de eerste uiteinden 15 van de gordelbanden 14 kunnen worden bevestigd. De gordel spanners bij de amusementsinrichting dienen de gordelbanden continu gespannen en vergrendeld te houden.
15 Fig. 1D toont de uiteindelijke stand van een in de houder 1 vergrendelde persoon 21. De houder 1 maakt deel uit van een voertuig (niet weergegeven) dat met behulp van wielstellen 30 verplaatsbaar is over een baan vormende geleidingsconstructie 31. Een dergelijke baanconstructie is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden 20 toegelicht. De houder 1 is geschikt voor het verplaatsen van een persoon in een zittende positie over een baan. Daarnaast is de houder 1 uitermate geschikt voor het verplaatsen van een persoon in een onder de geleidingsconstructie 31 hangende positie, zoals is weergegeven in fig. IE. Nadat een persoon 21 in de houder 1 heeft plaatsgenomen wordt de houder 1 met 25 de daarin opgesloten persoon 21 zodanig ten opzichte van de geleidingsconstructie 31 verplaatst dat de persoon in de onder de geleidingsconstructie hangende positie terecht komt. In de onder de baan hangende positie is de totale lengte van de persoon in de transportrichting door de als het ware opgetrokken knieën korter dan in het geval dat een persoon zich 30 volledig uitstrekt langs de baan. Door de als het ware Z-vormige houding van de personen is het relatieve lengteverschil tussen korte en lange personen in de richting van de baan aanzienlijk teruggebracht. Door de zitsteun 3 wordt naast een goede ondersteuning van het zitgedeelte van een persoon tevens inkijk voorkomen. De wijze waarop de persoon van uit 35 de op de baan zittende naar de onder de baan hangende positie wordt verplaatst maakt deel uit van een andere octrooiaanvrage van aanvraagster 1007411 7 en zal derhalve aan de hand van fig. 6A-6B slechts beknopt worden toegelicht.
Het is ook mogel ijk om de houder 1 nabij de hoofdsteun 5 met de geleidingsconstructie te verbinden waarbij de houder 1 op de in 5 WO 97/02878 aangegeven wijze in een evenwijdig aan de geleidingsconstructie 31 gelegen stand kan worden gebracht.
Fig. 2A-2C tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht, zijaanzicht en vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een houder 50 volgens de uitvinding die in grote lijnen overeenkomt met 10 de in fig. IA-1E weergegeven uitvoeringsvorm. Bij de in fig. 2A-2C weergegeven houder 50 is de heupbeugel 51 meer gebogen uitgevoerd dan de heupbeugel 11. De gordelbanden 14 zijn met de eerste uiteinden 15 verbonden met gordel spanners 52 die respectievelijk verplaatsbaar zijn in door dubbele pijlen P8, P9 aangegeven, schuin van de hoofdsteun 5 afgerichte 15 richtingen. Voor de werking van de in fig. 2A-2C weergegeven houder 50 wordt verwezen naar de beschrijving van de werking van de houder 1.
Fig. 3A-3C tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht, zijaanzicht en vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een houder 35 volgens de uitvinding. De houder 35 is voorzien van een 20 stoel 2 die een zitsteun 3, een daarop aangrenzende rugsteun 4 en een daarop aangrenzende hoofdsteun 5 omvat. De stoel 2 is op een frame 6 bevestigd dat verder een opstapplateau 7 omvat. De houder 35 is verder voorzien van een knievergrendelgedeelte 10 dat overeenkomt met het in fig. IA-1E weergegeven knievergrendelgedeelte. De houder 35 omvat verder een 25 heupvergrendelgedeelte 36 dat een heupbeugel 37 omvat die met behulp van twee armen 38 zwenkbaar is gelagerd om de zich lateraal uitstrekkende zwenkas 18 waaromheen tevens de laddervormige constructie 17 van het knievergrendelgedeelte 10 zwenkbaar is.
De houder 35 is verder voorzien van een schoudervergren-30 delgedeelte 39 dat twee aan weerszijden van de hoofdsteunen 5 gelegen schouderbeugels 40 omvat die elk zwenkbaar zijn gelagerd om een zich in craniocaudale richting uitstrekkende zwenkassen 41. De zwenkassen 41 zijn zwenkbaar gelagerd in draagconstructies 42 die verschuifbaar zijn in een richting die nagenoeg evenwijdig is aan de craniocaudale richting.
35 Fig. 4A-4E tonen de werking van de in fig. 3A-3C
weergegeven houder 35. Bij de in fig. 3A weergegeven stand van de 1007411 8 vergrendel gedeeltes 10, 35, 39 neemt een persoon 21 plaats in de stoel 2. Vervolgens pakt de persoon de heupbeugel 37 beet en verzwenkt deze om de zwenkas 18 in de door pijl P4 aangegeven richting totdat de heupbeugel aanligt tegen de overgang tussen de romp 25 en de bovenbenen 23 (fig. 4B).
5 Daarna trekt de persoon 21 het schaal vormige gedeelte 19 van het knievergrendelgedeelte 10 naar zich toe, waarbij deze om de zwenkas 18 verzwenkt in de door pijl PI aangegeven richting (fig. 4C). Daarna pakt de persoon een voor een de schouderbeugel s 40 beet en verzwenkt deze respectievelijk in de door pijl P5, P6 aangegeven richting. Tegelijkertijd 10 trekt de persoon de beugels 40 in de door pijl P7 aangegeven, zich in craniocaudale richting uitstrekkende richting waardoor de schouderbeu-gels 40 tegen de schouders van de persoon 21 aan komen te liggen (fig. 4D). Vervolgens wordt gecontroleerd of het knievergrendelgedeelte, het heupvergrendelgedeelte en het schoudervergrendelgedeelte de juiste posities 15 hebben waarna de vergrendelgedeeltes in deze posities worden geblokkeerd (fig. 4E). De persoon 21 is hierbij op een relatief eenvoudige wijze comfortabel en veilig opgesloten in de houder 35. Hierbij is het hoofd van de persoon in de zijwaartse richting vrij beweegbaar zodat een vrij zicht in alle richtingen mogelijk is. De voeten van de persoon kunnen op 20 comfortabele wijze tegen een van de treden van de laddervormige constructie 17 worden geplaatst, waardoor de persoon zichzelf, tijdens het over de baan vormende geleidingsconstructie verplaatsen van de houder, actief kan ondersteunen. Dit wordt als plezierig ervaren.
Fig. 5A-5C tonen perspectivische aanzichten van 25 verschillende standen van een houder 55 volgens de uitvinding. De houder 55 is voorzien van een stoel 2 die aan weerszijden van de hoofdsteunen 5 is voorzien van schouderkussens 56 waar zich uiteinden 15 van gordelbanden 14 doorheen uitstrekken. De uiteinden 15 van de gordelbanden 14 zijn aan een achterzijde van de stoel 2 bevestigd met gordel spanners. De van de eerste 30 uiteinden 15 afgekeerde uiteinden van de gordelbanden 14 zijn voorzien van gordeltongen 57.
De houder 55 is verder voorzien van een heupbeugel 58 die met behulp van een arm 59 zwenkbaar is gelagerd om een nabij het opstapplateau 7 gelegen zwenkas 18. Aan weerszijden van de arm 59 zijn 35 kniesteunen 60 voorzien die met behulp van armen 61 zwenkbaar zijn om de 1007411 9 zwenkas 18. De heupbeugel 58 is voorzien van twee gordeltongvergrendelmechanismen 62.
De werking van de houder 55 is als volgt. Een persoon 21 neemt bij een in fig. 5A weergegeven stand van de houder 55 plaats in de 5 stoel 2. Vervolgens trekt de persoon 21 de heupbeugel 58 naar zich toe waarbij deze om de zwenkas 18 wordt verzwenkt in de door pijl P10 aangegeven richting. De arm 59 wordt hierbij tussen de bovenbenen 23 van de persoon gepositioneerd. Daarna pakt de persoon de gordeltongen 57 beet en bevestigt deze in de gordeltongvergrendelmechanismen 62. Hierbij worden 10 de schouderkussens 56 verbogen zodat zij aan komen te liggen tegen de schouders van de persoon. Dit is weergegeven in fig. 5C. Daarna worden automatisch de kniesteunen 60 om de zwenkas 18 verzwenkt totdat de kantelbare kniesteunen 60 aanliggen tegen de knieën van de persoon 21. Na het vergrendelen van de gordeltongen in de gordel tongvergrendelmechanis-15 men, het blokkeren van de heupbeugel 58 en het aanbrengen en vervolgens blokkeren van de kniesteunen 60 is de persoon 21 veilig in de houder 55 opgesloten waarna vervolgens de houder 55 over een baan vormende geleidingsconstructie kan worden verplaatst waarbij de persoon een op de baan zittende of onder de baan hangende positie kan innemen.
20 Fig. 6A en 6B tonen de in fig. 1A-1E weergegeven houder 1 in verschillende standen A-F tijdens het instappen (stand A-D) en het uitstappen (stand D-E-F-A). In stand A neemt de persoon plaats in de houder 1 waarna op de wijze zoals uitvoerig besproken aan de hand van fig. 1A-1E het heupvergrendelgedeelte 8 en het knievergrendelgedeelte 10 25 in respectievelijk de door pijlen P2, PI aangegeven richting worden verzwenkt en de houder stand B inneemt. Met behulp van een lineaire actuator 70 die met een uiteinde 71 scharnierbaar is bevestigd aan stoel 2 en met een ander uiteinde 72 scharnierbaar is bevestigd aan een van wielen 73 voorzien onderstel 74 wordt de stoel 2 om zwenkas 75 in door 30 pijl P21 aangegeven richting verzwenkt naar stand C. Hierbij strekt de rug van de persoon zich evenwijdig uit aan de baan vormende geleidingsconstructie 31. De bovenbenen 23 en onderbenen 24 staan onder hoeken ten opzichte van de baan 31 waardoor de totale lengte van de houder 1 relatief beperkt kan zijn. De houder 1 ondergaat tijdens het verplaatsen in de door 35 pijl P20 aangegeven transportrichting een rotatie in een door pijl P22 aangegeven richting ten gevolge waarvan de houder 1 een onder de baan 31 1007411 10 hangende positie inneemt. In deze stand wordt de houder vervolgens langs de baan 31 verplaatst. Bij een uitstapstation wordt de houder achtereenvolgens vanuit stand D, via stand E, stand F naar stand A verplaatst van waaruit de persoon de amusementsinrichting kan verlaten.
5 1 0 0 7 A 1 1

Claims (18)

1. Amusementsinrichting voorzien van een baan vormende geleidingsconstructie, waarlangs tenminste een voertuig in een transport- 5 richting verplaatsbaar is, waarbij in bedrijf de rug van een in het voertuig aanwezige persoon nagenoeg evenwijdig aan de baan is gelegen, welk voertuig een houder voor de persoon omvat die tenminste is voorzien van een zitsteun, een rugsteun, een hoofdsteun, een instelbaar schouderver-grendelgedeelte en een beenvergrendelgedeelte, met het kenmerk, dat in 10 bedrijf tenminste de bovenbenen van de persoon aanliggen tegen de zitsteun, waarbij de persoon in een zittende houding met de rug evenwijdig aan de baan langs de baan wordt verplaatst.
2. Amusementsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder verder is voorzien van een heupvergrendelgedeelte.
3. Amusementsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het beenvergrendelgedeelte een instelbaar knievergrendelgedeelte omvat dat in bedrijf tenminste aanligt tegen de knieën van de persoon.
4. Amusementsinrichting voorzien van een baan vormende 20 geleidingsconstructie waarlangs tenminste een voertuig, waarin tenminste een persoon kan plaatsnemen in een transportrichting verplaatsbaar is, welk voertuig een houder voor de persoon omvat die tenminste is voorzien van een zitsteun, een rugsteun, een hoofdsteun, een instelbaar schouderver-grendelgedeelte en een beenvergrendelgedeelte, met het kenmerk, dat het 25 beenvergrendelgedeelte een instelbaar knievergrendel gedeelte omvat dat in bedrijf aanligt tegen de knieën van een persoon, waarbij de houder verder is voorzien van een een heupvergrendel gedeelte.
5. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schoudervergrendelgedeelte, het 30 heupvergrendelgedeelte en het knievergrendelgedeelte ten opzichte van de zitsteun instel baar zijn, waarbij in bedrijf het zitgedeelte van de persoon door de zitsteun wordt ondersteund.
6. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schoudervergrendelgedeelte, het 35 heupvergrendelgedeelte en het knievergrendelgedeelte afzonderlijk van elkaar instelbaar zijn. 1007411
7. Amusements i nrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het knievergrendelgedeelte verder is voorzien van een onderbeensteun.
8. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat het knievergrendelgedeelte verder is voorzien van een voetensteun.
9. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het heupvergrendelgedeelte een zich ten opzichte van de persoon lateraal uitstrekkende beugel omvat, die met 10 tenminste een arm zwenkbaar is om een nabij de hoofdsteun voorziene zwenkas.
10. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het heupvergrendelgedeelte een zich ten opzichte van de persoon lateraal uitstrekkende beugel omvat, die 15 zwenkbaar is om een zich lateraal uitstrekkende, nabij de voeten van de persoon gelegen zwenkas.
11. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het knievergrendelgedeelte zwenkbaar is om een zich lateraal uitstrekkende, nabij de voeten van de persoon gelegen 20 zwenkas.
12. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkas van het knievergrendelgedeelte en het heupvergrendelgedeelte samenvallen.
13. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat het schoudervergrendelgedeelte is voorzien van tenminste twee gordelbanden die elk met een eerste uiteinde nabij een schouder met de houder zijn verbonden en met een tweede uiteinde met het heupvergrendelgedeelte zijn verbonden.
14. Amusementsinrichting volgens conclusie 13, met het 30 kenmerk, dat het eerste uiteinde van de gordelbanden tenminste in craniocaudale richting instelbaar zijn.
15. Amusementsinrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de gordelbanden opspanbaar zijn.
16. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat de houder ten opzichte van de baan 1007411 kantelbaar is naar een stand waarbij de craniocaudale richting van de persoon evenwijdig aan de transportrichting is gelegen.
17. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schoudervergrendelgedeelte twee 5 schouderbeugels omvat die zwenkbaar zijn om een zich nagenoeg in craniocaudale richting uitstrekkende zwenkas en tenminste instelbaar zijn in craniocaudale richting.
18. Houder volgens een der voorgaande conclusies. 1007411
NL1007411A 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen. NL1007411C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007411A NL1007411C2 (nl) 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.
US09/530,365 US6513441B1 (en) 1997-10-31 1998-10-26 Amusement devices as well as a holder suitable for such amusement devices
PCT/NL1998/000617 WO1999022830A1 (nl) 1997-10-31 1998-10-26 Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen
EP98953107A EP1027114B1 (en) 1997-10-31 1998-10-26 Amusement device
JP2000518755A JP2001521801A (ja) 1997-10-31 1998-10-26 娯楽装置とこのような娯楽装置に適したホルダ
AU10565/99A AU1056599A (en) 1997-10-31 1998-10-26 Amusement devices as well as a holder suitable for such amusement devices
AT98953107T ATE216620T1 (de) 1997-10-31 1998-10-26 Vergnügungseinrichtung
DE69805091T DE69805091T2 (de) 1997-10-31 1998-10-26 Vergnügungseinrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007411A NL1007411C2 (nl) 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.
NL1007411 1997-10-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007411C2 true NL1007411C2 (nl) 1999-05-04

Family

ID=19765928

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007411A NL1007411C2 (nl) 1997-10-31 1997-10-31 Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US6513441B1 (nl)
EP (1) EP1027114B1 (nl)
JP (1) JP2001521801A (nl)
AT (1) ATE216620T1 (nl)
AU (1) AU1056599A (nl)
DE (1) DE69805091T2 (nl)
NL (1) NL1007411C2 (nl)
WO (1) WO1999022830A1 (nl)

Families Citing this family (35)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1014660C2 (nl) 2000-03-16 2001-09-19 Vekoma Tech Bv Amusementsinrichting.
JP3510187B2 (ja) * 2000-07-14 2004-03-22 泉陽興業株式会社 人員輸送装置
ATE392242T1 (de) 2000-10-16 2008-05-15 Bolliger & Mabillard Anlage für vergnügungspark, genannt achterbahn
ATE317782T1 (de) 2000-12-13 2006-03-15 Bolliger & Mabillard Vorrichtung zum festhalten der beine eines insassen in einem sitz
CH694800A9 (fr) 2000-12-13 2005-10-14 Bolliger & Mabillard Dispositif de retenue de passagers, siège comportant un tel dispositif et installation pour parc d'attraction comportant au moins un tel siège.
US7887067B2 (en) * 2002-05-13 2011-02-15 Fall Stop Holding As Child safety device for child seat
DE10239891A1 (de) * 2002-08-29 2004-03-18 Maurer Söhne Gmbh & Co. Kg Rückhaltesystem für Vergnügungsfahrzeuge
US7695070B2 (en) 2002-08-29 2010-04-13 Maurer Sohne Gmbh & Co. Kg Retaining system
NL1022745C2 (nl) 2003-02-20 2004-08-23 Vekoma Rides Eng Bv Amusementsinrichting.
DE20314975U1 (de) * 2003-09-26 2005-02-10 Raw Tex International Ag Rückhaltevorrichtung für Belustigungsvorrichtungen
EP1697014B1 (en) * 2003-12-15 2010-09-15 ANTONIO ZAMPERLA S.p.A. Roller coaster
EP1618933B1 (de) * 2004-07-20 2010-11-17 Maurer Söhne GmbH & Co. KG Sicherungssystem für Personentransportanlagen und Fahrgeschäfte
NZ541121A (en) * 2005-07-06 2007-11-30 Manchester Securities Ltd Racing roller coaster ride
DE202007001485U1 (de) * 2007-01-26 2007-03-29 Zierer Karussell- Und Spezialmaschinenbau Gmbh Fahrgastrückhaltevorrichtung für Fahrgeschäfte
US7610859B1 (en) 2007-06-30 2009-11-03 Jordan Reder Dietrich Carriage rotatable roller coaster tracks and vehicles
CN101820960B (zh) 2007-08-16 2013-03-13 威克马游乐设施有限责任公司 过山车娱乐装置
US7854660B2 (en) * 2008-02-19 2010-12-21 Disney Enterprises, Inc. Amusement park ride providing free-flying experience
DE102009047516B4 (de) * 2009-12-04 2016-11-03 Idea Tv Gesellschaft Für Kommunikative Unternehmensbetreuung Mbh Schienensystem sowie ein Fahrbrett für das Schienensystem
DE102010047093B4 (de) * 2010-10-01 2012-09-13 Roland Arnold Rückhaltesystem
US8943976B2 (en) * 2012-12-17 2015-02-03 Disney Enterprises, Inc. Flying roller coaster with vertical load and launch
EP3483010A1 (en) 2013-06-04 2019-05-15 Antonio Zamperla S.p.A. Seat for amusement rides
US9259655B2 (en) 2013-11-01 2016-02-16 S&S Worldwide, Inc. System and apparatus for silent anti-rollback for track mounted vehicles
US9144745B2 (en) 2013-11-14 2015-09-29 S&S Worldwide, Inc. System and apparatus for magnetic spin control for track-mounted vehicles
DE102014113869A1 (de) * 2014-09-24 2016-03-24 Mack Rides Gmbh & Co. Kg Vorrichtung zur Rückhaltung eines Fahrgastes in einer Halterung eines Fahrgeschäftes
US9827503B2 (en) 2015-04-17 2017-11-28 Lagoon Corporation, Inc. Restraint system for amusement ride
US9950647B2 (en) * 2015-04-17 2018-04-24 Lagoon Corporation, Inc. Seat form for amusement rides
US10363951B2 (en) 2015-06-11 2019-07-30 Safe-Strap Company, Llc Child restraint for child seat
US11141626B2 (en) 2017-06-02 2021-10-12 ALLTrand, Inc. Device for safely strengthening core muscles
US11083929B2 (en) * 2017-06-02 2021-08-10 ALLTrand, Inc. Device for safely strengthening core muscles
DE102017121730A1 (de) * 2017-09-19 2019-03-21 Mack Rides Gmbh & Co Kg Fahrgastaufnahme für ein Fahrgeschäft, Verfahren zum Betreiben einer derartigen Fahrgastaufnahme sowie Fahrgeschäft mit einer derartigen Fahrgastaufnahme
US10821934B2 (en) * 2017-10-24 2020-11-03 Universal City Studios Llc Passenger restraint with integrated audio system
CA2992182C (en) * 2018-01-17 2019-03-26 Ali Kiani Amusement ride with controllable and racer motorcycle to simulate motorcycle riding
US10898816B2 (en) * 2018-04-04 2021-01-26 Universal Studios LLC Ride restraint system and method
EP3574967B1 (de) * 2018-05-30 2023-08-16 Raw Tex International Establishment Rückhaltevorrichtung zur sicherung eines benutzers in einem fahrgeschäft
DE102018123640B3 (de) 2018-09-25 2019-12-12 Mack Rides Gmbh & Co. Kg Achterbahn

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3237684A1 (de) * 1981-10-12 1983-04-28 Togo Japan Inc., Tokyo Stehposition-stuetzeinrichtung fuer vergnuegungsfahrzeuge
DE3629495A1 (de) * 1985-09-17 1987-03-26 Giovanola Freres Sa Rueckhaltevorrichtung fuer stehenden passagier
WO1997002878A1 (en) * 1995-07-11 1997-01-30 Vekoma International B.V. An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5883983A (ja) * 1981-11-13 1983-05-19 明昌特殊産業株式会社 ジエツトコ−スタ−装置
DE3337684A1 (de) 1983-10-17 1985-05-02 Alcan Ohler GmbH, 5970 Plettenberg Deckelverschluss fuer einen behaelter aus einer durch ziehen plastisch verformten folie
US5549534A (en) * 1989-02-07 1996-08-27 Parviainen; Arno Spine rehabilitation apparatus
US6086157A (en) * 1991-01-10 2000-07-11 Toso; Victor Ergonomic chair
CH682981A5 (fr) * 1991-12-02 1993-12-31 Bolliger & Mabillard Circuit d'attraction du type montagnes russes.
US5791254A (en) * 1995-11-03 1998-08-11 Meteoro Amusement Corporation Full range of motion roller coaster
US6098549A (en) * 1996-11-01 2000-08-08 Meteoro Corporation Modularized amusement ride and training simulation device
US6004246A (en) * 1998-03-27 1999-12-21 Medx 96, Inc. Lower back exercise machine including leg engaging assembly for isolating the lower torso
FR2779945B1 (fr) * 1998-06-23 2000-11-10 Internat Diffusion Consommateu Noix d'articulation pour accoudoir de fauteuil d'handicape et fauteuil en faisant application

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3237684A1 (de) * 1981-10-12 1983-04-28 Togo Japan Inc., Tokyo Stehposition-stuetzeinrichtung fuer vergnuegungsfahrzeuge
DE3629495A1 (de) * 1985-09-17 1987-03-26 Giovanola Freres Sa Rueckhaltevorrichtung fuer stehenden passagier
WO1997002878A1 (en) * 1995-07-11 1997-01-30 Vekoma International B.V. An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device

Also Published As

Publication number Publication date
EP1027114B1 (en) 2002-04-24
US6513441B1 (en) 2003-02-04
EP1027114A1 (en) 2000-08-16
DE69805091T2 (de) 2002-12-05
WO1999022830A1 (nl) 1999-05-14
AU1056599A (en) 1999-05-24
JP2001521801A (ja) 2001-11-13
DE69805091D1 (de) 2002-05-29
ATE216620T1 (de) 2002-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1007411C2 (nl) Amusementsinrichtingen alsmede houder geschikt voor dergelijke amusementsinrichtingen.
US8453576B2 (en) Rollercoaster amusement device
EP0958013B1 (en) An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device
US6488332B1 (en) Traveling seat
NL1011568C2 (nl) Tillift met bekkensteun.
CN109068855B (zh) 带有运动装置的椅子
US4707026A (en) Mobile rocking wheelchair with position locking means
US5725274A (en) Bicycle seat
NL9001040A (nl) Gehandicaptenstoel.
US20150216757A1 (en) Erect posture mobility device with low turn radius
US5189741A (en) Patient lift and transportation device
US20070085405A1 (en) Device for assisting disabled persons
JPH10504735A (ja) 生体力学的関節付き座席
US20070278761A1 (en) Wheelchair with elevating seat
US8087687B2 (en) Adjustable adult mobility device
WO2004073818A1 (en) Amusement device
WO1988004903A1 (en) Chair
JP6082376B2 (ja) 移乗移動装置
CN110913964B (zh) 包括腿部锁定装置的游乐设备座椅组件
JP3601707B2 (ja) 折畳み機能を有する椅子装置
NL1026184C2 (nl) Hefinrichting voor het verplaatsen van een persoon.
JP3218456U (ja) 安全バンドを備えた椅座位担架
FR2826567A1 (fr) Dispositif de deambulation pour personnes a mobilite reduite
JPH05293140A (ja) 車椅子
JPH07289595A (ja) 人体の移乗装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040501