NL1006859C1 - Inrichting voor het rangschikken van liggend aangevoerde voorwerpen, zoals gevulde zakjes. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het rangschikken van liggend aangevoerde voorwerpen, zoals gevulde zakjes.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tot een rij 5 rangschikken van liggend aangevoerde voorwerpen, zoals gevulde zakjes.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een dergelijke inrichting zo uit te voeren dat de voorwerpen rechtop staand in een strakke rij kunnen worden afgevoerd.

10

Volgens de uitvinding omvat de in de aanhef genoemde inrichting hiertoe een rotor met een aantal over de omtrek met gelijke hoekafstand verdeeld aangebrachte pockets en zich tussen de pockets 15 uitstrekkende nokken waarvan de diameter - gezien in de draairichting - geleidelijk afneemt en ter plaatse van een pocket met een sprong toeneemt, toevoertransportmiddelen om de voorwerpen liggend in de pockets te brengen, en 20 - afvoertransportmiddelen om de voorwerpen in opstaande stand en gegroepeerd in een rij af te voeren, welke afvoertransportmiddelen een transporteur met een aantal snaren zonder einde omvatten die elk zijn geleid om twee omleidwielen waarvan er één zodanig is gelagerd dat zijn hartlijn in hoofdzaak 25 samenvalt met de hartlijn van de rotor.

Bij voorkeur bedraagt de hoekafstand tussen de pockets 90° en bestaat de rotor uit twee op een gemeenschappelijke as aangebrachte wielen terwijl de snaren van de snarentransporteur zich zowel tussen de 30 schijven van de rotor als aan weerszijden van de rotor uitstrekken.

De toevoertransporteur voor de voorwerpen kan zich tot tussen de wielen van de rotor uitstrekken.

35

Om het wegglijden van de rechtop staande voorwerpen te voorkomen kan op de snarentransporteur een bandtransporteur met transportoppervlak van hoge wrijvingscoëfficiënt aansluiten.

1 00 6859 2

Het regelen en controleren van de inrichting kan op eenvoudige wijze plaats vinden door gebruik te maken van twee sensoren: een eerste sensor die vaststelt of een voorwerp een pocket binnentreedt en de aandrijfmotor voor de rotor en die voor de afvoersnarentransport 5 start, en een tweede sensor die vaststelt of de rotor een draaiing van 90' nadert, de aandrijfmotor voor de rotor stopt, de motor voor de snarentransporteur en de afvoertransporteur start en de snarentransporteur en de afvoertransporteur over de dikte van een voorwerp doet bewegen.

10

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is getoond, nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van de inrichting.

15

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de inrichting.

Figuur 3 toont een min of meer schematisch aanzicht van een gedeelte van de inrichting.

20

De weergegeven inrichting dient om onregelmatig aangevoerde, met materiaal als chips gevulde liggende zakjes (of andere voorwerpen) te rangschikken tot een rij op elkaar aansluitende opstaande zakjes. De inrichting omvat een schuin oplopende toevoertransporteur 1 voor de 25 liggende zakjes, een horizontale toevoertransporteur 2 die met zijn toevoereinde aansluit op het afvoereinde van de transporteur 1, een rotor 3 met vier pockets 4 die ten opzichte van de hartlijn van de rotor een onderlinge hoekafstand van 90° hebben, afvoertransportmiddelen in de vorm van een snarentransporteur 5 30 waarvan de snaren om twee omleidrollen 6 en 7 zijn geleid, en een afvoertransporteur 8 waarvan het transportoppervlak een hoge wrijvingscoëfficiënt bezit.

Tussen elk paar pockets H strekt zich een nok uit waarvan de 35 diameter - gezien in de draairichting van de rotor-geleidelijk afneemt en ter plaatse van een pocket met een sprong toeneemt. Er zijn dus vier nokken.

1006859 3

De rotor 3 bestaat uit twee op een gemeenschappelijke as aangedreven wielen 3a en 3b. Tussen deze wielen 3a. 3b strekken zich drie snaren van de snaren transporteur 5 uit en aan de buitenzijde van elk van de wielen 3a en 3b strekken zich eveneens drie snaren van de 5 snarentransporteur 5 uit. Er zijn dus in totaal negen snaren.

De gemeenschappelijke aandrijfmotor voor de toevoertransporteurs 1 en 2 is met 9» de aandrijfmiddelen voor de rotor met 10, en de gemeenschappelijke aandrijfmiddelen voor de afvoertransporteurs 5 en 8 10 met 11 aangeduid. De overbrengingen tussen de motoren en de omleid-aandrijfrollen c.q. de rotor 3 bestaan uit riemen, snaren of kettingen.

De vier pockets 4 in de rotor 3 zijn voorzien van volgens de raaklijn 15 van de rotor verlopende strippen 12.

Boven de transporteur 2 bevindt zich een sensor 13 die vaststelt of een door de transporteur 2 aangevoerd zakje een pocket 4 van de rotor 3 binnen treedt en een signaal geeft aan de motor 10 om de 20 rotorrotatie te starten. Nabij de rotoras is een sensor 14 geplaatst die vaststelt of de draaiende rotor een stand bereikt of nadert waarin de rotor een draaiing van 90° heeft gemaakt. Middels een signaal van de sensor 14 wordt de rotormotor 10 tot stilstand gebracht, en wordt de motor 11 zodanig gestart en gestopt dat de verplaatsing van de 25 rechtop staande zakjes over de dikte daarvan plaats vindt.

Van belang voor de uitvinding is dat de hartlijn van het omleidwiel 6 van de snarentransporteur 5 in hoofdzaak samenvalt met de hartlijn van de rotor 3. zodat het omleidwiel 6 vrij om de as van de rotor 3 draait 30 en voorts wordt middels de snarentransporteur 5 bereikt dat de snaren de aangevoerde zakjes ter hoogte van het niveau van de hartlijn van de rotor 3 van een pocket 4 kunnen overnemen en met slechts kleine tussenafstanden over de gehele breedte van de zakjes kunnen ondersteunen.

35

De rotor 3 draait discontinu over een hoek van 90° (of bij afwijkend aantal pockets over een andere hoek) en de afvoertransporteurs 5 en 8 bewegen discontinu over de dikte van een zakje.

1 006859

Claims (5)

1. Inrichting voor het rangschikken van liggend aangevoerde voorwerpen, zoals gevulde zakjes, tot een rij op elkaar aansluitende 5 opstaande voorwerpen, omvattende: een rotor (3) met een aantal over de omtrek met gelijke hoekafstand verdeeld aangebrachte pockets (*0 en zich tussen de pockets (4) uitstrekkende nokken waarvan de diameter - gezien in de draairichting - geleidelijk afneemt en ter plaatse van een 10 pocket met een sprong toeneemt, toevoertransportmiddelen (2) om de voorwerpen liggend in de pockets (4) te brengen, en afvoertransportmiddelen (5, 8) om de voorwerpen in opstaande stand en gegroepeerd in een rij af te voeren, welke 15 afvoertransportmiddelen een transporteur (5) met een aantal snaren zonder einde omvatten die elk zijn geleid om twee omleidwielen (6, 7) waarvan er één zodanig is gelagerd dat zijn hartlijn in hoofdzaak samenvalt met de hartlijn van de rotor (3).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rotor (3) bestaat uit twee op een gemeenschappelijke as aangebrachte wielen (3a, 3b) en de snaren van de snarentransporteur (5) zich zowel tussen de wielen (3a, 3b) van de rotor (3) als aan weerszijden van de rotor (3) uitstrekken. 25

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de toevoertransporteur (2) zich tot tussen de wielen (3a, 3b) van de rotor (3) uitstrekt. 30 k. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de snarentransporteur (5) een bandtransporteur (8) met transportoppervlak van hoge wrijvingscoëfficiënt aansluit.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt 35 door een eerste sensor (13) die vaststelt of een voorwerp een pocket (4) binnentreedt en de aandrijfmotor (10) voor de rotor (3) start, en een tweede sensor (1¾) die vaststelt of de rotor (3) een draaihoek nadert overeekomend met de hoekafstand tussen de pockets, de 1006859 aandrijfmotor (10) voor de rotor (3) tot stilstand brengt en de motor (11) voor de snarentransporteur (5) en de afvoertransporteur (8) zodanig start dat de snarentransporteur (5) en de afvoertransporteur (8) over in hoofdzaak de dikte van een voorwerp de voorwerpen 5 transporteert.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoekafstand tussen de pockets 90° bedraagt. 1 006859