NL1004820C2 - Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1004820C2
NL1004820C2 NL1004820A NL1004820A NL1004820C2 NL 1004820 C2 NL1004820 C2 NL 1004820C2 NL 1004820 A NL1004820 A NL 1004820A NL 1004820 A NL1004820 A NL 1004820A NL 1004820 C2 NL1004820 C2 NL 1004820C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
movable member
movement
sensor
control means
driving device
Prior art date
Application number
NL1004820A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Jan Versluis
Original Assignee
Delem B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Delem B V filed Critical Delem B V
Priority to NL1004820A priority Critical patent/NL1004820C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004820C2 publication Critical patent/NL1004820C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21DWORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21D5/00Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves
    • B21D5/02Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves on press brakes without making use of clamping means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Bending Of Plates, Rods, And Pipes (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het besturen van een buigpers of een dergelijke machine omvattende, voor het bewerken van tenminste een voorwerp, tenminste een eerste beweegbaar orgaan dat bestaat uit een 5 slede die verplaatsbaar is door tenminste een eerste aandrijf-inrichting voor bewerking van een voorwerp, een tweede beweegbaar orgaan dat verplaatsbaar is door tenminste een tweede aandrijfinrichting voor de bewerking van hetzelfde voorwerp, tenminste een eerste sensor voor het verkrijgen van informatie 10 over de positie van tenminste het tweede beweegbare orgaan en besturingsmiddelen voor het besturen van de eerste en tweede aandrij finrichting.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een pers voor bewerking van tenminste een voorwerp, voorzien van een eerste 15 beweegbaar orgaan dat bestaat uit een slede, tenminste een eerste aandrijfinrichting voor het verplaatsen van het eerste beweegbare orgaan, een tweede beweegbaar orgaan, tenminste een tweede aandrijfinrichting voor het verplaatsen van het tweede beweegbare orgaan, tenminste een eerste sensor voor het 20 verkrijgen van informatie over de positie van tenminste het tweede beweegbare orgaan en besturingsmiddelen voor besturen van de eerste en tweede aandrijfinrichting.
Een dergelijke pers en werkwijze zijn op zich bekend en worden veelvuldig toegepast voor het bewerken van bijvoorbeeld 25 metalen platen die moeten worden gebogen. Voor het uitvoeren van de bewerkende bewegingen door de pers is het veelal vereist dat de bewegingen van de genoemde organen volgens een vooraf bepaald criterium gelijklopen. Het tweede beweegbare orgaan kan bijvoorbeeld eveneens bestaan uit een slede. Een 30 dergelijke pers kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het buigen van zeer grote platen. Elke slede buigt dan een gedeelte van de plaat.
2
Het tweede beweegbare orgaan kan bij een buigpers bijvoorbeeld bestaan uit een rond een rotatieas roteerbaar aangedreven volgorgaan voor het tijdens het buigen ondersteunen van het te buigen voorwerp dat wederom uit een vlakke 5 plaat kan bestaan. Tijdens het met behulp van de slede buigen, wordt de vlakke plaat aan zijn onderzijde door het volgorgaan ondersteund. Deze onderzijde van de plaat zal tijdens het buigen rond een buigas van de plaat roteren, welke as zich uitstrekt in de lengterichting van de slede. Bij de bekende 10 inrichting en werkwijze wordt het volgorgaan met een vaste snelheid tegen de onderzijde van de te buigen plaat aangedrukt. Dit heeft onder meer als nadeel dat een extra kracht op de te buigen plaat kan worden uitgeoefend, waardoor de eigenlijke buiging door de slede wordt beïnvloed. Het 15 risico ontstaat dan dat de plaat niet geheel volgens de vooraf bepaalde specificaties wordt gebogen. Bovendien komt het voor dat het volgorgaan na het beëindigen van de buigbewerking, wanneer het gerede product uit de buigpers wordt verwijderd, naar boven klapt.
20 De uitvinding beoogt aan elk der bovengenoemde nadelen tegemoet te komen.
De werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt in dat de beweging van het eerste beweegbare orgaan wordt vertraagd wanneer het tweede beweegbare orgaan volgens 25 een vooraf bepaald criterium achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
Doordat overeenkomstig de uitvinding de beweging van het eerste beweegbare orgaan wordt vertraagd wanneer het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan, 30 is op eenvoudige doch doeltreffende wijze gerealiseerd dat beide bewegingen in dat geval gelijklopen. Bovendien is gegarandeerd dat het genoemde gelijklopen altijd tot stand komt. Dit wordt gerealiseerd door overeenkomstig de uitvinding de beweging van het snelst bewegende orgaan aan de beweging 35 van het langzaamst bewegende orgaan aan te passen, wanneer genoemde organen niet met elkaar in overeenstemming bewegen. Het is aldus uitgesloten dat een situatie ontstaat waarin het
·,· . ' U
.· 3 ene orgaan de beweging van het andere orgaan niet kan volgen, doordat de beweging van het genoemde ene orgaan een maximum snelheid heeft bereikt.
Het is derhalve gewaarborgd dat geen gevaarlijke 5 situaties voor een gebruiker kunnen ontstaan. Hiervan zou wel sprake zijn indien bijvoorbeeld de snelheid van het langzaamst bewegende orgaan wordt aangepast aan de snelheid van het sneller bewegende orgaan. Dit zou kunnen resulteren in een ongecontroleerde snelheidstoename van beide organen. Hierbij 10 is het wenselijk dat beide sleden gelijklopen. Zou dit niet het geval zijn, dan wordt de plaat niet over zijn gehele lengte gelijkmatig, d.w.z. gelijkvormig gebogen.
Overeenkomstig een bijzondere werkwijze volgens de uitvinding bestaat het tweede beweegbare orgaan eveneens uit 15 een slede, waarbij de eerste sensor informatie genereert over de positie van het eerste beweegbare orgaan ten opzichte van het tweede beweegbare orgaan en waarbij aan de hand van de door de eerste sensor gegenereerde informatie de beweging van het tweede beweegbare orgaan wordt vertraagd wanneer het 20 eerste beweegbare orgaan volgens het vooraf bepaalde criterium achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
Volgens deze bijzondere werkwijze zullen de sleden van de pers te allen tijde gelijklopen. Indien de sleden voor het buigen van de metalen plaat worden gebruikt, brengt dit met 25 zich dat de plaat uniform zal worden gebogen.
In het bijzonder wordt de beweging van het eerste beweegbare orgasm vertraagd zolang het tweede beweegbare orgaan meer dan een vooraf bepaalde eerste afstand achterloopt op het eerste beweegbare orgaan en wordt de beweging van het tweede 30 beweegbare orgaan vertraagd zolang het eerste beweegbare orgaan meer dan de vooraf bepaalde tweede afstand achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
Volgens een zeer praktische werkwijze wordt de beweging van het eerste beweegbare orgaan tijdelijk gestopt wanneer het 35 tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan en wordt de beweging van het tweede beweegbare orgaan 1004820 4 tijdelijk gestopt wanneer het eerste beweegbare orgaan achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
Volgens een toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding bestaat het tweede beweegbare orgaan, zoals gezegd 5 uit een rond een rotatieas roteerbaar aangedreven volgplaat voor het ondersteunen van het te buigen voorwerp. De volgplaat zal aldus de te buigen plaat bij het buigen volgen zonder dat de volgplaat een actieve kracht op de volgplaat uitoefent. De bovengenoemde nadelen van de bekende inrichting doen zich 10 hierbij aldus niet voor. Bij voorkeur wordt met behulp van de sensor de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan rond de rotatieas bepaald, waarbij de positie van het eerste beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald algoritme wordt vergeleken met de rotatiepositie van het tweede beweegbare 15 orgaan rond de rotatieas om te bepalen of het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan. Hierbij kan de positie van het eerste beweegbare orgaan bijvoorbeeld worden bepaald aan de hand van het stuursignaal dat aan de eerste aandrijfinrichting wordt toegevoerd. In de 20 algoritme kan genoemde vergelijking bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de positie van het eerste beweegbare orgaan om te rekenen naar een bijbehorende buigingshoek van het te bewaken voorwerp. Andersom kan de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan worden omgerekend naar een bijbehorende 25 positie van het eerste beweegbare orgaan.
Bij voorkeur wordt echter informatie gegenereerd die een vooraf bepaalde functie is van een aan de eerste aandrijf-inrichting toegevoerd stuursignaal voor het regelen van de beweging van de eerste aandrijfinrichting, waarbij deze 30 informatie wordt vergeleken met de, met behulp van de eerste sensor verkregen, informatie over de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan rond de rotatieas, om te bepalen of het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
35 Volgens deze toepassing van de werkwijze is derhalve, voor het verkrijgen van informatie over de actuele beweging van het eerste beweegbare orgaan, geen sensor benodigd. De ' ' '4620 5 beweging van het voorwerp is bij het buigen direct aan de beweging van het eerste bewegende orgaan gerelateerd. Wanneer de beweging van het eerste bewegende orgaan bekend is, kan derhalve eveneens de beweging van de plaat tijdens het buigen 5 worden bepaald. Met andere woorden, de beweging van de plaat is een functie van de beweging van het eerste beweegbare orgaan, waarbij genoemde functie onder meer afhankelijk is van het gebruikte buiggereedschap. Dit laatste brengt met zich dat genoemde beweging van de plaat een functie is van het stuur-10 signaal dat aan de eerste aandrijfinrichting wordt toegevoerd. Hierbij behoeft de positie van het eerste beweegbare orgaan niet te worden gemeten, maar kan de positie worden vastgesteld aan de hand van het stuursignaal dat aan de eerste aandrijf-inrichting wordt toegevoerd.
15 In het bijzonder geldt voor elk van de hiervoor geschetste werkwijzen overeenkomstig de uitvinding, dat een vertraging van de tweede aandrijfmiddelen alleen wordt uitgevoerd gedurende een periode waarin het voorwerp een bewerking met behulp van het eerste en tweede beweegbare orgaan onder-20 gaat. Wanneer een slede derhalve snel naar beneden beweegt, in de richting van het te bewerken voorwerp, worden de genoemde bewegingen niet met elkaar opgelijnd. Pas wanneer de snelheid van de slede afneemt, teneinde het voorwerp daadwerkelijk te gaan bewerken, worden de bewegingen overeenkomstig de 25 uitvinding opgelijnd.
Opgemerkt wordt dat in het kader van de uitvinding met 'positie' zowel 'plaatspositie' als 'hoekpositie' wordt verstaan, dus ook de ruimtelijke oriëntatie van het beweegbare orgaan valt onder het begrip 'positie van het beweegbare 3 0 orgaan ’ .
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:
Figuur 1 een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een pers overeenkomstig de uitvinding; 35 figuur 2 een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een pers overeenkomstig de uitvinding; . υ w · 6 figuur 3 een derde mogelijke uitvoeringsvorm van een pers overeenkomstig de uitvinding; figuur 4A schematisch een zijaanzicht van de pers in de richting van de pijl P volgens figuur 3, waarbij de slede zich 5 in een uiterste bovenste positie bevindt; figuur 4B het zijaanzicht volgens figuur 4A, waarbij de slede zich in een positie bevindt, waarbij een metalen plaat wordt gebogen; en figuur 5 een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van een 10 pers overeenkomstig de uitvinding.
In figuur 1 is met referentienummer 1 een pers overeenkomstig de uitvinding getoond. De pers 1 is in dit voorbeeld voorzien van een balkvormige ondersteuning 2 waarop bijvoorbeeld een onderste gedeelte van een buiggereedschap kan worden 15 gemonteerd. Voorts is de pers voorzien van een eerste beweegbaar orgaan 4 in de vorm van een in verticale richting (Y-richting) op en neer beweegbare eerste slede, alsmede een tweede beweegbaar orgaan 6 in de vorm van een in verticale richting op en neer beweegbare tweede slede 6. Aan de 20 onderzijde van het eerste en tweede beweegbare orgaan 4, 6 kunnen bovenste delen van het genoemde buiggereedschap worden gemonteerd.
Het eerste en tweede beweegbare orgaan 4, 6 worden beide aangedreven door respectievelijk een eerste en tweede 25 aandrijfinrichting 8, 10. De eerste en tweede aandrijf-inrichting 8, 10 bestaan in dit voorbeeld beide uit een lineaire actuator in de vorm van een hydraulische cilinder. De eerste en tweede aandrijfinrichting 8, 10 zijn aan hun bovenzijde met een frame 12 van de pers 1 verbonden. Evenzo is 30 de balkvormige ondersteuning 2 met eenzelfde frame 2 verbonden.
De pers 1 is verder voorzien van een eerste programmeerbare controle-eenheid 14, die via leiding 16 stuursignalen aan de eerste aandrijfinrichting 8 toevoert. Voorts omvat de pers 35 een tweede programmeerbare controle-eenheid 18, die via leiding 20 stuursignalen aan de tweede aandrijfinrichting 10 7 toevoert. De genoemde stuursignalen sturen de beweging die door elk van de aandrijfinrichtingen 8, 10 wordt uitgevoerd.
Een sensor 22 is vast met het eerste beweegbare orgaan 4 verbonden, een en ander dusdanig, dat in dit voorbeeld de 5 sensor 22 zich in horizontale richting tussen het eerste en tweede beweegbare orgaan 4, 6 bevindt. Voorts zijn twee in verticale richting van elkaar gescheiden nokken 24, 26, die dusdanig vast met het tweede beweegbare orgaan zijn verbonden dat genoemde nokken zich in horizontale richting tussen het 10 eerste en tweede beweegbare orgaan bevinden. Tussen de genoemde nokken is een in verticale richting beweegbare, zich in horizontale richting uitstrekkende sensorplaat 28 opgenomen, die door een veer 30 tegen de onderste nok 24 wordt aangedrukt. De sensor 22 is van een algemeen bekend type en 15 genereert een signaal dat een maat is voor de afstand tussen de sensor 22 en de sensorplaat 28. Het genoemde afstandsignaal wordt via leiding 32 aan een correctie-eenheid 34 toegevoerd. De correctie-eenheid 34 kan afhankelijk van het door de sensor gegenereerde signaal via leiding 36 de eerste programmeerbare 20 controle-eenheid 14 dusdanig sturen dat de tweede programmeerbare controle-eenheid 14 de snelheid van de eerste aandrijving vertraagt. Evenzo kan de correctie-eenheid 34 via leiding 38 de tweede programmeerbare controle-eenheid 18 dusdanig aansturen dat deze via leiding 20 de beweging van de tweede 25 aandrijfinrichting 10 vertraagt. De programmeerbare controle-eenheid 14, 18 en de correctie-eenheid 34 vormen tezamen de besturingsmiddelen van de pers.
De werking van de pers is als volgt. Een te bewerken plaat wordt op de balkvormige ondersteuning 2 onder de eerste 30 en tweede beweegbare organen 4, 6 geplaatst. Een gebruiker programmeert de eerste en tweede controle-eenheid dusdanig dat de eerste en tweede beweegbare organen de gewenste beweging gaan uitvoeren voor het in dit voorbeeld buigen van genoemde plaat. De eerste en tweede programmeerbare controle-eenheid 35 14, 18 zijn hiertoe beide van op zich bekende middelen voorzien die hier niet nader zullen worden besproken. Wanneer de pers vervolgens wordt gestart, genereren de eerste en 1004820 8 tweede programmeerbare controle-eenheid 14, 18 respectievelijk stuursignalen, die aan de eerste en tweede aandrijfinrichting 8, 10 worden toegevoerd. Hierdoor zullen het eerste en tweede beweegbare orgaan 4, 6 in de in figuur 4A aangegeven 5 Y-richting naar beneden bewegen. Aanvankelijk zal deze beweging snel worden uitgevoerd. Vlak voordat de aan de beweegbare organen 4, 6 gemonteerde gereedschappen de plaat raken ten behoeve van het buigen, remmen de programmeerbare controle-eenheden 14, 18 de neergaande beweging sterk af.
10 Hierna zal het buigen van de plaat beginnen door het langzaam verder naar beneden bewegen van het eerste en tweede beweegbare orgaan 4, 6. Vanaf dit moment komt ook de correctie-eenheid 34 in werking. De sensor 22 genereert op leiding 32 een signaal dat een maat is voor de verticale 15 afstand (de afstand in de Y-richting) tussen de sensor 22 en de sensorplaat 28. De sensor 22 en de sensorplaat 28 zijn dusdanig aan respectievelijk het eerste en tweede beweegbare orgaan 4, 6 gemonteerd, dat de genoemde afstand tussen de sensor 22 en de sensorplaat 28 een vooraf bepaalde vaste 20 waarde heeft, indien het eerste en tweede beweegbare orgaan zich in de Y-richting gezien op eenzelfde hoogte bevinden. Hierbij wordt wel verondersteld dat de sensorplaat 28 door de veer 30 tegen de nok 24 is aangedrukt. Een en ander brengt met zich dat de sensor informatie genereert over de positie van 25 het eerste beweegbare orgaan ten opzichte van het tweede beweegbare orgaan.
Wanneer de correctie-eenheid 34 vaststelt dat de afstand tussen de sensor 22 en de sensorplaat 28 groter is dan een vooraf bepaalde eerste nominale afstand (bijvoorbeeld 1 mm), 30 betekent dit dat het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan. Wanneer de afstand tussen de sensor 22 en de sensorplaat 28 kleiner wordt dan de vooraf bepaalde eerste nominale afstand, betekent dit dat het eerste beweegbare orgaan achterloopt op het tweede beweegbare orgaan. 35 Wanneer het eerste beweegbare orgaan veel op het tweede beweegbare orgaan achterloopt, zal de sensorplaat 28 de sensor 22 raken. Hierbij wordt voorkomen dat de sensor 22 wordt 4820 9 beschadigd doordat de sensorplaat 28 tegen de druk van de veer in, in de richting van de tweede nok 26 kan worden bewogen. Zolang de sensor 22 tegen de sensorplaat 28 aanligt, betekent dit dat het eerste beweegbare orgaan 4 tenminste de eerste 5 nominale afstand op het tweede beweegbare orgaan 6 achterloopt .
De correctie-eenheid 34 omvat bijvoorbeeld een microprocessor die het door de sensor 22 gegenereerde signaal als volgt verwerkt. Wanneer aan de hand van de door de sensor 10 22 gegenereerde informatie blijkt dat het tweede beweegbare orgaan meer dan een vooraf bepaalde tweede nominale afstand (bijvoorbeeld 0,5 mm) achterloopt op het eerst beweegbare orgaan, zal de correctie-eenheid via leiding 36 de eerste programmeerbare controle-eenheid 14 dusdanig aansturen dat de 15 eerste aandrijfinrichting 8 de neergaande beweging van het eerste beweegbare orgaan 4 vertraagt. Meer in het bijzonder zal de eerste programmeerbare controle-eenheid 14 de eerste aandrijfinrichting 8 tijdelijk stoppen. Wanneer de correctie-eenheid 34 aan de hand van het door de sensor 22 gegenereerde 20 signaal vervolgens constateert dat het verschil in afstand tussen het eerste en tweede beweegbare orgaan weer kleiner dan de tweede nominale afstand is geworden, zal deze via leiding 36 de eerste programmeerbare controle-eenheid 14 dusdanig aansturen dat de genoemde vertraging wordt opgeheven. Na het 25 opheffen van de genoemde vertraging zal de eerste aandrijf-inrichting 8 weer met zijn oorspronkelijke snelheid naar beneden worden bewogen. Het eerste en tweede beweegbare orgaan zullen dan met althans nagenoeg gelijke snelheid worden aangedreven.
30 Indien de correctie-eenheid 34 aan de hand van de door de sensor gegeneerde informatie over de positie van het eerste beweegbare orgaan ten opzichte van het tweede beweegbare orgaan achterloopt en wel dusdanig dat het eerste beweegbare orgaan meer dan de tweede nominale afstand achterloopt op het 35 tweede beweegbare orgaan, hetgeen derhalve betekent dat de afstand tussen de sensor 22 en sensorplaat 28 minder dan de tweede nominale afstand bedraagt, stuurt de correctie-eenheid -f * 10 34 via leiding 38 de tweede programmeerbare controle-eenheid 18 dusdanig aan dat de beweging van de tweede aandrijf-inrichting 10 wordt vertraagd en in dit voorbeeld zelfs tijdelijk wordt gestopt. Zodra de correctie-eenheid 34 5 constateert dat het eerste beweegbare orgaan minder dan de tweede nominale afstand achterloopt op het tweede beweegbare orgaan, genereert de correctie-eenheid 34 op leiding 38 een signaal, waarmee wordt bewerkstelligd dat de tweede programmeerbare controle-eenheid via leiding 20 de tweede 10 aandrijfinrichting 10 dusdanig aanstuurt dat deze het tweede beweegbare orgaan weer naar beneden laat bewegen met een gelijke snelheid als het eerste beweegbare orgaan. De beweging van het eerste beweegbare orgaan wordt derhalve vertraagd zolang het tweede beweegbare orgaan meer dan de tweede 15 nominale afstand op het eerste beweegbare orgaan achterloopt en de beweging van het tweede beweegbare orgaan wordt vertraagd zo lang het eerste beweegbare orgaan meer dan de tweede nominale afstand achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
20 Aan de hand van figuur 2 wordt een tweede mogelijke uit voeringsvorm van de pers overeenkomstig de uitvinding omschreven, waarbij met figuur 1 overeenkomende onderdelen van eenzelfde referentienummer zijn voorzien.
De inrichting volgens figuur 2 is voorts voorzien van een 25 aan het tweede beweegbare orgaan bevestigde tweede sensor voor het verkrijgen van informatie over de positie van het tweede beweegbare orgaan 6. De inrichting is hiertoe verder voorzien van een zich in verticale richting, dat wil zeggen, in de Y-richting uitstrekkende liniaal 42. De sensoren 22 en 40 zijn 30 in dit voorbeeld dusdanig opgesteld dat deze de liniaal kunnen aflezen. Het uitgangssignaal van de tweede sensor 40 wordt via leiding 44 aan de correctie-eenheid 34 toegevoerd. De correctie-eenheid trekt het signaal van de sensor 22 van het signaal van sensor 40 af en krijgt aldus een verschilsignaal 35 dat informatie over de positie van het eerste beweegbare orgaan ten opzichte van het tweede beweegbare orgaan omvat.
Het zal duidelijk zijn dat afhankelijk van het teken van het
iö QiCU
11 verschilsignaal kan worden bepaald of het eerste beweegbare orgaan achterloopt ten opzichtte van het tweede beweegbare orgaan, dan wel of het tweede beweegbare orgaan achterloopt ten opzichte van het eerste beweegbare orgaan. Wanneer het 5 eerste beweegbare orgaan over een verticale afstand van meer dan dan de tweede nominale afstand achterloopt, zal de correctie-eenheid 34 geheel analoog werken, zoals besproken in relatie met figuur 1, teneinde het genoemde verschil te corrigeren.
10 In figuur 3 is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een pers overeenkomstig de uitvinding getoond, waarbij met figuren 1 en 2 overeenkomende onderdelen van dezelfde referentienummers zijn voorzien.
De pers is uitgevoerd als een buigpers, waarbij het 15 tweede beweegbare orgaan 6 bestaat uit een volgplaat 6 die roteerbaar rond een zich in de lengterichting van de balkvor-mige ondersteuning 2 uitstrekkende rotatieas 46 met de balkvormige ondersteuning 2 is verbonden. De inrichting is voorts voorzien van buiggereedschap waarvan een onderste 20 gedeelte 48a boven op de balkvormige ondersteuning 2 is bevestigd en waarvan een bovenste gedeelte 48b onderaan het eerste beweegbare orgaan 4 is bevestigd. Het onderste gedeelte 48a van het buiggereedschap omvat een zich in de lengterichting van het buiggereedschap uitstrekkende V-vormige groef, 25 waarbij het bovenste gedeelte 48b tegenover elkaar gelegen zijwanden omvat die dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gericht dat zij een hoek β insluiten die overeenkomt met de hoek die door de opstaande zijwanden van de V-vormige groef wordt ingesloten (zie figuur 4A).
30 De sensor 40 bepaalt de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan rond de rotatieas. Deze rotatiepositie wordt in dit voorbeeld uitgedrukt in de rotatiehoek a, waarbij ade tussen de balkvormige ondersteuning 2 en het tweede beweegbare orgaan ingesloten hoek is. De sensor 40 zal via leiding 50 35 deze informatie toevoeren aan de correctie-eenheid 34. De correctie-eenheid 34 stuurt eveneens via leiding 52 de tweede aandrijfinrichting 10 aan.
1004820 12
De werking van de inrichting is als volgt. Een te bewerken voorwerp 54 wordt tussen het onderste en bovenste gedeelte 48a, 48b van het buiggereedschap geplaatst. Hierbij heeft de hoek α een waarde die ongeveer gelijk is aan 90,' 5 zodat het tweede beweegbare orgaan 6 de plaat 54 kan ondersteunen (zie figuur 4A). De eerste controle-eenheid 14 is op op zich bekende wijze geladen met informatie over het buiggereedschap en wel met name over de genoemde ingesloten hoek β. Tevens is bij de eerste controle-eenheid 14 informatie 10 ingegeven over de dikte van de te buigen plaat 54. Wanneer vervolgens de inrichting wordt gestart, bijvoorbeeld door het bedienen van een knop van de eerste programmeerbare controle-eenheid 14, stuurt deze de eerste aandrijfinrichting 8 dusdanig aan dat het eerste beweegbare orgaan 4, dat wil 15 zeggen de slede, snel in de Y-richting naar beneden zal bewegen. De controle-eenheid 14 kan aan de hand van de maatvoering van het buiggereedschap en de dikte van de plaat berekenen wanneer het bovenste gedeelte van het buiggereedschap 48b de plaat 54 zal raken. Op dit moment zal de 20 controle-eenheid 14 de snelheid waarmee de slede 4 naar beneden wordt bewogen sterk afremmen. Bij het vervolgens langzaam verder naar beneden bewegen van de slede 4 zal de plaat 54 worden gebogen (zie figuur 4B). De eerste controle-eenheid 14 genereert informatie die een vooraf bepaalde 25 functie is van het door de eerste controle-eenheid via leiding 16 aan de eerste aandrijfinrichting 8 toegevoerde stuursignaal. In dit voorbeeld bestaat deze informatie uit een aan de hand van de ingestelde positie van de slede 4, de afmetingen van het buiggereedschap en de dikte van de plaat 30 bepaalde momentane, dat wil zeggen, bijbehorende buigingshoek van het te bewerken voorwerp. Deze buigingshoek wordt via leiding 50 aan de correctie-eenheid 34 toegevoerd. Deze stuurt via leiding 52 de tweede aandrijfinrichting 10 dusdanig aan dat de volgplaat 6 de buigingsrichting van de te buigen plaat 35 54 volgt. Hierbij zal de hoek α toenemen (zie ook figuur 4B) .
De correctie-eenheid 34 bepaalt met behulp van de sensor 40 de rotatiepositie (hoek a) van de volgplaat 6. De correctie- 1 ΓΉ48/Ρ 13 eenheid 34 vergelijkt de berekende buigingshoek van de te bewerken plaat 54 met de gemeten rotatiehoek α van de volgplaat 6 en stuurt de tweede aandrijfinrichting dusdanig aan dat genoemde hoeken aan elkaar gelijk zijn. Met behulp van 5 de sensor is derhalve een teruggekoppeld regelsysteem verkregen.
Wanneer nu blijkt dat de volgplaat 6 het buigen van de te bewerken plaat 54 niet kan volgen, met andere woorden, wanneer blijkt dat het tweede beweegbare orgaan 6 achterloopt op het 10 eerste beweegbare orgaan 4, genereert de correctie-eenheid 34 op leiding 16 een commandosignaal dat aan de controle-eenheid 14 wordt toegevoerd. De controle-eenheid 14 zal in reactie hierop de beweging van het eerste beweegbare orgaan 4 vertragen. In het bijzonder zal de controle-eenheid 14 de beweging 15 van het beweegbare orgaan 4 tijdelijk stopzetten. Zodra de correctie-eenheid 34 constateert dat door het vertragen of stopzetten van het eerste beweegbare orgaan 4 de hoek α weer in overeenstemming is met de genoemde buigingshoek, genereert de correctie-eenheid 34 een commandosignaal dat via leiding 16 20 aan de controle-eenheid 14 wordt toegevoerd. De controle- eenheid 14 zal hierna de beweging van het eerste beweegbare orgaan 4 weer naar zijn oorspronkelijke snelheid versnellen.
In het bijzonder zal de correctie-eenheid 34 de beweging van de eerste aandrijfinrichting vertragen wanneer de volgplaat 25 meer dan een vooraf bepaalde waarde achterloopt.
In dit voorbeeld vertraagt de correctie-eenheid de eerste aandrijfinrichting alleen dan wanneer de plaat 53 daadwerkelijk wordt gebogen. Wanneer derhalve de slede vanuit zijn initiële bovenste positie snel naar beneden beweegt in de 30 richting van de plaat, wordt genoemde vertraging niet uitgevoerd, aangezien in dat geval de volgplaat nog stilstaat.
Tenslotte wordt in figuur 5 een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van een pers overeenkomstig de uitvinding getoond.
De pers volgens figuur 5 is voorzien van twee beweegbare 35 organen 6, 6,' die wederom roteerbaar rond de rotatieas 46 staan opgesteld. Het tweede beweegbare orgaan 6 wordt hierbij geheel analoog aangedreven roet behulp van de eerste controle- 4320 14 eenheid 14, de sensor 40 en de correctie-eenheid 34, zoals dit in relatie met figuur 3 is beschreven. Het tweede beweegbare orgaan 6' wordt aangedreven door de eerste controle-eenheid 14, een correctie-eenheid 34' en een sensor 40'. Hierbij is de 5 functie van de correctie-eenheid 34' en de sensor 40' geheel vergelijkbaar met respectievelijk de functie van de correctie-eenheid 34 en de sensor 40, voor wat betreft het teruggekoppelde systeem om de hoek a' gelijk aan de hoek β te maken. De correctie-eenheid 34' is echter niet met de eerste controle-10 eenheid 14 verbonden, omdat wordt aangenomen dat de maximale snelheid van de beide tweede bewegingsinrichtingen 10, 10' ongeveer aan elkaar gelijk is. Om te bewerkstelligen dat de volgplaten 6 en 6' op ieder moment eenzelfde hoekpositie hebben, dat wil zeggen, om te bereiken dat α = a', zijn de 15 correctie-eenheden 34 en 34' via leiding 56 op op zich bekende wijze met elkaar gesynchroniseerd. Dit houdt in dat het starten en stoppen van de tweede aandrijfinrichtingen 10, 10' op hetzelfde moment wordt uitgevoerd.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor 20 geschetste uitvoeringsvormen.
Bij de inrichting volgens figuur 3 kan bijvoorbeeld de programmeerbare controle-eenheid 14 en de correctie-eenheid 34 als één besturingsmiddel worden uitgevoerd. Om te bepalen of bij de inrichting volgens figuur 3 het tweede beweegbare 25 orgaan op het eerste beweegbare orgaan achterloopt, is het tevens niet noodzakelijk dat genoemde hoeken met elkaar worden vergeleken. Het is uiteraard ook mogelijk de door de sensor 40 bepaalde hoek om te rekenen naar een hiermee corresponderende afstand waarover de slede 4 zou moeten zijn verplaatst. Door 30 deze afstand met de door de controle-eenheid 14 ingestelde afstand te vergelijken, kan genoemde vergelijking worden uitgevoerd. Meer in het algemeen gesteld, bepalen de besturings-middelen met behulp van de sensor de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan ten opzichte van de rotatieas, waarna 35 de positie van het eerste beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald algoritme met de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan wordt vergeleken om te bepalen of het tweede 15 beweegbare orgaan op het eerste beweegbare orgaan achterloopt. Bij de inrichting volgens figuur 3 wordt de positie van het eerste beweegbare orgaan 4 niet gemeten, maar in plaats hiervan gelijkgesteld aan de door de eerste controle-eenheid 5 14 bepaalde positie, waarmee de eerste aandrijfinrichting wordt ingesteld. Het is uiteraard ook mogelijk om de positie van het eerste beweegbare orgaan met behulp van een sensor te meten en deze gemeten positie verder te verwerken, teneinde te bepalen of het tweede beweegbare orgaan op het eerste 10 beweegbare orgaan achterloopt.
In de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen bestaan elk der aandrijfinrichtingen uit een hydraulische aandrijving. Uiteraard kunnen eveneens andere aandrijvingen worden gebruikt. De geschetste functies van de eerste en tweede 15 controle-eenheid, alsmede van de correctie-eenheid zijn in dit voorbeeld met behulp van microprocessors uitgevoerd. Het is echter tevens mogelijk deze functies op op zich bekende wijze met behulp van analoge elektronica te realiseren. Dergelijke varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvin-20 ding te vallen.
iï Q04Ij2 o

Claims (28)

1. Werkwijze voor het besturen van een buigpers of een dergelijke machine omvattende, voor het bewerken van tenminste een voorwerp, tenminste een eerste beweegbaar orgaan dat bestaat uit een slede die verplaatsbaar is door tenminste een 5 eerste aandrijfinrichting, een tweede beweegbaar orgaan dat verplaatsbaar is door tenminste een tweede aandrijfinrichting, tenminste een eerste sensor voor het verkrijgen van informatie over de positie van tenminste het tweede beweegbare orgaan en besturingsmiddelen voor het besturen van de eerste en tweede 10 aandrijfinrichting, met het kenmerk, dat de beweging van het eerste beweegbare orgaan wordt vertraagd wanneer het tweede beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald criterium achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 15 tweede beweegbare orgaan eveneens bestaat uit een slede, waarbij de eerste sensor informatie genereert over de positie van het eerste beweegbare orgaan ten opzichte van het tweede beweegbare orgaan en waarbij aan de hand van de door de eerste sensor gegenereerde informatie de beweging van het tweede 20 beweegbare orgaan wordt vertraagd wanneer het eerste beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald criterium achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
3. Werkwijze volgens conclusies 1, met het kenmerk, dat het tweede beweegbare orgaan eveneens bestaat uit een slede, 25 waarbij de machine verder is voorzien van een tweede sensor voor het verkrijgen van informatie over de positie van het tweede beweegbare orgaan en waarbij aan de hand van de door de sensoren gegenereerde informatie de beweging van het tweede beweegbare orgaan wordt vertraagd wanneer het eerste beweeg-30 bare orgaan volgens het vooraf bepaalde criterium achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
4. Werkwijze volgens een der conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat de beweging van het eerste beweegbare orgaan wordt vertraagd zolang het tweede beweegbare orgaan meer dan 35 een vooraf bepaalde eerste afstand achterloopt op het eerste 1004820 beweegbare orgaan en dat de beweging van het tweede beweegbare orgaan wordt vertraagd zolang het eerste beweegbare orgaan meer dan de vooraf bepaalde tweede afstand achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
5. Werkwijze volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het eerste en tweede beweegbare orgaan met een althans nagenoeg gelijke snelheid worden aangedreven wanneer deze niet worden vertraagd.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 2-5, met het 10 kenmerk, dat de beweging van het eerste beweegbare orgaan tijdelijk wordt gestopt wanneer het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan en dat de beweging van het tweede beweegbare orgaan tijdelijk wordt gestopt wanneer het eerste beweegbare orgaan achterloopt op het tweede 15 beweegbare orgaan.
7. Werkwijze volgens conclusie 1 voor het buigen van een voorwerp, met het kenmerk, dat het tweede beweegbare orgaan bestaat uit een door de tweede aandrijfinrichting roteerbaar rond een rotatieas aangedreven volgorgaan voor het onder- 20 steunen van het te buigen voorwerp.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat met behulp van de eerste sensor de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan ten opzichte van de rotatieas wordt bepaald, waarbij de positie van het eerste beweegbare orgaan volgens 25 een vooraf bepaald algoritme wordt vergeleken met de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan ten opzichte vein de rotatieas om te bepalen of het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 30 informatie wordt gegenereerd die een vooraf bepaalde functie is van een aan de eerste aandrijfinrichting toegevoerd stuursignaal voor het regelen van de beweging van de eerste aandrijfinrichting, waarbij deze informatie wordt vergeleken met de met behulp van de eerste sensor verkregen informatie 35 over de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan rond de rotatieas om te bepalen of het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan. 1004829
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de gegenereerde informatie een buigingshoek van een te bewerken voorwerp omvat.
11. Werkwijze volgens een der conclusies 7-10, met het 5 kenmerk, dat de beweging van de eerste aandrijfinrichting wordt vertraagd wanneer het tweede beweegbare orgaan meer dan een vooraf bepaalde waarde achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de eerste en tweede aandrijfinrichting elk bestaan uit een hydraulische aandrijving.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat een vertraging van de tweede aandrijfinrichting alleen wordt uitgevoerd gedurende een periode waarin het 15 voorwerp een bewerking met behulp van het eerste en tweede beweegbare orgaan ondergaat.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een vertraging van de eerste aandrijfinrichting alleen wordt uitgevoerd gedurende een periode waarin het 20 voorwerp een bewerking met behulp van het eerste en tweede beweegbare orgaan ondergaat.
15. Pers voor bewerking van tenminste een voorwerp, voorzien van een eerste beweegbaar orgaan dat bestaat uit een slede, tenminste een eerste aandrijfinrichting voor het verplaatsen 25 van het eerste beweegbare orgaan een tweede beweegbaar orgaan, tenminste een tweede aandrijfinrichting voor het verplaatsen van het tweede beweegbare orgaan, tenminste een eerste sensor voor het verkrijgen van informatie over de positie vein tenminste het tweede beweegbare orgaan en besturingsmiddelen 30 voor besturen van de eerste en tweede aandrijfinrichting, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen de beweging van het eerste beweegbare orgaan vertragen wanneer het tweede beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald criterium achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
16. Pers volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede beweegbare orgaan eveneens bestaat uit een slede voor het bewerken van het voorwerp, waarbij de eerste sensor .» ' ' f' informatie genereert over de positie van het eerste beweegbare orgaan ten opzichte van het tweede beweegbare orgaan en waarbij aan de hand van de door de sensor gegenereerde informatie de besturingsmiddelen de beweging van het tweede 5 beweegbare orgaan vertragen wanneer het eerste beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald criterium achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
17. Pers volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede beweegbare orgaan eveneens bestaat uit een slede voor 10 het bewerken van het voorwerp, waarbij de pers verder is voorzien van een tweede sensor voor het verkrijgen van informatie over de positie van het tweede beweegbare orgaan en waarbij de besturingsmiddelen aan de hand van de door de sensoren gegenereerde informatie de beweging van het tweede 15 beweegbare orgaan vertragen wanneer het eerste beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald criterium achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
18. Pers volgens een der conclusies 16 of 17, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen de beweging van het eerste 20 beweegbare orgaan vertragen zolang het tweede beweegbare orgaan meer dan een vooraf bepaalde eerste afstand achterloopt op het eerste beweegbare orgaan en dat de besturingsmiddelen de beweging van het tweede beweegbare orgaan vertraagt zolang het eerste beweegbare orgaan meer dan de vooraf bepaalde 25 tweede afstand achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
19. Pers volgens een der conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen het eerste en tweede beweegbare orgaan met een althans nagenoeg gelijke snelheid aandrijft wanneer deze niet worden vertraagd.
20. Pers volgens een der conclusies 16-19, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen de beweging van het eerste beweegbare orgaan tijdelijk stopt wanneer het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan en dat de besturingsmiddelen de beweging van het tweede beweegbare 35 orgaan tijdelijk stopt wanneer het eerste beweegbare orgaan achterloopt op het tweede beweegbare orgaan.
21. Pers volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de pers is uitgevoerd als een buigpers, waarbij het tweede beweegbare orgaan bestaat uit een door de tweede aandrijfinrichting roteerbaar rond een rotatieas aangedreven volgorgaan voor het 5 ondersteunen van het te buigen voorwerp.
22. Pers volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen met behulp van de eerste sensor de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan ten opzichte van de rotatieas bepalen en de positie van het eerste 10 beweegbare orgaan volgens een vooraf bepaald algoritme vergelijken met de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan om te bepalen of het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
23. Pers volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de 15 besturingsmiddelen informatie genereren die een vooraf bepaalde functie is van een aan de eerste aandrijfinrichting toegevoerd stuursignaal voor het regelen van de beweging van de eerste aandrijfinrichting, waarbij de besturingsmiddelen deze informatie vergelijken met de met behulp van de eerste 20 sensor verkregen informatie over de rotatiepositie van het tweede beweegbare orgaan ten opzichte van de rotatieas om te bepalen of het tweede beweegbare orgaan achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
24. Pers volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de door 25 de besturingsmiddelen gegenereerde informatie een buigingshoek van een te bewerken voorwerp omvat.
25. Pers volgens een der conclusies 21-24, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen de beweging van de eerste aandrijf-inrichting vertragen wanneer het tweede beweegbare orgaan meer 30 dan een vooraf bepaalde waarde achterloopt op het eerste beweegbare orgaan.
26. Pers volgens een der voorgaande conclusies 15-25, met het kenmerk, dat de eerste en tweede aandrijfinrichting elk bestaan uit een hydraulische aandrijving.
27. Pers volgens een der voorgaande conclusies 16-20, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen alleen dan de tweede aandrijfinrichting mogelijk vertragen gedurende een periode 1004820 * waarin het voorwerp met behulp van het eerste en tweede orgaan wordt bewerkt.
28. Pers volgens een der voorgaande conclusies 15-27, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen alleen dan de eerste 5 aandrijfinrichting mogelijk vertragen gedurende een periode waarin het voorwerp met behulp van het eerste en tweede orgaan wordt bewerkt. :C04S2G
NL1004820A 1996-12-18 1996-12-18 Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze. NL1004820C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004820A NL1004820C2 (nl) 1996-12-18 1996-12-18 Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004820 1996-12-18
NL1004820A NL1004820C2 (nl) 1996-12-18 1996-12-18 Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004820C2 true NL1004820C2 (nl) 1997-12-23

Family

ID=19764085

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004820A NL1004820C2 (nl) 1996-12-18 1996-12-18 Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1004820C2 (nl)

Citations (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3070146A (en) * 1958-10-02 1962-12-25 Ferranti Albino System and related device for balancing hydraulic presses in general
US3143924A (en) * 1962-07-17 1964-08-11 Pacific Ind Mfg Co Control means for series connected cylinder drive assemblies
US3393635A (en) * 1966-08-25 1968-07-23 Pacific Press & Shear Corp Independently operable press brakes having tandem coupling means
DE2013875A1 (de) * 1969-03-29 1970-10-15 Verrina S.p.A,, Genua-Voltri (Italien) Hydraulische Antriebsvorrichtung für Abkantpressen
US3680339A (en) * 1969-06-25 1972-08-01 Amada Co Ltd Work start synchronizer in plural press brakes coupling operation
JPS59174221A (ja) * 1983-03-25 1984-10-02 Komatsu Ltd 折曲げ機の曲げ角度検出装置
EP0155228A1 (fr) * 1984-02-03 1985-09-18 Beyeler Machines S.A. Presse pour le pliage de tôles, dont le dispositif de pliage permet un contrôle de l'angle de pliage
EP0166351A2 (de) * 1984-06-27 1986-01-02 Arnold Stucki Vorrichtung an einer Maschine für Umformarbeiten an blechförmigen Materialien
WO1988001916A1 (en) * 1986-09-17 1988-03-24 Cincinnati Incorporated Adaptative control system for hydraulic press brake
US4864509A (en) * 1987-09-29 1989-09-05 The Boeing Company Method and related apparatus for controlling the operation of a press brake
GB2219669A (en) * 1988-06-07 1989-12-13 Hiroshi Sato Press brake with a displacement sensor
JPH02142619A (ja) * 1988-11-22 1990-05-31 Yamazaki Mazak Corp プレスブレーキ
GB2226515A (en) * 1988-12-29 1990-07-04 Amada Co Ltd Sheet bending press
JPH03110021A (ja) * 1989-09-21 1991-05-10 Matsushita Electric Works Ltd 曲げ加工方法
JPH04251614A (ja) * 1991-01-25 1992-09-08 Komatsu Ltd プレスブレーキ
US5497647A (en) * 1993-07-30 1996-03-12 Toyokoki Co., Ltd. Method and an apparatus for bending

Patent Citations (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3070146A (en) * 1958-10-02 1962-12-25 Ferranti Albino System and related device for balancing hydraulic presses in general
US3143924A (en) * 1962-07-17 1964-08-11 Pacific Ind Mfg Co Control means for series connected cylinder drive assemblies
US3393635A (en) * 1966-08-25 1968-07-23 Pacific Press & Shear Corp Independently operable press brakes having tandem coupling means
DE2013875A1 (de) * 1969-03-29 1970-10-15 Verrina S.p.A,, Genua-Voltri (Italien) Hydraulische Antriebsvorrichtung für Abkantpressen
US3680339A (en) * 1969-06-25 1972-08-01 Amada Co Ltd Work start synchronizer in plural press brakes coupling operation
JPS59174221A (ja) * 1983-03-25 1984-10-02 Komatsu Ltd 折曲げ機の曲げ角度検出装置
EP0155228A1 (fr) * 1984-02-03 1985-09-18 Beyeler Machines S.A. Presse pour le pliage de tôles, dont le dispositif de pliage permet un contrôle de l'angle de pliage
EP0166351A2 (de) * 1984-06-27 1986-01-02 Arnold Stucki Vorrichtung an einer Maschine für Umformarbeiten an blechförmigen Materialien
WO1988001916A1 (en) * 1986-09-17 1988-03-24 Cincinnati Incorporated Adaptative control system for hydraulic press brake
US4864509A (en) * 1987-09-29 1989-09-05 The Boeing Company Method and related apparatus for controlling the operation of a press brake
GB2219669A (en) * 1988-06-07 1989-12-13 Hiroshi Sato Press brake with a displacement sensor
JPH02142619A (ja) * 1988-11-22 1990-05-31 Yamazaki Mazak Corp プレスブレーキ
GB2226515A (en) * 1988-12-29 1990-07-04 Amada Co Ltd Sheet bending press
JPH03110021A (ja) * 1989-09-21 1991-05-10 Matsushita Electric Works Ltd 曲げ加工方法
JPH04251614A (ja) * 1991-01-25 1992-09-08 Komatsu Ltd プレスブレーキ
US5497647A (en) * 1993-07-30 1996-03-12 Toyokoki Co., Ltd. Method and an apparatus for bending

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 009, no. 029 (M - 356) 7 February 1985 (1985-02-07) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 014, no. 379 (M - 1012) 16 August 1990 (1990-08-16) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 298 (M - 1141) 29 July 1991 (1991-07-29) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 027 (M - 1355) 19 January 1993 (1993-01-19) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1612037B1 (en) Servo motor control unit for press-forming machine
EP2692668B1 (en) Apparatus and method for palletizing multi-reference loads
NL1028344C2 (nl) Depalletiseerinrichting.
EP1567847A1 (en) Apparatus for simulating tensile forces on a workpiece
JPH0577089A (ja) プレス機械
US20110024051A1 (en) Automated lamination stacking system for a transformer core former
NL1004820C2 (nl) Werkwijze voor het besturen van een buigpers en buigpers voorzien van besturingsmiddelen voor het besturen van de buigpers volgens de werkwijze.
NL2006854C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het compenseren van afwijkingen bij een vervormende bewerking tussen twee balken van een pers.
CN204823416U (zh) 智能全自动触摸屏卸纸机
EP0554351A1 (en) Electronic braking system for power press die change carriers
JPH1158099A (ja) サーボプレスの金型保護装置及びその方法
JPH078396B2 (ja) 鍛造プレス機の自動移動ビームを制御するための方法及びこの方法を実施するための制御装置
JPH07256499A (ja) 二重作用式プレスにおける絞り加工プロセスを中断・継続する方法と回路装置
CN1982197B (zh) 插杆式铲车
EP1691941A1 (en) A control system
BE1029272B1 (nl) Proces voor het opeenvolgende buigen van plaatmateriaal met behulp van een geautomatiseerd voedingssysteem
EP0490576A1 (en) Forming compound curvatures in metal sheets
JPH0570529B2 (nl)
JPH07164091A (ja) 油圧サーボ制御式ボトムノックアウト装置
NL9000152A (nl) Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze.
JPH0235368Y2 (nl)
NL9300882A (nl) Hefapparaat.
JP3789211B2 (ja) サーボプレスの上限位置設定装置及びその方法
US20080281441A1 (en) Method and Facility for Positioning an Element of a Machine
JPH05138253A (ja) プレスブレーキ

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20161217