NL1003425C2 - Centrifugaalkoppeling. - Google Patents

Description

CENTRIFUGAALKOPPELING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een centrifugaalkoppeling, voorzien van een trommelvormig lichaam, een draagelement, en met dit draagelement beweegbaar 5 verbonden, onder veerwerking staande, wrijvingselementen die tegen de binnenwand van het trommelvormig lichaam kunnen worden gedrukt om een koppeling tussen het trommelvormig lichaam en het draagelement tot stand te brengen.

Een dergelijke koppeling is bekend. Het draagele-10 ment is daarin motorisch aandrijfbaar, terwijl de wrijvings elementen worden gevormd door centrifugaalmassaelementen die onder een relatief hoog aandrijftoerental tegen de werking van trekveren in tegen de binnenwand van het trommelvormig lichaam kunnen worden gedrukt om de ronddraaiende beweging 15 van het draagelement over te kunnen brengen op het trommel vormig lichaam. Wanneer een dergelijke koppeling is opgenomen in de aandrijfasverbinding tussen de aftakas van een trekker en een hieraan gekoppeld, aan te drijven landbouwwerktuig, zoals bijvoorbeeld een maaimachine, dan dient bij een voor 20 een trekkeraftakas gebruikelijk, doch relatief laag toerental van 540 omwentelingen per minuut de massa van de centrifu-gaalelementen, nodig om een moment in de orde van 800 Nm alleen door wrijving over te brengen, dusdanig hoog te zijn, dat de koppeling te zwaar wordt om in de aandrijfasverbinding 25 te kunnen worden opgenomen. Bovendien zal bij dit toerental een relatief langdurige slip optreden en het frictiemateri-aal, aangebracht op de buitenzijde van de centrifugaalmassaelementen verbranden.

De uitvinding beoogt deze nadelen op te heffen door 30 een koppeling te verschaffen die ook bij een relatief laag toerental zonder ernstige beschadiging van het frictiemateri-aal een voldoende moment kan overbrengen en toch relatief licht is. Overeenkomstig de uitvinding heeft daartoe de koppeling zoals deze in de aanhef is omschreven het kenmerk, 35 dat druk uitoefenende veerelementen aanwezig zijn, alsmede vrij van het trommelvormig lichaam zijnde centrifugaalmassaelementen, via welke de drukkracht van deze veerelementen op de wrijvingselementen wordt overgebracht. Hierdoor wordt het 1003425 2 mogelijk dat een deel van het over te brengen moment wordt overgebracht door drukveren en het overige deel door de centrifugale kracht van de massaelementen, met het gevolg dat het gewicht van de massaelementen en daarmee die van de 5 koppeling aanzienlijk lager kan zijn. Bovendien zal door de werking van de drukveren de periode waarin slip optreedt belangrijk worden verkort zodat de kans op beschadiging van het frictiemateriaal op de buitenzijde van de wrijvingsele-menten in sterke mate wordt verminderd. Om het op de koppe-10 ling aan te sluiten werktuig in de aanloopfase rustig op gang te brengen is het trommelvormig lichaam motorisch aandrijf-baar en kan de ronddraaiende beweging daarvan op het draag-element, waarop het werktuig aansluitbaar is, worden overgebracht .

15 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarvan:

Figuur 1 op schematische wijze een dwarsdoorsnede van de koppeling overeenkomstig de uitvinding toont en in

Figuur 2 op schematische wijze een lengtedoorsnede 20 volgens de lijn II - II in figuur 1 van deze koppeling is weergegeven.

Het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is voorzien van een trommelvormig lichaam 1 dat motorisch aandrijfbaar is en daartoe aansluitbaar is op bijvoorbeeld de 25 af takas van een trekker. Met behulp van de hierna te be schrijven koppelelementen is de ronddraaiende beweging van het trommelvormig lichaam 1 over te brengen op een draagele-ment 2 waarop een aan te drijven werktuig aansluitbaar is. De genoemde koppelelementen omvatten een tweetal, aan de buiten-30 zijde van een frictiemateriaal voorziene wrijvingselementen 3 die tegen de binnenwand van het trommelvormig lichaam 1 kunnen worden gedrukt, een tweetal vrij van het trommelvormig lichaam zijnde centrifugaalmassaelementen 4 en een tweetal veerelementen 5, die, werkend op de centrifugaalmassaelemen-35 ten 4, indirect de wrijvingselementen 3 tegen het trommelvor mig lichaam 1 kunnen drukken. De wrijvingselementen 3 zijn diametraal tegenover elkaar gelegen en aan één zijde, zwenk-baar om respectieve assen 6, verbonden met het draagelement 1003425 3 2. Aan de andere zijde zijn de wrijvingselementen 3 voorzien van slobgaten 7. Ook de centrifugaalmassaelementen 4 zijn diametraal tegenover elkaar gelegen en, zwenkbaar om respectieve assen 8, verbonden met het draagelement 2. De koppeling 5 tussen een wrijvingselement 3 en een desbetreffend centrifu- gaalmassaelement 4 is verkregen door een, een deel van het centrifugaalmassaelement 4 vormend, cilindervormig uitsteeksel 9, dat is gelegen in het slobgat 7 van het desbetreffende wrijvingselement 3. Dit cilindervormig uitsteeksel 9 is 10 excentrisch ten opzichte van de zwenkas 8 gelegen. Het slobgat 7, waarvan de afmetingen de maximale rotatiehoek van het desbetreffende centrifugaalmassaelement bepaalt, vormt daardoor tevens een begrenzingselement voor de beweging van het centrifugaalmassaelement 4. De veerelementen 5 zijn 15 uitgevoerd als drukveren en aangebracht tussen de centrifu gaalmassaelementen 4. Doordat zij elk enerzijds op een massaelement in de directe nabijheid van een desbetreffende zwenkas 8 aangrijpen en anderzijds op het naar buiten zwenk-bare uiteinde van een massaelement, kan worden verondersteld 20 dat elke vee'; één van de centrifugaalmassaelementen 4 om een respectieve as 8 naar buiten kan drukken. Door de excentriciteit van het cilindervormig uitsteeksel 9 ten opzichte van de as 8 en de grootte van het slobgat 7 kan in eerste instantie de door de drukveren 5 uitgeoefende kracht via de naar buiten 25 gedrukte centrifugaalmassaelementen 4 op de wrijvingselemen ten 3 worden overgebracht en kan vervolgens, wanneer het toerental van het draagelement 2 voldoende hoog is, de kracht op de wrijvingselementen verder worden geleverd door de centrifugaalkracht van de centrifugaalmassaelementen 4.

30 Om een aan te drijven werktuig tijdens aanloop rustig op gang te brengen, is in de hier beschreven voorkeursuitvoeringsvorm gekozen voor een aandrijving van het trommelvormig lichaam 1 in plaats van een aandrijving van het draagelement 2 met de daarop aangebrachte wrijvingselementen 35 3 en centrifugaalmassaelementen 4. Hierbij dienen de wrij- vingselementen 3 een aanloopwrijvingsmoment op het trommelvormig lichaam 1 uit te oefenen. De benodigde wrijvingskracht om een aangesloten werktuig op gang te brengen, wordt gele- 1003425 4 verd door de drukveren 5. Deze veren drukken de centrifugaal-massaelementen 4 naar buiten, waarop de wrijvingselementen tegen de binnenzijde van het trommelvormig lichaam 1 worden gedrukt. De kracht van de veren bepaalt welk moment er bij 5 aanlopen kan worden overgebracht. Door deze constructie behoeft niet het totale benodigde moment door de centrifu-gaalmassaelementen 4 te worden overgebracht, waardoor het benodigde centrifugaalmoment kan worden verminderd met als gevolg gewichtsbesparing. Wanneer het draagelement 2 van de 10 koppeling met het daarop aangesloten werktuig al slippend begint te versnellen, zullen de massaelementen 4 door de centrifugale werking naar buiten willen treden. De ontstane centrifugaalkracht, die aangrijpt in het zwaartepunt van de massaelementen, wordt weer via de excenterconstructie op de 15 wrijvingselementen overgebracht.

1003425

Claims (8)

1. Centrifugaalkoppeling, voorzien van een trommelvor-mig lichaam (1), een draagelement (2) en met dit draagelement (2) beweegbaar verbonden, onder veerwerking staande, wrij- 5 vingselementen (3) die tegen de binnenwand van het trommel vormig lichaam (1) kunnen worden gedrukt om een koppeling tussen het trommelvormig lichaam (1) en het draagelement (2) tot stand te brengen, met het kenmerk, dat druk uitoefenende veerelementen (5) aanwezig zijn, alsmede vrij van het trom-10 meivormig lichaam (1) zijnde centrifugaalmassaelementen (4), via welke de drukkracht van deze veerelementen (5) op de wrijvingselementen (3) wordt overgebracht.

2. Centrifugaalkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het trommelvormig lichaam (1) motorisch aan- 15 drijfbaar is en de ronddraaiende beweging daarvan kan worden overgebracht op het draagelement (2) waarop een aan te drijven werktuig aansluitbaar is.

3. Centrifugaalkoppeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat zowel de wri jvingselementen (3) als de 20 centrifugaalmassaelementen (4) zwenkbaar met het draagelement (2) zijn verbonden en de koppeling tussen een wrijvingsele-ment (3) en een centrif ugaalmassaelement (4) is verkregen door een, een deel van het centrif ugaalmassaelement (4) vormend, cilindervormig uitsteeksel (9), waaromheen het 25 wrijvingselement (3) beweegbaar is.

4. Centrifugaalkoppeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het cilindervormig uitsteeksel (9) excentrisch zwenkbaar is verbonden met het draagelement (2).

5. Centrifugaalkoppeling volgens conclusie 4, met het 30 kenmerk, dat het wrijvingselement (3) is voorzien van een slobgat (7), waarin het cilindervormig uitsteeksel (9) beweegbaar is, welk slobgat (7) een begrenzing vormt voor de beweging van het centrifugaalmassaelement (4).

6. Centrifugaalkoppeling volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat twee centrifugaalmassa elementen (4) aanwezig zijn, die om diametraal tegenover elkaar gelegen, aan het draagelement (2) verbonden assen (8) 1003425 zwenkbaar zijn, waarbij een tweetal drukveren (5) aanwezig is om deze centrifugaalmassaeleinenten (4) om de genoemde assen (8) naar buiten te drukken en begrenzingsmiddelen aanwezig zijn om te voorkomen dat de centrifugaalmassaelementen (4) 5 tegen de binnenwand van het trommelvormig lichaam (1) aan kunnen komen.

7. Centrifugaalkoppeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de drukveren (5) werkzaam zijn tussen de centrifugaalmassaelementen (4).

8. Centrifugaalkoppeling volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat twee wrijvingselementen (3) aanwezig zijn die aan één zijde om diametraal tegenover elkaar, aan het draagelement (2) verbonden assen (6) zwenkbaar zijn en die aan de andere zijde zijn voorzien van slobgaten (7) die de 15 begrenzingsmiddelen voor de beweging van de centrifugaal massaelementen (4) vormen. 1003425