NL1001899C2 - Inrichting voor het bevestigen van een deurdrempel aan het kozijn van een naar buiten openende deur. - Google Patents

Description

Inrichting voor het bevestigen van een deurdrempel aan het kozijn van een naar buiten openende deur.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van een deurdrempel met een bovenvlak, aan een kozijn van een naar buiten toe openende deur.

5 In het algemeen zijn deurdrempels van naar buiten toe openende deuren onder de deur voorzien van een licht hellend vlak, om te voorkomen, dat spatwater terug stroomt en van een verhoging, die de eigenlijke drempel vormt en meestal aan de buitenzijde van de drempel voorzien is van 10 een afdichting.

Een kozijn, die op een dergelijke drempel bevestigd dient te worden, moet zowel op de bovenzijde van de deurdrempel als ook op het licht hellende waterafvoerende vlak steunen, 15 opdat een stabiele verbinding tussen het kozijn en de deurdrempel wordt verkregen. Daartoe moet echter het deel van het kozijn dat direct boven op de drempel staat korter zijn dan het deel van het kozijn, dat op het water afvoerende vlak van de deurdrempel steunt. Het aanbrengen van 20 een dergelijke treevormig uiteinde aan het kozijn is arbeidsintensief omdat de noodzakelijke aanpassingen veel tijd vergen en daardoor duur.

Als alternatief werkwijze kan ook de eigenlijke deurdrempel 25 in het gebied, waar het kozijn op het water afvoerende deel steunt, verwijderd worden. Ook deze werkwijze vergt echter extra inspanning en heeft bovendien als nadeel dat in het gebied tussen de staander en de deurdrempel een extra afdichting aangebracht dient te worden.

30

Uit het voorgaande blijkt dat bekende inrichtingen, die meestal uit een eenvoudige plaat of een hoekijzer bestaan, voor het bevestigen van een deurdrempel aan een staander van een kozijn van een naar buiten toe openende deur, wel-35 iswaar geschikt zijn om een deurdrempel stevig aan een 1001899 2 kozijn te bevestigen maar dat de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden voor het aanpassen van het kozijn of de deurdrempel de kosten van dergelijke bevestigingen sterk verhogen.

5

Het doel van de uitvinding is een inrichting voor het kunnen bevestigen van een deurdrempel aan het kozijn van een naar buiten toe openende deur zodat de deurdrempel op eenvoudige wijze en met geringe kosten aan het kozijn 10 bevestigd kan worden.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt met een inrichting, die omvat een orgaan voorzien van een bovenste steun-vlak voor het kozijn, alsmede eerste bevestigingsmiddelen 15 voor het bevestigen van de inrichting aan het kozijn evenals tweede bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de inrichting aan de deurdrempel, waarbij het bovenste steun-vlak van het orgaan één vlak vormt met het bovenvlak van de deurdrempel.

20

Een dergelijke inrichting kan op eenvoudige wijze aan het uiteinde van een recht afgesneden staander van een kozijn bevestigd worden. Daardoor wordt aan het onderste uiteinde van het kozijn treevormig, waarin de deurdrempel zodanig 25 past, dat het bovenvlak van de deurdrempel samen met het bovenste steunvlak van het orgaan één vlak vormt, waarop het uiteinde van het kozijn is geplaatst. Daarmee kan de deurdrempel zonder verdere aanpassingen bevestigd worden aan het door de inrichting met een klein stukje verlengde 30 kozijn.

Een andere mogelijkheid is om de inrichting eerst aan de deurdrempel te bevestigen. De inrichting wordt hiertoe eerst op het water afvoerende vlak van de deurdrempel 35 geplaatst, zodat het oplegvlak van het orgaan één vlak vormt met de bovenzijde van de deurdrempel. Dan wordt de deurdrempel te zamen met de inrichting zo aan het kozijn bevestigd, dat het naar onderen gerichte steunvlak van het kozijn zowel op het orgaan van de inrichting alsook op de 1001899 3 bovenzijde van de deurdrempel steunt.

De hoogte van het orgaan komt overeen met een speciaal daarbij behorende deurdrempel. Het orgaan is echter bij 5 voorkeur zo gemaakt, dat in de lengte een deel van het orgaan afgesneden kan worden om een orgaan aan te kunnen passen aan de breedte van een kozijn. Dit heeft daardoor het voordeel dat de inrichting volgens de uitvinding in grote aantallen kunnen worden geproduceerd om dan vervol-10 gens voor het aanbrengen aan te passen, zodat het orgaan een verlenging van het kozijn vormt.

Deurdrempels omvatten vaak een horizontale gleuf of geleiding voor het kunnen aanbrengen van een afdichtingsstrip, 15 die de onderste zijde van de deur afdicht tegen de drempel. Daarom zijn de organen van de inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur voorzien van een uitsteeksel of neus die in de voor de afdichting aangebrachte gleuf of geleiding geschoven kan worden. Het deel van de gleuf in de drempel 20 dat zich bevindt onder het kozijn dient dan voor het bevestiging van de inrichting aan de deurdrempel en het deel van de gleuf in de drempel dat zich bevindt onder de doorgang door de deur dient voor het opnemen van de afdichting.

Nadat het uitsteeksel of de neus in de horizontale gleuf 25 van de deurdrempel is aangebracht, is de inrichting meteen in de juiste positie in zoverre dat de inrichting slechts nog tegen een verschuiving in de richting van de gleuf gefixeerd dient te worden.

30 Bij voorkeur worden de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen gevormd door één flens en dient om de inrichting aan het kozijn en/of de deurdrempel te bevestigen. Indien een flens vanaf het bovenste oplegvlak van het orgaan zich loodrecht naar boven toe uitstrekt, dan 35 kunnen in deze flens gaten worden aangebracht om de inrichting met behulp van schroeven aan de buitenzijde van het kozijn te kunnen bevestigen en dienen als eerste bevestigingsmiddelen. Met een tweede, aan de onderzijde van het orgaan tegenover de eerste flens liggende flens, dus de 1001899 4 tweede bevestigingsmiddelen, waarin eveneens gaten zijn aangebracht is de inrichting gemakkelijk aan de deurdrempel vast te schroeven- De vorm en de grootte van de flens alsook de plaats van de daarin aangebrachte gaten zijn 5 zodanig gekozen dat de inrichting is aangepast aan een speciale deurdrempel maar aan verschillende soorten kozijnen bevestigd kan worden.

Om het positioneren van het kozijn op het orgaan van de 10 inrichting te vereenvoudigen en om het verdraaien van het kozijn ten opzichte van de drempel te verhinderen is in een voorkeursuitvoering van de inrichting het orgaan in een deelgebied van het bovenste oplegvlak voorzien van een rechthoekig naar boven toe gericht aanslagvlak.

15

Omdat de delen van de inrichting bij voorkeur uit kunststoffen zijn vervaardigd dienen omwille van produktietech-nische redenen deze grotendeels hol te zijn om krom trekken tijdens het afkoelen te vermijden en tevens om materiaal 20 uit te sparen. Omdat bij voorkeur de organen op meerdere verschillende kozijnprofielen dienen te kunnen worden toegepast moet de holle ruimte in het orgaan zodanige afmetingen hebben dat ook bij het verkorten van het orgaan om het aan een specifiek afmeting van een kozijnprofiel aan 25 te passen de stevigheid en stabiliteit van de inrichting niet verkleind wordt.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. In de tekening 30 toont:

Figuur 1 een dwarsdoorsnede door het profiel van een deurdrempel volgens de uitvinding en 35 Figuur 2 een aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding voor het bevestigen van een deurdrempel aan een kozijn.

De deurdrempel 1 in figuur 1 bestaat uit een drempeldeel 2 1001899 5 en een water afvoerend plaatvormig deel 3. Het Jrempeld^el 2 is op de naar binnen gekeerde zijde dus die tegenover het water afvoerende deel 3 ligt, voorzien van een isolatiekus-sen 4. Op de naar buiten gerichte zijde, boven het water 5 afvoerende plaatdeel 3 is een gleuf of groef 5 aangebracht, die dient om een afdichting (in de tekening niet getoond) in aan te kunnen brengen.

De onderzijde van het water afvoerende plaatdeel 3 is 10 voorzien van een bevestigingsorgaan 6 en een steun 7.

Figuur 2 toont hoe een inrichting 8 wordt toegepast om een deurdrempel aan een kozijn van een, naar buiten toe draaiende deur wordt bevestigd. De inrichting 8 bestaat in hoofd-15 zaak uit een orgaan 9 met aan de bovenzijde een steunvlak 10 voor een kozijn, en eerste bevestigingsmiddelen 11 voor het kunnen bevestigen van de inrichting 8 aan een kozijn en tweede bevestigingsmiddelen 12 voor het kunnen bevestigen van een deurdrempel aan de inrichting.

20

Het orgaan 9 is een in hoofdzaak rechthoekig deel met een bovenste steunvlak 10, een ondervlak 13 en aan twee zijden een buitenvlak 14 en een binnenvlak 15. Het buitenvlak 14 van het orgaan 9 is iets hoger dan de binnenvlak 15, opdat 25 wanneer het orgaan 9 geplaatst is op het iets schuin aflopende plaatdeel 3, het bovenste steunvlak 10 goed horizontaal en waterpas is. Het binnenvlak 15 is over de totale breedte van het zijvlak 15 voorzien van een uitsteeksel 16, die in dwarsdoorsnede de vorm heeft en van een bovenop een 30 ribbe geplaatst trapezium en die in een overeenkomstige gevormde gleuf of groef 5 in een deurdrempel 1 geschoven kan worden. Bovendien omvat het orgaan op haar bovenste steunvlak 10 nabij het binnenvlak 15 een rechthoekig naar boven uitstrekkend aanlegvlak 17, die het vlak 15 naar 35 boven toe verlengd boven het horizontale bovenste oplegvlak 10 van het orgaan 9.

Op een van de kopse vlakken van het orgaan 9 zijn de beide bevestigingsmiddelen 11 en 12 aangebracht, die als haaks op 1001899 6 het orgaan naar boven en naar onder toe uitstekende flenzen uitgevoerd zijn. Deze flenzen zijn zodanig afgestemd op het profiel van de deurdrempel 1, dat de naar onder toe gerichte flens in hoofdzaak de eindvlakken van het profiel van de 5 deurdrempel 1 afdekt en dat de drempel aan deze eindvlakken met schroeven bevestigd kan worden, welke schroeven door bevestigingsgaten 18 in de flens steken en vervolgens in schroefkanalen 19, 20 van de deurdrempel 1 geschroefd.

10 De naar boven toe gerichte flens van de eerste bevestigingsmiddelen 11 is eveneens voorzien van meerdere gaten 21 tot en met 26, waar doorheen schroeven kunnen aan gebracht worden, waarmede de inrichting 8 aan een profiel van een willekeurig kozijn kan worden bevestigd. In de flens is een 15 opening 27 aangebracht opdat door deze opening een gereedschap gestoken kan worden om tijdens de vervaardiging van de inrichting het aanslagvlak 17 te kunnen vormen.

Alvorens de inrichting 8 toe te passen dient de lengte van 20 het orgaan 9 eerst te worden ingekort opdat deze overeenkomt met de breedte van de staander van het kozijn en dan pas wordt het uitsteeksel 16 van het orgaan 9 in de gleuf 5 van de deurdrempel 1 geschoven, totdat de flens 11 en 12 van de inrichting 8 aan liggen tegen de kopse zijde van de 25 deurdrempel 1. Vervolgens wordt met schroeven, die door de opening 18 en een niet getoonde opening van de flens 12 worden gestoken, de inrichting aan de drempel bevestigd, waarbij schroeven in de schroefkanalen 19 en 20 worden geschroefd.

30

Op de aldus met de deurdrempel 1 vastverbonden inrichting 8 wordt dan de staander van het kozijn van een naar buiten toe openende deur zo geplaatst, dat de het naar onderen gerichte vlak van de staander zowel op het bovenste steun-35 vlak 10 als op van het bovenvlak 28 van de drempel 1 is geplaatst. Het aanslagvlak 17 kan met een steekbeitel gemakkelijk zodanig verwijderd worden dat het naar onderen gerichte vlak van het kozijn zowel aansluitend op de bovenzijde 28 van de deurdrempel 1 als van het steunvlak 10 van 1001899 7 het orgaan 9 kan worden geplaatst. Tenslotte wordt met behulp van schroeven, die door de gaten 21 tot en met 26 worden gestoken, het kozijn aan de flens 11 bevestigd waarbij de schroeven in het profiel van het kozijn gedraaid 5 worden.

1001899

Claims (5)

1. Inrichting (8) voor het bevestigen van een deurdrempel (1) voorzien van een bovenvlak (28), aan een kozijn van een naar buiten toe openende deur, met het kenmerk, dat de inrichting omvat een orgaan (9) voorzien van een 5 bovenste steunvlak (10) voor het kozijn, alsmede eerste bevestigingsmiddelen (11) voor het bevestigen van de inrichting (8) aan het kozijn evenals tweede bevestigingsmiddelen (12) voor het bevestigen van de inrichting (8) aan de deurdrempel (1), waarbij het bovenste steunvlak (10) van 10 het orgaan (9) één vlak vormt met het bovenvlak (28) van de deurdrempel (1).

2. Inrichting volgens conclusie.1 met het kenmerk, dat de deurdrempel (1) over de gehele lengte voorzien is 15 van een rechte gleuf of geleiding (5) voor het aan kunnen brengen van een afdichting en het orgaan (9) voorzien is van een uitsteeksel (16), die klemmend in de geleiding (5) kan worden geschoven.

3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de eerste bevestigingsmiddelen (11) en de tweede bevestigingsmiddelen (12) worden gevormd door één flens (11, 12) en dient om de inrichting (8) aan het kozijn en/of de deurdrempel (1) te bevestigen. 25

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het orgaan (9) in een deel gebied van het bovenste oplegvlak (10) voorzien is van een haaks naar boven toe uitstekend aanslagvlak (17), die dient om 30 het positioneren van het kozijn te vergemakkelijken

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het orgaan (9) tenminste gedeelte lijk hol is. 35 1001899