NL1001142C2 - Manifestatiecomplex met verplaatsbaar vloerdeel. - Google Patents

Description

Manifestatiecomplex met verplaatsbaar vloerdeel

De uitvinding heeft betrekking op een manifestatiecomplex, voorzien van een tenminste ten dele door een tribune omgeven manifestatievlak, waarop ten minste één vloerdeel aangebracht is dat ten opzichte van de tribune 5 in verticale richting verplaatsbaar is tussen een ge- bruiksstand en een op afstand boven het manifestatievlak gelegen opbergstand. Een dergelijk manifestatiecomplex is bekend uit WO-A-9015207, en kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een sportstadion, evenementenhal of iets derge-10 lijks.

Een manifestatiecomplex met een verplaatsbaar vloerdeel heeft ten opzichte van manifestatiecomplexen, waarbij het vloerdeel, dat bijvoorbeeld een sportveld vormt vast is, het voordeel dat door het verplaatsen van 15 het vloerdeel het manifestatievlak vrijkomt voor alterna tieve toepassingen. Wanneer bijvoorbeeld het manifestatiecomplex een voetbalstadion is, en het vloerdeel dus een grasveld draagt, kan door het verplaatsen van het grasveld het daaronder gelegen manifestatievlak bijvoorbeeld vrij-20 gemaakt worden om een popconcert of een tentoonstelling te huisvesten. Hierdoor kan het manifestatiecomplex voor velerlei verschillende evenementen gebruikt worden, waardoor een economisch verantwoorde exploitatie daarvan mogelijk is.

25 Bij een aantal bekende manifestatiecomplexen met verplaatsbaar vloerdeel is het vloerdeel verschuifbaar uitgevoerd. Het vloerdeel kan daarbij bijvoorbeeld tot onder een deel van de tribune verschoven worden. Ook is het mogelijk dat de vloer gevormd wordt door meerdere 30 afzonderlijk verplaatsbare delen, die bijvoorbeeld elk een half speelveld dragen en tot onder tegenover elkaar gelegen tribunedelen geschoven worden. Wanneer echter het vloerdeel een speelveld van een natuurlijk materiaal zoals gras vormt, zoals bij voetbalstadions het geval zal zijn, 35 is het van belang dat het vloerdeel in de buitenlucht 1001 142 2 opgeborgen wordt. In het geval van een verschuifbaar vloerdeel houdt dit in dat het vloerdeel tot buiten de door de tribunes bepaalde omtrek verschoven moet worden, om aantasting van het gras te voorkomen. Dit heeft het 5 nadeel dat buiten de omtrek van het manifestatiecomplex een aanzienlijke ruimte vrijgehouden dient te worden van obstakels, teneinde daar het vloerdeel te kunnen plaatsen.

Derhalve is reeds in het genoemde octrooischrift WO-A-9015207 een manifestatiecomplex met verplaatsbaar 10 vloerdeel voorgesteld, waarbij dit nadeel zich niet voordoet. Volgens deze publikatie wordt dit bereikt, doordat het vloerdeel in verticale richting verplaatsbaar is. Hierdoor wordt het ruimtebeslag van het manifestatiecomplex geminimaliseerd. Dit is met name van belang voor 15 manifestatiecomplexen die zich in stedelijke gebieden bevinden, waar de grondprijzen hoog zijn en bovendien de bebouwing vaak tot direct naast het manifestatiecomplex zal zijn doorgezet. Het vloerdeel, dat via een tussenstand, waarin dit het complex in twee boven elkaar gelegen 20 hallen verdeelt, verplaatsbaar is tot in een opening in het dak van het complex, wordt daarbij langs een viertal op zijn hoekpunten aangebrachte, vaste staanders bewogen. Deze staanders zijn dus ten alle tijden zichtbaar in het complex aanwezig, en benemen daarbij grote delen van het 25 publiek het zicht op mogelijk belangrijke punten van het veld.

De uitvinding beoogt derhalve een manifestatiecomplex van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij dit nadeel zich niet voordoet. Volgens de uitvin-30 ding wordt dit bereikt, doordat het vloerdeel gedragen wordt door aan de onderzijde daarmee verbonden, in hoogte-richting instelbare staanders. Door gebruik te maken van onder het vloerdeel aangebrachte, in hoogterichting instelbare staanders wordt bereikt, dat deze in elk geval 35 wanneer het vloerdeel zijn gebruiksstand inneemt onzichtbaar zijn. Hierdoor wordt het kijkgenot van de kijkers verhoogd.

1001142 3

Bij voorkeur zijn de staanders op afstand van de randen van het vloerdeel aangebracht. Hierdoor wordt een lichte constructie van het vloerdeel verkregen, waardoor ook de staanders relatief licht en dun uitgevoerd kunnen 5 worden, en dus slechts geringe obstakels vormen.

Verdere voorkeursuitvoeringen van het manifesta-tiecomplex volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies 3-6.

De uitvinding heeft ook betrekking op een ver-10 plaatsbaar vloerdeel, verplaatsingsmiddelen en fixatiemid- delen voor toepassing in een manifestatiecomplex als hiervoor beschreven.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld waarbij verwezen wordt naar de bijge-15 voegde tekening, waarin:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengebroken perspectivisch aanzicht is van een manifestatiecomplex volgens de uitvinding;

Fig. 2 een doorsnede-aanzicht is van het vloer-20 deel en de staanders van het manifestatiecomplex volgens de uitvinding, genomen langs de lijn II-II in fig. 1;

Fig. 3 een schematisch bovenaanzicht is van het vloerdeel met staanders van fig. 2;

Fig. 4 een gedeeltelijk weggebroken perspecti-25 visch detailaanzicht is van de onderzijde van het vloerdeel en een staander;

Fig. 5 en 6 een schematische gedeeltelijke doorsnede tonen van het vloerdeel met een staander en zijn verplaatsingsmiddelen in de volledig ingetrokken, respec-30 tievelijk volledig uitgestoken stand; en

Fig. 7A-E schematisch de verplaatsing van een staander met het daarop rustend vloerdeel tonen.

Een manifestatiecomplex 1, bijvoorbeeld een voetbalstadion (fig. 1) is voorzien van een manifestatie-35 vlak 2 dat in het getoonde voorbeeld geheel omgeven wordt door de tribune 3. Op een manifestatievlak is een vloerdeel 4 aangebracht, dat in het getoonde voorbeeld een 1001142 4 voetbalveld 16 draagt. Het vloerdeel 4 wordt gesteund door in een ondergrond 5 aangebrachte staanders 6, en is in verticale richting verplaatsbaar tussen de getoonde ge-bruiksstand, en een opbergstand, waarin het vloerdeel 4 5 zich op afstand boven het manifestatievlak 2 bevindt. In het getoonde voorbeeld zijn de tribunes 3 overdekt, en wordt zo een dak 7 op het manifestatiecomplex 1 gevormd, dat voorzien is van een opening 8, waarvan de afmetingen nauwkeurig overeenkomen met de afmetingen van het ver-10 plaatsbare vloerdeel 4. Wanneer het vloerdeel 4 derhalve zijn opbergstand inneemt, sluit het precies de opening 8 in het dak 7 af, waardoor een geheel gesloten manifestatiecomplex 1 gevormd wordt. Het manifestatievlak 2 kan dan voor andersoortige evenementen gebruikt worden, zoals 15 bijvoorbeeld concerten, tentoonstellingen en dergelijke. Het veld 16 dat op het vloerdeel 4 aangebracht is, wordt zo bovendien in de opbergstand op generlei wijze afgedekt, zodat het veld, wanneer dit van een natuurlijk materiaal zoals gras vervaardigd is, in goede conditie blijft.

20 De staanders 6 zijn in hoogterichting instelbaar opgenomen in putten 10, die zijn aangebracht in de ondergrond 5, en uitmonden in het manifestatievlak 2 (fig. 2). Hierdoor kan het vloerdeel 4 vanuit zijn getoonde ge-bruiksstand, waarin het opgenomen is in een uitsparing 9 25 van het manifestatievlak 2, en daardoor met zijn bovenzijde gelijk ligt met het manifestatievlak, omhooggebracht worden naar zijn opbergstand. Daartoe zijn in een verwijd deel 12 van elke put 10 middelen 13 aangebracht voor het in verticale richting verplaatsen van de staanders 6. In 30 dit zelfde verwijde deel 12 zijn ook met de verplaatsings-middelen 13 samenwerkende middelen 14 aangebracht, die dienen voor het in een bepaalde positie fixeren van de staanders 6.

Het vloerdeel 4 wordt gevormd door een frame 15, 35 waarop een bovenlaag, bijvoorbeeld in de vorm van een speelveld 16 is aangebracht. Het frame 15 wordt gevormd door een aantal langsspanten 17 en een aantal daarmee 1001142 5 verbonden dwarsspanten 18 (fig. 2-4). Tussen de dwarsspan-ten 18 zijn nog dwarsverstijvers 19 aangebracht, waardoor een stijf vloerdeel 4 gevormd wordt, dat noch in zijn gebruiksstand, noch in zijn opbergstand enige merkbare 5 vorm van doorbuiging vertoont. De staanders 6 bevinden zich daarbij binnen de omtreksrand 31 van het vloerdeel 4. Het is echter natuurlijk ook denkbaar gebruik te maken van staanders die langs de rand 31 van het vloerdeel 4 zijn aangebracht.

10 De verplaat.singsmiddelen 13 omvatten voor elk van de staanders 6 ten minste één daarmee te verbinden vijzel 23 (fig. 5, 6). De fixatiemiddelen 14 omvatten daarnaast voor elk van de staanders 6 ten minst een onderste en bovenste fixatiekrans 22L, respectievelijk 22U, 15 waartussen de vijzels 23 aangebracht zijn. De vijzels 23 rusten daarbij op de onderste fixatiekrans 22L, die op zijn beurt op de bodem van het verwijde deel 12 van de put 10 rust. Deze fixatiekransen 22L, 22U, die de staander 6 volledig omgeven, zijn voorzien van openingen 26, 27 20 waarin fixatiepennen 28, 29 plaatsbaar zijn. De staanders 6 zijn elk voorzien van openingen 20, waarvan de afmetingen in hoofdzaak overeenkomen met die van de openingen 26, 27 van de fixatiekransen 22L, 22U, zodat de fixatiepennen 28, 29 tot in deze openingen 20 geschoven kunnen worden.

25 De staanders 6 zijn elk verplaatsbaar aangebracht in hun bijbehorende put 10, die begrensd wordt door een in de ondergrond 5 aangebrachte putwand 21. De staanders 6 worden tijdens hun verplaatsing in de put 10 en het verwijde deel 12 daarvan geleid door schematisch weergegeven 30 geleidingsorganen 24, respectievelijk 25. De verplaatsing van de staanders 6 vindt daarbij stapsgewijs plaats, waarbij de fixatiemiddelen 14 zodanig met de verplaat-singsmiddelen 13 gesynchroniseerd zijn, dat zij tijdens de verplaatsingsstap van de staanders 6 vrij gehouden worden, 35 en aan het eind van elke stap weer met de staander 6 in aangrijping gebracht worden.

De verplaatsing van de staanders 6 verloopt als 1001 142 6 volgt (fig. 7). Wanneer het vloerdeel 4 van een bepaalde positie, waarin het gefixeerd is doordat beide fixatie-kransen 22L en 22U met de staander 6 in aangrijping zijn (fig. 7A) verplaatst moet worden naar een andere positie, 5 wordt eerst de onderste fixatiekrans 22L buiten aangrijping gebracht met de staanders 6. Hiertoe worden de fixa-tiepennen 29 uit de openingen 20 in de staander 6 en de openingen 27 van de onderste fixatiekrans 22L getrokken (fig. 7B). Vervolgens worden de (bijvoorbeeld hydrauli-10 sche) vijzels 23 bediend, waardoor hun zuigerstang 30 omhoogkomt, en zo de bovenste fixatiekrans 22U omhoog brengt. Deze fixatiekrans 22U is door middel van de fixa-tiepennen 28 die door de openingen 26 en 20 steken met de staander 6 verbonden, waardoor ook de staander 6 en het 15 vloerdeel 4 omhoog gebracht wordt.

Wanneer de vijzels 23 het eind van hun slag bereikt hebben, of wanneer er een nieuw stel openingen 20 van de staander 6 met de openingen 27 van de onderste fixatiekrans 22L in register liggen, worden de pennen 29 20 weer door de openingen 27 en de daarmee in register gelegen openingen 20 van de staander 6 geschoven, waardoor de onderste fixatiekrans eveneens met de staander 6 in aangrijping gebracht wordt (fig. 7C). De staander 6 is nu in zijn één stap hogere stand gefixeerd. Nu kunnen de pennen 25 28 verwijderd worden, waardoor de bovenste fixatiekrans 22U buiten aangrijping raakt met de staander 6 (fig. 7D;, waarna de zuigerstangen 30 teruggetrokken kunnen worden in de hydraulische vijzels 23 tot de bovenste fixatiekrans 22U in register ligt met een lager gelegen stel openingen 30 20 van de staander 6 (fig. 7E), waardoor een verplaat- singsstap voltooid wordt. Nu kunnen de pennen 28 weer in de openingen 26 en 20 geschoven worden, waardoor de uit-gangstoestand van fig. 7A hersteld wordt, en kunnen de hiervoor beschreven handelingen herhaald kunnen worden.

35 Het in en uit de openingen 20, 26 en 27 schuiven van de fixatiepennen 28, 29 en het bewegen van de hydraulische vijzels 23 heeft daarbij automatisch plaats onder bestu- 10 0 1 14 2 7 ring van een buiten de put 10 aangebrachte bedieningseen-heid. De bediening kan daarbij handmatig plaatshebben, of volgens een vooraf ingevoerd programma verlopen.

Op deze wijze kunnen de staanders 6 en daarmee 5 het vloerdeel 4 stapsgewijs omhoog of omlaag gebracht worden. Door deze stapsgewijze verplaatsing met tussentijdse borging kan volstaan worden met vijzels met relatief geringe slag, waardoor de totale kosten van het manifestatiecomplex relatief beperkt blijven.

10 Het is natuurlijk anderzijds ook mogelijk om gebruik te maken van vijzels waarvan de slaglengte overeenkomt met de afstand waarover het vloerdeel 4 verplaatst dient te worden tussen zijn gebruiksstand en zijn opberg-stand. In dat geval zijn echter schroefvijzeis of tand- 15 stangconstructies eerder geschikt dan hydraulische vijzels .

1001142

Claims (10)

1. Manifestatiecomplex (1), voorzien van een tenminste ten dele door een tribune (3) omgeven manifestatievlak (2) , waarop ten minste één vloerdeel (4) aangebracht is dat ten opzichte van de tribune (3) in verticale 5 richting verplaatsbaar is tussen een gebruiksstand en een op afstand boven het manifestatievlak (2) gelegen opberg-stand, met het kenmerk, dat het vloerdeel (4) gedragen wordt door aan de onderzijde daarmee verbonden, in hoogte-richting instelbare staanders (6).

2. Manifestatiecomplex (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de staanders (6) op afstand van de randen (31) van het vloerdeel (4) zijn aangebracht.

3. Manifestatiecomplex (1) volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat de staanders (6) verplaatsbaar 15 zijn opgenomen in zich onder het manifestatievlak (2) uitstrekkende putten (10).

4. Manifestatiecomplex (1) volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van nabij het manifestatievlak (2) aangebrachte middelen (13) voor het in verticale rich- 20 ting verplaatsen van de staanders (6), met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen (13) voor elk van de staanders (6) ten minste één daarmee te verbinden vijzel (23) omvatten.

5. Manifestatiecomplex (l) volgens conclusie 4, 25 voorzien van met de verplaatsingsmiddelen (13) samenwerkende middelen (14) voor het in een bepaalde positie fixeren van de staanders (6), met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen (13) ingericht zijn voor het stapsgewijs verplaatsen van de staanders (6), en de fixatiemid- 30 delen (14) zodanig met de verplaatsingsmiddelen (13) gesynchroniseerd zijn dat zij tijdens een verplaatsings-stap vrijgehouden worden van de staanders (6), en aan het eind van elke stap daarmee in aangrijping gebracht worden.

6. Manifestatiecomplex (1) volgens conclusie 5, 35 met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen (14) voor elk van 1001142 de staanders (6) ten minste een onderste en een bovenste fixatieorgaan (22L, 22U) omvatten, waartussen de ten minste ene vijzel (23) aangebracht is, en de fixatieorga-nen (22L, 22U) afwisselend met de bijbehorende staander 5 (6) in aangrijping gebracht kunnen worden.

7. Verplaatsbaar vloerdeel (4), kennelijk bedoeld voor toepassing in een manifestatiecomplex (l) volgens één der voorgaande conclusies.

8. Verplaatsingsmiddelen (13) , kennelijk be-10 doeld voor toepassing in een manifestatiecomplex (1) volgens één der conclusies 4 tot 6.

9. Fixatiemiddelen (14), kennelijk bedoeld voor toepassing in een manifestatiecomplex (1) volgens conclusie 5 of 6 .

10 0 1 14 2