NL1001038C2 - Container. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Container.

De uitvinding heeft betrekking op een container voorzien van een bodem en opstaande wanden alsmede van een nabij een uiteinde 5 van de container aangebrachte deur, die ten opzichte van een nabij het boveneinde van de deur gelegen, ten minste nagenoeg horizontaal verlopende scharnieras verzwenkbaar is tussen een gesloten en geopende stand, terwijl grendel organen zijn aangebracht voor het vergrendelen van de deur in zijn gesloten stand.

10 Dergelijke containers worden bijvoorbeeld gebruikt voor het transport van afval of dergelijk materiaal. In vele gevallen wordt dit afvalmateriaal in de containers samengeperst, zodat daarbij ook grote krachten op de deur worden uitgeoefend. Enerzijds moeten de deur en de de deur in de gesloten stand vastzettende grendel organen zodanig zijn 15 uitgevoerd, dat deze onderdelen de daarop uitoefende krachten goed kunnen weerstaan, terwijl anderzijds een gemakkelijk openen en sluiten van de deur gewaarborgd moet zijn.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de deur in zijn nagenoeg gesloten stand met behulp van een verstel-20 mechanisme omhoog te schuiven is en de grendel organen zodanig zijn uitgevoerd, dat deze door het omhoog schuiven van de deur naar zijn geheel gesloten stand in werking worden gebracht.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan gebruik worden gemaakt van eenvoudige, door verschuiving van de deur 25 met elkaar in ingrijping te brengen grendel organen, waaraan een robuuste opbouw kan worden gegeven. Daarbij zal bij het loskoppelen van de deur de deur mede onder invloed van de zwaartekracht geneigd zijn om weer naar beneden te bewegen om de grendel organen uit ingrijping te brengen.

30 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een schematisch in bijgaande figuren weergegeven uitvoerings-voorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een zijaanzicht op een uiteinde van een container met een deur in vergrendelde stand.

10 0 1 038 .

2

Figuur 2 toont een met figuur 1 overeenkomend zijaanzicht, waarbij de deur vanuit de geheel gesloten stand enigszins naar beneden is bewogen.

Figuur 3 toont het in de figuren 1 en 2 weergegeven 5 gedeelte van de container terwijl de container een gekiepte stand inneemt voor het lossen van de container.

De in de figuren gedeeltelijk weergegeven container 1 omvat zich in de lengterichting van de container uitstrekkende gestelbalken 2, waarop een in de figuren niet nader weergegeven bodem rust. Verder 10 is de container voorzien van opstaande zijwanden 3 en een in de figuur niet nader weergegeven voorwand. Aan de achterzijde van de container is een deur 4 aangebracht.

Nabij de bovenzijde van de deur 4 zijn aan de zijkanten van de deur 4 oren 5 aangebracht. In de van de deur 4 afgekeerde, zich 15 langs de zijwanden 3 van de container uitstrekkende delen van de oren 5 zijn zich schuin omhoog uitstrekkende sleufgaten 6 aangebracht, die zich vanaf hun ondereinden schuin omhoog in een van de deur 4 afgekeerde richting uitstrekken. In deze sleufgaten zijn met de zijwanden 3 verbonden scharnierpennen 7 gelegen.

20 In plaats van de sleufgaten 6 kunnen hier ook ruimere gaten voor het opnemen van de pennen 7 worden toegepast. Enige uitwijkmogelijkheid van de deur 4 aan de bovenzijde van de deur is niet bezwaarlijk, en zodoende hoeven geen bijzonder hoge eisen aan de maatnauwkeurigheid van de ophangconstructie van de deur te worden 25 gesteld.

Zoals verder in de figuren is weergegeven zijn aan de uiteinden van de zijwanden 3 een tweetal op afstand van en boven elkaar gelegen in hoofdzaak L-vormige haken 8 bevestigd, die in de in figuur 1 weergegeven gesloten stand van de deur 4 achter aan de deur 4 30 bevestigde nokken 9 grijpen. Zoals daarbij uit figuur 1 duidelijk zal zijn strekken de met elkaar in aanraking zijnde begrenzingsvlakken van de haken 8 en nokken 9 zich vanaf hun ondereinden eveneens schuin omhoog uit en, bij toepassing van sleufgaten 6 in plaats van de pennen 7 ruim omgevende gaten, in nagenoeg dezelfde richting als de sleuf-35 gaten 6.

1 0 0 1 03 8 .' 3

Nabij de ondereinden van de zijwanden 3 zijn met behulp van zich horizontaal en loodrecht op de lengterichting van de container uitstrekkende scharnierassen 10 sluithaken 11 scharnierend met de container verbonden. In ieder van deze nabij de zijkanten van de 5 container aangebrachte sluithaken 11 is een gekromde gleuf 12 aangebracht voor het opnemen van een aan het ondereinde van de deur bevestigde meeneempen 13.

Aan het op enige afstand boven de scharnieras 10 gelegen uiteinde van iedere sluithaak 11 is met behulp van een zich evenwijdig 10 aan de scharnieras 10 uitstrekkende as 14 een uiteinde van een schroefdraadstang 15 met de sluithaak gekoppeld. Het van de as 14 afgekeerde uiteinde van de schroefdraadstang 15 is geschroefd in een van inwendige schroefdraad voorziene bus 16. In het van de schroefdraadstang 15 afgekeerde uiteinde van de bus 16 is het uiteinde van 15 een met een zijwand van de container gekoppelde schroefdraadstang 17 geschroefd.

De schroefdraad van de schroefdraadstangen 15 en 17 is van tegengestelde spoed. De bus 16 kan met behulp van een ratelsleutel 18 om zijn hartlijn worden verdraaid voor het naar elkaar toe resp. van 20 elkaar afbewegen van de draadstangen 15 en 17.

Het zal duidelijk zijn, dat door het in de juiste richting verdraaien van de aan weerszijden van de container aangebrachte draadbussen 16 met behulp van de ratelsleutel 18 de sluithaken 11, gezien in de figuur in de richting van de wijzers van de klok om de 25 scharnierpennen 10 kunnen worden verdraaid vanuit de in figuur 1 weergegeven stand naar de in figuur 2 weergegeven stand. Door deze verdraaiing dringen de sluithaken 11 de in de gleuven 12 gelegen meeneempennen 13 vanuit de in figuur 1 weergegeven stand naar beneden in de in figuur 2 weergegeven stand, welke werking wordt ondersteund 30 door het gewicht van de deur 4, welke ten opzichte van zijn scharnierpennen 7 eveneens naar beneden beweegt. Daarbij komen de nokken 9 vrij van de grendelhaken 8. Vervolgens kan voor het lossen van de container de container worden gekiept naar de in figuur 3 weergegeven stand.

Uiteraard zijn er ook andere middelen voor het verzwenken 35 van de sluithaken 11 toepasbaar, zoals bijvoorbeeld hydraulisch of 10 01 038.

4 pneumatisch werkende verstelcylinders, hefboom-overbrengingen of dergelijke.

Na het lossen van de container zal deze weer horizontaal worden opgesteld, zodat de deur weer teruggebracht wordt in de in 5 figuur 2 weergegeven stand. Vervolgens kunnen de sluithaken 11 weer met behulp van het door de onderdelen 15-18 gevormde verstelmechanisme vanuit de in figuur 2 weergegeven stand om de scharnierassen 10 worden verzwenkt naar de in figuur 1 weergegeven stand. De deur 4 zal daarbij door de samenwerking tussen de sluithaken 11 en de meeneempennen 13 10 weer omhoog worden bewogen, zodat de nokken 9 weer achter de haken 8 worden geschoven en daarbij door het schuine verloop van de met elkaar samenwerkende vlakken van de haken 8 en de nokken 9 en het schuine verloop van de sleufgaten 6 de deur weer stevig tegen de achterzijde van de container in zijn gesloten stand zal worden aangedrukt.

15 Zoals verder nog in de figuren is weergegeven is een borgpen 19 aangebracht, met behulp waarvan de ratel sleutel 18 tegen verdraaiing kan worden geborgd.

Uiteraard zijn binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding variaties op de boven beschreven en in de figuren weerge-20 geven uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding denkbaar.

Zo kunnen bijvoorbeeld in plaats van de haken 8 met de nokken 9 vergelijkbare nokken aan de container zijn bevestigd waarbij aan de deur haken zullen zijn bevestigd, die zodanig aan de deur 25 zullen zijn aangebracht, dat zij van onder af om de aan de container bevestigde haken zullen grijpen.

Eventueel kan men de nokken 9 bijvoorbeeld uitvoeren als ronde pennen, die met geschikte met de pennen samenwerkende haken voor het vergrendelen van de deur in zijn gesloten stand zorg zullen 30 dragen.

1001038.

Claims (7)

1. Container voorzien van een bodem en opstaande wanden alsmede van een nabij een uiteinde van de container aangebrachte deur, 5 die ten opzichte van een nabij het boveneinde van de deur gelegen ten minste nagenoeg horizontaal verlopende scharnieras verzwenkbaar is tussen een gesloten en geopende stand, terwijl grendel organen zijn aangebracht voor het vergrendelen van de deur in zijn gesloten stand, met het kenmerk, dat de deur in zijn nagenoeg gesloten stand met 10 behulp van een verstelmechanisme omhoog te schuiven is en de grendel-organen zodanig zijn aangebracht, dat deze door het omhoog schuiven van de deur naar zijn geheel gesloten stand in werking worden gebracht.

2. Container volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 grendel organen haakvormige delen en nokken omvatten, die bij het omhoog bewegen van de deur met elkaar in ingrijping komen.

3. Container volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de haakvormige delen aan zijwanden van de container zijn bevestigd en de nokken bij het omhoog schuiven van de deur van onderen af in 20 ingrijping met de haakvormige organen worden gebracht.

4. Container volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de haakvormige delen met de nokken samenwerkende begrenzingsvlakken omvatten, die zich vanaf hun ondereinden schuin omhoog in een naar het inwendige van de container toegekeerde richting uitstrekken.

5. Container volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de nokken eveneens zijn voorzien van zich vanaf hun ondereinden schuin omhoog in een naar het inwendige van de container toegekeerde richting uitstrekkende, met de haakvormige delen samenwerkende vlakken.

6. Container volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de scharnieras waarom de deur verzwenkbaar is is opgenomen in zich schuin omhoog uitstrekkende sleufgaten.

7. Container volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het ondereinde van de deur meeneempennen zijn bevestigd, die samenwerken met om horizontale scharnierassen verzwenk- 35 bare sluithaken, die zijn voorzien van gleufvormige uitsparingen voor het opnemen van de meeneempennen. 10 0 1 038 .