BE905317A

BE905317A - Werkwijze voor het vervaardigen van stenen in een pers en pers voor deze werkwijze.

Info

Publication number: BE905317A
Application number: BE0/217071A
Authority: BE
Original assignee: Rook Beheer Bv
Priority date: 1985-08-23
Filing date: 1986-08-22
Publication date: 1986-12-16
Also published as: NL8502484A; AU6175086A; DK399486A; DE3689422D1; NZ217328A; DK399486D0; CA1294763C; DE3689422T2; US4886633A; AU588354B2; EP0214684B1; US5082438A; DE3665688D1; EP0214684A1

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van stenen in een pers voorzien van een een vaste stand innemende meerdere vormruimtes omvattende mal, van een boven de mal opgesteld, verticaal op en neer beweegbaar stempel, waarbij de vormmasse wordt verdicht in de mal, terwijl onder de mal een door de tafel ondersteunde vormplaat is gelegen, die is voorzien van opstaande ruggen voor het vormen van afgeschuinde randen op de stenen, waarbij tijdens het verdichten het stempel naar beneden wordt bewogen tot het stempel op en bepaalde afstand van de tafel is gelegen, bepaald door op de tafel en het stempel aangebracht en met elkaar samenwerkende aanslagen, waarna de vormplaat tussen de tafel en de mal wordt weggeschoven.

Description

BELGISCH OCTROOI Ten name van : GEBROEDERS ROOK BEHEER B. V.

Betreffende : Werkwijze voor het vervaardigen van stenen in een pers en pers voor deze werkwijze Voorgestelde benaming : UITVINDINGSOCTROOI Prioriteit van twee nederlandse octrooiaanvragen ingediend op 23 augustus 1985 onder nO 8502316 en op 11 september 1985 onder nO 8502484

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van stenen in een pers voorzien van een
EMI2.1
een vaste stand innemende, meerdere vormruimtes omvattende , mal, van een boven de mal opgesteld verticaal op en neer beweegbaar stempel, van een onder de mal opgestelde verticaal op en neer beweegbare tafel, van een toevoertransporteur voor het toevoeren van lege productplaten en van een afvoertransporteur voor het afvoeren van de productplaten met daarop staande in de mal gevormde stenen.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 1.921. 003 is een pers bekend, waarbij voor het vormen van de stenen in de mal onder de mal een/lad bovenvlak bezittende vormplaat wordt geschoven, die voordat de mal in trilling wordt gebracht met behulp van een excentriek mechanisme tegen de onderzijde van de mal wordt gedrukt.

Nadat de in de mal ingebrachte massa in voldoende mate is verdicht wordt de vormplaat onder de mal uitgeschoven en wordt een productplaat, dat wil zeggen een plaat waarop de gevormde producten vanuit de pers worden afgevoerd en bijvoorbeeld naar een droog-of opslagruimte worden getransporteerd, onder de mal geschoven. Daarbij wordt tevens een verend opgestelde tafel omhoog gebracht om de onder de mal geschoven productplaat te ondersteunen. Daarop worden de in de mal gevormde producten met behulp van een stempel naar beneden uit de mal gedrukt, terwijl daarbij ook de verend opgestelde tafel naar beneden wordt bewogen.

Bij toepassing van een dergelijke wijze van vervaard- gen van producten kan geen vaste hoogte van de in de mal gevormde producten worden gewaarborgd, daar in het bijzonder bij het verwijderen van de producten uit de mal het gevaar bestaat, dat de producten op ongewenste wijze tussen het stempel en de verend opgestelde tafel worden vervormd.

Verder is uit het Amerikaanse octrooischrift 3. 679. 340 een pers bekend voorzien van een in hoogterichting instelbare tafel met behulp waarvan voor het vormen van producten in de vast opgestelde mal een proÅauctplaat tegen de onderzijde

van de mal wordt gedrukt. Daarbij kunnen in daartoe : in de mal aangebrachte uitsparingen, over de productplaat heen nog vormstaven in de mal worden geschoven voor het vormen van uitsparingen in de te vormen producten.

Ook hier worden de producten na het vormen met behulp van stempels uit de mal gedrukt, terwijl daarbij de tafel met de vormplaat naar beneden wordt bewogen, maar ook hier zijn geen middelen aangebracht om te waarborgen, dat de in de mal gevormde producten steeds een constante hoogte houden.

Straatstenen en dergelijke moeten nu echter een vaste lengte en breedtemaat hebben om het vervaardigen van een wegdek of dergelijke in een regelmatig patroon te kunnen waarborgen, terwijl dergelijke stenen veelal aan het bovenvlak moeten zijn voorzien van rondlopende afschuiningen of zogenaam- de facetvlakken. Aan de diktemaat worden minder strenge eisen gesteld, daar verschillen in dikte van de straatstenen kunnen worden opgevangen door het zandbed'of dergelijke waarin de stenen worden gelegd.

Het is dan ook tot nu toe algemeen gebruikelijk om dergelijke stenen liggend in een mal te vervaardigen, zodat de lengte en breedtematen van de stenen worden bepaald door de verticaal staande de vormruimtës in de mal begrenzende wanden, zodat een vaste lengte en breedtemaat kan oruen aewaarhored. In hut hijzonder bij facetvlakken bezitten- de stenen worden de stenen daarbij zodanig in de mal gevormd, dat het uiteindelijke bovenvlak van een steen onder in de me1 op de vormplaat liggend wordt gevormd. In de praktijk blijkt dan ook dit bovenvlak van de zo gevormde stenen het minst slijtvaste oppervlak van de, steen te zijn.

Met de uitvinding wordt nu beoogd een werkwijze te verkrijgen, waarin dergelijke van afschuiningen voorziene stenen verticaal staand kunnen worden vervaardigd, daar hiermede een grotere productiecapaciteit kan worden bereikt evenals een betere verdichting van het materiaal waaruit de steen wordt . vervaardigd. in het bijzonder krijgen. daarbij de bovenvlakken van de stenen, die in de mal tegen de opstaande zijwanden van de vormruimtes in de mal worden gevormd een dicht oppervlak,

dat beter tegen slijtage bestendig is dan de bovenvlakken van de op gebruikelijke wijze vervaardigde stenen.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding kan dit worden bewerkstelligd doordat de vormmassa wordt verdicht in de mal terwijl onder de mal een door de tafel ondersteunde vormplaat is gelegen, die is voorzien van opstaande ruggen voor het vormen van afgeschuinde randen op de stenen, waarbij tijdens het verdichten het stempel naar beneden wordt bewogen tot het stempel op een bepaalde afstand van de tafel is gelegen, bepaald door op de tafel en het stempel aangebrachte en met elkaar samenwerkende aanslagen, waarna de vormplaat tussen de tafel en de mal wordt weggeschoven,

terwijl gelijktijdig een productplaat tussen de tafel en de mal wordt geschoven en vervolgens de in de mal gevormde stenen uit de mal worden gedrukt door het stempel en de tafel gelijktijdig naar beneden te bewegen onder het handhaven van de gewenste afstand tussen de tafel en het stempel met behulp van de aanslagen.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding kan het beoogde doel worden bereikt doordat de vormmassa wordt verdicht, terwijl onder de malTdoor de tafel ondersteunde en op een productplaat liggende vormplaat, die is voorzien van opstaande ruggen voor het vormen van afgeschuinde randen op de stenen, is gelegen, waarbij tijdens het verdichten het stempel naar beneden wordt bewogen tot het stempel op, een bepaalde afstand van de tafel is gelegen, bepaald door op de tafel en het stempel aangebrachte en met elkaar samenwerkende aanslagen,

waarna de vormplaat tussen de mal en de op de tafel liggende productplaat wordt uitgetrokkken en vervolgens de op de tafel liggende productplaat wordt omhoog bewogen over een afstand gelijk aan de dikte van de vormplaat tussen de ruggen en daarna de in de mal gevormde stenen uit de mal wonden gedrukt door het stempel en de tafel gelijktijdig naar beneden te bewegen onder het handhaven van de gewenste afstand tussen de tafel en het stempel met behulp van de aanslagen.

Hierbij kan de tafel met de productplaat na het verwijderen van de vormplaat in zijn geheel omhoog worden bewogen, terwijl eindvlakken van de op de tafel of het stempel aangebrachte aanslagen eveneens worden verplaatst over een afstand gelijk aan de dikte van de vormplaat tussen de ribben.

Een andere mogelijkheid is om na het verwijderen van de vormplaat een de, productplaat ondersteunend deel van de tafel
EMI5.1
... ten opzichte van het overige deel van de aanslagen dragende deel van de tafel omhoog te drukken tot de productplaat tegen de onderzijde van de mal aanligt.
EMI5.2

Bij toepassing van bovengenoemde werkwijzen wordt dus steeds gewaarborgd, dat de stenen tijdens het vormen in de mal een bepaalde lengte wordt gegeven bepaald door de afstand waarop het stempel en de tafel van elkaar worden gehouden met behulp van de aanslagen, terwijl deze afstand tussen tafel en stempel ook wordt gehandhaafd tijdens het uit de mal verwijderen van de stenen.
EMI5.3

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt er # zorg voor gedragen dat de productplaat tegen de onderzijde van de in de mal gevormde stenen aanligt voordat de stenen, opge- sloten tussen de productplaat en het op een vaste afstand van deze productplaat gehouden stempel, met behulp van het stempel uit de mal worden gedrukt.

Zodoende wordt niet alleen voorkomen dat de stenen onge- wenste vervormingen ondergaan ten gevolge van ongecontroleer- de bewegingen van de productplaat en de mal t. o. v. elkaar maar ook dat de stenen uit de mal vallen op een op enige afstand onder de mal gelegen productplaat, hetgeen eveneens tot onge- wenste vervormingen zou kunnen leiden.

Opgemerkt wordt, dat ofschoon hierboven is gesproken over een vast opgestelde mal het uiteraard wel mogelijk is om de mal in trilling te brengen, zoals bijvoorbeeld ook is beschreven voor de vast opgestelde mal in het Amerikaanse octrooischrift 1.921. 003.
EMI5.4

1

Opgemerkt wordt, dat uit het Duitse Offenlegungsschrift 1. 584. 467 een werkwijze bekend is voor het vervaardigen van stenen waarbij de stenen worden gevormd op : een vormplaat, die tussen een mal en een productieplaat op een tafel ligt tijdens de vervaardiging van de stenen. Na het verdichten van de vormmassa in de mal wordt de vormplaat teruggetrokken en wordt de mal ten opzichte van het stempel omhoog geschoven om de gevormde producten uit de mal te drukken. Ook bij toepassing van een dergelijke werkwijze kan geen constante hoogtemaat van het product worden gewaarborgd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijze en in inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een aanzicht op een steen te vervaardigen onder toe- passing van de werkwijze en/of inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een doorsnede over een mal met een daar- onder gelegen van ruggen voorziene plaat.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht op een deel van de in de fig. 2 afgebeelde mal.

Fig. 4 toont op grotere schaal een deel van-fig. 2.

Fig. 5 toont een deel van een stempel.

Fig. 6-11 tonen schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een pers volgens de uitvinding, waarbij de verschillende onderdelen van de pers zijn weergegeven in standen, die zij tijdens opeenvolgende fasen van de werkwijze volgens de uitvinding innemen.

Fig. 12- 14 tonen'een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een pers volgens de uitvinding, waarbij de onderdelen van de pers zijn weergegeven in opeenvolgende fasen van een werkwijze voor het vervaardigen van-stenen, terwijl in de fig. 13A en 14A op grotere schaal in de fig. 13 en 14 om- cirkelde delen XIII-XIV zijn weergegeven.

Fig. 15 toont een doorsnede over een deel van een mal, een deel van een onder de mal geplaatste vlakke plaat en tussen deze vlakke plaat en de mal geschoven vulstukken.

Fig. 16-20 tonen schematisch een pers volgens de uitvinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in fig. 15 weergegeven onderdelen, terwijl in de fig. 16- 20 de verschillende onderdelen van de pers zijn weergegeven in standen tijdens opeenvolgende fasen van de werkwijze voor het vervaardigen van de stenen.

Fig. 21 toont schematisch een bovenaanzicht op een verdere uitvoering- vorm van een pers volgens de uitvinding.

Fig. 22 toont schematisch een verdere mogelijke uitvoeringsvorm.

Fig. 23 toont schematisch een verdere mogelijke uitvoeringsvorm.

Met de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding wordt beoogd een steen of klinker te vervaardigen van een het type zoals weergegeven in fig. 1, dat wil zeggen een bij voorkeur langgestrekte, in doorsnede rechthoekige steen 1, welke aan althans een van zijn begrenzingsvlakken is voorzien van afgeschuinde randen 2.

Voor het vormen van een dergelijke steen wordt gebruik gemaakt van een mal 3, die 15 onderverdeeld in vormruimtes 4 met behulp van langswanden 5 en dwarswanden 6.

Zoals weergegeven in fig. 3 zijn de vormruimtea 4 ter plaatse van de aansluitpunten tussen de langswanden 5 en de dwarswanden 6 afgeschuind.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn alle hoeken afgeschuind, zodat een 1n een dergelijke vormruimte 4 gevormde steen aan twee tegenover elkaar gelegen vlakken zal worden voorzien van afgeschuinde randen. Het zal duidelijk zijn, dat het echter ook mogelijk is om de wanden 5 en 6 aan een zijkant van de vormruimte 4 haaks op elkaar aan te laten sluiten, zodat de steen slechts aan een zijde van afgeschuinde randen zal worden voorzien.

De in de vormruimtes 4 in te brengen vormmassa kan worden verdicht met behulp van een in fig. 5 weergegeven stempel 7, welke is voorzien van een aantal in de vormholtes 4 passende stempelvoeten 8. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is iedere stempelvoet 8 voorzien van een tweetal uitstekende neuzen 9 voor het vormen van afgeschuinde randen aan twee tegenover elkaar gelegen zijkanten van de te vormen steen. Het zal echter duidelijk zijn, dat indien gewenst ook een van deze neuzen kan worden weggelaten, zodat slechts aan een zijkant van de steen met behulp van een neus 9 een afgeschuinde rand zal worden gevormd.

Zoals verder uit fig. 2 en 4 blijkt kan de mal 3 tijdens het vormen van de stenen aan de onderzijde zijn afgesloten met behulp van een zogenaamde vormplaat 10, welke is voorzien van opstaande ruggen 11, die zodanig zijn aangebracht, dat deze ruggen zich althans grotendeels onder de langswanden 5 uitstrekken. Zoals in het bijzonder uit fig. 4 duidelijk zal zijn worden de buiten de langs wanden 5 uitstekende ruggen begrensd door schuin verlopende begrenzingsvlakken, zodat deze buiten de langswanden 5 uitstekende delen van de ruggen 11 aan de in de vormholtes 4 gevormde stenen schuine randen zullen vormen.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zullen met de ruggen 11 aan tegenover elkaar gelegen zijden van een in de vormholte gevormde steen schuine randen worden gevormd. Het zal echter mogelijk zijn om een rug 11 aan een zijkant te begrenzen met behulp van een verticaal, in het verlengde van een zijvlak van het desbetreffende langsschot 5 gelegen vlak, zodat de in de vormholten 4 van de mal gevormde stenen 1 door de ruggen 11 ieder slechts aan een zijvlak van een afgeschuinde rand zullen worden voorzien.

Samenvattend sal het echter duidelijk zijn, dat met behulp van de bovenstaande mal in samenhang met het stempel 7 en de vormplaat 10, ahan- kelijk van de gekozen vormgeving stenen kunnen worden gevormd, die hetzij aan een vlak of aan twee tegenover elkaar gelegen vlakken zijn voorzien van afgeschuinde randen of zogenaamde facetvlakken. Daarbij kunnen de stenen met hun lengteas verticaal op de vormplaat 10 opgesteld in de mal worden vervaardigd, zodat bij een gelijkblijvend oppervlak van de mal een aanzienlijk groter-aantal stenen kan worden vervaardigd dan in het geval dat de stenen met hun lengteas evenwijdig aan de vormplaat 10 1n de mal worden vervaardigd.

Een mogelijke werkwijze voor het vervaardigen van stenen onder gebruikmaking van boven omschreven onderdelen in een pers voor het vervaardigen van de stenen zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de fig. 6- 11.

Deze pers omvat een niet nader weergegeven gestel, waarin het stempel 7 in hoogterichting beweegbaar is opgesteld boven de. in het gestel gemonteerde mal 3. Verder is de pers voorzien van een vulwagen 12, die langs niet nader weergegeven rails of dergelijke heen en weer beweegbaar is. Onder de mal 3 is een met behulp van verstelcilinders 13 op en neer beweegbare tafel 14 opgesteld. Indien de tafel 14 zijn laagste, in fig. 6 weergegeven stand inneemt is het bovenoppervlak van de tafel 14 op dezelfde hoogte gelegen als het bovenoppervlak van een afvoerinrichting 15. Aan de van de afvoerinrichting afgekeerde zijde van de tafel 14 is een verstelcilinder 16 opgesteld met behulp waarvan een duworgaan 17 in horizontale richting over de tafel 14 heen en weer beweegbaar is indien de tafel de in fig. 6 weergegeven laagste stand inneemt.

De inrichting is voorzien van een, gezien in fig. 6, rechts van de mal opgestelde schematisch aangeduide transporteur 18, welke transporteur niet in de overige figuren 7-11 is weergegeven. Met behulp van

deze transporteur kunnen zogenaamde productplaten 19, welke althans aan hun bovenzijde bij voorkeur geheel vlak zijn, worden toegevoerd in de richting volgens pijl A.

Aan de van de transporteur 18 afgekeerde zijde van de ma13 zijn niet nader weergegeven ondersteuningsorganen aangebracht waarover een vormplaat 10 verschuifbaar is met behulp van een in horizontale richting heen en weer verplaatsbaar duworgaan 20-, dat verstelbaar is met een slechts gedeeltelijk aangegeven verstelcilinder21.

Zoals verder uit fig. 6 duidelijk zal zijn liggen daarbij zowel de productplaten 19 als de vormplaat 10 in een vlak, waarin zij juist onder de onderzijde van de mal 3 verplaatsbaar zijn.

Voor het vullen van de vormruimtes 4 van de mal 3 wordt de tafel
14 vanuit de in fig. 6 weergegeven stand omhoog gedrukt naar de in tig. 7 weergegeven stand, terwijl de vormplaat 10 op de tafel wordt geschoven met het duworgaan 20. Gelijktijdig of daarna wordt de stempel 7 omhoog bewogen en de vulwagen boven de mal 3 gebracht, zodat zich in de vulwagen bevindende vormmassa vanuit de vulwagen in de vormholtes 4 van de mal 3 kan worden gestort.

Vervolgens wordt de vulwagen teruggereden en het stempel 7 naar beneden bewogen, zoals afgebeeld in fig. 8. Met behulp van geschikte trilorganen kan dan het stempel 7 en lof de mal en/of de tafel 14 in trilling worden gebracht voor het verdichten van de zich in de vorm- holtes 4 bevindende vornnnassa. Nadat de vormmassa in de vormholtes voldoende is verdicht wordt de transporteur 18 in werking gesteld om de productplaten 19 in de richting volgens pijl A. te verplaatsen. Zoals in fig. 9 is weergegeven wordt daardoor een van de productplaten 19 onder mal 3 geschoven, terwijl gelijktijdig de vormplaat wordt terugge- duwd naar de oorspronkelijke in fig. 6 weergegeven teruggetrokken stand.

Vervolgens wordt de tafel 14 met de desbetreffende op de tafel 14 rustende productplaat 19 omlaag bewogen, terwijl gelijtijdig de in de mal gevormde stenen met behulp van de stempelvoeten naar beneden worden gedrukt. Opgemerkt wordt, dat de uitvoering zodanig is, dat na het verdichten van de vormnassa in de vormholtes de stempelvoeten nog door de vohnholtes tot nabij de onderzijde van de mal naar beneden kunnen worden bewogen om een gelijkmatig uitschuiven van de gevormde stenen uit de vormholtes onder het naar beneden bewegen van de door de

tafel 14 ondersteunde productplaat 19 te bewerkstelligen.

De uit de mal gedrukte stenen worden staande op de productplaat 19 verder omlaag bewogen, totdat de tafel 14 weer ter hoogte van de afvoerinrichting 15 is aangekomen. Daarop kan de productplaat met behulp van het duworgaan 17 op de afvoerinrichting worden gedrukt, zoals in fig. 11 is weergegeven. Daarop kan de tafel 14 weer omhoog bewogen worden en kan de boven beschreven vervaardigingscyclus worden herhaald.

Het zal duidelijk zijn, dat op deze wijze stenen, indien gewenst met hun lengteas verticaalstaandkunnen worden vervaardigd terwijl de stenen aan een of een tweetal tegenover elkaar liggende zijden zijn voorzien van afgeschuinde randen of facetvlakken, waarbij de feitelijke vervaardiging van de stenen plaatsvindt op een speciaal gevormde vormplaat voorzien van opstaande ruggen, terwijl de afvoer van de stenen plaatsvindt op aanzienlijk goedkopere glad uitgevoerde zogenaamde productplaten.

Een tweede mogelijkheid voor vervaardigen van stenen met behulp van de in de fig. 1-5 weergegeven onderdelen is afgebeeld in de fig. 12- 14. Die onderdelen, die overeenkomen met de hierboven besproken onderdoen zijn in deze figuren van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als hierboven gebruikt.

Bij dit uitvoeringsvoorbeeld ligt de slechts in fig. 12 weergegeven transporteur 18 voor het toevoeren van de productplaten 19 op dezelfde hoogte als het afvoerorgaan 15.

Verder is bij de in de fig. 12- 14 weergegeven inrichting het stempel 7 voorzien van aan de zijkanten van het stempel aangebrachte zich naar beneden toe uitstrekkende afstandsorganen 22, die bestemd zijn voor samenwerking met aan de tafel 14 bevestigde atstandsorganen 23.

Zoals daarbij schematisch in fig. 13 A en 14 A is weergegeven is aan het boveneinde van ieder afstandsorgaan 23 in het afstandsorgaan een verstelcilinder 24 opgenomen, met behulp waarvan een pen 25 verticaal op en neer beweegbaar is tussen de in fig. 13 A weergegeven stand, waarin de pen 25 een weinig boven het boveneinde van het afstandsorgaan 23 uitsteekt en de in fig. 14 A weergegeven stand, waarin het boveneinde van de pen 25 in hetzelfde vlak of lager ia gelegen dan het boveneinde van het afstandsorgaan 23.

EMI11.1

Zoals weergegeven in fig. 12 rust tijdens het vullen van de mal met behulp van de vulwagen 12 een productplaat 19 op het bovenvlak van tafel 14, terwijl op deze productplaat de vormplaat 10 rust.

Nadat de vulwagen 12 is weggereden wordt het stempel 7 naar beneden bewogenen wordt de vormmassa getrild zoals hierboven omschreven. Tijdens dit trillen nemen de pennen 25 hun in fig. 13A weergegeven uitgeschoven stand in op het moment, dat de afstandsorganen het naar beneden bewegen van het stempel gedurende het trillen van de vormmassa in aanraking komen met de uiteinden van de pennen 25 wordt een signaal gegeven, ten gevolge waarvan het trillen wordt stopgezet. De in de mal gevormde stenen hebben dan exact de gewenste hoogte. Hierop wordt de vormplaat 10 met behulp van het duworgaan20, dat hiertoe kan zijn voorzien van een geschikt grijporgaan voor het grijpen van de vormplaat, onder de mal uitgetrokken.

Verder worden de uitstekende pennen 25 teruggetrokken en wordt de op de tafel liggende productplaat 19met behulp van de tafel omhoog geduwd tot tegen de onderzijde van de mal, waarbij de uiteinden van de afstandsorganen en 23 weer tegen elkaar zullen zijn gelegen, daar de slag waarover de pennen worden teruggetrokken gelijk is aan de dikte van de vormplaat 10.

Vervolgens worden het stempel 7 en de tafel 14 gelijktijdig naar benden bewogen om de in de mal gevormde producten uit de mal te drukken.

De afstandsorganen zorgen daarbij dat de afstand tussen de zijde de stempelvoeten van de stempel en het bovenvlak van de productplaat 19 tijdens dit uitdrukken van de gevormde stenen uit de mal steeds gelijk blijft, zodat tijdens dit uitdrukken van de stenen uit de mal de ingestelde lengte van de stenen wordt gehandhaafd en de stenen niet op ongewenste wijze worden vervormd. Nadat de stenen uit de mal zijn gedrukt kan de tafel 14 verder omlaag worden bewogen tot op de hoogte van het afvoerorgaan. Indien de tafel op deze hoogte is aangekomen kan door in werking stellen van de transporteur 18 een lege productplaat 19 op de tafel worden geschoven onder het gelijktijdig van de tafel afschuiven van de de gevormde stenen ondersteunende productplaat, welke laatstgenoemde productplaat op het afvoerorgaan 15 wordt gebracht.

Intussen kan het stempel 7 omhoog zijn bewogen om het mogelijk te maken de vulwagen 12 weer boven de mal te rijden.

Na het verwijderen'van de de gevormde stenen ondersteunende productplaat kan de dan een lege productplaat ondersteunende tafel weer om-

hoog worden bewogen naar de in fig. 12 weergegeven stand, in welke stand weer de vormplaat op de productplaat 19 kan worden geschoven en boven omschreven cyclus zich kan herhalen.

Het zal duidelijk zijn, dat bij de pers beschreven aan de hand van de fig. 6- 11 ook afstandsorganen 22 en 23 kunnen zijn aangebracht met het oog op het verkrijgen en handhaven van een exacte lengte van de gevormde stenen. Daarbij zal in dit eerste uitvoeringsvoorbeeld het niet nodig zijn om de verstelcilinders 24 met de met behulp van deze verstelcilinders verstelbare pennen 25 aan te brengen.

Fig. 15 toont een doorsnede over een mal 3, waarbij de ondereinden van de langswanden 5 een weinig hoger zijn gelegen dan de onderranden van de dwarswanden 6, terwijl in de ondereinden van de langswanden 5 groeven 26 zijn aangebracht. Deze groeven dienen voor het opnemen van ribben 21., die zijn bevestigd aan vulstukken 28, die in doorsnede overeenkomen met de hierboven beschreven ruggen 11 van een vormplaat 10. Bij toepassing van deze zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende ruggen 28 kan afgezien worden van het gebruikmaken van een vormplaat 10'en kunnen de stenen rechtstreeks worden gevormd op een productplaat 19. Het gebruikmaken van deze vulstukken in een pers volgens de uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de fig. 16-20.

Zoals uit fig. 16 blijkt ligt hierbij de slechts in fig. 16 weergegeven transporteur 18 weer op dezelfde hoogte als het afvoerorgaan 15. Verder kunnen hier de zich evenwijdig aan elkaar ter hoogte van de langswanden 5 uitstrekkende vulstukken 28 weer worden verschoven met behulp van het met behulp van de verstelcilinder 21 heen en weer beweegbare duworgaan 20.

Indien de tafel 14, zoals weergegeven in fig. 16 zijn laagste stand inneemt kan met behulp van de transporteur 18 een productplaat 19 op de tafel worden geschoven. Vervolgens kunnen zowel de tafel 14 als het stempel 7 omhoog worden bewogen naar de in fig. 17 weergegeven stand waarin dan, zoals aangeduid in de fig. 17 de vulstukken met behulp van het duworgaan 20 tussen de productplaat 19 en de mal 3 kunnen worden geschoven, terwijl de vulwagen 12 boven de mal kan worden gebracht voor het vullen van de mal.

Tijdens het onder de mal schuiven van de vulstukken 28 zorgen de uitstekende ribben voor. een goede geleiding'van de vulstukken, zodati deze in de juiste stand ten opzichte van de mal worden gebracht, terwijl

de ribben tevens zorgen, dat de vulstukken ook geen ongewenste bewegingen zullen gaan uitvoeren tijdens het later verdichten van de vulmassa in de
EMI13.1
mal 3.

.

Na het vullen van de mal 3 kan de vulwagen worden weggereden en het stempel naar beneden worden bewogen om de in de mal gebrachte massa te verdichten. Daarbij kunnen het stempel en de tafel weer zijn voorzien van de hierboven omschreven afstandsorganen, waarbij de bij de uitvoering volgens fig. 12- 14 toegepaste verstelcilinders met verstelbare pennen kunnen worden weggelaten.

Nadat de vormmassa op de gewenste wijze is verdicht kunnen de vulstukken weer met behulp van het duworgaan 20 worden teruggetrokken, zoals weergegeven in fig. 18, waartoe het duworgaan is voorzien van geëigende middelen voor het meenemen van de vulstukken. Na het verwijderen van de vulstukken kunnen de gevormde stenen uit de mal worden gedrukt door het gelijktijdig naar beneden bewegen van de tafel 14 en het stempel 7 (fig. 19), waarna de tafel verder naar beneden kan worden bewogen tot op de hoogte van de transporteur 18 en het afvoerorgaan 15 (fig. 20). Door nu de transporteur 18 weer in werking te stellen zal de met stenen gevulde productplaat door een lege productplaat van de tafel 14 op het afvoerorgaan 15 worden geschoven.

Vervolgens kan de tafel 14, die nu weer een lege productplaat ondersteund, weer omhoog worden bewogen, waarop de boven omschreven vervaardigingskringloop weer kan worden herhaald.

Fig. 21 toont schematisch een pers 29, die is voorzien van een stempel, een mal, een vulwagen een brug en een afvoerorgaan zoals hierboven is uiteengezet. Verder is een toevoer transporteur 30. aangebracht voor het toevoeren van lege productplaten 19, een afvoertransporteur 31 voor het afvoeren van gevormde stenen ondersteunende productplaten en een transporteur 32 met behulp waarvan de pers gezien in fig. 21 aan de bovenzijde verlatende vormplaten 10 worden afgevoerd in de richting van de transporteur 30.

De transporteurs 30- en 32 komen bijeen bij een toevoertransporteur 33 met behulp waarvan afwisselend een van de transporteur 30. opgenomen productplaat 19 en een van de transporteur 32 opgenomen vormplaat 10 aan de pers 29 worden toegevoerd.

Het gebruik van deze inrichting 1s zodanig, dat een vormplaat onder de in de pers 29 opgenomen mal wordt geplaatst en vervolgens op de aan

de hand van de fig. 6 en 7 beschreven wijze in de mal en rechtstreeks op de vormplaat de te vervaardigen producten worden vervaardigd.
EMI14.1

Nadat de producten zijn verdicht wordt de vormplaat met behulp van , de transporteur verder verplaatst en de gezien in de verplaatsings- richting achter de vormplaat gelegen productplaat onder de mal geschoven.

De tafel 14 wordt daarna omlaag bewogen, terwijl aanvankelijk het stempel 7 ook mee omlaag beweegt om de gevormde producten uit de mal te drukken. De tafel 14 met de productplaat wordt verder omlaag bewogen tot de productplaat ter hoogte ia gekomen van het niveau van de afvoertransporteur 31, welke lager is gelegen dan de transporteur 30, 32 en 33.

Intussen is de vormplaat 10 ter hoogte van het begin van de transporteur 32 gebracht en wordt op deze transporteur 32 afgegeven om met behulp van de transporteur 3 weer naar het begin van de transporteur 33 te worden gebracht.

Het zal duidelijk zih, dat de wijze waarop de stenen met behulp van deze inrichting worden vervaardigd in principe overeenkomt met de wijze van vervaardiging zoals uiteengezet aan de hand van'het eerste uitvoeringsvoorbeeld waarbij echter in plaats van een met behulp van een duworgaan heen en weer beweegbare vormplaat gebruik wordt gemaakt van een aantal rondlopende vormplaten.

Uiteraard zijn binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding variaties en/of aanvullingen op boven omschreven en in de figuren afgebeelde uitvoeringsvormen mogelijk. Zo kunnen in plaats van de verstelcylinders bijv. ook mechanische middelen worden gebruikt voor het verplaatsen van de verschillende onderdelen. Verder kunnen de verschillende platen in plaats van door duworganen ook door trekorganen worden verplaatst.

Daarbij kan de vormplaat 10 ook met het desbetreffende duw-of trekorgaan mechanisch zijn gekoppeld, bijv. met veerkrachtigde organen zoals bladveren of dergelijke, zodanig dat de de verbinding tussen het duw-of trekorgaan en de vormplaat 10 tot stand brengende middelen de trilbeweging tijdens het trillen van de vormmassa in de mal 3 niet nadelig beïnvloeden. Het is ook denkbaar de matrijsvoeten 8 naast de twee in fig. 5 afgebeelde neuzen te voorzien van een tweetal verdere zich tussen de uiteinden van de neuzen 9 uitstekende neuzen. Tussen de ruggen 11 kunnen dan overeenkomstige zich dwars tussen de ruggen 11 uitstrekkende ruggen ter hoogte van de dwarswanden 6. Bij een dergelijke uitvoering

EMI15.1
zullen twee tegenover elkaar gelegen vlawnenevancte
EMI15.2
verlopende facetranden zijn voorzien.

Idteéd'ván rondomBij de in fig. 6 weergegeven pers is heb ook mogelijk om de transporteur 18 op dezelfde hoogte op te stellen als het afvoerorgaan 15.

Bij een dergelijke uitvoering zal na het trillen van de vormmassa de tafel 14 naar beneden worden bewogen'om een productplaat 19 met behulp van de transporteur 18 op de tafel 14 te brengen. Vervolgens wordt deze productplaat 19 met de tafel 14 omhoog bewogen en na terugtrekken of duwen van de vormplaat 10 tegen de onderzijde van de mal 3 gedrukt. Daarop kunnen de gevormde stenen uit de mal 3 worden gedrukt en naar beneden worden bewogen zoals hierboven uiteengezet. Ter hoogte van het afvoerorgaan kan de stenen dragende productplaat dan weer op boven omschreven wijze op het afvoerorgaan worden geschoven, waarna de tafel weer omhoog kan worden bewogen tot tegen de intussen weer onder de mal gebrachte vormplaat 10.

Fig. 22 toont verder nog een uitvoeringsmogelijkheid waarbij de transporteur 18 op dezelfde hoogte ligt als het. afvoerorgaan 15. Hier is
EMI15.3
echter ter hoogte van het duworgaan 20, aan de van het duworgaan 20 afge- keerde zijde van de mal 3 een tafel 34 en een duworgaan 35 opgesteld.

Bij deze opstelling kan een productplaat 19,. toegevoerd met de transporteur 18, omhoog worden bewogen met de tafel 14 tot in de in Fig. 22 weergegeven stand. In deze stand kan de productplaat op de tafel 34 worden geschoven terwijl tegelijkertijd de vormplaat 10 onder de mal 3 wordt geschoven. Nadat de stenen zijn gevormd kan de vormplaat 10 onder de mal 3 uit worden getrokken of geduwd terwijl de productplaat 19 vanaf de tafel 34 weer onder de mal 3 wordt geduwd of getrokken. Daarna kunnen- op boven omschreven wijze de stenen uit de. mal worden geduwd en met behulp van de tafel 14 tezamen met de produetplaat naar beneden worden bewogen voor afvoer.

Als alternatief op de aan de hand van de in Fig. 12-14 afgebeelde constructie kan de in Fig. 23 afgebeelde constructie worden toegepast.

Bij deze constructie zijn middelen aangebracht met behulp waarvan de productplaat 19 over een kleine afstand ten opzichte van de tafel 14 omhoog kan worden bewogen.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld worden deze middelen gevormd door opblaasbare ballen J4', die zijn aangebracht in in de tafel 14 aan-

gebrachte uitsparingen en met behulp waarvan de productplaat vanuit een stand, waarin deze op de tafel 14 ligt over enige afstand omhoog kan worden bewogen naar de 1ry Fig. 23 afgebeelde stand.

Bij gebruikmaking van deze constructie ligt de productplaat 19 die de daarboven gelegen vormplaat 10 ondersteunt, bij het vormen van de stenen vlak op de tafel 14. Daarna wordt de vormplaat verwijderd, zoals omschreven aan de hand van Fig. 12- 14. Vervolgens wordt de productplaat 19 door opblazen van de ballen 14'stijf tegen de onderzijde van de mal gedrukt, waarna de stenen onder het handhaven van de door de aanslagen bepaalde vaste afstand tussen tafel met productplaat en stempel met het stempel uit de mal worden geschoven. Vervolgens laat men de ballen 14'weer leeg- lopen en wordt de stenen dragende productplaat verwijderd, waarop een nieuwe werkcyclus kan aanvangen, een en ander op soortgelijke wijze als omschreven aan de hand van de Fig. 12-14.

Claims

Conclusies 1. Werkwijze voor het vervaardigen van stenen (1) in een pers voorzien van een een vaste stand innemende meerdere EMI17.1 vormruimtes omvattende mal, van een boven de mal (3) opI gesteld, verticaal op en neer beweegbaar stempel (7), van een onder de mal (3) opgestelde verticaal op en neer beweeg- bare tafel (14), van een toevoertransporteur (18) voor het toevoeren van lege productplaten (19) en van een afvoertrans- porteur (15) voor het afvoeren van de productplaten met daar- op staande in de mal (3) gevormde stenen (1), met het kenmerk, dat de vormmassa wordt verdicht in de mal (3), terwijl onder de mal (3) een door de tafel (14) ondersteunde vormplaat (10) is gelegen, die is voorzien van opstaande ruggen (11) voor het vormen van afgeschuinde randen (2) op de stenen (1),

waarbij tijdens het verdichten het stempel (7) naar beneden wordt bewogen tot het stempel (7) op een bepaalde afstand van de tafel (14) is gelegen, bepaald door op de tafel (14) en het stempel (7) aangebracht en met elkaar samenwerkende aanslagen (22, 23), waarna de vormplaat (iO) tussen de tafel (14) en de mal (3) wordt weggeschoven, terwijl gelijktijdig een product- plaat (19) tussen de tafel (14) en de mal (3) wordt gescho- ven en vervolgens de in de mal (3) gevormde stenen (1) uit de mal (3) worden gedrukt door het stempel (7) en de tafel (14) gelijktijdig naar beneden te bewegen onder het handhaven van de gewenste afstand tussen de tafel en het stempel met behulp van de aanslagen.

2. Werkwijze voor het vervaardigen van stenen 1n een pers voorzien van een een vaste stand innemende, meerdere vormruim- tes (4) omvattende mal (3), van een boven de mal (3) opgesteld verticaal op en neer beweegbaar stempel (S) van een onder ) de mal {3) opgestelde verticaal op en neer beweegbare tafel (14), van een toevoertransporteur ici voor het toevoeren van lege productplaten (19) en van een afvoertransporteur (15) EMI17.2 voor het afvoeren van de productplaten (19) met daarop staande in de mal (3) gevormde stenen (1), met het kenmerk, dat de vorm- massa wordt verdicht in de mal, terwijl onder de mal een door de tafel (14) ondersteunde en op een productplaat (19)

lig- <Desc/Clms Page number 18> gende vormplaat (10), die is voorzien van opstaande ruggen (11) voor het vormen van afgeschuinde randen (2) is gelegen, waarbij tijdens het verdichten het stempel (7) naar beneden wordt bewogen tot het stempel (7) op een bepaalde afstand van de tafel (14) is gelegen, bepaald door op de tafel (14) en het stempel (7) aangebrachte en met elkaar samenwerkende aanslagen (22,23) waarna de vormplaat (10) tussen de mal (3) en de op de tafel (14) liggende productplaat (19) wordt uit- EMI18.1 getrokken rvölgm - en vplaat (19) omhoog wordt bewogen ovor oen afstand gelijk aan de dikte van de vormplaat (10) tussen de rug en daarna de in de mal (3) gevormde stenen (1) uit de mal (3) worden gedrukt door het stempel (7) en de tafel (14)

gelijktijdig naar beneden te bewegen onder het handhaven van de gewenste afstand tussen de tafel (14) en het stempel (7) met behulp van de aanslagen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het-kenmerk, dat de tafel (14) met de productplaat (19 na het verwijderen van de vormplaat (10) in zijn geheel omhoog wordt bewogen, terwijl eindvlakken (25) van de op de tafel (14) of het stempel (7) aangebrachte aanslagen (23) eveneens worden verplaatst over een afstand gelijk aan de dikte van de vormplaat (10) tussen de ribben.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat na het verwijderen van de vormplaat een de productplaat (19) onder- steunend deel van de tafel ten opzichte van het overige de aanslagen dragende deel van de tafel omhoog wordt gedrukt tot de productplaat tegen de onderzijde van de mal aanligt.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vormplaten en de productplaten tijdens bedrijf steeds in dezelfde richting worden verplaatst met behulp van trans- portmiddelen, met behulp waarvan om en om vormplaten en productplaten worden verplaatst. <Desc/Clms Page number 19>

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de de gevormde producten ondersteunende vlakke plaat met behulp van een tafel naar beneden wordt bewogen tot op de hoogte van een afvoerorgaan en met behulp van een duworgaan vanaf de tafel op het afvoerorgaan wordt gedrukt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1-6, met het ken- merk, dat de de gevormde producten ondersteunende vlakke plaat met behulp van een tafel omlaag wordt bewogen tot op de hoogte van een afvoerorgaan en de vlakke plaat vervolgens met behulp van een met behulp van een transporteur op de tafel geschoven lege vlakke plaat van de tafel op het afvoerorgaan wordt afgedrukt.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van stenen in een mal, waarbij althans een van de begrenzingsvlakken van een steen is voorzien van afgeschuinde randen of facetvlakken, waarbij de vormmassa waaruit de steen wordt vervaardigd met behulp van een stempel wordt verdeeld in een mal, die door scheidingsvlakken is onderverdeeld in een aantal vorm- ruimtes voor de te vormen stenen, waarbij de mal tijdens het verdichten van de vormmassa boven een ten opzichte van de mal verschuifbare plaat is opgesteld, met het kenmerk, dat voor het vullen van de mal met de vormmassa tussen de mal en de vormplaat zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vorm- stukken voor het vormen van afgeschuinde randen worden geschoven, zodanig, dat aan de vulstukken bevestigde ribben schuiven in in de scheidingswanden van de mal aangebrachte groeven,

terwijl de vulstukken worden terugge- trokken voordat de door de verschuifbare plaat ondersteunde gevormde stenen uit de mal werden gedrukt.

9. Pers voor het vervaardigen van stenen voorzien van een vast opge- stelde mal (3) een boven de mal opgesteld heen en weer beweegbaar stempel (7) en een onder de mal opgestelde op en neer beweegbarè'tafel (1 ), met het kenmerk, dat aan een zijde van de tafel ter hoogte van de hoogste stand van de tafel middelen zijn aangebracht voor het toevoeren van een onder de mal aan te brengen vormplaat (10) voor het tijdens de fabrica- ge ondersteunen van de te vormen producten, terwijl aan de tegenover- liggende zijde van de mal een transporteur Is opgesteld voor het toe- voeren van productplaten (19) voor het ondersteunen van in de mal vervaardigde producten. <Desc/Clms Page number 20>

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de transporteur (18) voor het opeenvolgend toevoeren van productplaten (19) de product- platen toevoert ip hetzelfde vlak als waarin de aan de andere zijde van de mal opgestelde middelen (20. 21) voor het toevoeren van de vormplaat (10) zijn opgesteld.

11. Inrichting volgens een der conclusies 9, met het kenmerk, dat de transporteur voor het opeenvolgend toevoeren van productplaten is opgesteld op dezelfde hoogte als een afvoerorgaan.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat aan de van de middelen voor het toevoeren van de vormplaat afgekeerde zijde van de mal een opvangorgaan is aangebracht voor een productplaat, welke onder de mal wordt uitgeschoven bij het onder de mal schuiven van de'vormplaat 13. Pers volgens een der conclusies 9-12. met het kenmerk, dat het stempel en de tafel zijn voorzien van met elkaar samenwerkende aanslagen (22,23) ter begrenzing van de naar elkaar toegekeerde beweging van het stempel (7) en de tafel (14).

14. Pers volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat middelen (24) zijn aangebracht ter verstelling van een met de tafel of het stempel verbonden aanslagdeel (25) over een afstand nagenoeg gelijk aan de dikte van de de producten tijdens de vervaardiging ondersteunende vormplaat, die bij de vervaardiging op de door de tafel ondersteunde productplaat rust.

15. Pers volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat tussen de tafel en de productplaat verstelmiddelen (14') zijn aangebracht met behulp waarvan de productplaat ten opzichte van de tafel omhoog bewogen kan worden.

16. Pers volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de verstelmiddelen worden gevormd door opblaasbare ballen of der, g. (141).

117. Inrichting voor het vervaardigen van stenen voorzien van een vast opgestelde mal, een boven de mal heen en weer beweegbaar aangebracht stempel en een onder de mal op en neer beweegbare tafel, waarbij de inrichting is voorzien van een transporteur voor het onder de mal toevoeren van platen waarop de te vormen stenen kunnen worden geplaatst en een lager dan de toevoertransporteur gelegen afvoertransporteur voor het afvoeren van gevormde stenen ondersteunende platen, met het kenmerk, dat op de toevoertransporteur een eerste transporteur aansluit voor het toevoeren van gladde platen en een tweede transporteur voor het toevoeren van van opstaande ruggen voorziene platen,

terwijl middelen zijn aangebracht voor het <Desc/Clms Page number 21> om en om plaatsen van gladde platen en van ruggen voorziene platen op de toevoertransporteur, terwijl gezien in de verplaatsingsrichting van de EMI21.1 toevoertransporteur bovenstrooms van de mal middelen zijn opgesteld om #. de van ruggen voorziene platen aan transporteur voor de van ruggen voorziene platen toe te voeren.

18. Pers voor het vervaardigen van stenen voorzien van een mal en onder de vormruimtes van de mal begrenzende wanden te schuiven vulstukken, die zijn voorzien van opstaande ribben, die passen in in de desbetreffende wanden aangebrachte groeven.

19. Mal voor het vervaardigen van stenen onder een pers, voorzien van een aantal aan de onderzijde en bovenzijde open en door opstaande wanden begrensde vakken, die ieder in doorsnede overeenkomen met de in hoofdzaak rechthoekige doorsnede van de steen, met het kenmerk dat de aansluitpunten tussen de opstaande wanden (5,6) van de vakken (4) zijn afgeschuind voor het vormen van facetkanten op de stenen.

20. Steen voorzien van facetkanten aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de steen.