NL8701096A

NL8701096A - Inrichting voor het vervaardigen van stenen.

Info

Publication number: NL8701096A
Application number: NL8701096A
Authority: NL
Original assignee: Rook Beheer Bv
Priority date: 1987-05-08
Filing date: 1987-05-08
Publication date: 1988-12-01
Also published as: NO161786B; ATE72164T1; AU601128B2; CA1316669C; US4856976A; EP0290060A1; DK215288D0; JPS6451909A; DK215288A; AU1537688A; NO161786C; EP0290060B1; NO881321D0; NZ224526A; DE3868131D1; NO881321L

Description

φ jfc -1- 26446/CV/tl

Korte Aanduiding: Inrichting voor het vervaardigen van stenen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van stolen voorzien van een gestel ,van een mal met vormruimtes 5 in de mal begrenzende begrenzingswanden,van een boven de mal opgesteld heen en weer beweegbaar stempel en van een onder de mal opgestelde tafel alsmede vulstukken, die verschuifbaar zijn tussen een eerste stand, waarin zij onder de mal zijn gelegen en waarbij in bovenaanzicht gezien althans delen van de vulstukken buiten de wanden uitsteken voor het vormen 10 van uitsparingen,erueen tweede stand,waarin de vulstukken in bovenaanzicht gezien naast de mal zijn gelegen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europeesche octrooiaanvrage 0214684. Zoals in deze octrooiaanvrage onder meer is beschreven kunnen onder gebruikmaking van dergelijke vulstukken uitsparingen in de 15 vorm van schuine kanten of zogenaamde facetkanten aan. in de mal vervaardigde stenen worden gevormd door tijdens het herdichten van de de stenen vormende massa in de mal de vulstukken in de eerste stand te houden,terwijl na het vormen van de stenen en voor het uit de mal drukken van de stenen deze·'vulstukken in de tweede stand worden gebracht,zodat daarna de stenen 20 ongehinderd door de’ vulstukken uit de mal kunnen worden gedrukt.

Met betrekking tot de werking van een dergelijke pers en de wijze van vervaardigen van stenen onder gebruikmaking van een dergelijke pers wordt verwezen naar de inhoud van bovengenoemde Europeesche octrooiaanvrage 0214684 waarvan de inhoud wordt geacht door deze verwijzing in 25 onderhavige aanvrage te zijn opgenomen.

Op zich voldoet deze bekende inrichting goed,maar in sommige gevallen kan het in de juiste stand opstellen van de vulstukken onder de mal moeilijkheden met zich meebrengen. Verder is uit het Amerikaanse octrooi-schrift 3.679*340 een soortgelijke constructie bekend voorzien van vul-30 stukken,die ieder met een uiteinde met behulp van schetsplaten aan een stijf uitgevoerde ondersteuningsconstructie zijn bevestigd om afwijkingen in de beoogde stand van de vulstukken zo goed mogelijk tegen te gaan.

Dit leidt niet alleen tot een verhoudingsgewijs zware constructie,maar het gevaar van scheurvorming in een dergelijke stijve constructie ten 35 gevolge van de voor het verdichten van het materiaal in de mal opgewekte trillingen is tevens groot.

8701096 *·

V

-2- 26446/CV/tl

Met de uitvinding wordt nu beoogd een verbeterde geleiding van de vulstukken te verkrijgen,zodanig,dat op effectieve wijze kan worden gewaarborgd,dat in het bijzonder in de eerste stand de vulstukken in de juiste stand ten opzichte van de mal staan opgesteld voor het op correcte 5 wijze vormen van de stenen in de mal.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat met de vulstukken verlengingen zijn verbonden,welke verlengingen met de vulstukken heen en weer beweegbaar zijn en samenwerken met geleidingsorganen ter geleiding van de vulstukken,waarbij de verlengingen in de eerste stand 10 buiten de mal uitsteken.

Met behulp van dergelijke verlengingen kan steeds een juiste geleiding van de vulstukken ten opzichte van de mal worden gewaarborgd,terwijl in de tweede stand van de vulstukken de verlengingen het uit de mal uitdrukken van de stenen niet belemmeren.

15 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een aanzicht op een deel van een inrichting volgens de uitvinding.

20 Fig. 2 toont op grotere schaal de opstelling van een tweetal gelei- dingswanden met daaronder opgestelde vulstukken.

Fig. 3 toont een doorsnede over het onderste gedeelte van een verder uitvoeringsvoorbeeld van een geleidingswand met daarmee samenwerkend vulstuk.

25 Fig. 4 toont een doorsnede over het onderste gedeelte van een verder uitvoeringsvoorbeeld van een geleidingswand met daarmee samenwerkend vulstuk.

Fig, 5- 8 tonen verdere mogelijke uitvoeringsvormen van vulstukken.

Fig. 9 toont schematisch een verder uitvoeringsvoorbeeld van een 30 inrichting volgens de uitvinding.

Fig.10 toont schematisch een mogelijke opstelling van vulstukken met verlengingen.

Fig.11 toont schematisch een verdere uitvoeringsmogelijkheid van een inrichting volgens de uitvinding.

35 Fig.12 toont schematisch een bovenaanzicht op een deel van Fig.11.

Fig.13 toont schematisch een mal met verschillende mogelijke uit- 8701096 -3- 26446/CV/tl voeringsvormen van vulstukken in doorsnede.

Zoals ook omschreven in bovengenoemde Europeesche octrooiaanvrage 0214684 omvat de inrichting onder meer een met behulp van verstel-cilinders 1 in verticale richting op en neer beweegbare tafel 2. Aan deze 5 tafel kunnen met behulp van niet nader weergegeven middelen opeenvolgend platen 3 worden toegevoerd,waarop de te vormen producten, meer in het bijzonder stenen ,kunnen worden gevormd onder gebruikmaking van een boven de tafel 2 opgestelde mal 4. De vormmassa voor de stenen kan iri de mal worden verdicht met behulp van een boven de mal opgesteld in hoogte-10 richting verplaatsbaar stempel 5,waarbij de mal en/of het stempel in trilling kunnen worden gebracht.

De mal is met behulp van in langs- en dwarsrichting verlopende begrenzingswanden 6 en 7 onderverdeeld in vormholtes 8 waarvan de vorm overeenkomt met de vorm van de te vervaardigen steen. Onder de zich in 15 een richting uitstrekkende begrenzingswanden 6 zijn zich gezien in fig.2 onder deze begrenzingswanden 6 uitstrekkende vulstukken 9 aangebracht, die,zoals uit fig.2,blijkt in dwarsdoorsnede afgeknot kegelvormig zijn en met hun driehoekig gevormde uiteinden aan weerszijden buiten de begrenzingswanden 6 uitsteken. pn

De verschillende zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vulstukken 9 zijn aan een uiteinde bevestigd aan een koppelplaat 10,welke met behulp van een tweetal uit veerkrachtig materiaal bijvoorbeeld rubber vervaardigde verbindingsplatén 11 en 12 is bevestigd aan een met de stripvor- mige koppelplaat 10 overeenkomende stripvormige koppelplaat 13. De 25 plaat 13 is bevestigd aan het uiteinde van een zuigerstang 14,die is bevestigd aan een in een verstelcilinder 15 gelegen zuiger.

Het zal duidelijk zijn,dat in plaats van de platen 11 en 12 ook andere scharnierende en/of elastische verbindingsorganen kunnen zijn aangebracht. Ook kunnen er meerdere verstelcilinders 15 zijn aangebracht. 30 Bij het in fig.1 en 2 weergegeven uitvoerïngsvoorbeeld is ieder vul stuk 9 aan zijn van de stripvormige koppelplaat 10 afgekeerde uiteinde voorzien van een in het verlengde van het vulstuk gelegen verlenging 16, die in dit uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een ronde staaf 16.

Uiteraard zijn ook in doorsnede onronde staven,bijvoorbeeld ovale 35 of vierkante staven toepasbaar.

8701096 f· -4- 26446/CV/tl

Aan de van de verstelcilinder 15 afgekeerde zijde van de mal 4 wordt iedere * staaf 16 geleid in een aan het niet nader weergegeven gestel van de persinrichting bevestigde geleidingsbus 17.

Zoals in het bijzonder uit fig.2 blijkt heeft daarbij de staaf 16 een 5 zodanige doorsnede,dat deze althans in horizontale richting gemeten niet breder is dan de dikte van een scheidingswand 6.

Zoals ook in bovengenoemde Europeesche octrooiaanvrage 0214684 is beschreven zullen tijdens het vullen van de mal 4 met de massa waaruit de stenen moeten worden vervaardigd en tijdens het verdichten van deze 10 massa met behulp van het stempel 5, de vullichamen 9 zich onder de scheidingswanden 6 over de gehele lengte van deze scheidingswanden uitstrekken, waardoor met behulp van de in bovenaanzicht gezien buiten de scheidingswanden 6 uitstekende gedeeltenvan de vulstukken 9 aan de onderzijde van de stenen uitsparingen in de vorm van schuine kanten worden gevormd. 15 Na het vormen van de stenen worden de vulstukken 9 met behulp van de verstelcilinder 15 gezien in fig.1 naar links verplaats,zodanig,dat deze vulstukken geheel van onder de scheidingswanden 6 worden teruggetrokken ten einde het mogeli'jk te maken de gevormde en op de plaat 3 staande stenen in neerwaartse richting uit de mal 4 te drukken onder het naar beneden bewegen van de 20 tafel 2 en het stenipel 5.

Bij het gezien in fig.1 naar links terugtrekken van de vulstukken 9 worden de aan deze vulstukken bevestigde door de stangen 16 gevormde verlengingen meegenomen,waarbij deze verlengingen verschuiven in de deze verleningen 16 geleidende bussen 17. Daarbij is de uitvoering zo-25 danig,dat in de geheel naar links teruggetrokken stand van de vulstukken 9 de uiteinden van de verlengingen 16 in de geleidingsbussen 17 blijven. Hierdoor wordt gewaarborgd,dat bij het daaropvolgend terugbewegen van de vulstukken 9 naar rechts de vulstukken weer op de juiste wijze onder de scheidingswanden 6 worden geleid,zodat de vulstukken steeds ten 30 opzichte van deze geleidingswanden bij het vormen van de stenen de juiste stand innemen.

Zoals duidelijk zal zijn uit fig.2 zullen de geleidingsstangen 16 bij gezien in fig.1 geheel naar links teruggetrokken stand van de vulstukken 9 onder de scheidingswanden 6 zijn gelegen en daarbij in boven-35 8701096 -5- 26446/CV/tl aanzicht gezien niet buiten de scheidingswanden 6 uitsteken,zodat deze geleidingsorganen 16 het naar beneden uitdrukken van de stenen uit de mal 4 niet verhinderen.

Opgemerkt wordt,dat het uiteraard ook mogelijk zal zijn om de 5 verstelcilinder 15,in plaats van met de van de geleidingsstangen 16 afgekeerde uiteinden van de vulstukken 9 te verbinden ,met de van de.:vulstukken 9 afgekeerde uiteinden van de geleidingsstangen 16 te verbinden, zodat dan dus de vulstukken 9 met behulp van de verstelcilinder via de geleidingsstangen of verlengingen 16 onder de mal zullen worden uitgeduwd 10 resp. onder de mal zullen worden getrokken.

Bij het in fig.3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het vulstuk 9 voorzien van een opstaande rug 18,die in dit uitvoeringsvoorbeeld een rechthoekige doorsnede heeft en is opgenomen in een in de onderrand van de begrenzingswand 6 aangebrachte overeenkomstig gevormde groef 19· 15 Deze rug 18 zal een voorbij een uiteinde van het vulstuk 9 uitste kende verlenging hebben,die als geleidingsorgaan voor het desbetreffende vulstuk zal dienen, op soortgelijke wijze als de geleidingsstang 16. Daarbij kan men deze buiten het vulstuk 9 uitstekende verlenging van de rug 18 eventueel nog,op soortgelijke wijze als de stang 16 met behulp 20 van de bus 17,geleiden in een aan het gestel bevestigde bus. Ook zal het echter denkbaar zijn.dat deze buiten het vulstuk 9 uitstekende verlenging reeds voor een voldoende geleiding zorgt in de groef 19 van de begrenzingswand 6,zodat van een dergelijk extra met de geleidingsbus 17 overeenkomende geleiding kan worden afgezien, 25 Om daarbij een betere ondersteuning van de gelei'dingsrug te verkrij gen kan deze bijvoorbeeld eventueel zwaluwstaartvormig zijn uitgevoerd, zoals in fig.4 voor de geleidingsrug 18’ is weergegeven.Hierdoor wordt voorkomen,dat de geleidingsrug 18’ de neiging heeft om naar beneden weg te zakken.

30 Uiteraard zijn op deze uitvoeringsvormen van vulstukken en verlen gingen vele variaties mogelijk.

Zo heeft bij de uitvoeringsvorm volgens fig.5 de tevens een verlenging vormende in een scheidingswand 6 geleide,met het vulstuk 9 verbonden rug 18“ in doorsnede gezien min of meer de vorm van een sleutelgat.

35 Bij de uitvoeringsvorm volgens fig.6 is deze rug 18,M in doorsnede gezien T-vormig uitgevoerd.

8701006

P

-6- 26446/CV/tl

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig.7 is het vulstuk 9 met een daarboven gelegen ruggedeelte 9' in doorsnede driehoekig uitgevoerd,waarbij het bovenste de rug vormende gedeelte 9', dat in een overeenkomstig gevormde uitsparing in de onderrand van de wand 6 is geleid aan een einde 5 van het vulstuk buiten dit vulstuk zal uitsteken.

Bij de uitvoering volgens fig.8 rust een met het vulstuk verbonden, in doorsnede rechthoekige rug 18 IV met zijn bovenzijde tegen de onderrand van de wand 6 en wordt geleid door deze onderrand en in overeenstemming met de doorsnede van vulstuk 9 en rug 18IV gevormde begrenzingsvlak-10 ken van de loodrecht op de wand 6 staande wanden 7·

Het in fig.9 weergegevén uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding komt in grote lijnen overeen met het in fig.1 weerge-• geven uitvoeringsvoorbeeld en overeenkomstige onderdelen zijn dan ook in beide figuren van dezelfde verwijzingscij'fers voorzien. Bij deze uitvoe-15 ringsvorm zijn verlengstukken 20 aangebracht,die ieder, met een uiteinde zijn verbonden met een vulstuk 9 en met hun andere einde met een gemeenschappelijke stripvormige verbindingsplaat 21.De stripvormige ver-bindingsplaat is bevestigd aan het uiteinde van een zuigerstang 22,die is verbonden met een in een verstelcilinder 23 opgestelde zuiger. De 20 verbindingsstukken kunnen bijvoorbeeld door staven maar ook door flexibele kabels of dergelijke worden gevormd. In dit uitvoeringsvoorbeeld kan gebruik worden gemaakt van enkel werkende verstelcilinders,waarbij de verstelcilinder 15 de vulstukken 9 op boven beschreven wijze voor het uit de mal verwijderen van de stenen van onder de mal zal.terugtrekken waar-25 hij de verbindingsstukken 20 zoals uit bovenstaande duidelijk zal zijn onder de begrenzingswanden 6 komen te liggen. Uiteraard zijn daarbij de verbindingstukken 20 weer zodanig uitgevoerd,dat zij in bovenaanzicht gezien niet buiten de begrenzingswanden uitsteken.

Met behulp van enkel werkende verstelcilinder 23 kunnen na het 30 uit de mal verwijderen van de stenen de vulstukken weer onder de scheidingswanden 6 worden getrokken.

Bij juiste synchronisatie kan men eventueel ook dubbel werkende verstelcilinders 15 en 23 toepassen.

Uiteraard kunnen ook hier weer,indien nodig geacht,meerdere ver-35 stelcilinders 15 en/of 23 worden benut.

8701096 s -7- 26446/CV/tl

Zoals verder in deze fig.9 is weergegeven kunnen voor de vulstukken 9 nabij de mal verdere geleidingsorganen 24 zijn opgesteld waarin deze vulstukken in hun lengterichting verschuifbaar zijn.

Het zal duidelijk zijn,dat op de boven beschreven mogelijke uitvoe-5 ringsvormen van de constructie volgens de uitvinding nog vele aanvullingen en /of wijzigingen mogelijk zijn.

Zo toont fig.10 een uitvoering,waarbij staafvormige vulstukken 25 met een uiteinde zijn bevestigd aan een zich loodrecht op de lengterichting van deze vulstukken 25 uitstrekkende drager 26,die op soortgelijke TO wijze als hierboven is beschreven met behulp van verstelcilinders 27 in de lengterichting van de vulstukken 25 heen en weer verplaatsbaar is.

Daarbij zal de verbinding tussen de vulstukken 25 en de drager 26 en/of de verbinding tussen de drager 26 en de verstelcilinders 27 bij voorkeur flexibel en/of scharnierend zijn,zoals omschreven aan de hand van de 15 voorgaande uitvoeringsvoorbeelden.

De vulstukken 25 zijn voorzien van verlengingen 28,die met hun van de vulstukken 25 afgekeerde uiteinden zijn verbonden met een zich dwars op de lengterichting van deze verlengingen uitstrekkende drager 29- Aan de uiteinden van de drager zijn bussen 30 bevestigd,die dienst doen als 20 geleidingen en verschuifbaar zijn op zich evenwijdig aan de lengterichting van de vulstukken 25 uitstrekkende stangen of assen 31.

In de bovenstaande uitvoeringsvoorbeelden omvatten de geleidingsorganen busvormige organen,waarin de vulstukken en/of verlengingen in hun lengterichting verschuifbaar zijn. Het zal echter duidelijk zijn, 25 dat het ook mogelijk is om de verlengingen en/of de vulstukken te geleiden met op de buitenomtrek van de verlengingen en /of de vulstukken aangrijpende geleidingswielen.

Het in fig.11 en 12 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding komt in grote lijnen overeen met de in 30 fig.1 weergegeven inrichting en met elkaar overeenkomende onderdelen zijn dan ook in de verschillende figuren van dezelfde verwijzingscijfers voorzien. In dit uitvoeringsvoorbeeld is ieder vulstuk 9 voorzien van een verlenging 32,die in de in de fig.11 weergegeven stand ,waarin de vulstukken onder de mal 4 zijn gelegen,buiten de mal 4 uitsteekt en daarbij 35 samenwerkt met een geleidingsorgaan 33,dat,zoals duidelijk zal zijn uit de fig.11 en 12 ,is voorzien van een holte voor het opnemen van de ver- 8701096 p -* -8- 26446/CV/tl lenging 32,waarbij de doorsnede van deze holte geleidelijk kleiner wordt . in de richting waarin de verlenging in de desbetreffende holte wordt ingestoken bij het onder de mal 4 schuiven van het vulstuk 9 (gezien in fig.11 en 12 naar rechts schuiven ).

5 Een dergelijke uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor gebruik bij een mal 4,waarbij vulstukken 34 zich evenwijdig aan en in bovenaanzicht gezien tussen begrenzingswanden 6 van de mal 4 uitstrekken.(Fig. 13). Dergelijke mallen worden bijvoorbeeld gebruikt voor het vervaardigen van stenen 35 , die aan een uiteinde zijn voorzien van een uitsparing waar-10 van de vorm overeenkomt met de vorm van een vulstuk 34,terwijl aan het andere uiteinde een in doorsnede overeenkomstig gevormd uitsteeksel 36 is gelegen. Zoals daarbij uit fig.13 duidelijk zal zijn kan een dergelijk vulstuk een willekeurige doorsnede hebben,terwijl eventueel tussen een tweetal scheidingswanden 6 ook meer dan een vulstuk kunnen verlopen,zoals 15 weergegeven in het linker deel van fig.13.

Zo zullen vele variaties op en combinaties van bovengenoemde uitvoeringsvormen binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding mogelijk zijn.

Zo heeft bijvoorbeeld de hierboven genoemde Europeesche octrooi-20 aanvrage 0214684 althans in hoofdzaak betrekking op een inrichting,waarbij de mal 4,behoudens dat deze in trilling kan worden gebracht,in wezen vast ten opzichte van het gestel is opgesteld. Het zal echter duidelijk zijn,dat de constructie volgens onderhavige uitvinding ook toepasbaar is bij een inrichting,waarbij de mal in hoogterichting ten op-25 zichte van het gestel van de inrichting op en neer beweegbaar is,waarbij dan de uitvoering zodanig zal zijn getroffen,dat met de op en neer beweegbare mal de vulstukken, de verlengingen van deze vulstukken en de geleidingen eveneens op en neer beweegbaar zijn.

30 8701096

Claims

1. Inrichting voor het vervaardigen van stenen voorzien van een gestel, van een mal met vormruimtes in de mal begrenzende begrenzingswanden,van een boven de mal opgesteld heen en weer beweegbaar stempel en van een onder de mal opgestelde tafel, alsmede vulstukken, die verschuifbaar zijn 5 tussen een eerste stand waarin zij onder de mal zijn gelegen en waarbij in bovenaanzicht gezien althans delen van de vulstukken buiten de begrenzings-wanden uitsteken voor het vormen van uitsparingen en een tweede stand waarin de vulstukken in bovenaanzicht gezien naast de mal zijn gelegen, met het kenmerk,dat met de vulstukken verlengingen zijn verbonden,welke 10 verlengingen met de vulstukken heen en weer beweegbaar zijn en samenwerken met geleidingsorganen ter geleiding van de vulstukken waarbij de verlengingen in de eerste stand buiten de mal uitsteken.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de verlengingen aan die zijde van de mal,die is afgekeerd van de zijde van de mal waar de 15 vulstukken zich in de tweede stand bevinden,worden geleid in aan het gestel van de inrichting bevestigde geleidingsorganen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk,dat de verlengingen een zodanige lengte hebben,dat deze verlengingen over hun gehele slag tussen de eerste en de tweede stand door de geleidingsorganen 20 worden geleid.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat in de tweede stand van de vulstukken de verlengingen althans grotendeels onder de wand van de mal zijn gelegen,waarbij de verlengingen een zodanige doorsnede bezitten,dat zij in horizontale richting niet buiten 25 de desbetreffende begrenzingswanden van de mal uitsteken.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de verlengingen deel uitmaken van aan de vulstukken bevestigde ruggen, die zijn geleid in aan de onderzijden van de begrenzingswanden aangebrachte groeven.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat in dwarsdoorsnede gezien een deel van een in een uitsparing van een begrenzingswand geleide rug breder is uitgevoerd dan een daaronder liggend gedeelte van de desbetreffende rug.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het ken-35 merk,dat voor het vrije uiteinde van een verlenging naast de mal een geleidingsorgaan is opgesteld voorzien van een uitsparing voor het opnemen 8701096 <· «* -10- 26446/CV/tl van het desbetreffende uiteinde,waarbij de doorsnede van de uitsparing in de insteekrichting van de verlenging geleidelijk in grootte afneemt.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat aan weerszijden van de mal verstelcilinders zijn opgesteld,waarbij 5 de van de verlengingen afgekeerde uiteinden van de vulstukken met de aan de ene zijde opgestelde verstelcilinder Cs) zijn gekoppeld en de van de vulstukken afgekeerde uiteinden van dè verlengingen met de aan de andere zijde opgestelde verstelcilinder(s) zijn gekoppeld.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 10 dat de vulstukken en/of de verlengingen aan een uiteinde zijn bevestigd aan een zich dwars op de bewegingsrichting van de vulstukken uitstrekkende drager,die aan zijn uiteinden is voorzien van geleidingen.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de mal geleidingen voor de vulstukken en de 15 verlengingen zijn aangebracht. 8701096