BE901658A - Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting. - Google Patents

Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting. Download PDF

Info

Publication number
BE901658A
BE901658A BE2/60609A BE2060609A BE901658A BE 901658 A BE901658 A BE 901658A BE 2/60609 A BE2/60609 A BE 2/60609A BE 2060609 A BE2060609 A BE 2060609A BE 901658 A BE901658 A BE 901658A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
slat
operating
door
window construction
closure
Prior art date
Application number
BE2/60609A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Parys Remi E Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Parys Remi E Van filed Critical Parys Remi E Van
Priority to BE2/60609A priority Critical patent/BE901658A/nl
Publication of BE901658A publication Critical patent/BE901658A/nl
Priority to GB08601867A priority patent/GB2170549B/en
Priority to IT47622/86A priority patent/IT1190477B/it
Priority to FR8601579A priority patent/FR2576958B1/fr
Priority to DE863603543A priority patent/DE3603543C2/de
Priority to NL8600274A priority patent/NL8600274A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C9/00Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing
    • E05C9/002Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing with arrangements allowing the wing to be slam-shut, e.g. by securing elements with latching action
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C9/00Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing
    • E05C9/18Details of fastening means or of fixed retaining means for the ends of bars
    • E05C9/1825Fastening means
    • E05C9/1875Fastening means performing pivoting movements
    • E05C9/1883Fastening means performing pivoting movements pivotally mounted on the actuation bar

Abstract

Elke hulpsluiting 12 bevat op de vleugel 2 een bedieningsorgaan 23 dat door de pen 28 op de bedieningslat 25 is gemonteerd en met deze pen en een ribbe 43 verschuifbaar in een verticale gleuf 29 in de afdeklat 26 steekt, en een sluitorgaan 24 dat door de pen 38 draaibaar op de bedieningslat 25 is bevestigd en met de pen 38 en een ribbe 40 in een gebogen gleuf 39 in de afdeklat 26 steekt. Bij het dichtdoen van de vleugel 2 wordt het bedieningsorgaan 23 door de aanslag 21 op de lijst 1 opwaarts verplaatst. Daardoor wordt het sluitorgaan 24 opwaarts verplaatst en gewenteld zo dat het achtert de aanslag 22 op de lijst 1 haakt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    BESCHRIJVING   behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
Remi Emiel VAN PARYS voor : "Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting" 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
De uitvinding heeft betrekking op een deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting, welke constructie een vaste lijst en een wentelbare vleugel bevat en welke meerpuntsluiting een hoofdsluiting bevat die op haar beurt een bedienbaar hoofdslotmechanisme met ten minste een schieter, dat op de vleugel is gemonteerd en een met dit hoofdslotmechanisme samenwerkende slotplaat die op de vaste lijst is gemonteerd, bevat,

   welke meerpuntsluiting tevens ten minste een onafhankelijk van de hoofdsluiting werkende hulpsluiting bevat die automatisch bij het dichtdoen van de vleugel in werking wordt gesteld en de vleugel op een afstand van de hoofdsluiting kan sluiten, welke hulpsluiting een bedieningslat bevat die op een opstaande rand van een van de elementen gevormd door de vleugel en de vaste lijst verschuifbaar is gemonteerd, een afdeklat die aan de buitenzijde boven de verschuifbare bedieningslat op deze rand is gemonteerd, een bedieningsorgaan dat in de nabijheid van de hoofdsluiting met de bedieningslat is verbonden en aan de buitenzijde van en beweegbaar ten opzichte van de afdeklat is gemonteerd, een op het andere element van de elementen gevormd door de vleugel en de vaste lijst gemonteerde aanslag,

   waarmee het beweegbare bedieningsorgaan samenwerkt zo dat bij het volledig dichtgaan van de vleugel het bedieningsorgaan zo beweegt dat de bedieningslat over een afstand in de langsrichting van de afdeklat wordt verplaatst, ten minste een sluitorgaan dat op een afstand van de hoofdsluiting eveneens met de bedieningslat is verbonden en beweegbaar ten opzichte van de afdeklat is gemonteerd en een aanslag die op hetzelfde element als de hogergenoemde aanslag is gemonteerd en samenwerkt met het sluitorgaan zo dat bij de hogergenoemde verplaatsing van de bedieningslat het sluitorgaan zo beweegt dat het achter de aanslag haakt en het, wanneer de vleugel dicht is, deze laatste op een afstand van de hoofdsluiting dicht houdt. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Een dergelijke deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting is beschreven in het Belgische octrooi nr. 888.063 ten name van de aanvrager. 



   Bij de deur-of raamconstructie volgens dit octrooi is zowel het bedieningsorgaan als het sluitorgaan van de hulpsluiting gevormd door een hefboom die scharnierend op de afdeklat is gemonteerd en excentrisch verbonden is met de bedieningslat. 



   Wanneer bij het dichtdoen van de vleugel het bedieningsorgaan tegen de aanslag komt, wordt dit bedieningsorgaan gewenteld rond zijn scharnierende verbinding met de afdeklat waardoor de bedieningslat ten opzichte van de afdeklat opwaarts wordt verplaatst. Door deze opwaartse verplaatsing wordt het sluitorgaan rond zijn scharnierende verbinding met de afdeklat gewenteld en haakt dit orgaan achter de ermee samenwerkende aanslag. 



   De afstand waarover het uiteinde van het sluitorgaan zich bij het wentelen ten gevolge van het dichtdoen van de vleugel opwaarts verplaatst en dus de afstand waarover het sluitorgaan achter de aanslag kan haken, hangt af van de afstand tussen dit uiteinde en de scharnierende bevestiging van het sluitorgaan aan de afdeklat en van de hoek waarover het sluitorgaan wordt gewenteld. 



   De hoek waarover het sluitorgaan kan worden gewenteld komt overeen met de hoek waarover het bedieningsorgaan kan worden gewenteld en deze hoek is beperkt en bedraagt in de praktijk niet meer dan 450. 



   Opdat het sluitorgaan bij het dichtdoen van de vleugel voldoende achter de aanslag zou haken om een degelijke sluiting te verzekeren, dient dus het sluitorgaan zo lang mogelijk te worden uitgevoerd. De lengte van dit sluitorgaan is evenwel beperkt, enerzijds doordat de wentelas nog op de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 afdeklat moet zijn gelegen en anderzijds omdat het sluitorgaan bij open vleugel bij voorkeur niet buiten de vlakke zijden van de deur uitsteekt. 



   Dit betekent dat een hulpsluiting zoals hiervoor beschreven enkel kan worden toegepast wanneer de opstaande rand van de vleugel een relatief breed gedeelte bezit waarop de hulpsluiting met een relatief brede afdeklat kan worden gemonteerd. 



   In sommige gevallen, in het bijzonder bij oplegdeuren en ramen van kunststof, is bij gebrek aan plaats de hierboven gedoelde hulpsluiting niet toe te passen. 



   De uitvinding heeft tot doel een deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting te verschaffen waarbij de hulpsluiting slechts een zeer beperkte breedte van de opstaande rand waarop ze gemonteerd is, inneemt en de afdeklat van deze hulpsluiting relatief smal kan zijn, terwijl de top van het sluitorgaan van deze hulpsluiting zich toch over een relatief grote afstand verplaatst bij het volledig dichtdoen van de vleugel, zodat wanneer de vleugel volledig dicht is, dit sluitorgaan een zeer goede sluiting van de vleugel kan verzekeren. 



   Tot dit doel is het sluitorgaan door middel van een wentelas wentelbaar op de bedieningslat gemonteerd, is de afdeklat van een langwerpige gebogen gleuf voorzien waardoor de wentelas over een afstand verschuifbaar steekt, en is het sluitorgaan naast de wentelas van ten minste een uitsteeksel voorzien dat eveneens verschuifbaar in de gleuf in de afdeklat steekt en dat bij een verplaatsing van de bedieningslat ten opzichte van de afdeklat niet alleen in de gleuf verschuift maar ook het sluitorgaan doet wentelen ten opzichte van de bedieningslat. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   De verplaatsing in verticale richting van de top van het sluitorgaan bij het volledig dichtdoen van de vleugel is het resultaat van een combinatie van de verticale verplaatsing van de bedieningslat en dus van de wentelas van het bedieningsorgaan en van de rotatie van dit bedieningsorgaan rond de meetkundige as van deze wentelas. 



  Het uiteinde van het sluitorgaan verplaatst zich dus over een merkelijk grotere afstand dan wanneer de wentelas niet zou worden verplaatst in verticale richting. Met een hulpsluiting die zeer weinig plaats in de breedterichting inneemt, kan een relatief grote verplaatsing van de top van het sluitorgaan worden verkregen zodat een grotere speling mogelijk is tussen het sluitorgaan in open stand en de ermee samenwerkende aanslag zodat het plaatsen van deze aanslag minder nauwkeurig dient te geschieden en anderzijds het sluitorgaan in gesloten stand over een relatief grote afstand achter deze aanslag haakt en daardoor een stevige sluiting verwezenlijkt. 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het bedieningsorgaan gemonteerd op de bedieningslat door middel van een pen, en is de afdeklat van een in haar langsrichting gerichte gleuf voorzien waardoor de pen steekt, terwijl ten minste één van de stukken gevormd door dit bedieningsorgaan en de aanslag waarmee het samenwerkt van een afschuining is voorzien zo dat bij het volledig dichtdoen van de vleugel door een contact van de twee stukken met elkaar, het bedieningsorgaan en dus ook de bedieningslat in de verticale richting worden weggeduwd. 



   Vooral bij deze uitvoeringsvorm kan met een bedieningsorgaan dat in de breedterichting weinig plaats inneemt toch een relatief belangrijke verplaatsing in verticale richting van de bedieningslat bij het volledig dichtdoen van de vleugel, worden verkregen. Daarenboven oefent 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de hulpsluiting een kleinere kracht in de opengaande zin op de vleugel uit, wanneer deze vleugel volledig dicht is, dan wanneer het bedieningsorgaan wentelbaar is ten opzichte van de op de vleugel gemonteerde afdeklat. De krachten die het   schuifbare   bedieningsorgaan en de ermee samenwerkende aanslag op elkaar uitoefenen, bezitten immers door de afschuining een belangrijke verticale component. 



   Bij voorkeur is het bedieningsorgaan op de bedieningslat gemonteerd en zijn zowel het bedieningsorgaan als de aanslag waarmee dit bedieningsorgaan samenwerkt, van een afschuining voorzien, welke afschuiningen met elkaar samenwerken bij het volledig dichtdoen van de vleugel. 



   Doelmatig bezit de afschuining van ten minste een van de stukken gevormd door het bedieningsorgaan en de aanslag waarmee het samenwerkt een helling tussen 300 en 400. 



   In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding strekt de langwerpige gebogen gleuf in de afdeklat, door welke gleuf de wentelas van het sluitorgaan steekt en in welke gleuf het uitsteeksel van dit sluitorgaan zich bevindt, zich volgens een gedeelte van een cirkel uit. 



   Doelmatig is de aslijn van de gleuf een gedeelte van een cirkel met een straal tussen 8 en 12 mm. 



   In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de langwerpige gleuf waardoor zich de wentelas van het sluitorgaan uitstrekt en waarin zich het uitsteeksel van het sluitorgaan bevindt symmetrisch ten opzichte van de horizontale. 



   In een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de deur-of raamconstructie twee hulpsluitingen, één boven de hoofdsluiting en een onder de hoofdsluiting. 



   De uitvinding heeft ook betrekking op een hulp- 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 sluiting uit de deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting volgens een van de vorige uitvoeringsvormen. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en van een daarbij gebruikte hulpsluiting, volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. 



   Figuur 1 is een vooraanzicht van de opstaande zijrand van een nog niet volledig dichtgewéntelde vleugel van een deur met een meerpuntsluiting volgens de uitvinding, waarbij de op de niet-voorgestelde vaste deurlijst gemonteerde delen van de meerpuntsluiting in puntstreeplijn zijn voorgesteld. 



   Figuur 2 is een vooraanzicht analoog aan dit uit figuur 1 van een gedeelte van de opstaande zijranden van de vleugel uit deze figuur, maar op grotere schaal getekend en met het overeenstemmende gedeelte van de vaste deurlijst met de erop gemonteerde delen van de meerpuntsluiting in puntstreeplijn. 



   Figuur 3 stelt een doorsnede voor volgens de lijn   111-111   uit figuur 2 maar waarbij ook de vaste deurlijst en de erop gemonteerde delen van de meerpuntsluiting in volle lijn zijn getekend. 



   Figuur 4 stelt een doorsnede voor volgens de lijn IV-IV uit figuur 2, eveneens met de vaste deurlijst en de erop gemonteerde delen van de meerpuntsluiting in volle lijn getekend. 



   Figuur 5 stelt een doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 4 volgens de lijn V-V uit figuur 2. 



   Figuur 6 is een onderaanzicht van het sluitorgaan uit de meerpuntsluiting uit de figuren 2 tot 4. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



   Figuur 7 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VII-VII uit figuur 6. 



   In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. 



   De deurconstructie volgens de figuren 1 tot 5 bevat op de gebruikelijke manier een vaste deurlijst of kozijn 1, een daarin draaibaar gemonteerde vleugel 2 en een meerpuntsluiting waarvan de met elkaar samenwerkende. delen   respectie-   velijk op een opstaande stijl van de vaste deurlijst 1 en op de van de scharnieren verwijderde opstaande rand van de vleugel 2 gemonteerd zijn. 



   Het kozijn 1 en de vleugel 2 zijn van een op zichzelf bekende constructie zodat in de figuren 1 tot 5 enkel de hiervoor gedoelde opstaande stijl van de vaste deurlijst 1 en de opstaande stijl met de hogergedoelde rand van de vleugel 2 voorgesteld zijn. 



   De hiervoor gedoelde opstaande stijlen zijn gevormd door kunststofprofiellijsten. 



   De vleugel 2 is een oplegvleugel, en zijn opstaande stijl bevat aan de van de scharnierende afgekeerde zijde een vlak gedeelte 3 en daarnaast een uitspringende rand 4 die, bij een naar binnen draaiende deur   aan de   binnenkant is gelegen, en een aanslag vormt die, bij volledig dichtgewentelde stand van de vleugel 2, door middel van een afdichting 5 aansluit tegen een zijde-en met name de binnenzijde bij een naar binnen openwentelende vleugel   2-van   de opstaande stijl van de vaste deurlijst 1. In het midden van het vlakke gedeelte 3 is een groef 6 gelegen die zich over gans de hoogte van de stijl van de vleugel 2 uitstrekt. 



   Ook de in de figuren 1 tot 5 voorgestelde opstaande stijl van dé vaste deurlijst 1 bezit aan de zijde van de deuropening een vlak gedeelte 7 en daarnaast een uitspringende rand 8. Deze uitspringende rand 8 vormt een aanslag die 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 door middel van een afdichting 9 bij gesloten stand van de vleugel 2 tegen een zijde van de vleugel 2-en met name de buitenzijde indien de vleugel 2 een naar binnen wentelende vleugel is-aansluit. Nagenoeg in het midden van het vlakke gedeelte 7 is eveneens een groef 10 aangebracht die zich over gans de lengte van de opstaande stijl uitstrekt. 



   De meerpuntsluiting bestaat uit een hoofdsluiting, in de figuren 1 tot 5 in het algemeen met het verwijzingscijfer 11 aangeduid, en uit twee hulpsluitingen, in deze figuren in het algemeen met het verwijzingscijfer 12 aangeduid, die respectievelijk boven en onder de hoofdsluiting 11 zijn gelegen. 



   De hoofdsluiting 11 bestaat op de gebruikelijke manier uit een slotmechanisme 13 met een nachtschieter 14 en een dagschieter 15. Dit slotmechanisme 13 is in een uitsparing in de opstaande stijl van de vleugel 2 ingewerkt en met zijn frontplaat 16 door middel van schroeven 17 tegen het vlakke gedeelte 3 van de opstaande stijl bevestigd. 



   Dit slotmechanisme 13 werkt samen met een slotplaat 18 die van uitsparingen 19 voor de schieters 14 en 15 is voorzien en door middel van schroeven 20 op het vlakke gedeelte 7 van de opstaande stijl van de vaste deurlijst 1 is bevestigd. 



   Het slotmechanisme 13 kan van een bekende constructie zijn en wordt hier dan ook niet in detail voorgesteld. 



  Een geschikt slotmechanisme 13 is onder meer beschreven in het Belgische octrooi nr. 871.413 ten name van de aanvrager. 



   Elk van de hulpsluitingen 12 bevat op de vaste deurlijst 1 twee aanslagen 21 en 22 en op de vleugel 2 een met de aanslag 21 samenwerkend bedieningsorgaan 23, een met de aanslag 22 samenwerkend sluitorgaan 24, een bedieningslat 25 die de organen 23 en 24 aan elkaar koppelt en een afdeklat 26 die een geleiding voor de bewegende organen 23 en 24 vormt en de bedieningslat 25 helpt op haar plaats houden. 



   De afdeklat 26 is met haar randen aan weerszijden van 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 de groef 6 verzonken in het vlakke gedeelte 3 van de opstaande stijl van de vleugel 2 zodat deze lat 26 niet of weinig buiten de buitenzijde van dit gedeelte 3 uitsteekt. Met haar einden is de afdeklat 26 door middel van schroeven 27 aan de opstaande stijl bevestigd. 



   De bedieningslat 25 is smaller en iets korter dan de afdeklat 26 en is met een zekere zijdelingse speling verschuifbaar in de groef 6 aangebracht. Deze bedieningslat 25 is enkel bevestigd op de hierna beschreven manier aan de organen 23 en 24 maar kan door de afdeklat 26 niet uit de groef 6. 



   Het bedieningsorgaan 23 is in de onmiddellijke nabijheid van de hoofdsluiting 11 gelegen en bevindt zich dus in de onderste hulpsluiting boven het sluitorgaan 24 maar in de bovenste hulpsluiting 12 onder dit sluitorgaan 24. 



   Op deze omwisseling van de relatieve ligging van het bedieningsorgaan 23 en het sluitorgaan 24 en uiteraard ook van de daarmee samenwerkende aanslagen 21 en 22 zijn de twee hulpsluitingen 12 identiek aan elkaar. 



   Het bedieningsorgaan 23 is door middel van een pen 28 bevestigd op een einde van de bedieningslat 25. 



   Het bedieningsorgaan 23 bevindt zich aan de buitenzijde van de afdeklat 26 en de pen 28 steekt los doorheen een langwerpige verticale gleuf 29 die is aangebracht in de afdeklat 26. Het bedieningsorgaan 23 is bijgevolg samen met de bedieningslat 25 in de verticale richting verplaatsbaar ten opzichte van de afdeklat 26. Om de rotatie van dit orgaan 23 te beletten, is het op zijn naar de afdeklat 26 gekeerde zijde van een langwerpige rechte ribbe 43 voorzien die in de gleuf 29 verschuifbaar steekt maar merkelijk korter is dan deze gleuf. 



   Het bedieningsorgaan 23 bezit, dwars op de pen   2R   gezien, de vorm van een gelijkbenige driehoek, waarvan de basishoeken afgerond zijn en de tophoek afgesneden is maar waarvan de tophoek een hoek maakt tussen 600 en   80    en bij voorkeur van   70    zoals in de figuren 1 tot 5 is voorgesteld. De 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 hoogtelijn van deze gelijkbenige driehoek is horizontaal gericht en de afgesneden top van de driehoek is in de richting gericht waarin de vleugel 2 dichtwentelt. 



   De onderste rand 42 van het bedieningsorgaan 23 vormt dus een schuin vlak met een helling tussen 300 en 400 en bij voorkeur van   35 .   



   Deze hellende onderrand 42 werkt samen met een bovenrand met overeenstemmende helling van de aanslag 21. 



   Deze aanslag 21 is een langwerpig stuk dat bovenaan, aan de zijde van waaruit de vleugel wordt dichtgewenteld, afgeschuind is en onderaan, aan de tegenover liggende zijde van een staart 31 is voorzien. In de figuren 1 tot 5 is de afgeschuinde bovenrand van het stuk 21 met het verwijzingscijfer 30 aangeduid. 



   Dit langwerpig stuk is gedeeltelijk in de groef 10 van de opstaande stijl van de vaste deurlijst 1 verzonken maar steekt nog met een gedeelte buiten het vlakke gedeelte 7 uit zodat het bedieningsorgaan 23, bij het volledig dichtwentelen van de vleugel 2, in contact met de aanslag 21 komt. 



   De aanslag 21 is op de laatstgenoemde opstaande stijl bevestigd door middel van twee schroeven 32 die in de bodem van de groef 10 zijn geschroefd, met een belangrijke speling door veel grotere openingen 33 in de aanslag 21 steken en deze aanslag tegen de laatstgenoemde bodem aandrukken onder tussenkomst van een aan de onderzijde getand rechthoekig plaatje 34 dat instelbaar in een iets langere uitholling 35 aan de buitenzijde van de aanslag 21 is verzonken. Ook de koppen van de schroeven 32 zijn in deze uitholling 35 verzonken. 



   Zolang de schroeven 32 niet volledig aangespannen zijn, kan op deze manier de juiste ligging van de aanslag 21 in de verticale richting ten opzichte van de opstaande stijl van de deurlijst 1 enigszins worden ingesteld. 



   De aanslag 21 wordt uiteraard zo op de laatstgenoemde opstaande stijl bevestigd dat het laagste punt van 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 de hellende bovenrand 30 van de aanslag 21, welk laagste punt aan de zijde is gelegen van waaruit de vleugel 2 wordt dichtgewenteld, iets lager is gelegen dan het hoogste punt van de hellende onderrand 42 van het bedieningsorgaan 23, wanneer dit bedieningsorgaan 23 zich in de laagste stand bevindt. Het bedieningsorgaan 23 neemt deze in de figuur 1 voorgestelde stand in zolang de vleugel 2 nog niet volledig dichtgewenteld is en het bedieningsorgaan 23 nog niet in contact gekomen is met de aanslag 21. Dit hoogste punt van het bedieningsorgaan 23 ligt uiteraard vooraan gezien in de zin waarin de vleugel 2 wordt dichtgewenteld. 



   Wanneer de vleugel 2 dichtgewenteld wordt, komt het bedieningsorgaan 23 met zijn hellende onderrand 42 in contact met de hellende bovenrand 30 van de aanslag 21 zodra de vleugel 2 de in de figuur 1 voorgestelde stand bereikt. 



  Bij het verder dichtwentelen van de vleugel 2 glijdt de hellende onderrand 42 van het bedieningsorgaan 23 over de hellende bovenrand 30 van de aanslag 21 waardoor dit bedieningsorgaan 23 opwaarts wordt verplaatst. Dit   bediening-   orgaan 23 neemt onder tussenkomst van zijn in de gleuf 29 verschuivende pen 28 de bedieningslat 25 mee naar boven. 



  In de figuren 2 tot 4 is de vleugel 2 in volledig dichtgewentelde stand, met dus het bedieningsorgaan 23 in zijn hoogste stand, voorgesteld. 



   Het sluitorgaan. 24 bevat een lichaam 36 en een erop aansluitende staart 37. Het lichaam 36 is draaibaar rond een pen 38 gemonteerd, welke pen vast op het van de hoofdsluiting 11 verwijderde einde van de bedieningslat 25 is gemonteerd. Deze pen 38 steekt los door een opening 41 in het lichaam 36 en is met een verdikte kop in deze opening verzonken. 



   Het sluitorgaan 24 bevindt zich aan de buitenzijde van de afdeklat 26 en de pen 38 steekt doorheen een langwerpige gleuf 39 in deze afdeklat 26. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



   De gleuf 39 is evenwel niet recht zoals de hogergenoemde gleuf 29 maar haar aslijn beschrijft iets minder dan de helft van een cirkel. De aslijn van de gleuf 39 ligt op een cirkel met een diameter tussen 8 en 12 mm en bij voorkeur van 10,5 mm. 



   De gleuf 39 is opwaarts gericht, en symmetrisch gelegen ten opzichte van de horizontale en is met de holle zijde gericht in de zin waarin de vleugel opendraait. 



   Het sluitorgaan 24 is op de naar de afdeklat 26 gekeerde zijde van zijn lichaam 36 voorzien van een uitsteeksel of ribbe 40 die een vorm bezit die overeenkomt met de gleuf 39 maar korter is dan deze gleuf. De ribbe 40 die een gedeelte van een cirkel beschrijft, steekt overigens in de gleuf 39 en de opening 41 strekt zich ook door deze ribbe 40 uit. 



   De gebogen ribbe 40 is zo op het sluitorgaan 24 aangebracht dat, wanneer deze ribbe 40 zich onderaan de gleuf 39 bevindt en dus ook de pen 38 en dus ook de   bedienu-ngs-   lat 25 zich in de laagste stand bevinden, het sluitorgaan 24 met zijn staart 37 schuin naar voor, dit is in de zin waarin de vleugel 2 wordt dichtgewenteld, is gericht. 



   Het sluitorgaan 24 is in deze stand in de figuur 1 voorgesteld. Deze stand komt dus overeen met de laagste stand van het bedieningsorgaan 23 en wordt ingenomen wanneer de vleugel 2 nog niet dichtgewenteld is. 



   Wanneer, zoals hiervoor beschreven, bij het volledig dichtwentelen van de vleugel 2, het bedieningsorgaan 23 door samenwerking met, de aanslag 21 zich opwaarts verplaatst en dus ook de bedieningslat 25 zich opwaarts verplaatst, verplaatst de scharnierpen 38 zich eveneens opwaarts in de gleuf 39. 



   Het sluitorgaan 24 wordt daardoor niet alleen in zijn geheel opwaarts verplaatst maar wordt ook verplicht te wentelen doordat zijn ribbe 40 in de gleuf 39 een boog beschrijft. 



   Wanneer het bedieningsorgaan 23 zijn hoogste stand 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 heeft bereikt, heeft ook het sluitorgaan 24 zijn hoogste stand bereikt en is het daarenboven gewenteld tot in de stand waarbij zijn staart 37 naar boven is gericht. Het sluitorgaan 24 is in deze stand in de figuren 2,3 en 5 voorgesteld. 



   In de laatstgenoemde stand haakt het sluitorgaan 24 met zijn staart 37 achter de staart 31 van de ermee samenwerkende aanslag 22. 



   Deze aanslag 22 is het spiegelbeeld van de hogergenoemde aanslag 21 en overeenstemmende delen ervan zijn met hetzelfde verwijzingscijfer aangeduid. 



   De aanslag 22 is met de afgeschuinde rand 30 naar boven en met de staart 31 naar onder in de goot 10 van de opstaande stijl van de vaste deurlijst 1 bevestigd maar doordat de aanslag 22 het spiegelbeeld is van de aanslag 21 bevindt de staart 31 zich aan de zijde van waaruit de vleugel 2 dichtwentelt terwijl de afgeschuinde rand 30 naar de tegenover liggende zijde is gericht. 



   De aanslag 22 is op dezelfde manier als de aanslag 21 door middel van twee schroeven 32 onder tussenkomst van een aan de onderzijde getand plaatje 34 op de opstaande stijl bevestigd en wel op zulkdanige plaats dat het onderste einde van de staart 31 ongeveer 9 mm hoger komt te liggen dan het bovenste einde van de staart 37 van het sluitorgaan 24 wanneer dit zich in zijn laagste stand bevindt. 



   De twee, hulpsluitingen 12 worden op dezelfde manier automatisch in sluitstand gebracht door het dichtwentelen van de vleugel 2, onafhankelijk van de hoofdsluiting 11. 



   Wanneer bij het dichtwentelen van de vleugel 2 deze laatste bijna volledig dichtgewenteld is, komt het bedieningsorgaan 23 van elk van de twee hulpsluitingen 12 in contact met de overeenstemmende aanslag 21. Bij het verder wentelen wordt het bedieningsorgaan 23 van elke hulpsluiting 12 opwaarts verplaatst en onder tussenkomst van de bedieningslat 25 trekt dit bedieningsorgaan 23 het sluitorgaan 24 mee opwaarts. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



  Tijdens zijn opwaartse verplaatsing wentelt het sluitorgaan 24 waarbij het met zijn staart 37 achter de overeenstemmende aanslag 22 haakt. 



   Wanneer de vleugel 2 volledig dichtgewenteld is, zorgen de sluitorganen 24 van de twee hulpsluitingen 12 voor een sluiting op een afstand van de hoofdsluiting 11 zolang de vleugel 2 in de dichtst gewentelde stand wordt gehouden, dit is dus zolang de hoofdsluiting 11 de vleugel 2 in sluitstand houdt. 



   De vorm en de grootte van de sluitorganen 24 en van de gleuven 39 zijn zodanig dat de top van de staart 37 van de sluitorganen 24 zich tijdens deze overgang van de in de figuur 1 voorgestelde open stand naar de in de figuur 2 voorgestelde sluitstand een opwaartse verplaatsing ondergaat van 19 mm. De juiste plaats van de aanslagen 21 en 22, die overigens gemakkelijk instelbaar is, is niet erg kritisch en het plaatsen van deze aanslagen moet niet zo nauwkeurig geschieden. Niettegenstaande dit bevinden de sluitstukken 24 zich in sluitstand met een relatief belangrijk gedeelte, meestal met een lengte van ongeveer 10 mm, achter de erbij horende aanslag 22. 



   De afdeklat 26 kan zeer smal zijn en de volledige hulpsluitingen 12 nemen in de breedterichting relatief weinig plaats in. 



   De krachten die de bedieningsorganen 23 en de erbij horende aanslagen 21 op elkaar in sluitstand uitoefenen, bezitten een belangrijke verticale component zodat deze krachten slechts in geringe mate de neiging hebben de vleugel 2 naar open stand te duwen. 



   Wanneer de vleugel 2 vanuit gesloten stand opengewenteld wordt, schuift het bedieningsorgaan 23 van elke hulpsluiting 12 van de afgeschuinde rand 30 van de aanslag 21 af en valt door de zwaartekracht het geheel ge- 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 vormd door dit orgaan 23, de bedieningslat 25 en het sluitorgaan 24 terug omlaag naar de in de figuur 1 voorgestelde stand. Daarbij wentelt het sluitorgaan 24 terug naar zijn hellende beginstand waarbij het niet langer achter de aanslag 22 haakt. Zodra het sluitorgaan 21 zich onder de aanslag 22 bevindt houdt het niet langer de vleugel 2 dicht. 



   De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt. 



   In het bijzonder moet het bedieningsorgaan niet noodzakelijk de hiervoor beschreven vorm bezitten. 



  Het orgaan kan enkel aan de onderkant afgeschuind zijn of, indien de bovenrand van de ermee samenwerkende aanslag afgeschuind is, zelfs niet afgeschuind zijn. In het laatste geval kan het bedieningsorgaan een pen zijn. Het bedieningsorgaan heeft ook niet noodzakelijk een ribbe te bezitten die de rotatie ervan belet. In zoverre dit orgaan niet mag roteren, kan het onwrikbaar door de pen met de bedieningslat verbonden zijn.

Claims (21)

  1. CONCLUSIES 1. Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting, welke constructie een vaste lijst (1) en een wentelbare vleugel (2) bevat en welke meerpuntsluiting een hoofdsluiting (11) bevat die op haar beurt een bedienbaar hoofdslotmechanisme (13) met ten minste een schieter (14,15), dat op de vleugel (2) is gemonteerd en een met dit hoofdslotmechanisme (13) samenwerkende slotplaat (18) die op de vaste lijst (1) is gemonteerd, bevat, welke meerpuntsluiting tevens ten minste een onafhankelijk van de hoofdsluiting (11) werkende hulpsluiting (12) bevat die automatisch bij het dichtdoen van de vleugel (2) in werking wordt gesteld en de vleugel (2) op een afstand van de hoofdsluiting (11) kan sluiten, welke hulpsluiting (12) - een bedieningslat (25) bevat die op een opstaande rand van een van de elementen (2)
    gevormd door de vleugel en de vaste lijst verschuifbaar is gemonteerd, - een afdeklat (26) die aan de buitenzijde boven de verschuif- bare bedieningslat (25) op deze rand is gemonteerd, - een bedieningsorgaan (23) dat in de nabijheid van de hoofd- sluiting (11) met de bedieningslat (25) is verbonden en aan de buitenzijde van en beweegbaar ten opzichte van de afdek- lat (26) is gemonteerd, - een op het andere element (2) van de elementen gevormd door de vleugel en de vaste lijst gemonteerde aanslag (29), waarmee het beweegbare bedieningsorgaan (23) samenwerkt zo dat bij het volledig dichtgaan van de vleugel (2) het bedieningsorgaan (23) zo beweegt dat de bedieningslat (25) over een afstand in de langsrichting van de afdeklat (26) wordt verplaatst, - ten minste een sluitorgaan (24) dat op een afstand van de hoofdsluiting (11) eveneens met de bedieningslat (25)
    is verbonden en beweegbaar ten opzichte van de afdeklat (26) is gemonteerd en <Desc/Clms Page number 18> - een aanslag (22) die op hetzelfde element (2) als de hogergenoemde aanslag (21) is gemonteerd en samenwerkt met het sluitorgaan (24) zo dat bij de hogergenoemde verplaatsing van de bedieningslat (25) het sluitorgaan (24) zo beweegt dat het achter de aanslag (22) haakt en het, wanneer de vleugel (2) dicht is, deze laatste op een afstand van de hoofdsluiting (11) dicht houdt, met het kenmerk dat het sluitorgaan (24) door middel van een wentelas (38) wentelbaar op de bedieningslat (25) is gemonteerd, de afdeklat (26) van een langwerpige gebogen gleuf (39) is voorzien waardoor de wentelas (38) over een afstand verschuifbaar steekt, en het sluitorgaan (24) naast de wentelas (38) van ten minste een uitsteeksel (40)
    is voorzien dat eveneens verschuifbaar in de gleuf (39) in de afdeklat (26) steekt en dat bij een verplaatsing van de bedieningslat (25) ten opzichte van de afdeklat (26) niet alleen in de gleuf (39) verschuift maar ook het sluitorgaan (24) doet wentelen ten opzichte van de bedieningslat (25). EMI18.1
  2. 2. Deur-of raamconstructie volgens de conclusie 1, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) gemonteerd is op de bedieningslat (25) door middel van een pen (28), en de afdeklat (26) van een in haar langsrichting gerichte gleuf (29) is voorzien waardoor de pen (28) steekt, terwijl ten minste één van de stukken gevormd door dit bedieningsorgaan (23) en de aanslag (21) waarmee het samenwerkt van een afschuining (30 en/of 42) is voorzien zo dat bij het volledig dichtdoen van de vleugel (2) door een contact van de twee stukken met elkaar, het bedieningsorgaan (23) en dus ook de bedieningslat (25) in de verticale richting worden weggeduwd.
  3. 3. Deur-of raamconstructie volgens de conclusie 2, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) gemonteerd is op de bedieningslat (25) en zowel het bedieningsorgaan <Desc/Clms Page number 19> (23) als de aanslag (21) waarmee dit bedieningsorgaan (23) samenwerkt, van een afgeschuining (30,42) zijn voorzien, welke afschuiningen (30,42) met elkaar samenwerken bij het volledig dichtdoen van de vleugel (2).
  4. 4. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 2 en 3, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) niet-wentelbaar op de bedieningslat (25) is gemonteerd.
  5. 5. Deur-of raamconstructie volgens de conclusie 4, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) op zijn naar de afdeklat (26) gekeerde zijde een uitsteeksel (43) bezit dat zich excentrisch ten opzichte van de pen (28) uitstrekt en verschuifbaar in de langwerpige gleuf (29) in de afdeklat (26) steekt.
  6. 6. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 2 tot 5, met het kenmerk dat de afschuining (30, 42) van ten minste een van de stukken gevormd door het bedieningsorgaan (23) en de aanslag (21) waarmee het samenwerkt een helling bezit tussen 300 en 400.
  7. 7. Deur-of raamconstructie volgens de conclusie 6, met het kenmerk dat de afschuining (30,42) van ten minste een van de stukken gevormd door het bedieningsorgaan (23) en de aanslag (21) waarmee dit orgaan samenwerkt een helling bezit van ongeveer 350.
  8. 8. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 2 tot 7, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) een nagenoeg driehoekige vorm bezit.
  9. 9. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) zo met de overeenstemmende aanslag (21) samenwerkt dat bij het volledig dichtdoen van de vleugel (2) het opwaarts wordt verplaatst en bij het terug opengaan van de vleugel (2) door de zwaartekracht omlaag valt.
  10. 10. Deur-of raamconstructie volgens de conclusies 3 en 9, met het kenmerk dat het bedieningsorgaan (23) onderaan <Desc/Clms Page number 20> een afgeschuinde rand (42) bezit terwijl de ermee samenwerkende aanslag (21) bovenaan en aan de zijde van waaruit de vleugel (2) wordt dichtgewenteld een met de hogergenoemde rand (42) samenwerkende afgeschuinde rand (30) bezit.
  11. 11. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat de bedienings- EMI20.1 lat (25), de afdeklat (26), het bedieningsorgaan (23) en het sluitorgaan (24) op de vleugel (2) zijn gemonteerd, de aanslagen (21 en 22) op de vaste deurlijst (1) zijn ge- monteerd.
  12. 12. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk dat het element (2) waarop de afdeklat (26) van de hulpsluiting (12) is gemonteerd van een groef (6) is voorzien die door deze afdeklat (26) is afgesloten en de bedieningslat (25) van de hulpsluiting (12) zich in deze groef (6) bevindt.
  13. 13. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk dat de langwerpige gebogen gleuf (39) in de afdeklat (26), door welke gleuf de wentelas (38) van het sluitorgaan (24) steekt en in welke gleuf het uitsteeksel (40) van dit sluitorgaan (24) zich bevindt, zich volgens een gedeelte van een cirkel uitstrekt.
  14. 14. Deur-of raamconstructie volgens de conclusie 13, met het kenmerk dat de aslijn van de langwerpige gebogen gleuf (39) in de afdeklat (26) een gedeelte is van een cirkel met een straal tussen 8 en 12 mm.
  15. 15. Deur-of raamconstructie volgens de conclusie 14, met het kenmerk dat de aslijn van de langwerpige gebogen gleuf (39) in de afdeklat (26) een gedeelte is van een cirkel met een straal van 10,5 mm.
  16. 16. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 13 tot 15, met het kenmerk dat de langwerpige gleuf (39) waardoor zich de wentelas (38) van het sluitorgaan (24) uitstrekt en waarin zich het uitsteeksel (40) van <Desc/Clms Page number 21> het sluitorgaan (24) bevindt symmetrisch is ten opzichte van de horizontale.
  17. 17. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 16, met het kenmerk dat het uitsteeksel (40) van het sluitorgaan (24) een ribbe is die in vorm en grootte overeenkomt met een gedeelte van de gebogen gleuf (39) in de afdeklat (26).
  18. 18. Deur-of raamconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 17, met het kenmerk dat ze twee hulpsluitingen (12) bevat, één boven de hoofdsluiting (11) en één onder de hoofdsluiting (11).
  19. 19. Deur-of raamconstructie zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
  20. 20. Hulpsluiting (12) uit de deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting volgens een van de conclusies 1 tot 19.
  21. 21. Hulpsluiting (12) zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE2/60609A 1985-02-06 1985-02-06 Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting. BE901658A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60609A BE901658A (nl) 1985-02-06 1985-02-06 Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting.
GB08601867A GB2170549B (en) 1985-02-06 1986-01-27 Door or window structure with a multi-point closure and auxilary closure for such structure
IT47622/86A IT1190477B (it) 1985-02-06 1986-02-05 Struttura di porta oppure di finestra con chiusura in piu' punti e chiusura ausiliaria per essa
FR8601579A FR2576958B1 (fr) 1985-02-06 1986-02-05 Structure de porte ou fenetre avec une fermeture multi-points et fermeture auxiliaire utilisee avec celle-ci
DE863603543A DE3603543C2 (de) 1985-02-06 1986-02-05 Tür- oder Fensterkonstruktion mit einem Mehrpunktverschluß, sowie dabei angewandter Hilfsverschluß
NL8600274A NL8600274A (nl) 1985-02-06 1986-02-05 Deur- of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60609A BE901658A (nl) 1985-02-06 1985-02-06 Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE901658A true BE901658A (nl) 1985-05-29

Family

ID=3865726

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60609A BE901658A (nl) 1985-02-06 1985-02-06 Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE901658A (nl)
DE (1) DE3603543C2 (nl)
GB (1) GB2170549B (nl)
IT (1) IT1190477B (nl)
NL (1) NL8600274A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3901998A1 (de) * 1989-01-24 1990-08-02 Winkhaus Fa August Eckverriegelungseinrichtung fuer fenster oder tueren
DE4228132A1 (de) * 1992-08-25 1994-03-03 Weidtmann Wilhelm Kg Schließvorrichtung für Fenster, Türen o. dgl.
GB2304783A (en) * 1995-08-26 1997-03-26 W M S Group Ltd Shootbolt locking mechanism
JP6587835B2 (ja) * 2015-06-08 2019-10-09 タキゲン製造株式会社 多点締め込み式ロックシステム及びこれを用いた防爆扉
CN111791843B (zh) * 2020-07-17 2022-05-17 河北君宇广利专用汽车制造有限公司 一种挂车侧翻液压装置

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH534286A (de) * 1971-02-08 1973-02-28 Fritz Leibundgut Ag Kantenverschluss für Fenster und Türen
US3949525A (en) * 1973-02-28 1976-04-13 Truth Incorporated Window lock structure
DE2920581C2 (de) * 1979-05-21 1983-07-21 Siegenia-Frank Kg, 5900 Siegen Zusatzverriegelung, insbesondere Mittelverriegelung, für Fenster, Türen od.dgl.
DE3008043A1 (de) * 1980-03-03 1981-10-15 Siegenia-Frank Kg, 5900 Siegen Zusatzverriegelung fuer fenster, tueren o.dgl.
BE888063A (nl) * 1981-03-23 1981-07-16 Parys Remi E Van Deur-of raamconstructie met meerpuntsluiting
DE8207330U1 (de) * 1981-03-23 1982-10-21 Van Parys, Remi Emiel, 8790 Waregem Tuer- oder fenster mit einer mehrpunktverschlussanordnung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3603543C2 (de) 1994-07-28
NL8600274A (nl) 1986-09-01
IT1190477B (it) 1988-02-16
DE3603543A1 (de) 1986-08-07
GB2170549B (en) 1989-01-11
GB2170549A (en) 1986-08-06
GB8601867D0 (en) 1986-03-05
IT8647622A0 (it) 1986-02-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4420905A (en) Closure hardware
US3860056A (en) Vertical blind
US3318047A (en) Combination sliding and pivoted door
US6317929B1 (en) Window hinge
EP1918498B1 (en) Hidden hinge
BE901658A (nl) Deur-of raamconstructie met een meerpuntsluiting en daarbij gebruikte hulpsluiting.
US4819298A (en) Self-closing hinge for corner cabinets
US3279123A (en) Switch mechanism for partition walls
EP0225058A1 (en) Window Stays
US3461609A (en) Manual operator for awning sash windows
US4945679A (en) Driving device for the outward pivoting frame of doors or windows
NL8103115A (nl) Scharnier voor een ten opzichte van een vaste sponning openslaand of kantelbaar paneel.
US2905965A (en) Hold-open device
US5542215A (en) Sash supporting structure of hinged swinging window
GB2283783A (en) Window operator
GB2220700A (en) Multi-point locking for a window/door assembly
EP0712984A1 (en) Locking device for anti-panic doors
HU223254B1 (hu) Zárószerkezet kétszárnyú, középoszlop nélküli nyílászáró szerkezetek alázáródó szárnyához
DK159399B (da) Fejlbetjeningsblokeringsmekanisme til stangbetjeningsbeslag
US2758343A (en) Window construction
JP3448620B2 (ja) 窓ステー
US3688342A (en) Hinge latch
EP4191006A1 (en) A lock for a hinged closure member
BE1014569A3 (nl) Kantelraam met een sluiting en bedieningsmechanisme en schaarmechanisme voor kantelraam.
JPH02186090A (ja) 二重駆動窓調節機構

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: VAN PARYS REMI E.

Effective date: 19980228