BE878380A

BE878380A - Inrichting voor het aanbrengen van plaatselijke insnijdingen in een baan schuimmateriaal

Info

Publication number: BE878380A
Application number: BE2/58025A
Authority: BE
Original assignee: Poppe Willy
Priority date: 1979-08-23
Filing date: 1979-08-23
Publication date: 1980-02-25

Description


  "Inrichting voor het aanbrengen van plaatselijke insnijdingen in een baan schuimmateriaal" Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor

  
het plaatselijk aanbrengen van insnijdingen in banen schuimmateriaal, bijvoorbeeld banen schuimmaterial zoals deze gebruikt worden voor het verwezenlijken van zogenaamde schuimveren, zoals beschreven in het Belgisch oktrooi nr 859.468 van Aanvrager.

  
Deze uitvinding heeft betrekking op een snijinrichting

  
voor het aanbrengen van de voornoemde insnijdingen in een baan schuimmateriaal, alsook op een inrichting die in kombinatie

  
met de voornoemde eigenlijke snijinrichting wordt gebruikt

  
en die als doel heeft de door middel van de voornoemde snijinrichting verkregen banen geschikt te vervormen en kokervormig samen te lijmen om er uiteindelijke schuimveren, zoals beschreven in het voornoemd oktrooi, van af te snijden.

  
In een bijzondere toepassing wordt de inrichting volgens

  
de uitvinding hoofdzakelijk voorzien om in een baan schuimmateriaal onderbroken insnijdingen aan te brengen die zich doorheen de ganse dikte van de baan uitstrekken en die bijvoorkeur volgens een geschrankt patroon zijn gerangschikt.

  
De snijinrichting volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk in de kombinatie van twee tegenover elkaar opgestelde rollen, namelijk een snijrol en een aandrukrol, waarbij de voornoemde snijrol, verdeeld over zijn omtrek en geschikt volgens een welbepaald patroon, meerdere messen vertoont die kunnen inwerken op de voornoemde aandrukrol.

  
Me t het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan

  
te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
figuur 1 een schematisch vooraanzicht weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding; figuren 2 en 3 respektievelijk zichten zijn volgens de pijlen F2 en F3 in figuur l; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3; figuur 5 in perspektief en op schematische wijze een inrichting weergeeft voor het aanbrengen van insnijdingen volgens de uitvinding en het vervolgens omvormen, samenlijmen en afsnijden van de van insnijdingen voorziene banen tot het verkrijgen van schuimveren.

  
Zoals weergegeven in de bijgaande figuren bestaat de snijinrichting volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een eigenlijke snijrol 1 die op geschikte wijze gelagerd is in een geraamte 2 en waarbij deze snijrol in hoofdzaak gevormd wordt

  
door reeksen messen 3 die op onderlinge afstanden a ten opzichte van elkaar zijn geschikt en waarbij iedere reeks bestaat

  
uit de eigenlijke messen 4 die op onderling geschikte afstanden zijn geplaatst teneinde, door de kombinatie van de afstanden tussen de tanden of messen 4 van iedere reeks messen 3 en de onderlinge afstand a tussen deze reeksen 3, in een baan schuimmateriaal 5 insnijdingen 6 te maken die een bepaalde lengte hebben en op een bepaalde afstand naast elkaar zijn geplaatst. De

  
 <EMI ID=1.1> 

  
 <EMI ID=2.1> 

  
in de baan 5 op geschrankte wijze worden aangebracht.

  
 <EMI ID=3.1> 

  
wijze verwezenlijkt worden doch, bij voorkeur, zullen de reek-

  
 <EMI ID=4.1> 

  
schijven 9 worden voorzien waarvan de diameter gelijk is aan de diameter van de voornoemde reeksen messen 3 verminderd met i

  
 <EMI ID=5.1> 

  
sen 4 bepaald is in verhouding van de maximale samengedrukte

  
 <EMI ID=6.1> 

  
worden aangedreven, bijvoorbeeld door middel van een riemoverbrenging 10, vanaf een elektrische motor 11.

  
 <EMI ID=7.1> 

  
en al dan niet kan aangedreven worden, bijvoorbeeld eveneens vanaf de voornoemde motor 11 of door middel van een tandwieloverbrenging vanaf de as 7.

  
Deze rol 12 kan gevormd worden in om het even welk materiaal, o.a. kunststof en zal al dan niet op voorhand voorzien worden

  
 <EMI ID=8.1> 

  
Vanzelfsprekend kunnen de voornoemde groeven 13 op voorhand worden aangebracht of kunnen deze groeven 13 gevormd worden

  
 <EMI ID=9.1> 

  
afhankelijk van de diameter verhouding tussen de rollen 1 en 12, al dan niet doorlopende of plaatselijke groeven of indrukken 13 worden verkregen.

  
Zoals meer speciaal uit figuur 4 blijkt volstaat het,

  
met behulp van de inrichting volgens de uitvinding, een baan 5 op geschikte wijze tussen de rollen 1 en 12 te voe ren, waarbij deze baan automatisch wordt samengedrukt tussen deze rollen en

  
 <EMI ID=10.1> 

  
Men verkrijgt aldus een baan schuimmateriaal die voorzien is, in dit geval, van insnijdingen die volgens een geschrankt  <EMI ID=11.1> 

  
Het is duidelijk dat eveneens insnijdingen kunnen aangebracht worden volgens een ander patroon waarbij enkel de plaat-

  
 <EMI ID=12.1> 

  
zal moeten aangepast worden. 

  
In figuur 5 is op schematische wijze de snijinrichting volgens de uitvinding weergegeven door de rollen 1 en 12 waar doorheen een baan schuimmateriaal 5 wordt gevoerd en waarbij,

  
in kombinatie met deze snijinrichting, een inrichting is weergegeven voor het vormen van schuimveren 13 die op zichzelf het voorwerp uitmaken van de Belgische oktrooiaanvrage nr 859.468 van Aanvrager.

  
Deze inrichting bestaat in hoofdzaak uit één of meer paren eerste geleidingsrollen, respektievelijk 14, 15, die op geschikte wijze vrij draaibaar zijn opgesteld ten opzichte van de baan 5 en die als doel hebben deze baan als het ware samen te plooien, waarbij achter deze rollen 14, 15, één of meer paren rollen,

  
 <EMI ID=13.1> 

  
vertonen dat zij de door de rollen 14, 15 reeds gedeeltelijk samengeplooide baan 5 verplichten een kokervorm aan te nemen waarbij in deze koker de zijranden, respektievelijk 18 en 19, van de baan 5 tegen elkaar worden gebracht.

  
Vooraleer de baan 5, die voorzien is van de gewenste insnijdingen 6, samen te plooien, zal men door middel van geschikte inrichtingen 20 en 21 op de voornoemde zijranden 18 en 19 lijm aanbrengen door spuiten of dergelijke, één en ander zodanig dat, wanneer de randen 18 en 19, door middel van de geleidingsrollen
16 en 17, tegen elkaar worden gebracht, deze randen, door middel van de voornoemde lijm, met elkaar worden verbonden.

  
Achter het paar of paren geleidingsrollen 16-17 staan verder nog middelen opgesteld, in de vorm van aandrukrollen, respektievelijk 22 en 23, die op geschikte wijze naar elkaar

Claims

<EMI ID=14.1>

druk uit te oefenen waarna de aldus gevormde koker terug wordt

vrijgelaten en passeert doorheen, bijvoorbeeld een of meer tweede

paar of paren geleidingsrollen 24 en 25 om daarna, door middel

van een geschikte al dan niet verwarmde snijinrichting 26 af de

gevormde koker de genoemde schuimveren 13 te snijden.

In een uitvoeringsvariante wordt de voornoemde lijm verti-

<EMI ID=15.1>

middel van een verdeelkop 27 met daarin mondstukken 28-29, waarbij deze laatste een geschikte heen- en weergaande of zig-zag-

gende beweging bezitten.

Het is duidelijk dat op deze wijze niet enkel een eenvoudige snijinrichting wordt verkregen om in banen schuimmateriaal

insnijdingen aan te brengen volgens een bepaald patroon doch teven:

<EMI ID=16.1>

richting om, vertrekkende van de voornoemde van insnijdingen

voorziene banen, schuimveren te maken.

Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt

is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen

weergegeven uitvoeringen, doch de snijinrichting, respektievelijk gekombineerde inrichting voor het aanbrengen van insnijdingen in

banen schuimmateriaal en het vormen vanaf deze banen van schuimveren, kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

EISEN

1.- Inrichting voor het aanbrengen van plaatselijke insnijdingen in een baan schuimmateriaal, met het kenmerk dat zij

hoofdzakelijk gevormd wordt door de kombinatie van twee tegen-

overelkaar opgestelde rollen, namelijk een snijrol en een aandrukrol, waarbij de voornoemde snijrol, verdeeld over zijn om- <EMI ID=17.1>

gevormd wordt door reeksen messen die ieder bestaan uit op

de snijrolas bevestigde schijven waarvan de omtrek meerdere eigenlijke messen vertoont.

3.- Inrichting volgens eis 2, met het kenmerk dat de lengte

<EMI ID=18.1>

van een te vormen insnijding, terwijl de hoogte van de messen gelijk is aan of enigszins groter is dan de tijdens het snijden samengedrukte dikte van de schuimbaan.

4.- Inrichting volgens eis 2 of 3, met het kenmerk dat tussen de voornoemde reeksen messen afstandschijven zijn voorzien waarvan de diameter gelijk is aan de diameter van de reeksen messen verminderd met tweemaal de hoogte van een mes.

5.- Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de naast elkaar gelegen reeksen messen ten opzichte van elkaar verdraaid zijn opgesteld.

6.- Inrichting volgens eis 5, met het kenmerk dat van twee naast elkaar gelegen reeksen messen de messen van een reeks tegen-

<EMI ID=19.1>

plaatst.

7.- Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat in de aandrukrol al dan niet over de ganse omtrek doorlopende groeven zijn voorzien waarmede de voornoemde messen samenwerken.

8.- Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde aandrukrol in kunststof is uitgevoerd.

9.- Inrichting volgens één der voorgaande eisen met het kenmerk dat minstens de snijrol doorlopend wordt aangedreven.

10.- Inrichting voor het aanbrengen van plaatselijke insnijdingen in een baan schuimmateriaal en het vervolgens verwezen-lijken uit de aldus gevormde baan schuimmateriaal van schuimveren,

1 met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een eigenlijke snijinrichting volgens één der eisen 1 tot 9, in kombinatie met

een inrichting voor het vormen van schuimveren, waarbij deze laatste hoofdzakelijk gevormd wordt door middelen die op de zijranden van de van insnijdingen voorziene baan schuimmateriaal

lijm aanbrengen; middelen, meer speciaal geleidingsrollen, die

de voornoemde baan rond een as evenwijdig aan de lengterichting

van de baan geleidelijk dichtplooien, middelen, meer speciaal tweede geleidingsrollen, die de baan vervolgens tot een koker vormen, waarbij de voornoemde van lijm voorziene langsranden van de baan tegen elkaar komen; eventueel middelen, bijvoorbeeld aandrukrollen die op de samengebrachte langsranden een druk uitoefenen en middelen, bijvoorbeeld een al dan niet verwarmd mes, die vanaf de aldus gevormde koker bepaalde lengten afsnijden die

de zogenaamde schuimveren vormen.

11.- Inrichting voor het aanbrengen van plaatselijke insnijdingen in een baan schuimmateriaal en het vervolgens verwezenlijken uit de aldus gevormde baan schuimmateriaal van schuimveren, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven

in de bijgaande tekeningen.