BE1027932B1 - Laadplatform voor een voertuig - Google Patents

Abstract

Laadplatform (2) voor een voertuig (1), welk laadplatform (2) in de hoogte verstelbaar is tussen een bovenste laadstand (4) op gelijke hoogte van de laadvloer en een onderste laadstand (4), waarbij het platform zich op de grond bevindt voor het laden en lossen van goederen, waarbij het laadplatform (2) in gebruik uit het voertuig uitsteekt en waarbij het laadplatform (2) is voorzien van een gevarensignalisatie (7) om de aandacht van omstaanders of passanten te wekken op een mogelijk gevaar van het uitstekende laadplatform (2), daardoor gekenmerkt dat de gevarensignalisatie (7) uitgevoerd is met minstens één klep (9) die scharnierbaar aan het laadplatform (2) is bevestigd en die voorzien is van een verlichting (11), waarbij de minstens één klep (9) minstens verdraaibaar is tussen twee posities (14 en 15), respectievelijk een actieve positie (14), waarbij de verlichting (11) zichtbaar is of wordt voor omstaanders of passanten en een passieve positie (15), waarbij de verlichting (11) is uitgeschakeld en/of uit het zicht van omstaanders of passanten is onttrokken.

Description

Laadplatform voor een voertuig, De huidige uitvinding heeft betrekking op een laadplatform 3 voor sen voertuig, De meest voorkomende Lransportvoertuigen zoals bestelwagens, vrachtwagens, opleggers, aanhangwagens en dergelijke bevaren een beweegbaar Jaadpiatform dat beweegbaar is tussen een transportstand, waarbij het jaadplatform hetzij onder het voertuig is weggeborgen, hetzij omhoog is gekanteld tot tegen een zijde van het voertuig en een lsadstand, waarbij het laadplatform naar achter of zijdeiings uit het voertuig uitsteekt in een horizontale stand.

In de laadstand kan het laadplatform hydraulisch of elektrisch worden aangedreven om verplaatst te kunnen worden russen de grond en het niveau van een vaste laadvloer van het voertuig.

Aldus kunnen goederen vanuit de laadruimte van het voertuig op het laadplatform overgereden worden, welk laadelatform vervolgens tot op de grond wordt neergelaten om de goederen 23 op de grond te lossen, Voor het laden van goederen vanaf de grond tot in de laadruimte is de omgekeerde beweging vereist, Het laadplatform bevindt zich in opgeheven laadstand doorgaans Lussen de 0,5 en 0,7 meter boven de grond ter

- BE2020/5606 2 hoogte van de laadvicer van het voertuig voor bestelwagens en tussen de 0,5 en 1,4 meter boven de grond voor vrachtwagens, opleggers en zanhangwagens.

Zulk iaadplatform is in opgeheven laadstand moeilijk zichtoaar voor derden in het verkeer, waardoor het risico vestaat dat omstaanders en passanten in het verkeer zoals fietsers, motorrijders, logers en dergelijke achteraan of zijdelings tegen het laadplatform kunnen aanlopen of “rijden.

Een nadeel hiervan is dat de omstaanders en passanten zich ernstig kunnen verwonde, De meeste lasoplatforms zijn uitgerust met een relatief scherpe punt aan de achterzijde van het laadplatform om het op- en afrijden en dus het laden en lossen van goederen mogelijk te maken, Dit heeft als nadeel dat wanneer derden in het verkeer tegen zuik laadplatiorm in opgeheven laadstand aanrijden of lopen, er een gevaarlijk mes-effect ontstaat dat significante gevolgen kan hebben, 20 kunnen de omstaanders en passanten ernstige snijwonden copicgen of in extreme gevallen kan het de dood tot cevolg hebben, Signalisatie van het laadplatform in laadstand is aldus belangrijk. Typisch wordt daartoe gebruik gemaakt van knipperende platformlichten die bovenop het oppervlak van

= BE2020/5606 het lsadplatform cgemonteerd zijn in de hoeken en aan de zijkanten van het laadplatform zodat het laadplatform zowel achteraan als aan de zijkanten voorzien is van een gevarensignalisatie.

Een nadeel hiervan is dat de op het oppervliak gemonteerde platformverlichting onderhevig is aan slijtage er beschadiging doordat vorkliften, palletwagenties, paletten, rolkarren, machines en dergelijke Legen en/cf over de platformverlichting heen verplaatst worden. Een ander nadeel is dat de platformverlichtina ten minste met een gedecite boven het lazadplatform uitsteekt waardoor de platformver!ichtine voor een gebruiker van het iaadplatform een struikelgevaar met zich meebrengt, Nog een ander nadeel is dat wanneer het laacdplariorm zich in de opgeheven laadstand ter hcogte van de laadvloer van net voertuig bevindt, de platformverlichting niet altijd goed zichtbaar is vanuit een lage gezichtshoek zoals bijvoorbeeld voor kinderen of gebruikers van een ligfiets of aankomende bestuurders van een voertuig of dergelijke. Alternatief wordt er vaak gebruik gemaakt van reflecterende platformwimpels die afhangend aan de onderzijde van het laadplatform gemonteerd zijn. Een nadeel van zulke reflecterende platformwimpels is dat een licht met een relatief hoge sterkte ercp moet schijnen vooraleer de platformwimpels voldoende zichtbaar worden.

‚ BE2020/5606 & Dit is in het bijzonder nadelig voor omstaanders en passanten zoals bijvoorbeeld voor Lopers, sxaters, gebruikers van een al dan niet elektronische step en dergelijke vermits zij meestal niet voorzien zijn van een verlichting of sen verlichting op een gepaste hoogte waardoor de reflecterende platformwimpels hun {functie verliezen en passanten, omstaanders en aankomende bestuurders zich alsnog kunnen verwonden.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. Hiertoe betreft de uitvinding een laadplatform voor een voertuig, welk laadplatform in de hoogte verstelbaar is tussen een bovenste laadstand op gelijke hoogte van de Laadviocer en sen onderste laadstand, waarbij het platform zich op de grond bevindt waarbij het laadplatform uit het voertuig uitsteekt: en waarbij het lsadplatform is voorzien van een gevarensignalisatie om de aandacht van omstaanders of passanten te werken op een mogelijk gevaar, waarbij de qevarensignalisatie uitgevoerd is met minstens één klep die scharnierbaar aan het laadplatform is bevestigd en die voorzien is van een verlichting, waarbij de minstens één klep minstens verdraaibaar is tussen twee posities, respectievelijk een actieve positie, waarbij de verlichting zichtbaar is of wordt voor omstaanders of passanten en een passieve positie, waarbij de verlichting is uitgeschakeld en/of uit het zicht van omstaanders of passanten is onttrokken,

- BE2020/5606 Len voordeel hiervan is dat de verlichting goed zichtbaar is en op een plaats kan aangebracht worden en verdraaid kan worden in een positie die geen struikelgevaar vormni.

5 Het Tlaadplatforn is bij voorkeur aan zijn onderzijde voorzien van de voornoende dGevarensionalisatie, dus het covenoppervlak waar de gevarensignalisatie klassiek een gevaar voor struikelen zou kunnen inhouden evenals dat er een risico op beschadiging van de gevarensionalisatie bestaat door manipulatie en verplaatsen van de te pehandelen goederen, bijvoorbeeld door middel van een transpaliet, wordt hierbij voorkomen, Een bijkomend voordeel hiervan is dat de verlichting steeds in goed zichtbaar is en blijft in alle omstandigheden, en dus ook vanop lage hoogte voor automobilisten en kinderen en Jergelijke, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de één of meer kleppen aan één rand scharnierbaar aangebracht aan de onderzijde van het laadplatform, welke rand bij voorkeur de naar het voertuig gekeerde rand is.

De rand Legenoveriiggend aan de vcorncemde scharnierbare rand is dan bij voorkeur voorzien van een verlichtina, zodat de verlichting steeds gericht is naar het voorbijgaande verkeer en dus goed zichtbaar is.

De één of meer kleppen kunnen vrij scharnierbaar zijn, waardoor ze bij het verdraaien van het laadplatiorm van de Lransportstand naar de laacdstand onder invloed van de

N BE2020/5606 6 zwaartekracht beweegbaar zijn van de transportpositie naar de gevarenpositie. De één of meer voornoemde kleppen zijn bij voorkeur zodanig geconstrueerd dat ze automatisch verdraald worden van hun gevarenpositie naar de transportpositie wanneer het laadplatform de grond nadert bij laten zakken van het laadplatform, bijvoorbeeld doordat de kieppen vrij scharnierbaar zijn en bij het naderen van de grond naar omhoog bewogen worden, Dit biedt het voordeel dat de platformverlichting niet geplet kan worden tussen de onderzijde van het laadplatform en de grond.

Dit biedt ook ais voordeel dat het laadplatform niet noodzakelijk voorzien moet worden van een extra mechanisme voor het verdraaien van de één of meer kleppen tussen de gevarenpositie en de transportpositie, Len ander voordeel is dat zulke constructie economisch voordelig is. in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de verlichting 29 van de gevarensignalisatie een lichtremitterende diode {LED}. zen voordeel hiervan is dat LED lampen zeer energiezuinig zijn en langer meegaan dan andere scorten lampen,

; BE2020/5606 Met het inzicht de kermerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uiivoeringsvormen beschreven van een laadplatform volgens de uitvinding, met 3 verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een voertuig met een Laadplatform volgens de uitvinding weergeeft in een neergelaten lasdstand: ij figuur 2 een onderaanzicht van een laadplatform volgens de uitvinding weergeeft, doch met het laadplatform in opgeheven laadstand en met de verlichting in gevarenpositie; figuur 3 een zijaanzicht van het laadplatform van figuur Z weergeeft; figuur € schematisch en in perspectief het voertuig van figuur 1 maar met het laadplaiform in zijn transportstand weergeeft; figuur 5 een zijaanzicht van het laadplatform volgens figuur 3 weergeeït, doch met het laatplatform in een neergelaten iaadstand: figuren 6 en 7 een alternatieve uitvoeringsverm van sen Laacplatiorm volgens de uitvinding weergeven, respectievelijk in de neergelaten en in de opgeheven laadstanden: Éiguur 8 een andere uitvoeringvorm var een Laadpiatform volgens de uitvinding weergeeft in een onderste laadstand.

De in figuur 1 weergegeven vrachtwagen 1 is voorzien van een laadplatform 2 dat kan verdraaid worden tussen een transportstand 3 van figuur 4, waarbij het lazsoplatform = opgeklapt is tot tegen de vrachtwagen 1 en een Îaadstano 4 voor het laden en lossen van goederen, waarbij, zoals weergegeven in figuur 1, het laacdolatform 2 in gebruik 5 langs achter uit de vrachtwagen L uitsteekt. In het voorbeeld van de figuren 1 tot 7 is een type van iaacdplatform 1 weergegeven met een conisch laadplatform 1 dat in een punt 5 conisch uitloopt.

20 Bij dit type van laadpiatform 2 wordt het iaadplatform 2 vanuit zijn opgeheven laadstand 4 ter hoogte van de laadvloer 6 van net voertuig in een horizontale stand naar pereden bewogen tot het contact met de grond, waarna het laadplatform 2 in deze stand met zijn ount 5 naar beneden wordt gekanteld om aldus cdoederen gemakkelijk op en af het Jasdplatiorm 2 te kunnen rijden met een transpaliet of dergelijke, Het laadplatform 2 in ÏÍiguur 1 bevindt zich in een neergelaten Laadstand à en is voorzien van zen gevarensignalisatie 7 voor het wijzen van omstaanders en bassanten où een mogelijk gevaar, 253 De gevarensignalisatie 7 bevindt zich in dit geval aan de onderzijde & van het lasdplatform 2, zoais weergegeven in de figuren 2 tot 7, en is zodanig opgesteld dat de gevarensignalisatie 7 minstens het uiteinde van het inadplatform 2 verduidelijkt voor omstaanders en cassanten.

a BE2020/5606 In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm pevat de gevarensignalisatie 7 éên of meer kleppen 9, bijvoorbeeld twee kleppen 9 zoals in het geval van figuur 2, respectievelijk éên aan elke uitstekende hoek 10 van het laadpiatform Z om deze hoeken duidelijk te signaleren voor omstaanders en passanten, Het is echter ook mogelijk dat de gevarensignalisatie 7 één klep 9 bevat die zich uitstrekt over de gehele of nagenoeg de gehele lengte L van het laadplatform 2. in een alternatieve uitvoeringsvorm kan het laadplatform 2 voorzien zijn van bijvoorbeeld drie kleppen 9, waarbij twee kleppen 93 zich in de uitstekende hoeken bevinden en één klep 9 tussen de twee voornoemde kleppen 9 is aangebracht.

De kleppen 9 zijn voorzien van een verlichting 11 en zijn met één rand 12 scharnierbaar aan het laadplatform 2 bevestiqd, waarbij de kleppen % verdraaibaar zijn tussen twee posities 14 en 15 , respectievelijk een actieve positie 14, zoals weergegeven in de figuren 2 en 3, waarbij de verlichting 11 bij een opgeheven iaadstand 4 zichtbaar is of wordt voor omstaanders of passanten en een passieve cositie 15, zoals weergegeven in figuur 5, waarbij de verlichting 11 van de klep 9 is uitgeschakeld of uit het zicht van omstaanders of passanten is onttrokken wanneer het laadplatform 2 zich in de neergelaten laadstand 4 van figuur 5 bevindt doordat de klep 9 verborgen is tussen het laaoplatformn 2 en de grond.

in de transportstand 3 van het lazadplatform 2 bevinden de kleppen 3 zich bij voorkeur in de voornoemde passieve positie 15, De voornoemde rand 12 waarlangs de kleppen S scharnierbaar zijn, is bi? voorkeur de naar het voertuig gekeerde rand 12 van de kiep 9 wanneer het lasoplatform 2 zich in laadstand à bevindt, De voornoemde verlichting 11 is bij voorkeur bevestigd aan de rand 13 tegenoverliggend aan de voornoemde scharnierbare rand 12 van de kleppen S.

De klepoen S zijn vrij scharnierbaar rond de vcorncemde scharnierbare rand 1%, zodat ze in de horizontale stand van het laadplatform % automatisch onder invloed van de zwaartekracht met de verlichting 44 naar beneden toe verdraalen, en bij het kantelen van het laadplatform 2 naar de positie 4 van figuur 5 door het contact met de grond automatisch worden omhoog geduwd naar de onderzijde 2 van het laadplatform 2 ‘Loe, waardoor schade kan worden voorkomen., In figuren 6 en 7 is een alternatieve uitvoeringsvorn weergegeven van een laadpiatform 2 volgens de uitvinding, die van de vorige uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 5 verschijn in het feit dat de dgevarensignalisatie 7 is ingewerkt in een uitsparing 16 aan de onderzijde 2 van het iaadplatform 2.

Een ander verschil is dat de gevarensignalisatie 7 blokkeermiddelen bevat om de kleppen 9 te blokkeren in de passieve positie 15, zodat in de transportstand 3 van het iaadplatform 2 de kieppen 9 in de passieve positie 15 3 kunnen gebickkeerd worden zodat ze tijdens het rijden niet kunnen rammelen, De biokkeermiddelen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door clipsdelen 17 op het lasdpilatform 2 en/of op de kleppen 3, 16 Alternatief kunnen de bovengenoemde blokksermiddelen worden gevormd door son magneet, Dij voorkeur door san elektromagneet die in- en uitgeschakeld kan worden, bijvoorbeeld door een eindschakelaar die detecteert wanneer het laadpiatform 2 zich in de transportstand 3 bevindt en daarbij de elektromagneet inschakelt en terug uitschakelt wanneer het Llaadplatform 2 vanuit zijn transportstand 3 naar de Llaadstand 4 wordt verdraaid.

Het is cok mogelijk om het laadplatform 2 te voorzien van een positieschakelaar, bijvoorbeeld sen hoekmeetschakelaar, die de gevarensignalisatie 7 aanschakelt als het laadplatform Z over een zekere hoek naar zijn laadstand 4 wordt verdraaid en die de gevarensignalisatie 7 uitschakelt als het laadplatform 2 naar de transportstand 3 wordt verdraaid, Alternatief kunnen de kleppen % voorzien zijn van een aandrijving om de kleppen 3 te kunnen verdraaien, waarbij deze aandrijving wordt gestuurd door het signaal van voornoemde eindschakelaar of positieschakelaar.

“ BE2020/5606 12 In figuur 8 wordt een ander type van een laadplatform 2 weergegeven in de vorm van een onderschuiflaadplatform dat in de transportstand 3 onder het voertuig kan weggeschoven worden en dat ook in de hooote verstelbaar is Tussen een grondniveau en het niveau van de laadvloer 5 van het voertuig.

In dit geval heeft het laadplatform Z geen conische vorm, maer eerder een uniforme dikte.

Dit type laadoclatform 2 is doorgaans uitcerust met verdraaibare oprijpaneien 18 langs de zijranden 13 en de achterste rand 20 van het laadplatform 2, dit om het mogeiiljk te maken goederen vanaf de begane grond op en af het laadplatform 2 te rijden, De oprijpanelen 18 zijn manueel op- en neergeklapt, terwijl siechts een zeer kiein percentage kunnen voorzien zijn van een elektrische of hydraulische aandrijving voor deze beweging.

Tijdens het verplaatsen van het platform 4 tussen de laadviver 5 van het voertuig en de grond, worden de oprijpanelen 18 van het platform 4 bij voorkeur in opgeklapte positie vergrendeld om het verplaatsen en vallen van bijvoorbeeld rolkarren en dergelijke te verhinderen, Wanneer het platform zich in neergelaten laadstand bevindt worden de oprijpanelen 18 neergeklapt om het op- en afrijden van het platform mogelijk te maken,

De oprijpanelen 18 kunnen ook voorzien zijn van een aandrijving voor het op- en neerklappen van de oprijpanelen 18, gestuurd door een einoschakelaar op het einde van de uitgaande beweging van het laadplatform 2.

ts De gevarensignalilisatie 7 is in dit geval aangebracht aan de onderzijde 3 van de oprijpanelen 18 van het laadplatform 2, aithans aan de zijde die zich in neergeklapte toestand aan de onderzijde 8 bevindt, in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de verlichting il van de gevarensignalisatie 7 voorzien van een licht- emitterende diode, De huidige uitvinding is geenszins beperkt Lot de als voorbeeld beschreven an in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch sen iaadplatform volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. Conclusies, Lam Laadplatform {2} voor een voertuig (1), welk laadplatform (2) in de hoogte verstelbaar is tussen een bovenste iaacdstand {4} op gelijke hoogte met de laadvloer en een onderste laadstand {4}, waarbij het platform zich op de grond bevindt voor het laden en lossen van goederen, waarbij net iaadplatform {2} in gebruik uit het voertuig uitsteekt en waarbij het laadplatform {2} is voorzien van een gevarensignalisatie {7} om de aandacht van omstaanders Of passanten Le wekken op seen mogelijk gevaar van het uitstekende laadplatform {2}, daardoor gekenmerkt dat de gevarensignalisatie {7} uitgevoerd is met minstens één kiep 35 {33 die scharnierbaar aan het laadplatform {2} is bevestigd en die voorzien is van een verlichting (11), waarbij de minstens éen klep (9) minstens verdraaibaar is tussen twee posities {14 en 15), respectievelijk een actieve positie {14}, waarbij de verlichting {11} zichtbaar is of wordt 28 voor omstaanders of passanten en een passieve positie (153, waarbij de verlichting (11) is uitgeschakeld en/of uit het zicht van omstaanders of passanten is onttrokken,

   2. ILaadplatform volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de één of meer kleppen (91 aan één rand (121 scharnierbaar zijn aangebracht aan de onderzijde (8) van het laadplatform {2}.

   3. Laadpiatform volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de rand (13) tegenoverliggend aan de voornoemde scharnierbare rand (12) voorzien is van een verlichting {11}.

   4.- Laadplatform volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de één of meer kleppen (5) scharnierbaar zijn langs de naar het voertuig (1) gekeerde rand (2132).

   3." Laaodplatform voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de minstens één klep (5) in de passieve positie (15) tegen of in een uitsparing (16} in de onderzijde (8) van het Jlaadplatform {2} is verdraaid, terwiji in de actieve positie (14) de minstens één klep (3) van deze passieve positie (15) naar beneden weg van de 15 onderzijde (8) van het laadpiatform {2} is verdraaid.

   6.- Laadplatform volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de minstens één klep (9) vrij | scharnierbaar is en onder invloed van de zwaartekracht beweegbaar is van de passieve positie (15) naar de actieve positie (14),

   1. Laadplatform volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat er bickkeermiddelen zijn voorzien om de minstens één klep {9} te blokkeren in de passieve positie (15).

   3. LaadpiatIorm volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de blokkeermiddelen worden gevormd door een magneet,

   _ BE2020/5606 16 U, Laadpiatform volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de magneet een elektromagneet is die in en uitgeschakeld kan worden, 3 10.- Laadplatform volgens éên van de voorgaande conclusies, daardoor gexenmerkt dat het laadplatform {2} voorzien is van een positieschakelaar die de gevarensignalisatie {7} aanschakelt als het iaadplatform {2} naar zijn laadstand (8) bewogen wordt en die de gevarensignalisatie {7} uitschakelt als het laacdplatiorm (Z) naar de transportstand (3) bewogen wordt, il. Laadpiatform volgens één van de voorgaande conclusies, | daardoor gekenmerkt dat de minstens één klep {9} voorzien 9 15 is van een aandrijving om de klep (5) te verdraaien tussen de passieve positie (15) en de actieve positie (14) en van | een bekrachtiging die gekoppeld is met de vositieschakelaar # van het laaoplatform (2) en die zodanig is dat de klep (5) { van de passieve positie (15) naar de actieve positie (14) | 20 wordt verdraaid bij het bewegen van het laadplatform (2) van de transportstand {3} naar de laadstand (4) of bij het bereiken ervan en omgekeerd dat de klep (9) van de actieve positie {14} naar de passieve positie {15} wordt verdraaid bij het bewegen van het laadplatform {2} van de laadstand (4) naar de Lransportstand {3} of bij het bereiken ervan.

   12.- Laadplatform volgens één van de voorgaande vonclusies, daardoor gekenmerkt dat het laadpiatform (2} verdraaitaar is tussen een cpgeklapte transportstand {3} en een horizontale laadstand (4) en dat de positieschakelaar wordt gevormd door een hoekmeetschakelaar.

   ij.” Laadpiatform volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat: het Llaadplatform {2} een onderschuiflaadplatform is dat zich in de transportstand {3} onder het voertuig {1} bevindt en dat in horizontale richting uitschuifbaar is tot in de laadstand (4} en dat de positieschakelaar wordt gevormd door een eindschakelaar op net seinde van de uitgaande beweging van het laadplatform {2}.

   14.- Laadplatform volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verlichting {11} van de gevarensignalisatie {7} voorzien is van een licht- emitterende diode.