NL8403553A - Container-hefraam voor heftruck. - Google Patents

Description

NO 32878

Container-hefraam voor heftruck.

De uitvinding heeft betrekking op een hefraam voor containers, van het zijraamtype, voor gebruik op een heftruck welke voorzien is van een uit de verticale stand voorover en achterover kantelbare hefmast, langs welke 5 hefmast het container-hefraam vanaf de grond tot de maximale hefhoogte verplaatsbaar is, en waarbij het in hoofdzaak in een verticaal vlak gelegen hefraam nabij elk van zijn beide einden een uit het voorvlak uitstekend grijpelement, zoals een haak, draagt voor 10 samenwerking met het corresponderende bovenste hoekstuk via de opening in zijn langszijvlak dat evenwijdig is aan het langszijvlak van de container, en waarbij het verticale deel van het hefraam onder elk grijpelement zich zover omlaag uitstrekt, dat elk van de 15 beide onderste hoekstukken van hetzelfde langszijvlak van de container tijdens het heffen ertegen kan steunen, en waarbij het hefraam in horizontale richting al dan niet in- en uitschuifbaar is ten einde aanpasbaar te zijn aan 20-40 voet containers en dergelijke.

20 Heframen van dit soort zijn bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7203582. Hoewel in genoemde publikatie vermeld wordt, dat het beschreven zij-hefraam er speciaal voor ontworpen is om het zicht van de in de cabine van de heftruck gezeten bestuurder op de veelal haakvormige 25 grijpelement en aan het voorvlak van het hefraam te ver beteren, blijkt in de praktijk dat dit nog steeds grote moeilijkheden veroorzaakt. De verschillende horizontale draagbalken en schuine schoorbalken belemmeren in belangrijke mate dit uitzicht. Daar komt bovendien bij, dat de 30 gegevens van de container, zoals naam en adres van afzender en geadresseerde, gewicht van de container, routing en inhoud, alle aangebracht zijn op een genormaliseerde plaats nabij het hoekstuk rechtsboven aan de zijkant van de container. Deze informatie is eveneens slecht zichtbaar 35 voor de bestuurder van de heftruck ten gevolge van de constructie van de bestaande heframen.

Het gebruik van zijramen voor lege containeroverslag heeft niettemin grote voordelen, omdat de gebruiker twee 3402553 - 2 - of meer op elkaar gestapelde containers tegelijkertijd kan behandelen. Vooral in gebieden waar grondprijzen erg hoog zijn, gaat men over tot het vijfhoog stapelen van de containers. Dit is op zich met een zijraam op een heftruck 5 met voldoende hoogte op basis van twee over drie containers zeer goed mogelijk. Het zal duidelijk zijn dat bij hogere stapeling het genoemde bezwaar van het slechte zicht alleen maar hinderlijker wordt. De transporteconomie speelt bij dergelijke bedrijven een zeer belangrijke rol en de be-10 stuurders van de heftrucks, van wie snel werken verlangd wordt, worden bijzonder gehinderd door het slechte zicht, zodat het veelvuldig voorkomt, dat de vooruit uitstekende grijpelementen naast de openingen van de hoekstukken terecht komen en de container beschadigen, en zelfs kunnen 15 doorboren.

De uitvinding beoogt nu een dergelijk hefraam van het zijraamtype zodanig te verbeteren, dat het zicht belangrijk verbeterd wordt. Een verder oogmerk bestaat daaruit, de overslag van twee op elkaar gestapelde containers te 20 vergemakkelijken en vooral ook veiliger te maken.

Het in de aanhef omschreven hefraam wordt volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat elk van de beide grijpelementen in hoofdzaak lager dan het dragende horizontale deel van het hefraam geplaatst en bevestigd is aan het 25 boveneinde van een elk verticaal einddeel van het hefraam omlaag verlengende draagarm, tegen wiens ondereinde elk van de beide onderste hoekstukken van de container kan steunen. Het dragende horizontale deel van het hefraam bevindt zich nu ten minste gedeeltelijk boven de bovenste 30 hoekstukken van de aan te grijpen container, en buiten de zichtlijnen. Een bijkomstig doch belangrijk voordeel wordt met de constructie volgens de uitvinding tevens bereikt, omdat de horizontale ligger als stevig hekwerk gaat fungeren voor een eventuele container welke geplaatst is op 35 de aangegrepen container.

Dank zij de omlaag verlengde draagarmen, welke als enige voor het dragen en steunen van de aangegrepen container zorgen, kan het eigenlijke horizontale dragende deel van het hefraam volgens een voorkeursuitvoeringsvorm als 40 een lage, in hoofdzaak gesloten drager uitgevoerd worden, 8403553 « * - 3 - waardoor het gewicht en de hoogte gereduceerd kunnen worden. Ook bij deze uitvoering kan het hefraam nog als hekwerk voor een tweede container fungeren. Het zal duidelijk zijn, dat de bekende constructies voor het in horizontale rich-5 ring al dan niet uitschuifbaar maken van het raam om het te kunnen aanpassen aan 20-40 voets containers en dergelijke, eveneens toepasbaar blijven.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn bij voorkeur de beide draagarmen of eventueel het gehele hefraam, omhoog 10 verlengd tot een hoogte, gelijk aan de bovenzijde van een op de aangegrepen container geplaatste tweede container.

Omdat bij transport de hefmast over het algemeen achterover gekanteld wordt, bestaat het risico dat de bovenste container van de aangegrepen container af zou kunnen 15 glijden. Ben veilige ondersteuning van de bovenste container in deze situatie door de als hekwerk fungerende draagarmen, maakt deze werkwijze aanzienlijk veiliger.

Het zal duidelijk zijn dat de economie van het bedrijf hierdoor bevorderd wordt.

20 Omdat het enerzijds voor de bestuurder van de hef truck gemakkelijker en dus aantrekkelijker is om de hefmast met het gehele hefraam een weinig voorover te kantelen bij het aanpikken van een container, is het van voordeel om de omhoog verlengde draagarmen onder een overeen-25 komstige hoek achterover te doen hellen, ten einde een bovenop de aan te grijpen container-geplaatste andere container niet opzij te duwen, met alle risico’s van dien.

Omdat het anderzijds eveneens voorkomt, dat de op de aan te grijpen container geplaatste tweede container er niet 30 precies boven staat, doch enigszins verschoven in de richting van het hefraam, zou het insteken van de haakvormige grijpelementen niet mogelijk zijn zonder verschuiven van de bovenste container, tenzij - volgens een voorkeursuitvoeringsvorm - genoemde omhoog verlengde draagarmen of het 35 horizontale deel van het hele hefraam, achterwaarts versprongen aangebracht zijn.

Verder wordt volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm het bedrijf met het hefraam volgens de uitvinding daardoor bevorderd, dat in elke draagarm ten minste nabij 40 het grijpelement een lichtbron aangebracht, en naar de te 8403533 • ; mm wmt transporteren container gericht en voor de bestuurder van de heftruck afgeschermd is, en dat eventueel nabij de steunpunten aan het benedeneinde van elke draagarm overeenkomstige lichtbronnen aangebracht zijn. Het zal duide-5 lijk zijn dat de aldus aangebrachte verlichting veel minder verblindend is voor de bestuurder dan de gebruikelijke algehele verlichting van de container. Dit geldt in het bijzonder bij mist en omdat er een toenemend aantal containers toegepast wordt met reflecterende wanden, bijvoorbeeld bij 10 koelcontainers en andere containers met kunststof wanden.

De verlichting aan de bovenkant is noodzakelijk bij het aangrijpen van de container met de haken; die aan de onderkant in het bijzonder bij het neerzetten van de container op de grond of op andere containers. Het geringere aantal 15 lichtbronnen vraagt bovendien minder energie.

In de navolgende beschrijving van de als voorbeeld bijgevoegde figuren, zal een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont een vijf-hoog-stapeling van standaard 20 containers met een heftruck met zij-hefraam volgens de stand der techniek, links in zijaanzicht, rechts in gedeeltelijk achteraanzicht ter rechterzijde van de bestuurder; fig. 2 toont hetzelfde als fig. 1, doch met een hoog-25 geplaatst hefraam met omlaag verlengde draagarmen volgens de uitvinding; fig. 3 toont een overeenkomstige uitvoering volgens de uitvinding als fig. 2, doch met in verticale richting gecomprimeerd hefraam, waarin tevens een aantal licht-30 bronnen zijn aangegeven; fig. 4 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de draagarmen volgens de uitvinding.

In alle figuren zijn corresponderende delen met de-35 zelfde verwijzingstekens aangegeven. Alle verwijzingstekens boven 18 zijn opgebouwd uit de aanduiding van het hoofdonderdeel met daarachter een verwijzing naar een detail: het hefraam is in zijn geheel met 10 aangeduid, zijn onderdelen met 101, 102, enz., welke gelezen dienen 40 te worden als schrijve: tien-één, tien-twee, enzovoort.

8403553 e · - 5 -

In fig. 1 zijn met 1 een aantal standaard containers weergegeven, welke vijf-hoog gestapeld zijn en waarbij de containers gemakshalve Q), φ, enz., t/m © genummerd zijn.

Zij rusten op bekende wijze met de hoekstukken op elkaar.

5 Het gaat hierbij om in hoofdzaak lege containers, omdat de uitvinding betrekking heeft op de hefprocedure met behulp van zijramen en dit alleen toegestaan is bij lege of nagenoeg lege containers. Met 2 is een standaard heftruck aangegeven, welke met zeer stijve wielen 3, bijvoorbeeld voor-10 zien van massieve rubberbanden, op een vlakke vloer 31 kan rijden en manoeuvreren. In de romp 4 zijn alle mechanische delen aangebracht voor het rijden, besturen, heffen en kantelen van de hefmast benevens eventuele communicatieapparatuur. Eventuele noodzakelijke ballast is er ook in 15 aangebracht. Aan de voorzijde is een cabine 5 aangebracht, waarin de bestuurder gezeten is, welke in normale positie zijn ogen ongeveer in punt 6 heeft. Via doorzichtige panelen in het dak dient de bestuurder alle noodzakelijke heien rijdhandelingen goed te kunnen overzien, De hefmast 7 20 is scharnierend in punt 8 aan de voorzijde van de heftruck bevestigd. Met behulp van bijvoorbeeld een hydraulische vijzel 9 kan de hefmast over enige graden voorover en tot meerdere graden achterover gekanteld worden. Niet weergegeven zijn de bekende hef- en neerlaatmiddelen behorende 25 bij de hefmast 7. Het zij-hefraam 10 is aan het boveneinde van de hefmast bevestigd en strekt zich in horizontale richting dwars ten opzichte van de hefmast en de heftruck uit. Het hefraam 10 kan in horizontale richting in- en uitschuifbaar zijn, zoals schematisch in fig. 3 is weerge-30 geven, ten einde geschikt te zijn voor de standaard 20-40 voet containers en dergelijke. Aan elk einde van het hef-raam is een haak als grijpelement aangebracht, welke uit het vlakke voorvlak van het hef raam uitsteekt om te kunnen grijpen in de opening 14 van het bovenste hoekstuk 121 van 35 de container 1. De opening 14 is aangebracht in dat zijvlak van het hoekstuk 121 dat evenwijdig loopt met het zijvlak 15 van de container.

Het hef raam 10 is opgebouwd uit twee horizontale, op afstand van elkaar gelegen dragers 101 en 102, welke on-40 derling verbonden zijn om een raam te vormen door diagona- S -4 0 3 3 ö ó u * - 6 - le 104 en verticale balken 103. De beide verticale eind-balken 105 doen dienst als draagarmen voor de container.

Zij bevinden zich precies tegenover de hoekstukken 121 en 131 en hebben ook een lengte ongeveer gelijk aan de hoogte 5 van de container. Zoals aangegeven in de rechterhelft van fig. 1, bevindt zich aan het boveneinde van de draagbalk 105 de haak 11, welke precies tegenover de opening 14 in het hoekstuk 121 gelegen is. Bij het heffen steunt de container met de hoekstukken 131 tegen de onderzijde van de 10 draagarm 105 van het hefraam 10. Nabij het bovenste rechter hoekstuk 121 bevindt zich steeds het bord 17 met alle gegevens van de container, zoals verzender en ontvanger, gewicht, ladingsoort, enzovoort. Zowel het informatiebord 17 als de beide bovenste hoekstukken 121 en 122 moeten bij 15 het overslagbedrijf met de heftruck goed zichtbaar zijn door de bestuurder vanuit punt 6, zonder dat de bestuurder zich daar bijzonder voor moet inspannen. De zichtlijnen 16 in fig. 1 blijken echter bij de bekende constructie ernstig belemmerd te worden door delen van het hefraam, in het bij-20 zonder de diagonale schoren 104 (zie horizontale stippellijn h) en de onderste horizontale draagbalk 102.

In fig. 2 is de eerste oplossing volgens de uitvinding weergegeven. Op het hefmechanisme dat schematisch met 72 is aangeduid en steeds in principe ongewijzigd aanwezig 25 blijft, is een hoger geplaatst hefraam 10 bevestigd. Dit hefraam 10 komt in hoofdzaak overeen met het hefraam 10 van de bekende stand der techniek zoals afgeheeld in fig.

1. Evenwel zijn de draagarmen 105 omlaag verlengd met draagarmen 106, welke bij benadering een verticale lengte 30 hebben, gelijk aan de hoogte van een container. De haak 11 bevindt zich aan het boveneinde van de omlaag verlengde draagarm 106, terwijl het ondereinde van de draagarm 106 in de bedrijfspositie vrijloopt van de container 3, maar een steunvlak biedt voor de onderste hoekstukken 131 en 35 134. Duidelijk blijkt uit fig. 2 dat de zichtlijnen 16 zich beide volkomen ongehinderd uitstrekken vanaf de bestuurder naar de haken 11 en ook naar het informatiebord 17. Het zal duidelijk zijn, dat het relatief laag gehouden hefmechanisme 72 het uitzicht geenszins belemmert en dat de uitvinding 40 toepasbaar is bij een heftruck met ongewijzigde hefmast en 8403553 - 7 - hef mechanisme. Uit de linkerhelft van fig. 2 blijkt duidelijk, dat het ter hoogte van de container (§) gelegen hef-raam een ondersteuning biedt voor de op de aangegrepen container © los geplaatste container ®. Het rijden van de 5 heftruck geladen met containers, vindt in het algemeen plaats met aehteroverhellende hef mast, zodat de container 0 onmogelijk van de container © af kan schuiven, omdat het hefraam als hekwerk dienst doet bij onverhoopt schuiven.

In fig. 3 is een alternatieve uitvoering schematisch 10 weergegeven, waarbij het hefraam in verticale richting zich minder ver uitstrekt en daardoor lichter is, ondanks het behoud van voldoende stijfheid. In deze afbeelding is eveneens schematisch de mogelijkheid weergegeven voor het verschuiven van de omlaag uitstekende draagarmen 106 naar 15 de stand voor een 20-voets container 106’, welke gestippeld is weergegeven. Schematisch is met 71 de in- en uitschuif inrichting aangegeven* Verder is in fig. 3 schematisch met kringen 18 en 18* aangegeven een nabij de haken 11, 11 * aangegeven lichtbron, welke, onzichtbaar voor de 20 bestuurder, in de richting van de container schijnt en aldaar alleen het noodzakelijke oppervlak verlicht. Ditzelfde geldt ook voor de onderzijde van de container, hetgeen in het bijzonder van belang is bij het afzetten van een container op de grond of op andere containers. Ook 25 de zichtlijn voor kleinere containers 16* wordt niet verstoord.

In fig. 4 is een aanvulling afgebeeld, welke zowel bij de uitvoering volgens fig. 2 als die volgens fig, 3 kan worden toegepast. Het hefraam 10 volgens fig. 2 of het 30 compactere hefraam 101, 102 volgens fig. 3, is toepasbaar bij fig. 4, doch voor de duidelijkheid niet weergegeven. Omdat een bestuurder voor het gemakkelijker insteken van de haken 11 in de openingen 14 van de bovenste hoekstukken van de container, het aanpikken van de container uitvoert 35 met een weinig vooroverhellende hefmast 7, is het noodzakelijk om de omhoog verlengde, als ’’hekwerk" dienende draagarmen 107 over een hoek <x van enkele graden, achteroverhellend uit te voeren. Daardoor zullen de boveneinden van de omhoog verlengde draagarmen 107 niet op ongewenste wijze 40 een eventueel aanwezige bovenste container 0 naar links 3 4 c 3 c ? .

« ·.

- 8 - verschuiven (fig. 4) ten opzichte van de container (§). Het komt evenwel ook voor, dat de bovenste container © enigszins naar rechts (fig. 4) verschoven geplaatst is op de aan te grijpen container ©. Daartoe is het gewenst om 5 onder het niveau van de overgang tussen de containers © en © de omhoog verlengde draagarm 107 achterwaarts versprongen uit te voeren, zoals gestippeld in fig. 4 is weergegeven. De draagarmen hebben dan de positie zoals aangegeven met 107’ en de sprong is aangeduid met 108’. Zonder dit in 10 detail af te beelden, is voor de hellende, niet versprongen uitvoering, de plaats van de horizontale dragers 101/ 102 aangegeven en eveneens voor de versprongen uitvoeringsvorm 1011/102'. De horizontale draagbalken of het gehele frame volgens fig. 2 zijn aldus over enige afstand achter-15 waarts verschoven, ten einde de verspringing 108’ te verkrijgen. Een verspringing achterwaarts is echter beperkt, opdat het geheel vrij van de hefmast geheven en neergelaten kan worden.

3 4 0 3 5 :·

Claims (5)

5 · * - 9 -

1. Hefraam voor containers, van het zijraamtype, voor gebruik op een heftruck welke voorzien is van een uit de verticale stand voorover en achterover kantelbare hefmast, langs welke hefmast het container-hefraam vanaf de grond 5 tot de maximale hefhoogte verplaatsbaar is, en waarbij het in hoofdzaak in een verticaal vlak gelegen hefraam nabij elk van zijn beide einden een uit het voorvlak uitstekend grijpelement, zoals een haak, draagt voor samenwerking met het corresponderende bovenste hoekstuk 10 via de opening in zijn langszijvlak dat evenwijdig is aan het langszijvlak van de container, en waarbij het verticale deel van het hefraam onder elk grijpelement zich zover omlaag uitstrékt, dat elk van de beide onderste hoekstukken van hetzelfde langszijvlak 15 van de container tijdens het heffen ertegen kan steunen, en waarbij het hefraam in horizontale richting al dan niet in- en uitschuifbaar is ten einde aanpasbaar te zijn aan 20-40 voet containers en dergelijke, met het kenmerk, dat elk van de beide grijpelement en (11) 20 in hoofdzaak lager dan het dragende horizontale deel (101, 103. van het hefraam (10) geplaatst en bevestigd is aan het boveneinde van een elk verticaal einddeel (105) van het hefraam omlaag verlengende draagarm (106), tegen wiens ondereinde elk van de beide onderste hoekstukken (134) van 25 de container (1) kan steunen.

2. Hefraam volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hefraam (10) uit een of enige direct aan elkaar verbonden horizontale liggers (101, 102) (fig. 3) bestaat en een in hoofdzaak gesloten drager vormt, 30 aan welks einden de zich omlaag uitstrekkende draagarmen (106) aangebracht zijn.

3. Hefraam volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de beide draagarmen (106) en/of het gehele hefraam (10) omhoog verlengd (107, 107’) zijn tot 35 een hoogte gelijk aan de bovenzijde van een container (0), welke geplaatst is op de door het hefraam (10) aangegrepen container (©. s u o 3 ^ ’ * V - 10 -

4. Hefraam volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de heide omhoog verlengde draagarmen (107) en/of het gehele hefraam (101, 102) vanaf een punt ter hoogte van het hoveneinde van de aangegrepen con- 5 tainer (©) ten opzichte van het draagvlak van het omlaag verlengde deel (106) van de draagarmen, a) hetzij over een hoek (a) van enige graden achterover hellend, h) hetzij achterwaarts versprongen (107') zijn, 10 een en ander zodanig, dat de einden van de heide omhoog verlengde draagarmen (107, 107') vrijlopen van een op de aangegrepen container (©) geplaatste andere container ((D), wanneer de hefmast (7) met het hefraam (10) hij het aanpikken van een container over enige graden voorover 15 gekanteld is, ten einde het aanpikken met meer zekerheid uit te voeren.

5. Hefraam volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in elke draagarm (106) ten minste nahij het grijpelement (11) een 20 lichtbron (18, 18’) aangebracht, en naar de te transporteren container gericht en voor de bestuurder van de heftruck afgeschermd is, en dat eventueel nahij de steunpunten aan het benedeneinde van elke draagarm overeenkomstige lichtbronnen aangehracht zijn. 9 rf v v J J O