BE1027535B1 - Modulair bouwsysteem voor het opbouwen van een gebouw - Google Patents

Abstract

Modulair bouwsysteem, bevattende: - een zelfdragende draagstructuur (2) gevormd door een skelet; - modulair op elkaar aansluitende bouwelementen die tegen de draagstructuur (2) worden aangebracht ter vorming van een buitenschil (5), meer bepaald de volgende bouwelementen: - horizontale koppelstukken (100, 200, 500, 700) die met hun uiteinden tegen elkaar worden aangebracht ter vorming van horizontale banden; - verticale koppelstukken (300, 400, 600) die samen met die banden kaders vormen die open vakken afbakenen; - opvulelementen (800, 802) ter opvulling van de open vakken; welke bouwelementen in horizontale en/of in verticale richting zijn voorzien van een vaste of demonteerbare lip of een lip vormen die toelaat de bouwelementen door een overlappende liplas met elkaar te verbinden en die toelaat één of meer bouwelementen uit de buitenschil (5) te verwijderen en/of erin te plaatsen zonder de rest van de buitenschil (5) te moeten verwijderen.

Description

| BE2019/5566 Modulair bouwsysteem voor het opbouwen van sen gebouw. De huidige uitvinding heeft betrekking op een modulair # 5 bouwsysteem voor het opbouwen van een gebouw. Men kent reeds bouwsystemen bestaande uit sen draagstructuur, opgetrokken uit een skelet van stijlen en [ liggers uit metaal of uit gewapend beton of uit houten | 10 balken in het geval van houtskeletbouw en een daar tegensan 9 aangebrachte buitenbekleding, bestaande uit tegen elkaar | aansluitende of elkaar cverlappende panelen of latten.

Bij dergelijke bouwsystemen is het moeilijk of zelfs onmogelijk om een bestaand gebouw in de hoogte of in horizontale richting uit te breiden of een extra deur- of raamopening te voorzien zonder drastische en ingrijpende afbraakwerken, De huidige uitvinding heeft tot doel aan het voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een modulair bouwsysteem voor net opbouwen van een gebouw, het bouwsysteem bevattende: - sen zelfdragende draagstructuur met stijlen en liggers gevormd door een zelfdracend skelet of door een samenstel van op elkaar en/of tegen elkaar aan te sluiten zelfdragende draagçelementen: - modulair op elkaar aansluitende bouwelementen die Legen de draagstructuur worden aangebracht ter vorming van een

N BE2019/5566 2 buitenscnil, meer bepaald één of meer van de volgende bouwelementen: ; - horizontale koppelstukken die tegen de liggers | worden aangebracht met hun uiteinden tegen elkaar { 5 ter vorming van horizontale banden van de buitenschil op het niveau van de ligoers van de 9 draagstructuur; 9 - verticale koppelstukken die met hun kopse uiteinden 9 in verticale richting aansluiten op de horizontale # 10 koppelstukken van opeenvolgende banden en die samen met die banden open vakken afbakenen; = opvulelementen ter opvulling van de open vakken tussen horizontale en verticale koppelstukken: - Samengestelde bouwelementen die als één geheel zijn samengesteld uit èèn of meer koppelstukken en/of uit één of meer koppelstukken samen met één of meer covuleiementen, welke bouwelementen in horizontale en/of in verticale richting zijn voorzien van een vaste of demonteerbare iip of een lip vormen die toelaat de bouwelementen door een overlappende liplas met elkaar te verbinden en die toelaat éên of meer bouwelementen individueel of in groep als een deel van de buitenschil uit de buitenschil te verwijderen en/of erin te plaatsen zonder de rest van de buitenschil te mceten verwijderen.

Het bouwsysteem volgens de uitvinding is aldus een intelligent systeem van technische = gestandaardiseerde bouwelementen voor de opbouw van gevels in de vorm van een 3D buitenschil op basis van een liplasverbinding die een intelligente koppeling van bouwelementen mogelijk maakt,

zowel in de breedte als in de hoogte, en die de nodige Élexibiiiteit biedt om: { - de bouwelementen onbeperkt te schakelen; { - de bouwelementen senvoudig te demonteren; en, — bijkomende (tussenliggende} draagstructuren te 9 piaatsen. | be bouwelementen passen in diverse richtingen in elkaar, al | dan niet met een vceg ertussen, bijvcorbeeld om onderlinge 9 10 werkingen en zettingen foe te laten, zodat met een beperkt aantal vormen van bouwelementen gevels opgebouwd kunnen | worden, Met de bewvoording aansluitende bouwelementen wordt dus begrepen: bouwelementen die in de buitenschil aangrenzend zijn aan elkaar en elkaar met hun respectievelijke Lippen deels of geheel overlappen ter vorming van een voornoemde Lipias, al dan niet met een tussenliggende dichting of dergelijke, dit mogelijk met speling die toelaat dat de lippen over elkaar kunnen schuiven om in zekere mate een horizontale en/of verticale zetting van de buitenschil te kunnen opvangen, Het betreft niet-dragende koppelstukken en oovulelementen, vm xoppeling in de diverse richtingen mogelijk te maken, hebben de koppelstukken intelligent co elkaar afgestemde maatvoeringen en verbindingen. De maatvoeringen van de diverse koppelstukken zijn op elkaar afgestemd.

Bij voorkeur hebben de voornoemde lippen een haakse Lrapvorm,

De koppelstukken en onpvulelementen heben bij vcorkeur éên # of meer van de volgende eigenschappen: 9 - vaste maatverhoudingen in maatvoering teneinde 9 oneindige koppeling mogelijk te maken; | 5 - specifieke Lippen in horizontale en verticaie | richtings; 9 De liplaseingen zijn bepaald in functie van het 9 monteren en demonteren van de opvulelementen.

De # positie van de Lippen aan binnen- of buitenzijde van 9 LE de gevel is specifiek bevaald omwille van een 9 eenvoudige montage cf demontage van de bouwelementen, ELK koppelstuk heeft een specifieke methode van monteren en demonteren, afhankelijk van het doel: ofwel: uitbreiding in de hoogte (en andersom}; ofwei: het maken van een gevelopening; ofwel: uitbreiding in de breedte (en andersom). ieder koppelstuk is opgebouwd met een op elkaar afgestemde maatverhouding en is voorzien van een lig voor het vormen 2 van overlapvende liplassen.

De aansluiting van de lippen tussen Ze bouwelementen van de buitenschil zorgt ervoor dat de koppelstukken en opvulelementen in alle richtingen aan elkaar geschakeld kunnen worden, waarbij er haakse koppelstukken zijn ter vorming van een binnenhoek of 25 buitenhoek, evenals viakke koppelstukken VOOr het verwezenlijken van een viakke koppeling russen de opvulelementen in senzelfde gevelvlak, Als gevolg van de maatverhoudingen is er de mogelijkheid om de draagstructuur in verschillende materialen uit te voeren, bijvoorbeeld in beton, staal of hout.

I BE2019/5566 De breedte en hoogte van de opvulelementen zijn vrij te bepalen, Deze kunnen van dezelfde mast zijn, aan te passen ; per project, met het voordeel dat er slechts &en type | opvulelement moet vervaardigd en gestockeerd worden en ze | 5 vrij uitwisselbaar zijn bij uitbreiding, of er kunnen { verschiilende maten van opvulelementen gecombineerd worden zolang de maatvoering in de koppelstukken behouden blijft, 9 De opvulelementen en verticale koppelstukken zijn bij voorkeur verdiepingshoog uitgevoerd, waarbij de opvuislementen aan binnenzijde een hoogte hebben die nagenoeg gelijk is aan het hoogteverschil Lussen opeenvolgende liggers van de draagstructuur.

is De iiplassen zijn bij voorkeur zo gedimensioneerd dat de koppeling tussen aangrenzende bouwelementen vlak is aan de buitenzijde van de buitenschil zodat een volledig giadde gevel wordt bekomen.

De dikte van de vlakke koppelstukken kan kleiner zijn dan de dikte van de vulelementen zodat aan de binnenzijde van de buitenschil verdiepte verticale kanalen gevormd worden cussen de vuielementen aan weerszijden van de betreffende xoppelstukken, waarbij de kanalen zodanig zijn dat de stijlen er minstens gedeeltelijk verdekt: in kunnen cogeborgen zitten.

De kanalen kunnen ook dienst doen als verticale kokers voor de plaatsing van nutsleidingen of andere technieken of konnen opgevuld zijn, bijvoorbeeld met isolerend materiaal.

€ Deze kanalen kunnen langs de binnenzijde van de | buitenschaal over de hoogte van de verticale koppelstukken 9 worden afgedekt door een deksel. | 5 De binnenschil wordt bij voorkeur ter plaatse van de haakse | koppelstukken voor de buitenhoeken vervolledigd door een | naaks profiel aan de binnenzijde van de buitenhoek. 9 Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding wordt de | id omtrek van het grondplan van de buitenschil uitgelijnd op 9 sen eerste raster met vierkante vakken en zijn de contouren 9 van het grondplan van de draagstructuur uitgelijnd op een | tweede raster met kisinere vierkante vakken met zijden die | ten opzichte van de vakken van het eerste raster over eenzelfde afstand naar elkaar toe verschoven zijn, Het raster kan een regelmatig raster zijn of een raster met vakken van verschiilende afmetingen.

De binnenschaal is bij voorkeur uitgelijnd op sen evenwijdig derde raster, regelmatig of niet, met nog kleinere vierkante vakken, waarbij de afmetingen van de vakken van dit derde raster een veelvoud zijn van een gekozen standaardmaat, zodanig dat de afmetingen van de cinnenschil in overeenstemming kunnen gebracht worden met gangbare standaardafmetingen van vloertegels, keukenkasten, elektrische toestellen en dergelijke.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een gebouw dat is cpgebouwd met sen bouwsysteem volgens de uitvinding. 32

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te

{ tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend

{ karakter, enkele modulaire bouwsystemen volgens de

| uitvinding weergeven met hun samenstellende bouweiementen,

| & met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

| figuur 1 schematisch en in perspectief een vedeelie

# weergeeft van een gebouw dat is opgebouwd met een

| modulair bouwsysteem volgens de uitvinding;

9 fiouur LB sen alternatieve opbouw volgens de

9 10 uitvinging toont van het gebouw van figuur 1;

| figuur 2 de draagstructuur weergeeft die in figuur 1

9 met FZ is aangeduid:

9 figuur 3 in uiteengenormen toestand het gedeelte

9 weergeeft van de buitenschil die in figuur 1 door het

9 15 kader F3 is aangeduid:

9 de figuren 4 tot 12 de individuele koppelstukken en opvulelementen weergeven die in figuur respectievelijk zijn aangeduid met F4 tot F1Z en dit in perspectief en volgens verschillende aanzichten en sneden: figuur 13 «een zicht weergeeft van sen achterste gedeelte van het gebouw van figuur | dat door de snede ETII-XIII werd afgesneden; figuur 14 een zicht weergeeft van een onderste gedeelte van het gebouw van figuur | dat door de snede XIV-KIV werd afgesneden; figuur 15 een verticale projectie volgens pijl F15 in figuur 14 toont; figuur 16 de projectie van figuur 15 toont maar in uiteengenomen toestand:

de figuren 17 en 18 op grotere schaal de gedeelten weergeven die in figuur 15 respectievelijk zijn

{ aangegeven door de kaders F17 en F18; fiquur 19 een variante uitvoeringsvorm toont van figuur 18; figuur 20 een zicht geeft volgens pijl F20 in figuur : 13; | figuur 21 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat [ in figuur 20 door het kader F21 is aangeduid: | 10 de figuren 22 en 23 alternatieve constructies 9 weergeven van figuur Zi; | figuur 24 het raster toont dat in figuur 1 met F24 is 9 aangeduid; figuur 25 de opeenvolgende stappen Loonk voor uitbreiding van een bestaand gebouw in de hoogte; figuur 26 de cpeenvolgende stappen tcont voor uitbreiding van een bestaand gebouw in de breedte; figuur 27 de opeenvolgende stappen Loont voor het maken van een extra gevelopening in een bestaand gebouw; figuur 28 verschillende mogelijke varianten toont van mogelijke tand- en groefkoppeiingen tussen de bouwelementen van ser Douvsysteem volgens de uitvinding: tiguur 29 het bouwelement toont dat in figuur 3 met F29 is aangeduid; figuur 30 een opvulelement toont van de binnenschil; figuur 31 verschillende mogelijke bouwelementen toont van cen bouwsysteem volgens de uitvinding, Figuur 32 enkele niet beperkende voorbeelden toont van sen liplas.

Het in figuur 1 weergegeven gebouw L is opgebouwd met een bouwsysLeen volgens de uitvinding, bevattende een # zelfdragende draagstructuur 2 met stijlen 3 en liggers 4 { die in het weergegeven voorbeeld is gevormd door een | 5 samenstel van op regen elkaar aangesloten verdiepingshoge | zelfdragende axeletvormige draageiementen 2° zoals | weergegeven in figuur 2 die in meerdere lagen op elkaar | kunnen gestapeld worden in geval van een gebouw ven 9 meerdere verdiepingen. 9 Rondom de draagstructuur Z is een buitenschil 5 aancebracht 9 die, zoals weergegeven in figuur 3, is samengesteld uit | bouwelementen in de vorm van horizontale koppelstukken 100, 200, 500 en 700 en verticale koppelstukken 300, 400 en 600 waarmee kaders worden opgebouwd die in horizontale en in verticale richting op elkaar aansluiten en waarmee vakken in de buitenschil worden afgebakend die worden opgevuld met opvuisciementen 800, De koppelstukken zijn in dit oeval gemeenschappelijk voor aangrenzende kaders,

De opvuielementen 800 zijn in het voorbeeld van figuur 1 vlakke gevelpanelen die in detail zijn weergegeven in figuur 11 en hebben aan de zichtzijde, met andere woorden aan de buitenzijde van de buitenschil, een breedte 7 en een hoogte y.

Binnen het bouwsysteem zijn er verschillende koppelstukken voorzien.

Ieder koppelstuk heeft zijn specifieke functie en zorgt in combinatie met de andere koppelstukken dat er oneindig geschakeld kan worden, dit zowel in horizontale als verticale zin en dit volledig onafhankelijk van de keuze van de draagstructuur 2. Zo onderscheiden we volgende horizontale koppelstukken van 3 de buitenschil 5 ter vorming van de onderste en bovenste ; randen van de kaders ter hoogte van de liggers 4 van de | draagstructuur 2, met andere woorden ter hoogte van de

{ niveaus van de vlcer en plafondopbouw:

9 10 > koppelstukken 200, 500 en 700 ter vorming van de 9 hoeken van de kaders, Meer bepaald vlakke koppelstukken 700 zoals afgebeeld in figuur 10 ter vorming van een vlakke verbinding tussen de kaders in eenzelfde gevelvlak van de buitenschil 5 en haakze koppeistukken 200 en 500 zoals weergegeven in de figuren 5 en 8 ter vorming van een haakse verbinding tussen de kaders, respectievelijk ter Vorming van sen buitenhoek en van een binnenhoek van de buitenschil 5; “ vlakke koppelstukken 100 zoals afgebeeld in figuur 4, 0 die de voornoemde koppelstukken 200, 500 en 700 van de hoeken van de kaders met elkaar verbinden ter vorming van de boven- en onderranden van de vakken afgebakend door de kaders,

De horizontale koppelstukken 100, 200, 500, en 700 zijn allemaal even hoog en bezitten eenzelfde verticale doorsnede zodat zij samengevoegd sen asnsencgeschakelde doorlopende horizontale band vormen die de liggers 4 van de draagstructuur Z kunnen bedekken,

38

Verder onderscheiden wi? verticale koppsistukken 300, 400 9 en 600 voor de vorming van de verticale randen van de 9 kaders van de buitenschil 5, respectievelijk: 9 5 - een vlak koppelstuk 400 zoals weergegeven in fiquur 7 voor de verticale verbinding Lussen de vournoende horizontale vlakke koppelstukken 700; > haakse koppelstukken 300 en 600 zoals weergegeven in de figuren 6 en 5 ter verticale verbinding, 30 respectievelijk van voornoemde haakse horizontale koppelstukken 200 en 500, De verticale koppelstukken 300, 400 en 600 hebben aan de buitenzijde dezelfde hoogte Va als deze van de cpvuleiementen zodat zij samen gan verdiepingshoge horizontale band vormen van de buitenschil 5 en eenzelfde horizontale doorsnede hebben als de overeenstemmende horizontale koppelstukken 200, 700 en 600 waarmee ze in verticale richting verbonden zijn, zodanig dat ze samen de verticale stijlen vormen van de kaders van de buitenschil

2. Ter aïwerking van een dakrand van sen bovenste verdiep zijn er ook dakrandstukken 300 voorzien waarvan er één is weergegeven in figuur 12. Het bouwsysteem kan ook gebruik maken van samengestelde bouwelementen die als één geheel zijn samengesteld uit één of meer koppelstukken en/of uit één of meer kopvelstukken samen met eén of meer opvulelementen, vanzelfsprekend bij voorkeur zonder een liplas tussen de samenstellende bouwelementen, { in figuur 1B is op die manier de voorgevel van het rechtse 9 bouwvolume als éên geheel uitgevoerd, waarbij de | opvulpanelen 800 en de koppelelementen 300 en 400 van de | voorgevel van dit bouwvolume zijn samengevoegd tot één 3 geheel bouwelement, | LO Mogelijke andere voorbeelden van samengesteide 9 bouwelementen zijn weergegeven in figuur 31, 9 De binnenzijde van het gebouw wordt afgewerkt met sen binnenschil 6 die in het geval van de figuren wordt gevormd 13 door de binnenzijde van de opvulelementen maar die ook kan gerealiseerd zijn met verticale afdekelementen die bijvoorbeeld rug aan rug tegen de bouvelementen van de vuitenschil kunnen gemonteerd zijn, Voor de afwerking van de binnenschil zouden wij bijvoorbeeid volgende elementen kunnen onderscheiden:

- een afwerkingsstuk 401 in de vorm van sen deksel, zoals weergegeven in figuur 29, dat tussen voornoemde cpvuleiementen 800 wordt aangebracht ter afdekking van de vlakke verticale koppelstukken 400 met insluiting van een holie ruimte 7 rond de stijlen Z van de draagsiruciuur 2 of ter vorming van holle kokers voor nutsleidingen of dergelijke zoals te zien in de figuren 13 en 14;

- een afwerxingestuk 301 voor de afwerking van een binnenhoek, respectievelijk buitenhoek,

; Het systeem is bij voorkeur zodanig gedimensioneerd dat het { zichtbare buitenoppervlak van de buitenschil 5 en het { zichtbare binnenoppervlak van de binnenschil 6 effen wanden | vormen, | in het weergegeven voorbeeld is het grondplan van het 9 gebouw uitgelijnd op een drievoudig horizontaal raster, € respectievelijk een erste, tweede en derde raster, : respectievelijk &, 9 en 10. 9 De contouren van het grondplan van de draagstructuur 2 zijn # uitgelijnd op een eerste regelmatig raster 8 met bij 9 voorkeur vierkante vakken met vaste rastermaat q of met een | veranderlijke rastermast q, ol en qZ zoals weergegeven in fiquur 24, De buitenomtrek van het grondelan van de buitenschil 5 is uitgelijnd op een tweede regelmatig raster 9 met grotere vierkante vakken met zijden die ten opzichte van de zijden van de vakken van het eerste raster 8 over eenzelfde afstand c+d naar buiten Loe verschoven zijn.

De tinnenomtrex van het grondplan van de binnenschil 6 is uitgelijnd op een evenwijdig derde regelmatig raster 10 met kieinere vierkante vakken met zijden die ten opzichte van de zijden van de vakken van het eerste raster £& over eenzelfde afstand e+Ï naar binnen toe verschoven zijn.

De dikte b van de muren stemt overeen met de orthogonale afstand tussen de zijden van het tweede raster 9 en derde raster 10. Deze dikte b is aldus gelijk aan de som c+d+e+E,

Bij voorkeur is de afstand ci+d gelijk aan de afstand e+f. | De koppelstukken en opvulelemenren van de buitenschil zijn . in horizontale en in verticale richting voorzien van licpen | & die toelaten de koppelstukken en de opvulelementen met hun 9 renden door een overlappende liplas in elkaar te laten # passen, al of niet met een zekere speling. { in fiquur 32 zijn enkele mogelijke voorbeelden Wweergegever : 19 van liplassen, echter zonder beperkt te zijn tot dere 9 voorbeelden, i Bij voorkeur is de liplas een las met een haakse Lrapvorm van de lippen zoals weergegeven in de figuren,

De horizontale koppelstukken 100, 200, 500 en 700 zijn aan de buitenzijde, het is te zeggen aan de van de draagstructuur afgekeerde zijde, langs hun onderrand en bovenrand voorzien van een naar onder, respectievelijk naar boven, uitstekende lip 11 en een ten opzichte van de buitenzijde dieper gelegen uitsparing 12 voor de lip van een aansluitend bouwelement.

De verticale koppelstukken 300, 400 en 600 en de opvulelementen 800 zijn langs de buitenzijde van hun bovenste en onderste rand voorzien van een uitsparing 13 en van een zen opzichte van de buitenzijde dieper gelegen naar Doven, respectievelijk naar onder uitstekende Lip 14 voor de verticale liplaskoppeling met een horizontaal koppelstuk 100, 200, 500 en 700,

De horizontale koppelstukken 200, 500 en 700 en daarmee | gekoppelde verticale koppelstukken 300, 600 en 400 zijn 3 langs de buitenzijde van hun zijrenden voorzien van een | zijdelings uitstekende lip 15 en van sen ten opzichte van 9 S de buitenzijde dieper gelegen uitsparing 16 voor een | zijdeiingse horizontale liplaskoppeling met de horizontale 9 koppelstukken 100 en met de opvulelementen 805 die daartoe 9 langs de buitenzijde van hun zijranden voorzien zijn van | een uitsparing 17 voor een lip van een te koppelen | 12 bouwelement en van een Len opzichte van de buitenzijde dieçer gelegen lip 18. Bij voorkeur zijn de afmetingen van de liplassen zodanig dat ter plaatse van de liplas de buitenzijde van de 15 buitenschil 5 vlak is.

De ligpen van de liplassen kunnen op verschillende manieren worden gerealiseerd, Enkele voorbeelden zijn stilistisch weergegeven in fiouur 28, waaruit blijkt dat de te koppelen bouwslementen niet noodzakelijk elk van een uitstekende lip en uitsparing voor een lip voorzien zijn, maar dat bijvoorbeeld in het tweede bovenste voorbeeld de covulelementen 800 zijn voorzien van een lip 18 en uiteparing 17 langs hun zijranden, maar dat het koppelstuk 405 voor de vlakke verbinding van twee opvulelementen 800 wordt gevormd door een crofiel met vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede dat past in de uitsparing 17 van een opvulelement 800 en dat dus niet is voorzien van een uitsparing, 32

De opbouw van het gebouw 1 is senvcudig en wordt | geïllustreerd aan de hand van de figuren 13 tot 23, : De horizontale opbouw wordt getoond in de figuren 14 tot 16 9 S& die ook de uitlijning toont van het gebouw 1 ten opzichte | van de rasters 8, 23 en 10. | Bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, hebber alle opvulelementen 800 dezelfde marten, Hierdoor wordt sen vast 9 10 stramien gevormd waarbij alle elementen compatibel en dus | onderling inwisselbaar zijn, Hierdoor ontstaat een enorme vrijheid in het schakelen en inwisselen van de verschillende bouwelementen.

Hierbij dient steeds op sen maatbepalend raster 8, 3, 10 gewerkt te worden zoals dat van figuur 24, Aile koppelstukken hebben dezelfde afmelingen en maatverhouding voor de iipias.

Afhankelijk van het project kan in functie van de uitvcering cf wensen gekozen worden om de afmeting van de opvulelementen 800 en de daarmee gekoppelde horizontale koppelstukken 100 in de breedte san te passen. in het detail van figuur 17 wordt getoond dat de dikte c+d 25 van de vlakke koppelstukken van de figuren 7 en 10 kleiner kan zijn dan de dikte b van de opvulslementen 800/801, zodat aan de binnenzijde van de buitenschil 5 verdiepte verticale kanalen of holle kokers 7 gevormd worden tussen de opvulelementen 800/801, waarbij de kanalen zodanig zijn dat de stijlen 3 van de draagstructuur 2 er volledig of minstens gedeeltelijk verdekt in kunnen opgeborgen zitten en san de binnenzijde kunnen afgedekt worden door een 9 afwerkingsdeksel 401, | in dit voorbeeld zijn de copvulelementen 800 van de : 3 buitenschil 5 en de afwerkingselementen 801 van de binnenschil 6 ale éên element getekend met een dikte b die | gelijk is aan de dikte van de muur, zodat slechts Sen [ opvulelement nodig is voor de buitenzijde en binnenzijde | van het gebouw 1. # 10 9 Afhankelijk van dat de gekozen draagstructuur 2 in beton, staal, hout of dergelijke is uitgevoerd, Kan het noodzakelijk zijn de breedte van de afwerkingsdeksels 401 minimaal san te passen zodat deze rond de draagstructuur 2 135 geplaatst kunnen worden, De kanalen 7 kunnen ook gewoon vrij gelaten worden zoals in figuur 18 of opgevuld worden met isolatiemateriaal zoals in Figuur 19 of gebruikt worden voor de doorvoer van nutsleidingen of dergeilijke, De binnenschil 6 wordt ter plaatse van de haakse verticale koppelstukken 300 en 500 afgewerkt met haakse profielen

301.

in de figuren 20 tot 23 wordt de verticale opbouw getoond waarin ook de vloerlijn 19 en de piafondiiin 20 zijn aangégeven, evenals de plaats van de dakrandatukken 900. De koppelstukken en de opvuistukken zijn onafhankelijk van de draagstructuur 2, Het staat de uitvoerder vrij te kiezen voor een Lype materiaal voor het optrekken van de draagstructuur, zoals met losse opbcuwkaders in het geval 9 van figuur 21 of in beton zoals in figuur 22 of met een | stalen geraamte zoals in Figuur 223, 3 5 Deze draagstructuur 2 kan zowel prefab als in situ | opgetrokken worden, De vorm van het volume is vrij te | bepalen, Het doel is echter wel om een basisdraagstructuur 9 te ontwikkelen waarop alle bouwelementen geplugd kunnen | worden zonder hier steeds een variante op te moeten maken. 9 10 De draagstructuur 2 staat volledig los van de niet-dragende gevelelementen.

Dit bepaalt mede de vrijheid die het | modulair systeem heeft, De verschillende covulelementen en zoppelstukken kunnen worden ingewisseld ten opzichte van elkaar, zo OCE verciaatst naar sen ander type draagstructuur 2. Hierbij is van belang dat de vicer- en plafondlijnen 19 en ZO respectievelijk op afstand 1 en m liggen van een verticaal constructieraster 21 dat de hoogte bepaalt waarop de liggers 4 van de draagstructuur 2 in de hoogte gecentreerd zijn.

De verticale koppelstukken 300, 400 en 600 en de obpvulelementen 80% hebben aan de naar de draagstructuur 2 gekeerde binnenzijde een hoogte die nagenoeg gelijk is aan het hoogteverschil tussen opeenvolgende liggers 4 van de draagstructuur 2, Hierdoor blijven de liggers 4 van de draagstructuur 2 vrij langs de binnenzijde van de buitenschil 5 voor de bevestiging/ondersteuning van de vloer en/of plafondplaten 9 of dakplaten 23, { Het bouwsysteem en vooral de specifieke keuze van de | 5 Liplasverbindingen maken het mogeliik om één of meer 9 bouwelementen individueel of in groep als een deel van de [ buitenschil uit de buitenschil te verwijderen en/of erin te | plaatsen zonder de rest van de buitenschil 2 te moeten 9 verwijderen, : 18 9 Dit maakt het cok mogelijk om gemakkelijk een bestaand 9 gebouw 1 uit te breiden in horizontale of in verticale # richting cf bijvoorbeeld een opening voor een raam of deur te maken in de gevel of een bestaande opening dicht te maken, waarbij bijvoorbeeld de haakse koppelstukken dienst doen als koppelstukken die bij montage van een gebouw als laatste siuitelement worden gemonteerd en bij demontage uit een gebouw 1 eerst dienen te worden verwijderd alvorens andere koppelstukken of onvulelementen kunnen worden verwijderd of vervangen. 40 wordt in figuur 25 bijvoorbeeld getoond hoes in opeenvolgende stapven van links naar rechts een bestaand gebouw in de hoogte kan uitgebreid worden: - afname dakrandstukken 500;

- horizontale afname van de bovenste horizontale koppelstukken 100/700 over de breedte van het Le plaatsen volume/gevel:

- montage nieuw volume/gevel 22;

- montage/hermontage horizontale koppelstukken 100/700;

- Montage/hermontage van dakrandstukken 500.

Het spreekt voor zich dat het cpgebouwd volume ook in 9 omgekeerde volgorde kan weggenomen worden. 3 In figuur 26 wordt een uitbreiding in horizontale richting [ 5 gelliustreerd met de volgende stappen van links naar 9 rechts: - aïname dakrandstukken 900: | - horizontale afname bovenste en onderste horizontale 9 koppelstukken 100/700 over de breedte van het te 9 10 piaatsen volume/gevel; - afname opvulelementen 800 en verticale koppelstukken 9 400; - zijdelingse plaatsing nieuw volume/gevelelement 22 in de vrijgemaakte opening; 135 - hermontage gerecupereerde opvulelementen 800 en verticale koppelstukken 400 in het nieuw volume/gevel; - hermontage gerecuperserde bovenste en onderste horizontale koppelstukken 100/700 in het nieuw volume/gevel; 20 - montage/hermcntage dakrandstukken 900, in figuur 27 wordt op analoge manier getoond welke opeenvolgende stappen er nodig zijn om in de gevel van een bestaand gebouw 1 een gesloten opvulelement 800 in de vorm van een gevelpaneel Le vervangen door een opvulelement 802 met een opening, in dit geval een opening voor een deur, Het spreekt voor zich dat bepaalde koppelstukken of opvulelementen verder kunnen worden opgesolitst in hoogte en/of in breedte en/of in hoogte zoals geïilustreerd in figuur 28, waarbij de lippen vast of demonteerbaar kunnen zl zijn, en/of in tegendsel kunnen worden samengevoegd tot | groters gehelen zoals ceïllustreerd aan de hand van enkele 9 voorbeelden van samengestelde bouwelementen in figuur 31. | 2 De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als 9 voorbeeld beschreven en in de Figuren Weergegeven 9 UItVOerligsSvormen, doch sen bouwsysteem voigens de nitvinding kan in allerlei vormen en aîmetingen worden 9 vaerwezeniijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. { Conclusies. | Ll.

   Modulair bouwsysteen voor het opbouwen van een gebouw 9 5 {1}, het bouwsysteem bevattende: | - een zelidragende draagstructuur (2) met stijlen {3} en 9 Liggers (4), gevormd door een zelfdragend skelet of door 9 een samenstel van op elkaar en/of tegen elkaar aan te 9 siuiten zelfdragende draagçelementen: | 10 - modulair op elkaar aansluitende bouwelementen die tegen de draagstructuur (2) worden aangebracht ter vorming van cen buitenschil (5), meer bepaald één of meer van de volgende bouwelementen: “ horizontale koppelstukken (100, 200, 500, 700) die met hun uiteinden tegen elkaar worden aangebracht ter vorming van horizontale banden van de buitenschil (5) op het niveau van de liggers (4) van de draacstructuur (2): - verticale kopcelstukken (300, 400, 600) die met hun ZU kopse uiteinden in verticale richting aansluiten op de horizontale koppelstukken (200, 500, 700} van opeenvolgende banden en die samen met die banden kaders vormen die open vakken afbakenen:

   - opvuieiementen 1800, 802) ter opvulling van de open vakken tussen horizontale en verticale koppelstukken:

   - samengestelde bouwelementen die als èén geheel zijn samengesteld uit één of meer koppelstukken en/of uit éên of meer koppelstukken samen met één of meer opvulelementen,

   _ BE2019/5566 23 welke bouwelementen in horizontale en/of in verticale | richting zijn voorzien van een vaste of demonteerbare lip ; of een lip vormen die toelaat de bouwelementen door een | Qveriappende liplas met elkaar te verbinden en die toelaat [ 3 éen of meer bouwelementen individueel of in groep als een # deei van de buitenschil {5} uit de buitenschil (5) te : verwijderen en/of erin te plaetsen zonder de rest van de 9 buitenschil {5} Le moeten verwijderen. 9 19 2.- Bouwsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt { dat de horizontale koppelstukken {100, 200, 505, 700) eenzelfde hoogte en verticale dwarsdoorsnede bezitten zodanig dat zij samen sen doorlopende horizontale band vormen.

   3. Bouwsysteem volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de horizontale konppelstukken (100, 200, 509, 700) aan de buitenzijde, het is te zeggen aan de van de draagstructuur afgekeerde zijde, aan hun onderrand en bovenrand een naar onder, respectievelijk naar boven, uitstekende lig {11} bezitten,

   4.7 Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, dsardoor gekenmerkt dat de hoogte van de horizontale koppelstukken (100, 200, 500, 700) zodanig is dat zij de iiggers {4} aan de buitenzijde in de hoogte bedekken en eventueel met een gedeelte boven en onder de liggers (4) uitsteken.

   5.- Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verticale koppelstukken (300,

   400, 600) eenzelfde breedte en horizontale dwarsdcorsnede : bezitten als de horizontale koppelstukken (200, 500, 700} { die ze verbinden en erop aansiuiten en als dusdanig samen { verticale panden vormen van de buitenschil {5}. # L.- Bouwvsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, 9 daardoor gekenmerkt dat de verticale koppelstukken (300, | 400, 600} en de in horizontale richting daarop aansluitende 9 opvuielementen (800) aan de buitenzijde eenzelfde hoogte 9 10 bezitten, zodanig dat zij samen aan de buitenzijde een | horizontale band van de buitenschil (53 vormen, 9 7. Bouwsysteem volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de verticale koppelstukken (300, 400, 600) en de opvulelementen (800) aan de naar de draagstructuur {2} gekeerde binnenzijde een hoogte hebben die nagenoeg gelijk is aan het hoogteverschil tussen opeenvolgende liggers van de draagstructuur (23. B.” Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verticale koppelstukken (300, 450, 606; en de opvulelementen (800, 802) Langs hun bovenste en onderste rand zijn voorzien van een ten opzichte van de buitenzijde dieper gelegen naar boven, respectievelijk naar onder uitstekende lip (14) voor het realiseren van een verticale liplas met een horizontaal koppelstuk (100, 200, 500, 700),

   9.- Bouwsysteem volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de horizontale koppelstukken (200, 500, 700) en de daarmee gekoppelde verticale koppelstukken 4300, 600, 400)

   langs de buitenzijde van hun zijranden zijn voorzien van { een zijdelings uitstekende lip {15} voor een zijdelingse 9 Liplasverbinding met de horizontale koppelstukken (100) en | met de opvulelementen {800}, 9 Lj. Bouwsysteem volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt | dat de horizontale koppelstukken (100} en de opvulelementen 9 (300) daartoe langs hun zijranden voorzien zijn van een ten 9 opzichte van de buitenzijde dieper gelegen lip {18}. 8 11.- Bouwsysteem volgens één van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het haakse koppelstukken {200, 500, 300, 600) bevat voor het vormen van een binnenhoek of buitenhoek van de buitenschil {5} ter plaastse van seen stijl 35 (3) van de draagstructuur (2).

   12. Bouwsysteem volgens èèn van de conclusies 8 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het vlakke koppelstukken (400, 705) bevat voor het in horizontale richting vormen van een vlakke verbinding tussen aangrenzende opvulelementen (206) die met hun buitenzijden in eenzelfde gevelvlak liggen, respectievelijk tussen aangrenzende viakke horizontale xoppelstukken (100) die met hun buitenzijden in eenzelfde vevelviak liggen, 23,- Bouwsysteem volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de viakke koppeistukken (400, 700) worden gevormd door cen profiel met vierkante of rechthoekige doorsnede die sen voornoemde lip vormt die samen met een lip van een aangrenzend horizontaal koppelstuk (100) of van een

   : aangrenzend opvulelement (800) een voornoemde liplas kan { vormen, 9 14.- Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, | 9 daardoor gekenmerkt dat de afmetingen van de 9 respectievelijke iipven van de bouwelementen zodanig zijn | dat de door de liplas verbonden bouwelementen aan de 9 ouitenzijde van de buitenschil (5) ter plaatse van de | liplas één vlak vormen, 9 15.- Bouwsysteem volgens éên van de conclusies 17 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de dikte van de vlakke koppelstukken kleiner is dan de dikte van de opvulelementen zodat aan de Linnenzijde van de buitenschil verdiente verticale kanalen gevormd worden tussen de opvulelementen aan weerszijden van de betreffende koppelstukken, waarbij de kanalen zodanig zijn dat de stijlen er minstens gedeeltelijk verdekt in kunnen opgeborgen zitten,

   16.- Bouwsysteem volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de kanalen langs de binnenzijde van de buitenschaal {5} over de hoogte van de verticale koppelstukken (400) worden afgedekt door een deksel {401} waarvan de van het kanaal weggerichte zijde in hetzelfde viak ligt als het binnenonppervlak van de aangrenzende oppervlakken van opvulelementen.

   li. Bouwsysteem volgens een van de conclusies 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat het binnenoppervlak van de 38 opvuleiementen ter plaatse van de haakse koppelstukken

   (300, 600) wordt vervolledigd door sen haaks profie! ter afwerking van de hoeken van het binnenoppervlak.

   | 18,- Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, | 5 daardoor gekenmerkt dat de iiggers (4) van de | draagstructuur {2} langs de binnenzijde van de buitenschil 9 (5) vrij blijven voor de bevestiging/ondersteuning van de 9 vloer en/of plafondplaten, 9 10 19.- Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de haakse koppelstukken dienst doen ais koppelstukken die bij montage van een gebouw als laatste element worden gemonteerd en bij demontage uit een gebouw eerst dienen te worden verwijderd alvorens andere koppelstukken of opvulelementen kunnen worden verwijderd of vervangen. 2Ü.- Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat alle opvulelementen (B00) dezelfde vorm en afmetingen hebben zodat ze uitwisselbaar zijn. 2l.- Bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de contouren van het grondplan van de draagstructuur {2} uitgelijnd zijn op een eerste regelmatig raster ({8) met vierkante vakken, za. Bouwsysteem volgens conclusie 21, daardoor gekenmerkt dat de buitenomtrekx van het grondplan van de buitenschil {5) is uitgelijnd op een tweede regelmatig raster (9) met grotere vierkante vakken met zijden die ten opzichte van de zijden van de vakken van het eerste raster {B} over eenzelfde afstand {c+d)} naar buiten toe verschoven zijn.

   23.7 Bouwsysteem volgens conclusie 21 of 22, Daardoor ; 3 gekenmerkt: dat de binnenomtrek van het grondelan van de ; binnenschil (6) is uitgelijnd op een evenwijdig derde regelmatig raster (10) met kleinere vierkante vakken met zijden die ten opzichte van de zijden van de vakken van het : eerste raster (83 over eenzelfde afstand (e+f} naar binnen | 10 toe verschoven zijn.

   2à.- Bouwsysteem volgens conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat de afmetingen van de vakken van het derde raster {10} zen veelvoud zijn van een gekozen standaardmaat.

   25. Gebouw, daardoor gekenmerkt dat het is opgebouwd met een bouwsysteem volgens één van de voorgaande conclusies,