BE1027364B1 - Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van een samengeperst gas - Google Patents

Abstract

Drooginrichting voor het drogen van samengeperst gas, welke drooginrichting (1) minstens twee vaten (2) met regenereerbaar droogmiddel (3) omvat en een regelbaar kleppensysteem (4) dat zodanig is dat een vat (2) samengeperst gas kan drogen, terwijl het andere vat (2) wordt geregenereerd, waarbij door regeling van het kleppensysteem (4), de vaten (2) elk op hun beurt gas kunnen drogen, daardoor gekenmerkt dat de drooginrichting (1) voorzien is van een regeneratieleiding (10) voor het aanvoeren van een regeneratiegas welke loopt vanaf een uitlaat (8) voor gedroogd gas naar het kleppensysteem (4), en waarin verwarmingsmiddelen (11) voorzien zijn, waarbij de drooginrichting (1) voorzien is van een terugvoerleiding (17) voor het terugvoeren van het regeneratiegas naar een inlaat (7), welke loopt vanaf het kleppensysteem (4) naar een inlaatleiding (13) welke aansluit op de voornoemde inlaat (7) en waarin een venturi-ejector (18) is aangebracht, waarop de voornoemde terugvoerleiding (17) is aangesloten, en dat regelmiddelen zijn voorzien voor het regelen van het debiet van gas dat doorheen de venturi-ejector (18) gaat.

Description

; Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van een | samengeperst gas. De huidige uitvinding heeft betrakking op zen 9 drooginrichting voor het drogen van een samengeperst gas. | Moer speciaal, heeft de uitvinding betrekking on | drooginrichtingen welke voorzien zijn van een inlaat voor | 10 te drogen samengeperst: ges en een uitlaat voor gedroogd | samengeperst gas, waarbij de drooginrichting minstens twee : vaten omvat die een regenereerbaar droogmiddel bevatten en 9 sen regelbaar kleppensysteem dat de voornoemde inlaat en 9 uitlaat verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het 9 15 regeibare kleppensysteem zodanig is geconfiqureerd dat 9 minstens één vat samengeperst gas kan drogen, Terwijl het 9 andere vat wordt geregenereerd, en dat door regeling van het kieppensysteem, de vaten elk op hun beurt samengeperst gas kunnen droger.

Met regeneerbaar droogmiddel wordt hier een droogmiddel of desiccant bedceld dat vocht kan opnemen uit een gas door middel van adsorptie en dat, wanneer het verzadigd is met vocht, gedroogd kan worden = door er sen zogenaamd regeneratiegas doorheen te zenden. Dit proces wordt ook wel regeneratie van het droogmiddel genoemd. Het regeneratiegas Le typisch een warm cas. Alhoewel er hier sprake is van het principe van adsorptie, is de uitvinding ook toepasbaar op het principe van absorptie,

Wanneer een vat zal drogen, zal het vocht opnemen uit het 9 te drogen samengeperste gas, waardoor het droogmiddel | verzadigd wordt. Dit wil zeggen dat het geen of weinig 9 > bijkomend vocht meer kan opnemen. 9 vervolgens wordt dit vat dan geregenereerd, waarbij er 9 typisch een warm gas, bijvoorbeeld warme lucht, doorheen 9 wordt geleid. Dit warme gas zal vocht onttrekken van het | 30 orcogmiddel en het zo regenereren.

Vervolgens kan het vat optioneel eerst nog gekoeld worden alvorens het opnieuw in te zetten om samengeperst gas te drogen, Men kent reeds inrichtingen die zodanig geconfigureerd zijn dat gebruik wordt gemaakt van een gedeelte van het gedroogde samengeperste gas om een val te regenereren.

Na te zijn gebruikt voor regeneratiedceleinden, wordt het regeneratiegas ofwel afgeblazen ofwel terug bij het te drogen samengeperste gas gevoegd, Alhoewel het recupereren van het regeneratiegas als 23 voordeel heeft dat er geen verlies van samengeperst gas is, dient er wel voor gezorgd te worden dat het regeneratiegss terug bij het te drogen samengeperste gas gevoegd kan worden.

De regeneratie zal immers met een drukval gepaard gaan, waardoor het regeneratiegas op een ietwat lagere druk zal staan dan het te drogen samengeperste gas, zodat een | externe kracht nodig is om het regeneratiegas terug bij het | te drogen samengeperste gas te kunnen voegen. : 5 Um het regeneratiegas terug bij het te drogen samengeperste 9 Gas te voegen, kan gebruik worden gemaakt van een venturi- 9 ejector, welke een onderdruk zal genereren wanneer het te 9 drogen samengeperste gas er dcorheen stroomt, Onder invloed van deze onderdruk kan het regeneratiegas als het ware aangezogen worden door de venturi-ejector en zo bij het te drogen samengeperste gas gevcegd worden, Een nadeel is dat in dergelijke venturicejector een relatief grote drukval ken plaatsvinden.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, Hiertoe betreït de uitvinding een drooginrichting voor het drogen van samengeperst gas, welke drooginrichting voorzien is van een iniaat voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, waarbij de drooginrichting minstens twee vaten = onvat die een regenereerbaar droogmiddel bevatten en een regelbaar kleppensysteem bestaande uit een eerste kleppenblok en een tweede kleppenbick dat de voornoende inlaat, respectievelijk de vcorncemde uitlaat, verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het regelbare kleppensysteem zodanig is geconfigureerd dat minstens één val samengeperst gas kan drogen, terwijl het andere vat wordt geregenereerd, en dat door regeling van het kleppensysteem, de vaten elk ê op hun beurt samengeperet gas kunnen drogen, waarbij de drooginrichting verder voorzien is van een regenerarieleiding voor het aanvoeren van sen 9 regeneratiegas naar het vat dat geregenereerd wordt, welke 9 5 regeneratieleiding loopt vanaf de uitlaat voor gedroogd | samengeperst gas naar het tweede kieppenblck, waarbij in de | regeneratieieiding verwarmingsmiddelen voorzien zijn voor : het regeneratiegas, waarbij de drooginrichting verder | voorzien is van een terugvoerleiding voor het terugvoeren : 10 van het regeneratiegas ma passage door het vat dat F geregenereerd wordt naar de voornoemde inlaat, welke 9 terugvoerleiding ioopt vanaf het eerste kleppenblck naar 9 een iniaatieiding welke aansluit op de voorncemde inlaat | voor te drogen samengeperst gas, waarbij in de inlaatleiding een venturi-ejector is aangebracht, waarop de voorncemde terugvoerieiding is aangesloten, en dat regelmiddeien zijn voorzien voor het regelen van het debiet van te drogen samengeperst gas dat doorheen de venturi- ejector gaal.

Een voordeel is dat door het regelen van het debiet doorheen de venturi-ejector, eveneens de drukval en het bijhorende energieverlies geregeld kan worden. Immers, door het debiet doorheen de venturi-ejector te verminderen, zal er minder regeneratiegas aangezogen worden en zal de drukval kleiner zijn. Men kan er dus voor zorgen dan men net genoeg debiet doorheen de venturi-ejector laat stromen, zodat net 39 voldoende regeneratiegas aangezogen wordt om in een goede

: 3 regeneratie van het te regenereren vat te voorzien, maar ook niet meer dan dat. 9 Het regelbaar maken van het debiet dat doorheen de venturi- | 5 ejector stroomt, kan on verschillende manieren, | in een praktische uitvoeringsvorm worden de voornoemde | regelmiddelen gevormd door het feit dat de voornoemde | venturi-ejector een regelbare venturi-ejector is, die : 10 zodanig geconfigureerd is dat het debiet dat er doorheen 9 gaat geregeld kan worden. 9 in een aiternatieve praktische uitvoeringsvorm omvatten de | voornoemde regelmiddelen een bypassleiding die over de vernturi-ejector is voorzien, waarbij in de bypassleiding een ventiel is opgenomen.

Dit ventiel is bijvoorbeeld ser viinderkiep of smoorventiel.

Door het ventiel meer of minder te openen, wordt het debiet doorheen de bypassleiding, en dus onrechtstreeks ook doorheen de venturi-sjector, geregeld.

De uitvinding bertreft ook een drooginrichting voor het drogen van samengeperst gas, welke drooginrichting voorzien is van een inlaat voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, waarbij de drooginrichting minstens twee vaten omvat die een regenereerbaar droogmiddel bevatten en een regelbaar kleppensysteem bestaande uit een eerste kleppenblok en een

© tweede kleppenbick dat de voorncende inlaat, respectievelijk de voornoemde uitlaat, verbindt met de 9 voornoemde vaten, waarbij het regelbare klepnensysteem { zodanig is geconfigureerd dat minstens één vat samengeperst | 5 gas kan drogen, terwijl het andere vat geregenereerd wordt, " en dat door regeling van het kleppensysteem, de vaten elk { op hun beurt samengeperst gas kunnen drogen, waarbij de | drooginrichting verder voorzien 15 van sen 9 regeneratieileiding voor het aanvoeren van een # 10 regeneratiegas naar het vat dat geregenereerd wordt, welke 9 regeneratieleiding loopt: vanaf de uitlaat voor gedroogd 9 samengeperst gas naar het tweede kleppenblok, waarbij in de 9 regeneratieleiding verwarmingsmiddelen voorzien zijn voor { het regeneratiegas, waarbij de drooginrichting verder voorzien is van een terugvoerleiding voor het terugvoeren van het regeneratiegas na passage door het vat dat geregenereerd wordt maar de voornoemde inlaat, welke terugvoerleiding loopt: vanaf het eerste kleppenblok naar een iniaatleiding welke aansluit op de voornoemde inlaat voor te drogen samengeperst gas, waarbij in de regeneratieleiding een blower is aangebracht, waarbij de biower een regelbare blower is.

De voornoemde blower vormt een alternatief voor de venturi- ejector, i.e, de blower zal dezelfde functie vervullen als de venturi-ejsector.

De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het drogen van samengeperst gas georuik makende van een drooginrichting die voorzien is van een inlaat voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, waarbij

J BE2020/51 76 op de inlaat een inlsatleiding is aangesloten, waarbij de drooginrichting minstens twee vaten omvat die een : regenereerbaar droogmiddel bevatten en een regelbaar 9 kleppensysteem dat de voornoemde inlaat, respectievelijk de 9 5 voornoemde uitlaat, verbindt met de voornoemde vaten, | waarbij minstens één vat sameugeperst gas zal drogen, 9 terwijl het andere vat wordt geregenereerd, waarbij door | regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt 9 samengeperst gas drogen, waarbij de werkwijze de volgende | 10 stappen omvat: : - het voorzien van een regeneratiegas door het aftakken | van een gedeelte van het gedroogde, samengeperste gas aan # de uitlaat; 9 - het opwarmen van dit afgetakte regeneratiegas alvorens 9 15 dit doorheen het vat dat geregenereerd wordt geleid wordt; - het terugvoeren van het regeneratiegas, na passage door net vat dat geregenereerd wordt, naar de voornoemde iniaatleiding: - het terugvoeren van het regeneratiegas naar de voornoemde inlaatileiding door middel van een venturi-eiector, en waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het regelen van het debiet van het regeneratiegas dat maar de iniaatleiding gestuurd wordt.

Het is duidelijk dat dergelijke werkwijze dezelfde voordelen bezit als de drooginrichting volgens de uitvinding, Bij voorkeur wordt voor het toepassen van de werkwijze gebruik gemaakt van een drooginrichting volgens de uitvinding.

: 8 Bij voorkeur wordt, om het debiet te regelen van het regeneratiegas dat naar de inlaatleiding gestuurd wordt, | gebruik gemaakt van een regelbare venturi-ejector. 9 Bij voorkeur wordt, om het debiel te regelen van het | regeneratiegas dat naar de inlaatleiding gestuurd wordt, 9 een gedeelte van het Le drogen samengeperste gas via een 9 boypassleiding over de venturi-ejector gestuurd, waarbij in | 10 deze bypassieiding een ventiel is aangebracht.

De uitvinding betreft: ook een werkwijze voor het drogen van samengeperst gas gebruik makende van een drooginrichting die voorzien is van een inlaat voor te drogen samengeperst in gas en een uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, waarbij op de inlaat een inlaatleiding is aangesloten, waarbij de drooginrichting minstens twee varen omvat die een regenereerbaar droogmiddel bevatten en een regelbaar kieppensysteem dat de voornoemde inlaat, respectievelijk de voornoemde uitlaat, verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het regelbare kleppensysteem zodanig is dat minstens één vat samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere val geregenereerd wordt, waarbij door regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt samengeperst 23 gas drogen, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van sen regeneratiegas door het aftakken van een gedeelte van het gedroogde, samengeperste gas aan de uitiaat; - het opwarmen van dit afgetakte regeneratiecas alvorens dit doorheen het vat dat geregenereerd wordt geleid wordt;

| BE2020/5176 9 - het terugvoeren van het regeneratiegas, na passage door | het vat dat geregenereerd wordt, naar de voornoemde inlaatieiding; - het verder voorzien van een regelbare blower {23} in de | 5 drooginrichting {1}, welke regelbare biower {23} is 9 aangebracht in een regeneratieleiding (10) die loopt vanaf : de uitiaat (8) voor gedroogd samengeperst gas naar het 9 voornoemde kieppensysteem, waarbij de werkwijze verder de 9 stap omvat van het regelen van het debiet van het | LS regeneratiegas dat naar de voornoemde inlaatleiding (13) wordt terug gevoerd, door de blower {23} te regelen. Het is duidelijk dat ook deze werkwijze dezelfde voordelen bezit als de drooginrichting volgens de uitvinding.

Bij voorkeur wordt voor het toepassen van de werkwijze gebruik gemaakt van een drooginrichting volgens de uitvinding, Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, ais voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvorman beschreven van een drooginrichting volgens de uitvinding voor het drogen van samengeperst gas, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een drooginrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een alternatieve uitvceringsvorm weergeeft van Liguur 1;

figuur 3 nog een andere praktische uitvoeringsvorm # weergesft van figuur 1; | figuur 4 schematisch een andere variant weergeeft van een drocginrichting volgens de uitvinding. | 5 | De in figuur 1 schematisch weergegeven drooginrichting 1 9 volgens de uitvinding voor het drogen van samengeperst gas | omvat hoofdzakelijk twee vaten 2 die een regenereerbaar | droogmiddel 3 bevatten. # Dit regenereerbaar droogmiddel 3 wordt ook wel desiccant 9 genoemd, Het is uiteraard mogelijk dat er meer dan twee vaten 2 zijn, De drooginrichting 1 omvat verder een kleppensysteem 4 dat bestaat uit een eerste kleppenblok 5 en een tweede kieppenblokx 6.

Het eerste kleppenblok 5 zal de vaten 2 verbinden met een inlaat 7 voor te drogen samengeperst gas, terwijl het tweede kleppenbiok & de vaten 2 zal verbinden met een uitlaat 8 voor gedroogd samengeperst gas.

De voornoemde kleppenbiokken 5, © zijn een systeem van verschillende leidingen en kleppen dat zodanig geregeld kan worden dat steeds minstens éen vat 2 geregenereerd of eventueei gekoeld wordt, terwijl het andere vat 2 of de andere vaten 2 het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem 4 de vaten 2 elk op hun beurt samengeperst gas zuilen drogen, | In dit geval omvat elk kleppenblok 5, 6 vier viinderkleppen 9 SS of smoorkleppen. { De drooginrichting 1 is verder voorzien van een 9 regeneratieleiding 10 voor het aanvoeren van een 9 regeneratiegas naar het vat 2 dat geregenereerd wordt. 9 10 9 Als regeneratiegas zal gebruik gemaakt worden van het 9 gedroogde, samengeperste gas. Daartoe loopt de regeneratieleiding 10 vanaf de uitlast 8 voor gedroogd samengeperst gas naar het tweede kleppenblok 6, waarbij in de regeneratieleiding 10 verwarmingsmiddelen il voorzien zijn voor het regeneratiegas. De voornoemde verwarmingsmiddelen 11 omvatten in dit geval een warmtewisselaar 12, waarvan het primaire gedeelte 12a is opgenomen in de regeneratieleiding 10 en het secundaire gedeelte 12b is opgenomen in een inlaatleiding 13 welke loopt vanaf de voornoemde inlaat 7 voor te drogen samengeperst gas naar de uitgang 14 van een compressor 15.

De voornoemde verwarmingsmiddelen 11 omvatten in dit geval verder ook een externe warmtebron 16, welke in het voorbeeld een elektrische verwarming is die is opgenomen in de regeneratieleiding 10. De externe warmtebron 16 bevindt zich stroomafwaarts van de warmtewisselaar 12,

à BE2020/5176 12 Verder is de drooginrichting 1 volgens de uitvinding voorzien van een Lerugvoerleiding 17 voor het terugvoeren van het regeneraliegas na passage door het vat 2 dat geregenereerd wordt naar de voornoemde inlaat 7 via de & iniaatleidino 13.

Be terugvoerleiding 17 ioopt hiertoe vanaf het eerste 9 kieppenblok D naar de voornoemde inlaatleiding 13 welke | aansiuit op de voornoemde inlaat 7 voor te drogen : 10 samengeperst gas.

: In de inlaatieiding 13 is er een venturi-ejector 18 aangebracht, waarop de voornoemde terugvoerleiding 17 is aangesicten, waarbij het debiet van te drogen samengeperst gas dat doorheen de venturi-ejector 18 gaat, geregeld kan worden, in het weergegeven voorbeeld komt deze regeling tot stand doordat over de venturi-ejector 18 een bypassleiding 19 is voorzien, waarbij in de bypassleiding 19 een ventiel 20 is opgenomen, Met behulp van dit ventiel 20 kan het debiet doorheen de bypassieiding 19 geregeld worden, en dus onrechtstreeks cok het debiet doorheen de venturi-ejector 18, Tot slot is in de inlaatleiding 13, stroomafwaarts van de venturi-ejector 18, een koeler 21 opgenomen. De werking van de drooginrichtino 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

Tijdens de werking van de drooginrichting 1, zal de warme samengeperste iucht via de koeler 21 de inlaat 7 bereiken, Het gekoelde samengeperste gas zal via het eerste kleppenbiok 5 naar het vat 2 geleid worden dat zal drogen, | In figuur 1 is dit het rechtste vat 2. | Na doorgang doorheen dit var 2 is het samengeperste gas | 10 gedroogd en kan het de drooginrichting 1 verlaten via de | uitiaat 8, Len gedeelte van het gedroogde samengeperste gas wordt via de regenereerleiding 10 afgetakt.

Dit afgetaxte, gedroogde samengeperste regenereergas wordt via de warmtewisselaar 12 opgewarmd door het onttrekken van warmte aan het Le drogen samengeperste gas, Merk op dat hierdoor de voornoemde droger 21 kleiner kan uitgevoerd worden aangezien het te drogen samengeperste gas resds een eerste koeling heeft ondergaan in ie warmtewisselaar 12, Vervolgens passeert het warme, droge samengeperste regeneratiegas langs de externe warmtebron 16 in de regenereerleiding 10, welke optioneel het gas nog kan bijverwarmen.

De regenereerleiding 10 leidt het nu hete en droge samengeperste regenereergas naar het tweede kleppenblok 6,

id : weike er zal voor zorgen dat het doorheen het te ; regenereren vat 2 wordt geleid. à Na doorgang dcorheen het vat 2 is het regenersergas ; 5 opgewarmd en verzadigd met vocht. 9 Via de terugvoerleiding 17 wordt het warme, verzadigde | samengeperste regeneratiegas bij het te drogen | samengeperste gas aïkomstig van de compressor 15 gevoegd, | 10 9 Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de venturi-ejector 18, wanneer het te drogen samengeperste gas afkomstig van de is compressor 15 doorheen de venturi-ejector 18 stroomt, zal het een vacuüm creëren, De grootte van dit vacuüm is afhankelijk van het debiet dat er doorheen stroomt. ne grootte van het vacuüm zal bepalen hoeveel regeneratiegas er aangezogen zal worden en zal dus op deze manier bepalen hoeveel regeneratiegas er afgetakt wordt, Door het ventiel 20 van de bypassleiding 19 meer of minder te openen, kan dus ook het debiet van regeneratiegas geregeld worden.

Op deze manier kan men het ventiel 20 regelen zodanig dat voldoende regeneratiegas doorheen het te regenereren vat 2 stroomt, maar ook niet meer dan nodig,

Op deze manier ken de drukval over de venturi-ejector 18, en het bijhorende energieverlies, zo klein mogelijk 9 gehouden worden. 9 5 Om te bepalen hoeveel regeneratiegas er nodig is, en dus | hoe het ventiel 20 in de bypassleiding 19 geregeld moet 9 worden, zal onder andere gekeken worden naar hoelang het 9 andere vat 2 kan drogen, i.e. hoeveel tijd er beschikbaar $ is voor de regeneratie en/of naar de fysische parameters 9 15 van het regeneratiegas zoals temperatuur en relatieve 9 vochtigheid en/of naar het verzadiginosniveau van het desiccant 3 in het te regenereren vat 2 en/of naar het dauwpunt, … 13 Deze hierboven beschreven regeneratiestap wordt uitgevoerd tot zolang het vat 2 volledig geregenereerd is.

Dan kan er eventueel mog een kcoelingsstap uitgevoerd worden, waarbij er een koelgas doorheen het betreffende vat 2 gestuurd wordt.

Vervolgens worden de vaten 2 omgeschakeld, waarbij het vat 2 dat aan het drogen was, nu geregenereerd zal worden, en vice versa, door een gepaste schakeling van de twee kleppenblokken 5, 6. In figuur 2 is een variante weergegeven volgens figuur 1, waarbij in dit geval de externe warmtebron 16 achterwege is gelaten en waarbij sen gedeelte van de vlinderkleppen 9 in het tweede kleppenblok 6, in dit geval twee van de vier aanwezige kleppen, Lerugslagkleppen 22 zijn,

Voor de rest is de drooginrichting 1 en de werking ervan { analoog aan de uitvoeringsvorm van figuur 1, | 5 Het is duidelijk dat ook in het voorbeeld van figuur 1, een # gedeelte van de vlinderkieppen 9, of alle viinderkleppen 5, 3 in het tweede kleppenblok 6 uitgevoerd kunnen worden als | terugslagkleppen 22 of dat de externe warmtebron achterwege : wordt gelaten. # Le 9 in Eiguur 3 is nog een andere variante wesrcegeven, waarbij 9 in dit geval alle kleppen van het tweede xieppenblok 6 zijn | uitgevoerd als terugslagkleppen 22, Bovendien is de warmtewisselaar 12 achterwege gelaten en wordt het regeneratiegas enkel opgewarmd met behuip van een externe warmtebron 16. Het is uiteraard niet uitgesloten dat de kleppen in het tweede kleppenblok 6 uitgevoerd zijn als viinderkieppen 3, zoals in figuur 3. In alle weergegeven en beschreven voorbeelden, ls een koeler 21 aanwezig in de inlaatleiding 13, stroomafwaarts van de venturi-ejector 18. Het is niet uitgesloten dat deze koeler 21 vervangen wordt door een eerste koeler die is opgenomen in de inlaatleiding 13, stroomopwaarts van de venturi-ejector 18 en een tweede koeler die is opgenomen in de terugvoerleiding 17.

In alle weergegeven en beschreven voorbeelden, is het debiet doorheen de venturi-ejector 18 regelbaar door middel van de bypass 19 met ventiel 20. 3 Het is echter niet uitgesloten dat gebruikt gemaakt wordt van een regelbare venturi-ejector 18 waarbij het debiet dat | er doorheen gaat, geregeld kan worden, Dit wil zeggen: de | venturi-ejector 18 zelf is regelbaar, vergelijkbaar met sen | regelbaar ventiel, : 10 Fiquur 4 geeft een andere variant weer van de uitvinding, Deze verschilt in de uitvoering van figuur 1 doordat de venturi-ejector 18 achterwege is gelaten en doordat er een blower 23 is aangebracht in de regeneratieleiding 17.

Deze blower 23 is regelbaar, wat wil zeggen dat het debiet van het regeneratiegas geregeld kan worden zodanig dat voldoende regeneratiegas dcorheen het te regenereren vat 2 stroomt, maar ook niet meer dan nodig.

Deze variant geeft met andere woorden een alternatief voor de venturi-ejector 18.

in dit geval, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, is de blower sangebracht stroomopwaarts van de verwarmingsmiddelen il, 1.8, stroonmopwaartes van de warmtewisselaar 12.

Tevens is in de terugvoerleiding 17 een terugsiagkliep 24 aangebracht om te verhinderen dat het te drogen gas onbedoeld via de terugvoerleiding 17 naar de vaten 2 kan : stromen, : Tot siot is de drooginrichting 1 voorzien van een controle- : 5 eenheid 25, welke zal instaan voor de aansturing van de blower 12 en eventueel ook voor de aansturing van het regelbare kleppensysteem 4. 9 De werking is voor de rest analoog aan de werking van de : 10 hoger beschreven uitvoeringsvormen. : Het is uiteraard niet uitgesicten dat de uitvoeringsvormen : van figuren 1 tot 3 voorzien zijn van een controle-eenheid 25, welke de regelbare venturi-ejector 18 en/of het ventiel in de bypassleiding 19 en/of het regelbare kieppensysteem 4 kan aansturen.

Bovendien is het niet uitgesloten dat dergelijke controle- zenheid 25 nog andere onderdelen of elementen van de 20 drooginrichting Ì kan aansturen, De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een drooginrichting volgens de uitvinding voor het drogen van samengeperst gas kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conciusies. i.- Arcoginrichting voor het drogen van samengeperst gas, [ 3 welke drooginrichting {1} voorzien is van een inlaat (7) 9 voor te drogen samengeperst gas en sen uitlaat (8) voor | gedroogd samengeperst gas, waarbij de drooginrichting (1) 9 minstens twee vaten {2} omvat die een regenerserbaar droogmiddel (3) bevatten en een regelbaar kispcensysteem 9 10 {4} bestaande uit een eerste kleppenblok (5) en een tweede : kleppenbiok {6} dat de voornoemde inlaat {7}, 9 respectievelijk de voornoemde uitlaat {8}, verbindt met de 9 voornoemde vaten (2), waarbij het regelbare kleppensysteem {4} zodanig is geconfigureerd dat minstens één vat (2) LE samengeperst gas kan drogen, terwijl het andere vat (2) wordt geregenerserd, en dat door regeling van het kienppensysteem {4}, de vaten {2} eik op hun beurt samengeperst gas kunnen drogen, daardoor gekenmerkt dat de drooginrichting {13 verder voorzien is van sen regeneratieleiding {18 Voor het sanvoeren van een regensratiegas naar het vat (2) dat geregenereerd wordt, welke regeneratieleiding {10} ioopt vanaf de uitlaat (83 voor gedrocgd samengeperst gas naar het tweede kleppenblok 16}, waarbij in de regeneractieleiding (10) verwarmingsmiddelen {11} voorzien zijn voor het: regeneratiegas, waarbij de drooginrichting {1} verder voorzien 18 van een terugvoerleiding (17) voor het terugvoeren van het regeneratiegas na passage door het vat (2} dat geregenereerd wordt naar de voornoemde inlaat {7}, welke terugvoerleiding {173 lcopt vanaf het eerste kleppenblok (5) naar een inlaatleiding {13} welke aansluit

   : BE2020/5176 20 op de voornoemde inlaat (7) voor te drogen samengeperst gas, waarbij in de inlastleiding (13) een venturi-ejector 9 (18) is aangebracht, waarop de voornoemde terugvoerleiding { {17} is aangesloten, en dat regelmiddelen zijn voorzien | 3 voor het regelen van het debiet van te drogen samengeperst | gas dat doorheen de venturi-ejector (13} gaat. 9 Ze Drooginrichting voigens conclusie 1, daardoor : gekenmerkt dat de voornoemde regelmiddelen worden gevormd [ 10 door het feit dat de voornoemde venturi-eiector (18) een 9 regelbare venturi-ejector {183 LE; die zodaniq 9 geconfigureerd is dat het debiet dat er doorheen gaat, geregeld kan worden.

   3. Drooginrichting voigens conciusie à, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde regelmiddelen sen bypassleiding (19) omvatten die over de venturi-ejector (1€) is voorzien, waarbij in de bypassleiding (15) een ventiel (20) is opgenomen.

   4. Drooginrichting volgens een var de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vocrnoende verwarmingsmiddelen {11} een warmtewisselaar {12} omvatten, waarvan het primaire gedeelte (12a} is opgenomen in de regeneratieleiding {10} en het secundaire gedeelte (12b) is opgenomen in de iniaatleidina {13},

   5. Drooginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde verwarmingsmiddelen {11} een externe warmtebron (16) omvatten,

   6.- Drooginrichting volgens één van de voorgaande 9 conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de inlaatleiding # (13), stroomafwaarts van de venturi-ejector (18), een | 5 koeler (21) is opgencmen. | 7 Drooginrichting voigens eén van de voorgaande 9 conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat in de | inlaatieiding (13), stroomopwaarts van de venturi-ejector # 10 (18), een eerste koeler (21} is opgenomen en dat in de 9 terugvoerleiding (17) een tweede koeler {21} is opgenomen. g.- Drooginrichting volgens éen van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens een gedeelte van de kleppen {93 in het tweede kleppenblok {6} terugslagkleppen (22) zijn,

   3. Drooginrichting voor het drogen van samengeperst gas, welke drooginrichting (1) voorzien is van een inlaat {7} voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat {8} voor gedroogd samengeperst gas, waarbij de drooginrichting {1} minstens twee vaten {2} omvat die sen regensreerbaar droogmiddel {3} bevatten en een regelbaar kleppensysteem {4} bestaande uit een eerste kleppenblok (5) en een tweede kleppenbiok {6} dat de voornoemde inlaat 7}, respectievelijk de voornoemde uitlaat (8), verbindt met de voornoemde vaten (2}, waarbij het regelbare kleppensysteem (4} zodanig is dat minstens één vat (2) samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere vat (2) geregenereerd wordt, waarbij door regeling van het kleppensysteem (4} de vaten ; (2) elk op hun beurt samengeperst gas drogen, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde drooginrichting (1) verder | voorzien is van een regeneratieleiding (10) voor het zanvoeren van een regeneratiegas naar het val (2) dat | geregenereerd wordt, welke regeneratieleiding (19) iocpt 9 + vanaf de uitlaat (8) voor gedroogd samengeperst gas naar | het Lweede kieppenbiok (6), waarbij in de 9 regeneratieleiding (10) verwvarmingemiddelen (11} voorzien | zijn voor het regeneratiegas, waarbij de drooginrichting | {1} verder voorzien is van een Cterugvoerleidging (17) voor : 10 het terugvoeren van het regeneratiegas na passage door het 9 vat {2} dat geregenereerd wordt naar de voornoemde inlaat 9 (7), welke terugvoerleiding {17} loopt vanaf het eerste 9 kleppenblok (5) naar een iniaatieiding (133 welke aansluit op de voornoemde inlaat {7) voor Le drogen samengeperst gas, waarbij in de regeneratieleiding (10) een blower (23) is aangebracht, waarbij de blower (23) een regelbare blower (23) is. i0.- Drooginrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat in de terugvoerleiding {173 een terugslagklep (24} is aangebracht. il.- Drooginrichting volgens conclusie 9 of 18, daardoor gekenmerkt dat de blower (23) is aangebracht stroomopwaarts van de voornoemde verwarmingeniddelen (113.

   12.- Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas gebruik makende van een drcoginrichting (1) die voorzien is van een iniaat (7) voor te drogen samengeperst gas en sen uitlaat {8} voor gedroogd samengeperst gas, waarbij op de inlaat (7) een inlaatleiding {13} is aangesloten, waarbij de

   { BE2020/51 76 23 drooginrichting (1) minstens twee vaten (2) omvat die een regenereerbaar droogmiddel (3) bevatten en een regelbaar 9 kleppensysteem {4} dat de voornoemde inlaat (A, | respectievelijk de voornoemde uitlaat (8), verbindt met de 9 5 voornoemde vaten {2}, waarbij minstens één vat {2} 9 samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere vat (23 9 gerecenereerd wordt, waarbij door regeling van het 9 kleppensysteem (4) de vaten (2) elk op hun beurt | samengeperst gas drogen, daardoor gekenmerkt dat de 9 10 werkwijze de volgende stappen omvat: 9 — het voorzien van een regeneratiegas door het aftakken [ van een gedeelte van het gedroogde, samengeperste gas aan de uitlaat (8): - het opwarmen van dit afgetakte regeneratiegas alvorens 13 dit doorheen het vat {2} dat geregenereserd wordt geleid WOFdE - het terugvoeren van het regeneratiegas, na passage door het vat {2} dat gersgenereerd wordt, naar de voornoemde inlaatleiding {13}; - het terugvoeren van het regeneratiegas naar de voornoemde iniaatleiding {13} door middel van een venturi-ejector (18), en waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het regelen van het debiet van het regeneratiegas dat naar de inlaatleiding (13) gestuurd wordt,

   13.- Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat om het debiet Le regelen van het regeneratiegas dat naar de inlaatleiding (13) gestuurd wordt, gebruik gemaakt wordt van een regelbare venturi-ejector (18),

   | BE2020/5176 24 id.

   Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt : dat om het debiet te regelen van het regeneratiegas dat | naar de inlaatleiding (13) gestuurd wordt, een gedeelte van | het te drogen samengeperste gas via een bypassieiding (19) 9 5 over de venturi-ejector {18} wordt gestuurd, waarbij in | deze bypassleiding {12} een ventiel (20) is aangebracht. | 15. Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas gebruik 9 makende van een drooginrichting {1} die voorzien is van een 9 10 inlaat (7) voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat [ (8) voor gedroogd samengeperst gas, waarbij op de inlaat | (7} sen inlaatleiding {13} is aangesloten, waarbij de drooginrichting {li} minstens twee vaten (2) omvat die een regenereerbaar droogmiddel (3) bevatten en een regelbaar 25 kieppensysteem (43 dat de vcoorncemde inlaat (7, respectievelijk de voornoemde uitlaat (8), verbindt met de voornoemde varen {2}, waarbij minstens één vat {2} Samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere vat {2} geregenereerd wordt, waarbij door regeling van het kieppensysteem {4} de vaten {2} elk op hun beurt samengeperst gas drogen, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een regeneratiegas door het aftakken van een gedeelte van het gedroogde, samengeperste gas aan de uitlaat (83: - het opwarmen van dit afgetakte regeneratiecas alvorens dit doorheen het vat (2) dat geregenereerd wordt geleid wordt; - het terugvoeren van het regeneratiegas, na passage door het val {2} dat geregenereerd wordt, naar de voorncende inlaatleiding (133;

   - het verder voorzien van een regelbare blower (23) in de drooginrichting (1), welke regelbare blower {23} is aangebracht in een regeneratieleiding {10} die loopt vanaf | de uitlaat (8) voor gedroogd samengeperst gas naar het | 3 voornoemde kleppensysteem, waarbij de werkwijze de stap | omvat van het regelen van het debiet van het regeneratiegas | dat naar de voornoemde inlaatleiding {13} wordt terug 9 gevcerd, door de biower (23) te regelen,