BE1027361B1 - Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas - Google Patents

Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas Download PDF

Info

Publication number
BE1027361B1
BE1027361B1 BE20195376A BE201905376A BE1027361B1 BE 1027361 B1 BE1027361 B1 BE 1027361B1 BE 20195376 A BE20195376 A BE 20195376A BE 201905376 A BE201905376 A BE 201905376A BE 1027361 B1 BE1027361 B1 BE 1027361B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
compressor
outlet
regeneration
liquid
gas
Prior art date
Application number
BE20195376A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027361A1 (nl
Inventor
Nederkassel Frederik Van
Tom Potters
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Nv filed Critical Atlas Copco Airpower Nv
Priority to BE20195376A priority Critical patent/BE1027361B1/nl
Priority to BE20205176A priority patent/BE1027364B1/nl
Priority to US17/430,805 priority patent/US20220161186A1/en
Priority to SG11202111042YA priority patent/SG11202111042YA/en
Priority to FIEP20726238.7T priority patent/FI3959444T3/fi
Priority to PL20726238.7T priority patent/PL3959444T3/pl
Priority to ES20726238T priority patent/ES2966663T3/es
Priority to BR112021020544A priority patent/BR112021020544A2/pt
Priority to CA3130096A priority patent/CA3130096A1/en
Priority to PCT/IB2020/053716 priority patent/WO2020217156A1/en
Priority to KR1020217036138A priority patent/KR20220002352A/ko
Priority to AU2020262381A priority patent/AU2020262381A1/en
Priority to EP20726238.7A priority patent/EP3959444B1/en
Priority to CN202080023820.6A priority patent/CN113677890A/zh
Priority to CA3131845A priority patent/CA3131845A1/en
Priority to ES202190026U priority patent/ES1289824Y/es
Priority to AU2020290081A priority patent/AU2020290081A1/en
Priority to JP2021600185U priority patent/JP3237792U/ja
Priority to KR2020227000003U priority patent/KR20220000382U/ko
Priority to CZ202139361U priority patent/CZ35729U1/cs
Priority to EP20731209.1A priority patent/EP3983678A1/en
Priority to BR212021019654U priority patent/BR212021019654U2/pt
Priority to CN202080035433.4A priority patent/CN113825910B/zh
Priority to PCT/IB2020/054432 priority patent/WO2020250054A1/en
Priority to DE212020000649.0U priority patent/DE212020000649U1/de
Priority to TR2021/018814U priority patent/TR2021018814U5/tr
Priority to US17/599,659 priority patent/US20220193603A1/en
Publication of BE1027361A1 publication Critical patent/BE1027361A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027361B1 publication Critical patent/BE1027361B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04BPOSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
    • F04B39/00Component parts, details, or accessories, of pumps or pumping systems specially adapted for elastic fluids, not otherwise provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B37/00
    • F04B39/06Cooling; Heating; Prevention of freezing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/26Drying gases or vapours
    • B01D53/261Drying gases or vapours by adsorption
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/0007Injection of a fluid in the working chamber for sealing, cooling and lubricating
    • F04C29/0014Injection of a fluid in the working chamber for sealing, cooling and lubricating with control systems for the injection of the fluid
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/04Heating; Cooling; Heat insulation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Drying Of Gases (AREA)

Abstract

Compressorinstallatie met een vloeistof-geïnjecteerde compressorinrichting (2) met een compressorelement (3) met een uitlaatleiding (5) aangesloten op een uitlaat (6) van het compressorelement (3), met in de uitlaatleiding (5) een vloeistof-afscheider (8) welke een inlaat (9a) en een uitlaat (9b) voor samengeperst gas omvat en een uitlaat (10) voor afgescheiden vloeistof en met een op de voornoemde uitlaatleiding (5) aangesloten droger (12) die gebruik maakt van een droogmiddel (14) voor het drogen van samengeperst gas van de compressorinrichting (2), waarbij de droger (12) voorzien is van een drooggedeelte (13b) en een regeneratiegedeelte (13a) met een ingang (19a) en een uitgang (19b) voor regeneratiegas, waarbij op de ingang (19a) een regeneratieleiding (20) is aangesloten en waarbij in de regeneratieleiding (20) een warmtewisselaar (21) is voorzien met een primair gedeelte ( 22a) waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid, daardoor gekenmerkt dat een secundair gedeelte (22b) van de warmtewisselaar (21) is aangebracht in de compressorinrichting (2) en dat de compressorinstallatie (1) voorzien is van middelen (23) om de hoeveelheid vloeistof die geïnjecteerd wordt in het compressorelement (3) te regelen.

Description

- BE2019/5376 | Compressorinstaliatie en werkwijze voor het leveren van | samengecerst gas.
9 3 De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting # voor het leveren van samengeperst: gas. 9 Men kent reeds compressorinstallaties die voorzien zijn van F cer compressorinrichtina, sen uitlaatleiding VOGr 9 10 samengeperst gas en een op de voornoemde uitlaatleiding aansiuitende droger van het type dat gebruik maakt van een droogmiddel of desiccant voor het drogen van het samengeperst gas afkomstig van de conpressorinrichting, waarbij de droger voorzien is van een drooggedeelte en van zen regeneratiegedeelta. iel drooggedeelte is voorzien van een droogmiddel voor het drogen van samengeperst gas dat er doorheen wordt geleid en is voorzien van een ingang die aansluit op de voorncende vitiaatleiding van de comressorinrichting en van een uitgang die tevens dienst doet als uitlaat van de corpressorinstallatie voor het leveren van samengeperst en gedroogd gas aan een stroomafwaarts net waarop verbruikers van samengeperst Gas aangesioten kunnen worden.
Wanneer het Le drogen, samengeperst gas doorheen het droogmiddel in het drooggedeelte stroomt, wordt vocht uit net samengeperst gas in het drocomiddel opgenomen door adsorptie of absorptie,
| In het regeneratiegedeelte wordt, zoals bekend, droogmiddel geregenereerd dat reeds voor het drogen van samengeperst gas werd gebmikt en dat verzadigd of gedeeltelijk 9 verzadigd is met vocht dat uit te drogen gas onttrokken | 5 werd, | Hierbij wordt het droogmiddel in het regeneratiegedeelte 9 geregenereerd door middel van een regeneratiegas dat er | doorheen wordt geleid via een ingang en een uitgang van dit 9 10 zegeneratiegedeelite, Voor vioeistofvrije compressorinrichtingen kan gebruik gemaakt worden van een zogenaamde “heat of compression” droger (HOC-droger), waarbij het regeneratiegas rechtstreskxs afgetakt wordt van de voornoemde uitiaatleiding van de comressorinrichting, bijvoorbeeld aan de uitiaat van de compressorinrichting.
Het afgetakte regeneratiegas heeft een voldoende hoge 2e temperatuur om vocht te kunnen opnemen uit het te regenereren droogmiddel.
Zen nadeel van dergelijke bekende inrichting is dat het regeneratiegas een hoge absolute vochtigheid heeft en dat het droogmiddel na regeneratie nog een zekere hoeveelheid vocht bevat, zodat, wanneer het in een later stadium wordt aangewend om Gas te drogen, een beperktere capaciteit heeft om vocht op te nemen en dus sneller terug geregenereerd zal moeren worden,
Bovendien Lienen vioeistofsgeinjecteerde compressorinrichtingen zich niet voor het aanwenden van | compressiewarmie voor regeneratie omdat de temperatuur aan | de uitiaat van de compressorinrichting hier typisch veel | 5 lager zal iiggen, zodat samengeperst gas het te regenereren { droogmiddel niet of niet voldoende zou kunnen drogen. 9 Een ander nadeel bij vioeistof-geinjecteerde compressorinrichtingen is dat het samengeperst gas aan de | 18 uitlaat van de compressorinrichting een zekere hoeveelheid vloeistoci bevat, wat het droogmiddel kan vervuilen, Len oplossing om de vervulling van het droogmiddel te vermijden is om het volledige debiet, samengeperst gas afkomstiq van de compressorinrichting, naar het drooggedeelte te voeren, nadat het samengeperst Cas eerst gekoeld is en door een vineistofafscheider is geleid, Vervolgens kan er regeneraliegas afgetakt worden aan de uitlaat van het drooggedeelie, welk regeneratiegas opgewarmd wordt door middel van een warntewisselaar, bijvoorbeeld gebruik makende van de warmte van het samengeperst gas aan de uitlaat van de compressorinrichting of door gebruik te maken van de warmte van de geïnjecteerde vloeistof.
Een probleem dat zich stelt bij dergelijke aanpak is het feit dat, voor de werking van de compressorinrichting en de ievensduur van de vloeistof, de tençeratuur van de vloeistof aan de uitlaat van de compressorinrichting zo Laag mogelijk moet gehouden worden, bij voorkeur onder
| BE2019/5376 4 80°C, terwijl, Om het droogmiddel goed te kunnen : regenereren, de temperatuur van het regeneratiegas bij | voorkeur hoger is dan 100°C en liever zelfs hoger is dan | 120°0, 9 De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de 9 voorncemde en andere nadelen een oplossing te bieden. 9 Hiertoe betreët de huidige uitvinding per id compressorinstallatie die voorzien is van een vloeistof- geinjecteerde compressorinrichting met minstens één viceistof-geïinjecteerd compressoreiement, gen uitiaatleiding die is aangesloten op een uitlaat van het compressorelement, waarbij in de uitiaatieiding een is vloeistofafscheider is opgenomen welke een inlaat en een uitlaat voor samengeperst gas cmvat en een uitlaat voor afgescheiden vloeistof en van een op de voornoemde uitiaatieiding aangesloten droger van het type dat gebruik waakt van een droogmiddel of dessicant voor het drogen van samengeperst gas afkomstig van de compressorinrichting, waarbij de droger voorzien is van een drocggedeelte en van cen regeneratiegedeseite met een ingang en sen uitgang voor regeneratiegas, waarbij op de ingang van net regeneratiegedeelte een regeneratieleiding is sangesloten, waarbij in de voornoemde regeneratieleiding gen warmtewisselaar is voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met een primair gedeelte waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid, met als kenmerk dat sen secundair gedeelte van de voornoemde warmtewisselaar is aangebracht in de compressorinrichting en dat de comnpressorinstallatie verder voorzien is van middelen om de
=
2 hoeveelheid vloeistof die geïnjecteerd wordt in het ; compressorelement te revelen, : Een voordeel is dat door de vioeistofiniectie in het 3 compressorelement te regelen de temperatuur aan de uitlaat van het compressorelement, zowel van de vloeistof als van het cas, geregeld kan worden, 9 Door bijvoorbeeld minder viceistof te injecteren, zal de : 10 temperatuur noger zijn, waardoor er meer warmte beschikbaar ; is om het regeneratiegas op te warmen, 9 Door het voornoemde secundaire gedeelte oc te nemen in de uitlaatleiding of te laten aansluiten op de voornoemde uitlaat voor afgescheiden vloeistof, kan de warmte van het gas, respectievelijk de vloeistof, gebruikt worden om het regeneratiegas op Le warmen,
Een ander voordeel is dat docr middel van de warmtewisselaar warmte zal afgevoerd worden, waardoor er geen ncod is aan een aparte vliosistofkceler of nakosler voor het samengeperste gas om deze warmte af te voeren of dat deze veel kleiner gedimensioneerd kan worden,
De werking van dergelijke compressorinstaliatie is vergelijkbaar met de gekende inrichtingen voor het drogen van gecomprimeerd gas, waarbij het gecomprimeerd gas door het drooggedeeite wordt geleid,
Be voornoemde droger kan op verschillende manieren uitgevoerd worden en kan bijvoorbeeld bestaan uit één
; BE2019/5376 ; D | behuizing waarin zich zowel het drooggedeelte als het regeneratiegedeelte bevindt of kan uit twee of meer vaten cestaan waarvan minstens één het drooggedeelte vormt en # minstens één het regeneratiegedesite. | 5 9 De middelen om de hoeveelheid vloeistof die geïnjecteerd # wordt in het compressorelement te regelen of dus mlddelen om de viceistofinjectie te regelen, kunnen op verschillende 9 manieren uitgevoerd worden, bijvoorbeeld door een regelbaar | 30 ventiel of regelbare spuitmond. 9 in eer praktische uitvoeringsvorm is de : compressorinstallatie voorzien van een controle-eenheid voor het aansturen van de voornoemde middelen, waarbij de controlereenheid de hceveelheid geïnjecteerde vloeistof zal regelen op basis van één of meer van de volgende criteria: « de vereiste temperatuur van het gas of de vloeistof aan de uitlaat; - de vereiste temperatuur van het gas aan de inlaat of de uitlaat van het regeneratiegedeelte; - het vereiste dauwpunt; - de temperatuur en/of de vochtigheid van de omgeving; - de temperatuur, vochtigheid en/of druk aan de inlaat van de droger; 23 - de fase waarin de droger zich bevindt; - de looptijd en/of de belaste en/of onbelaste tijd Van de compressorinrichting: - het toerental van de aandrijving.
Het is ook mogelijk dat de controle-eenheid de hoeveelheid geïnjecteerde vloeistof zal regelen door on regelmatige
_ BE2019/5376 ; ; tijdstigpen van bijvoorbeeld sen uur, gedurende een | bepaside tijd, bijvoorbeeld Lien minuten, de | vioeistefinjectie te minderen, zodat de temperatuur aan de | uitlaat tijdelijk verhoogd wordt om zo op regelmatige | 5 tijdstippen het droogmiddel zeer goed te kunnen 9 regenereren. 9 Indien het droogmiddel in een droger is aangebracht welke | verschillende vaten omvat, kan op het einde van de 9 10 regeneratiestap van een vat de vloeistofinjectie geminderd 9 worden om de temperatuur te verhogen voor een finale | regeneratis.
Bij voorkeur zal de regeling van de vloeistofinjectie gebeuren op basis van de temperatuur van het regenerallegas die nodig is voor het drogen van het droogmiddel, De uitvinding betreft cok een werkwijze voor het leveren van een samengeperst: gas afkomstig van een vloeistof- geïnjecteerde compressorinrichting met minstens één vloeistof-geinjecteerd compressorelement met een uitlaat voor het samengeperste gas, waarbij het samengeperste gas voorheen een droogmiddel in een drooggedeelte wordt geleid voor het drogen van het samengeperste gas en waarbij dit droogmiddel vervolgens wordt Geregenerserd in sen regeneratiegedeelte door middel van een regeneratiegas dat doorheen dit regeneratiegedeelte wordt geleid, met als kenmerk dat de werkwijze de stap omvat van het opwarmen van het regenerstiecas alvorens dit doorheen het voornoemde regeneratiecedeelte wordt geleid, gebruikmakend van de warmte aan de uitlaat van een vloeistof-geïinjecteerde
N BE2019/5376 8 | compressorinrichting en waarbij de werkwijze verder de stap { omvat van het regelen van de hoeveelheid vloeistof die | geïnjecteerd wordt in het compressorelement. 3 5 Een voordeel van dergelijke werkwijze is dat een voldoende 9 hoge temperatuur bereikt kan worden voor het 9 regeneratiegas, zodat al of zo goed als al het vocht uit 9 net droogmiddel geabsorbeerd of geadscrbeerd kan worden, | aangezien door het regelen van de hoeveelheid vloeistof die 9 LO geïnjecteerd wordt de temgeratuur aan de uitlaat van de compressorinrichting gecontroleerd kan worden.
Op deze manier kan ervcor gezorgd worden dat er voldoende warmte beschikbaar is zodat het regeneratiegas voldoende opgewarmd wordt, Bij voorkeur wordt de hoeveelheid geïnjecteerde vloeistof geregeld op basis van één cf meer van volgende criteria: - de vereiste temperatuur van het gas of de vloeistof aan de uitlaat; - de vereiste temperatuur van het cas aan de inlaat of de uitlaat van het regeneratiegedeeite: - het vereiste dauwpunt; - de temperatuur en/of de vochtigheid van de cmgeving; - de temperatuur, vochtigheid en/of druk aan de inlaat van de droger; - de fase waarin de droger zich bevindt; - de locptijd en/oï de belaste en/of onbelaste tijd van de compressorinrichtino; - het toerental van de aandrijving.
: Het is ook mogelijk om de hoeveelheid geïnjecteerde { viceistof te regelen door met regelmatige tijdstipcen van | bilvoorbeeid één uur, gedurende een bepaalde tijd, | bijvoorbeeld tien minuten, de vioeistofiniectie te | 3 minderen, zodat de temperatuur aan de uitlaat tijdelijk | verhoogd word: om zo cp regelmatige tijdstipren het 9 droogmiddel zeer goed te kunnen regenereren, 9 indien het droogmiddel in een droger is aangebracht welke 9 10 verschiliende vaten omvat, kan op het einde van de regeneratiestap van een val de vloeistofinjectie geminderd worden om de tençeratuur te verhogen voor een finale regeneratie.
135 In een voorkeurdragende ultvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een inrichting volgens de uitvinding voor het uitvoeren van de werkwijze.
De uitvinding betreft tevens een alternatieve werkwijze vaigens conclusie 22, al den niet in combinatie met conciusie 23 of 24. Deze alternatieve werkwijze biedt dezelfde voordelen als de werkwijze volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven.
Tevens betreft de huidige uitvinding een alternatieve comnpressorinstallatie volgens één of meer van de conclusies 25 tot 42. Ock die alternatieve compressorinstallatie vertoont gelijkaardige voordelen als de compressorinstallatie volgens de uitvinding zoals hiervoor 36 beschreven,
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te { Lonen, zijn hierna, ais voorbeeld zonder enig begperkend | karakter, enkele voorkeurdragende varianten beschreven van | ser compresscrinstallatie volgens de uitvinding en | 5 werkwijze volgens de uitvinding voor het leveren van 9 samengeperst gas, met verwijzing naan de bijgaande 9 cekeningen, waarin: 9 figuur 1 schematisch een compressorinstallatie volgens 9 10 de uitvinding weergeeft; 9 figuur 2 een alternatieve uilvoeringsvorm weergeeft van £iquur 1; figuren 3 en 4 varianten weergeven van figuur 2; figuur 5 schematisch een compressorinstallatie volgens de uitvinding weergeeft; figuur 6 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van figuur 5, figuren 7 en 8 varianten weergeven van figuur 6.
De in figuur 1 schematisch weergegeven compressorinstallatie 1 volgens de uitvinding omvat een compressorinrichting 2 met in dit geval één compressorelement 3 dat in dit geval wordt aangedreven door cen aandrijving 4.
De aandrijving 4 is bijvoorbeeld een elektrische motor, doch kan tevens een ander type van aandrijving zijn zoals een thermische motor, turbinewiei of dergelijke.
; 11 Het is niet uitgesioten dat de compressorinrichting 2 meer dan één compressorelement 3 en/of meer dan één aandrijving : 4 omvat. ; 5 De compressorinrichting 2 omvat een uitiaatleidino 5 die is aangesloten op de uitiaat 6 van het compressorelement 2, : in deze uitlaatieiding 5 is een nakoeler 7 opgenomen voor ; net koelen van het samengeperste gas, doch, dit is niet : id noodzakelijk voor de uitvinding.
Stroomafwaarts van deze | nakoeier 7 kan er eventueel een vineistofafscheider | opgenomen zijn in de ultiaatleiding 5. Voigens de uitvinding is de compressorinrichting 2 een vlioeistof-geïnjecteerde compressorinrichting 2, waarbij in het compressorelement 3 een vloeistof, bijvoorbeeld olie, wordt geïnjecteerd.
Het is ook mogelijk dat een ander soort vloeistof wordt geïnjecteerd zoals water of een polymeer. in de voornoemde uitlaatisiding 5 is, stroomopwaarts van de voornvemde nakoeler 7, een olieraïscheider 8 opgenomen met een inlaat 9a en een uitlaat 9b voor samengeperst cas en een uitlaat 10 voor afgescheiden olie. stroomafwaarts van de nakceler 7 is er ook een filter 11 opgenomen in de uitiaatleiding 5, De compressorinrichting 1 onvat verder een zogenaamd regeneratiegedesite 13a, welke deel uitmaakt van een droger 12, welke naast het regeneratiegedeelte 133 ook een drooggedeelte 13b omvat.
== BE2019/5376 Zowel in het regeneratiegedeslte Lia als in het drooggedeelte 13b is een droogmiddel 14 of desiccant | aangebracht, 9 5 in het weergegeven voorbeeld is de droger 12 voorzien van 9 een behuizing 15 waarbinnen zich het drooggedeelte 13b en | het regeneratiegedeelte 13a bevindt. 9 in de behuizing 15 is een trommel 16 opgesteld die het 9 iD droogmiddel bevat, welke trommel 16 is verbonden met 9 aandrijfmiddelen 17, zodanig dat het droogmiddel 14 | achtereenvolgens doorheen het drooggedselte 13b en het ‘ regeneratiegedeelte lia kan worden bewogen. iS Het droogmiddel 14 in het drooggedeelte 130 zal gebruikt worden voor het drogen van het samengeperst gas dat er doorheen geleid wordt en het drooggedeelte 13b is hiertce in dit geval voorzien van een ingang 18a die aansluit op de voornoemde uitlaatleiding 5 van de compressorinrichting 2 70 en van een uitgang 18b die dienst doet als uitlaat voor het Leveren van samengeperst en gedroogd gas.
In dit geval wordt het volledige debiet van samengeperst gas, afkomstig van het voornoemde compressorelement 3, naar de ingang 182 van het drooggedeelte 13b gevoerd.
Voigens de uitvinding is het regeneratiegedeelte 13a voorzien van een ingang 19a en een uitgang 19b en een op de ingang aangesloten regeneratieleiding 20 on een regeneratiegas doorheen het regeneratiegedeslte 13a te
L3 Leider on vochtig droogmiddel, dat zich in het ; regeneratiegedeelte 13a bevindt, te kunnen regenereren, | In deze regeneratieleiding 20 is een warmtewisselaar 21 | 5 voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met een | primair gedeelte 22a waar het regeneratiegas doorheen wordt 9 geleid, waarbij het secundaire gedeelte 226 van deze 9 warmtewisselaar 21 is aangebracht in de compressorinrichtinea 2. 9 In het voorbeeld van figuur 1 is de uitlaat 10 voor aigescheiden vloeistof verbonden met het secundair cedeelte 225 van de warmtewisselaar 21.
ib Dit wil zeggen dat de warme afgescheiden olie naar het secundair gedeelte 22b wordt geleid, zodat met deze olie het regeneratiegas, dat door het primaire gedeelte 27a stroomt, kan opgewarmd worden.
Verder is de compressorinstallatie 1 volgens de uitvinding voorzien van middelen 23 om de hoeveelheid vloeistof die geïnjecteerd wordt in het compressorelement 3 te regelen. Deze middelen 23 kunnen ce verschillende manieren uitgevoerd worden, In dit geval door een regelbaar ventiel 24, welke de toevoer van clie kan controleren. Dit zou ook zen regelbare spuitmond kunnen zijn.
Het regelbaar ventiel 24 is voorzien van een controle- eenheid 25 voor het aansturen ervan,
Zoals uit figuur 1 afl te leiden is, vormen de { vlieafscheider 8, het secundair gedeelte 22b van de { warmtewisselaar 21 en de voornoemde middelen 23 een | injectiecircuit 26, Het is niet uitgesloten dat in dit | 5 injectiecireuit 26, bijvoorbeeld stroomafwaarts van de 9 warmtewisselaar Zl, een oliekoeler is opgenomen, 9 in het weergegeven voorbeeld is de regeneratieleiding 20 9 verbonden met de uitgang 160 van het drocogedeelte 13b via # id een aftakleiding 27 voor het aftakken van regeneratiegas aan de uitgang 18b van het drooggedeelte 13b. Met andere woorden: seen deel van het gedroogde, samengeperste gas wordt gebruikt als regeneratiegas, De uitgang 19b van het regeneratiegedeelte 13b wordt via een terugvoer/eiding 28 verbonden met de uitlaatieiding 5 van de compressorinrichting 2 op een punt P nabij de ingang 18a van het drooggedeelte 13b.
In deze terugvoerleiding 28 is sen koeler 29 opgenomen voor het koelen van het regeneratiegas na het regenereren en ook een viceistofafscheider 298 om eventueel cecondenseerde vloeistof te kunnen verwijderen.
24 Verder is in dit geval de uitlaatleiding 5 met de terugvoerleiding 28 verbonden via een venturi 30. in plaats van een venturi ejector zou eventueel ook een zogenaamde bicwer of booster kunnen worden gebruikt voor de recombinatie van het gebruikt regeneratiegas met het te droger gas.
/ BE2019/5376 : 15 De werking van de compressorinstallatie 1 is zeer senvoudig en als volgt. | Het compressorelement 3 zal og de gekende wijze gas, : & bijvoorbeeld lucht, samenpersen. : Tijdens de werking zal er olle geïnjecteerd worden in het | compressorelement 3 voor de smering, koeling en afdichting | ervan,
De temperatuur van het gas en de olie aan de uitlaat 6 van het compressorelement 3 zal, onder andere, afhangen van de hoeveelheid olie die wordt geïnjecteerd,
Via de controle-eenheid 25 zal de hoeveelheid olie die het regeibaar ventiel 24 injecteert, geregeld worden op basis van de temperatuur van het regeneratiegas die nodig is voor het drogen van het droogmiddel 14,
Met deze benodigde temperatuur van het regeneratiegas, zal een minimale Lemperatuur van de olie aan de uitlaat 6 overeenkomen, bijvoorbeeld minstens 100°C,
De controle-eenheid 25 zal er dus voor zorgen dat er net
23 zoveel vloeistof geïnjecteerd wordt dat een temperatuur van de vlie aan de uitlaat 6 van 100"C gehaald wordt. iet samengeperste gas zal via de uitlaatieidino 5 langs de olieafscheider B passeren voor het afscheiden van de geïnjecteerde olie van het samengeperste gas.
: 16 Vervolgens gaat het gas door de nakceler 7, waarbij het samengeperste gas zal sfkoelen tot ongeveer 30°C, eventueel door een viceistoïafscheider na de nakoeier cm de ; gecondcenseerde vloeistof te kunnen afscheiden en tot slot 53 ock door de filter 1l voor het uitzuiveren van enige ; laatste onzuiverheden.
De uitlaatieiding 5 zal al het afgekoelde en gezuiverde : Samengeperste gas naar de ingang 188 van het drocggedeelie | 10 135 van de droger leiden, Bij het doorlopen van het drooggedeelte 13b zal het droogmiddel 14 vocht opnemen uit het gas.
Met andere woorden: net droogmiddel 14 zal vochtig worden,
Wanneer het nu droge gas het drooggedeelte 13b verlaat, zal het bijvoorbeeld naar een niet op de fiqçuur weergegeven netwerk van verbruikers gebracht worden, Zen gedeelte van dit droge gas zal via de aftakleiding 27 naar de regeneratieleiding 20 geleid worden.
Dit zogenaamde regeneratiegas zal hierbij via het primaire gedeelte 22a van de warmtewisselaar 21 passeren om het regeneratiegss op te warmen.
Via de warmtewisselaar 21 zal het regeneratiegas opgewarmd worden met behulp van de warme olie.
Het regeneratiegas zal cpogewarmd worden van ongeveer 30°C tot ongeveer 100°C, wat voldoende is voor regeneratie.
Tegelijkertijd zal de olie afgekoeld worden van 100°C tot ongeveer 35°C en via het regelbaar ventiel 24 terug in het { compressore.iement 3 geïnjecteerd worden, | 5 Via de regensratieleiding 20 wordt het regeneratiegas naar de inlaat 19a van de regeneratiezone 12a celeid, alwaar het | doorheen vochtig droogmiddel 14 in de regeneratiezone 13a : zal stromen. 9 10 Het regeneratiegas zal het droogmiddel 14 regenereren, dit 9 wil zeggen: vocht onttrekken uit het vochtig droogmiddel 14 | of het droogmiddel 14 zelf zal gedroogd worden.
Vervolgens zal door middel van de aandrijfmiddelen 17 van 25 de Lromei 16 het cedroogde droogmiddel 14 verplaatst worden naar het drooggedeelie 13b, terwijl tegelijkertijd vochtig droogmiddel 14 in het regeneratiegedesite 13a terechtkemt.
Het regeneraliegas dat na doorgang doorheen net regeneratiegedeelte 133 vocht bevat en een Lemperatuur heeft van ongeveer 70°C, zal via de terugvoerleiding 28 naar de ingang 18a van het drooggedeelte 13b gevoerd worden en zo gedroogd worden, Hierbij zal het via de koeler 29 passeren en gekoeld worden tot ongeveer 30°C en via de vioeistofafscheider 29a alvorens het via de venturi 30 terug samengevoegd wordt met het samengeperste gas, afkomsrig van de compressorinrichting 2. Alhoewel in het hierboven beschreven voorbeeld de middelen geregeld werden zodat de benodigde temperatuur van het iB regeneratiegas bekomen wordt, is het niet uitgesloten dat { de regeling op basis van èèn of meer andere parameters { gebeurt. De hoeveelheid vloeistof die geïnjecteerd wordt kan ook 9 geregeld worden op basis van omgevinasparameters of het 9 dauwpunt van het gas. 9 Dok parameters van de compressorinrichting 2 of van de 9 16 droger 12 kunnen in rekening gebracht worden bij de # regeling van de viosistofiniectie, in [iguur 2 is een variante weergegeven volgens figuur 1, waarbij in dit geval de droger 12 op een andere manier is uitgevoero. In pisats van een roterende of drasiende trommel 16 omvat de droger 12 nu een aantal vaten 31 die gevuld zijn met het droogmiddel 14, In het weergegeven voorbeeld zijn het twee vaten 31, maar dit kunnen ook drie, vier of meer vaten 31 zijn, waarvan minstens één vat 31 het drooggedeelte 135 vormt en minstens sen vat 31 het regeneratiegedeelte 13a vormt.
Naast de voornoemde vaten 31 omvat de droger 12 verder een kleppensysteem 32 dat de uitlaatieiding 5, de regeneratieleiding 20 en in dit geval ook minstens sen deel van de terugvoerleiding 28 en de aftakleiding 27 verbindt met de voornoemde vaten 31,
Het voornoemde kleppensysteem 32 omvat twee aparte blokken 33a, 33b. [ Het voornoemde kleppensysteem 32 is een systeem van | 5 verschiilende leidingen en kleppen dat zodanig geregeld kan 9 worden dat steeds minstens één vat 31 geregenereerd wordt, 9 terwijl de andere vaten 31 het samengeperste gas drogen, 9 waarbij door regeling van het kleppensysteem 32 de vaten 31 9 eik op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden, 9 De koeler 29, de venturi 30, de terugvoerleiding 28 en een gedesite van de aftakleiding 27 zijn in het kleppensysteem 32 geïntegreerd, doch dit is niet noodzakelijk voor de uitvinding, Tevens is de compressorinstallatie 1 uit figuur 2 voorzien van wee injectiecircuits 26a, Z26b, waarbij een eerste injectiecircuit 2623 lcopt vanaf de uitlaat 10 voor afgescheiden viceistof van de viceistofafscheider 8 naar het compressorelement 3 en een tweede injectiecircuit 26b Loopt vanaf de uitlaat 10 voor afgescheiden vlceistof van de vloseistofafscheider € naar de lagers van de compressorinrichting 2.
in dit geval is in het eerste injectiecircuit 26a het secundair gedeelte 72h van de voornoemde warmtewisselaar 21 aangebracht, In het tweede injectiecircuit Z26b is een oliekoeler 34 opgenomen,
: 20 | In beide injectiecircuits 26a, 260 is in dit geval een regelbaar ventiel 24 opgenomen, Doch dit is niet 9 noodzakelijk voor de uitvinding. 9 5 Zodoende zai de aïgescheiden olie worden opgesplitst, 9 waarbij een deel via de warmtewisselaar 21 in het # compressorelement 3 geïnjecteerd worden en een ander deel 9 via de oliekoeler 34 naar de lagers gestuurd wordt. 9 10 Met behulp van de regelbare ventielen 24 kan zowel de # noeveelheid olie naar het compressorelement 3 als naar de Lagers geregeld worden. De werking is verder analoog aan de hoger beschreven werking van de compressorinstallatie 1 uit figuur 1. Het is duidelijk dat ook in figuur 1 en in alle hieronder Deschreven uitvoeringsvormen twee injectiecircuits 26a, 26b kunnen worden toegepast, Figuur 3 geeft een variant weer van fiquur 2, waarbij in dit geval het regeneratiegas niet afgetakt wordt van het gedroogde, samengeperste gas, maar afkomstig is van een externe bron 35.
Het regeneratiegas wordt ook niet meer via een cerugvoerleiding 28 naar de inlaat 182 van het drooggedeeite 14b gebracht, maar zal na regeneratie van het droogmiddel 14 afgevoerd of afgeblazen worden, bijvoorbeeld 39 door middel van een afblaasventiel 36.
Tevens is er ook siechts één injectiecircuit 26, zoals in figuur 1, 9 De vloeistofafscheider 298 is aiwezig in deze : 3 uitvoerinosvorm. 9 Piguur 4 geeft nog een andere uitvoeringsvorm weer, waarbij 9 in dit geval het regeneratiegas opnieuw wordt afgetakt aan 9 de uitgang 185 van het drocoggedeelte 13b, net zoals in LU figuur 2, maar waarbij het regeneratiegas na regeneratie wordt afgeblazen, bijvoorbeeld door middel van een afblaasventiel 36, net zoais in figuur 3. Ook in dit geval is er siechts één injectiecircuit 26, zoals in Figuur 1. De vloeistofafscheider 22a is eveneens afwezig in figuur 4,
Voor de rest zijn de uitvceringsvormen van figuren 3 en à identiek aan figuur 2. Figuur 5 Loont een variant van figuur 21, waarbij in dit gevai het primair gedeelte 22a van de warmtewisselaar 21 is aangebracht in de uitlaatleiding 5, stroomafwaarts van de vloeistofaïscheider 8, De uitlaat 10 voor afgescheiden olie van de olieafscheider 8 is verbonden met een ciiskoeler 34 welke op zijn beurt verbonden is met het regelbaar ventiel 24. Via de warmtewisselaar Z1 zal het regenerstiegas opgewarmd worden met behulp van de warmte van het samengeperste cas.
De afgescheiden olie zal gekoeld worden met de oliekoeler
34. | Voor de rest is de werking analoog aan figuur 1, F Figuur 6 toont een variant van figuur 1, waarbij de droger 9 12 in dit geval is uitgevoerd zoals in figuren 2 tot 4, 9 In de plaats van een roterende of draaisnde trommel 16 omvat de droger 12 vaten 31 die gevuld zijn met een droogmiddel 14, In het weergegeven voorbeeld zijn het twee vaten 31, maar dit kunnen ook drie, vier of meer vaten 31 zijn, waarvan minstens één vat 31 het drooggedeelte 13b vormt en minstens éón vat 31 het regeneratiecedeelte 13a vormt, Naast de voornoemde vaten 31 omvat de droger 12 verder een kleopensysteem 32 dat de uitiaatleiding 5, de regeneratieieiding 20, de terugvoerleiding 28 en de aftakieiding 27 verbindt met de voornoemde vaten 31. Het voornoemde klepcensysteem 32 omvat twee aparte blokken 33a, 33b.
Het voorncemde kleppensysteem 22 is, net zoals in figuur 2, zen systeem van verschillende leidingen en XlIeppen dat zodanig geregeld kan worden dat steeds minstens één vat 31 geregeneresrd wordt, terwijl de andere vaten 31 het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het
; kieppensysteem 32 de vaten 3i eik og hun hbeurt achtereenvolgens geregenereerd worden, | De xoeier 29, de venturi 30, de terugvoerleiding 28 en een gedeelte van de aftakleiding 27 zijn in het kleppensysteem : 32 geïntegreerd, doch dit is niet noodzakelijk voor de : uitvinding. : De vloeistofafscheider 29a is aËwezic in dit geval. | 10 { De werking is verder analoog aan de hoger beschreven werking van de compressorinstallatie 1 uit figuur 5, Figuur 7 geeft een variant weer van [lguur 5, waarbij in dit geval het regeneratiegas niet afgetakt wordt van het gedroogde, samenceperste gas, maar afkomstig is van een externe bron 35, net zoals in figuur 3. Het regeneratiegaz wordt OOK niet meer via sen terugvoerleiding 28 naar de inlaat 18a var het drooggedeeite 130 gebracht, maar zal na regeneratie van het droogmiddel 14 afgevoerd of afgeblazen worden, bijvoorbeeld door middel van een afblaasventiel 36. De vlceilstofaïscheider 29a is afwezig in dit geval.
Figuur 8 geeft nog een andere uitvoeringsvorm weer, waarbij in dit geval het regeneratiegas opnieuw wordt afgelakt aan de uitgang 18b van het drooggedeelte 135, net zoals in figuur 6, maar waarbij het regenerstiegas na regeneratie wordt afgeblazen, bijvoorbeeld door middel van een afblaasventiel 36, net zoals in figuur 7. Dit komt overeen met de situatie zoals in figuur 4, : De vloeistofafscheider 29a is cok in dit geval afwezig, | Voor de rest zijn de vitvoeringavormen van figuren 7 en & 9 identiek aan Éiguur 6, 9 Het moge duidelijk zijn dat de specifieke uitvoering van 9 16 het klegpensvysteem 32 in figuren 2 tot d en 6 tot 8 niet | beperkend 15 voor de uitvinding en dat dit cp veel verschillende manieren gerealiseerd kan worden, De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven Uitvoeringsvormen, doch sen dergelijke compressorinstallatie en werkwijze volgens de uitvinding voor het ieveren van samengeperst gas kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te reden,

Claims (1)

  1. Conclusies, | ii.
    Compressorinstallatie die voorzien is van een 9 3 vliceistof-geïnjecteerde compressorinrichting (2 met minstens één vloeistof-geïnjecteerd compressorelement (3), | een uitlaatleiding (5) die is aangesloten op een uitlaat | (63 van het compressorelement {3}, waarbij in de 9 uitlaatleiding (3) een vloeistof-afscheider {8} is 9 10 opgenomen welke een inlaat (9a) en een uitlaat {9b} voor # samengeperst gas Omvat en ser uitlaat {103 VOOr afgescheiden vloeistof en van een on de voornoemde uitlaatleiding (5) aangesloten droger (13) van het type dat gebruik maakt van een droogmiddel (14) of dessicant voor 45 het drogen van samengeperst gas, afkomstig van de compressorinrichting (23, waarbij de droger (12) voorzien is van een drooggedeelte {13b} en van een regeneratiegedeeite (13a) met een ingang (19a) en een uitgang {19b) voor regeneratiegas, waarbij op de ingang (19a) van het regeneratiegedeelte (13a) een regeneratieleiding (20) is aangesloten en waarbij in de voornoemde regeneratieleiding (20) een warmtewisselaar {213 is voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met sen primair gedeelte (22a) waar het regeneratiegas doorheen wordt veleid, daardoor gskemerkt dat een secundair vedeelte (22b) van de voornoemde warmtewisselaar {21} is aangebracht in de compressorinrichting (2) en dat de compressorinstallatie (1) verder voorzien is van middelen (23) om de hoeveeiheid vloeistof die geïnjecteerd wordt in het compressorelement (3) te regelen.
    | BE2019/5376 9 26 Zr Compressorinstailatie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het secundair gedeelte {22b} van de | warmtewisselaar {21}; is aangebracht in de uitlaalleiding | (5), strcomaïwasarts van de vlceistofafscheider (8), 9 3.7 Compressorinstallatie volgens conclusie 1, daardoor 9 gekenmerkt dat de uitlaat (10) voor afgescheiden vloeistof 9 verbonden is met het secundair gedeelte (22b} van de 9 warmtewisselaar (21). 9 10 à. Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (23) gevormd worden door een regelbaar ventiel (24) of regelbare spuitmond.
    3. Compressorinstaliatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de compressorinstallatie {1} voorzien is van een controle- eenheid {25} voor het aansturen van de voornoemde middelen {23}, waarbi? de controle-eenheid (25) de hceveslheid geïnjecteerde vloeistof zal regelen op basis van één of meer van volgende criteria: - de vereiste temperatuur van het gas of de viceistof aan de uitlaat (63; - de vereiste temperatuur van het gas aan de inlaat (19a) of de uitlaat (19b} van het regeneratiegedeelte {13a}; - het vereiste dauwpunt; - de temperatuur en/of de vochtigheid van de omgeving; - de temperatuur, vcchticheid en/of druk aan de inlaat (ida) van de droger {12};
    - de fase waarin de droger {12} zich bevindt; - de iooptijd en/of de belaste en/of onbelaste tijd 9 van de compressorinrichting (2); | - het toerental van de aandrijving (4}. 9 4.” Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande 9 conclusies, daardoor gekenmerkt dat de compressorinstallatie (1) voorzien is van een controle- : eenheid (25) voor het aansturen van de vocrnoemde middelen {23}, waarbij de controle-eenheid (25) de hoeveelheid geïnjecteerde vloeistof zal regelen door op regelmatige tijdstippen gedurende een bepaalde tijd de vloeistofinjectie te minderen,
    7.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de compresscrinrichting (2} voorzien is van twee injectiecircuits (26a, 26kb), waarbij een eerste injectiecircuit (26a) loopt vanaf de uitlaat {10} voor afgescheiden viceistof van de viceistofafscheider (8) naar het Compressorelement {3} en een tweede injectiecircuit (26h) loopt vanaf de uitlaat (210) voor afgescheiden vloeistof van de vloeistofafscheider {8} naar de lagers van de compressorinrichting (2).
    €. Compressorinstallatie volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat in het eerste injectiecircuit (26a) het secundaire gedeelte (22h! van de voornoemde warmtewisselaar {21} is aangebracht, 36 9.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde minstens î één compressorelement (3) wordt aangedreven door een { aandrijving {4}. 9 10.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande 9 5 conclusies, daardoor gekenmerkt dat de { compressorinatallatie {1} zodanig geconfigureerd is dat het 9 volledige debiet van samengeperst gas afkomstig van het | voornoemde conpressorelement {3} naar een ingang {18a} van 9 het voornoemde drvoggedeelte (13b) wordt gevoerd. | 10 9 Ll. Compressorinstallatie volgens éên van de voorgaande | conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan een uitgang {18b} van het drooggedeelte {13b} een aftakleiding (27) wordt voorzien welke aansluit op de regeneratieleiding {20} voor 13 het aftakken van regeneratiegas aan de uitgang (18b) van net drooggedeelte (13h).
    12.- Compressorinstaliatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uitgang ({19b} van het regeneratiegedeelte (13a) via een terugvoerleiding (28) verbonden wordt met de uitlaarleiding (5) van de compressorinrichting (2) op een punt (PF) nabij de ingang {18a} van het drooggedeeite {13h}.
    13.- Compressorinstallatie volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat in de voorncemde terugvoerleiding (28) een koeler (29) is opgenomen er eventueel een viceistofafscheider (29a).
    14.- Compressorinstallatie volgens conclusie 12 of 13, ; daardoor gekenmerkt dat de terugvoerleiding (28) verbonden [ wordt met de uitlastieiding {5} via een venturi {30}. 9 5 ls. Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande | conclusies, daardoor gekenmerkt dat de droger {12} is 9 voorzien van een behuizing {15} waarbinnen zich het F drocggedesite (13b} en het regeneratiegedeelte {13a} bevindt, waarbij in de behuizing {15} een trommel (16) is 9 id opgesteld die het droogmiddel (14) bevat, welke trommel | {16} is verbonden met aandrijfmiddelen (17) zodanig dat het 9 droogmiddel (14) achtereenvolgens doorheen het drooggedeelte {13b} en het regeneratiegedeelte {13a} kan worden bewogen,
    16.7 Compressorinstaliatie volgens één van de voorgaande conclusies l tot 14, daardoor gekenmerkt dat de droger (12) een aantal vaten (31) omvat die gevuld zijn met het drocomiddel id}, waarvan minstens één vat (31) het Z0 drooggedeelte (13b) vormt en minstens één vat (31) het regeneratiegedeelte {13a} vormt, waarbij de droger (12) verder een kleppensysteem (32) omvat dat de uitlastleiding {5}, de regeneratieleiding {20} an sventuseel de terugvoerieiding (28) en de aftakleiding {27} verbindt met de voornoemde vaten {31}, waarbij het voornoemde kleppensysteem (32) zodanig is dat steeds minstens één vat (31) geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten (31) het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem {32} de varen {31} eik op hun beurt achtereenvcigens geregenereerd worden.
    : 30 it. Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande | conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de uitlaatieiding | (5) sen nakoeler {73 is cpgenomen en eventueel een 3 vloeistofafscheider, 9 18,- Werkwijze voor het leveren van een samengeperst das 9 afkomatig van ser vioeistof-geïnjecteerde 9 compressorinrichting (2) met minstens één = vioeistof- 9 geïnjecteerd compressorelement (3) met een uitlaat (6) voor het samengeperste gas, waarbij het samengeperste gas doorheen een droogmiddel (14) in een drooggedeelte (13b) wordt geleid voor het drogen van het samengeperste gas en waarbij dit droogmiddel vervolgens wordt geregenereerd in een regeneratiegedeelte {13a} door middel van een regeneratiegas dat doorheen dit regeneratiegedeseite (13a) wordt geleid, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap omvat van het opwarmen van het regeneratiegas alvorens dit doorheen het voornoemde regeneratiegedeelte (13a) wordt geleid, gebruikmakend van de warmte aan de uitlaat (6) van een vloeistof-geinjecteerde compressorinrichting (2) en waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het regelen van de hoeveelheid viceistof die geïnjecteerd wordt in het compressorelement (33.
    18.- Werkwijze volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de hoeveelheid geïnjecteerde vloeistof geregeld wordt op basis van één of meer van volgende criteria: - de vereiste temperatuur van het gas of de vloeistof aan de uitlaat (6); - de vereiste temperatuur van het gas aan de inlaat {152} of de uitlaat (19b} van het regeneratiegedesite:;
    { - het vereiste dauwpunt; | - de temperatuur en/of de vochtigheid van de omgeving; [ - de temperatuur, vochtigheid en/of druk aan de inlaat 3 (18a) van de droger (12); | 5 - de fase waarin de droger (12} zich bevindt; 9 - de looptijd en/of de belaste en/of onbelaste tijd 9 van de compressorinrichtina (2); - het toerental van de aandrijving (4).
    9 10 20.- Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, daardoor | gekenmerkt dat de hoeveelheid geïnjecteerde vloeistof geregeld wordt door op regelmatige tijdstippen gedurende cen bepaalde tijd de vloeistofinjectie te minderen,
    21.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 18 tot 20, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een inrichting {1} volgens één van de voorgaande conclusies l tot 17, Z2.- Werkwijze voor het leveren van een samengeperst gas afkomstig van een vioeistof-ceïnjecteerde compressorinrichting (2) met minstens één vioeistof- geïnjecteerd compressorelement (3) met een uitlaat (6) voor het samengeperste gas, waarbij het samengeperste gas dcorheen een droogmiddel {14} in een drooggedeelte (135) wordt geleid voor het drogen van het samengeperste gas en waarbij dit droogmiddel vervolgens wordt geregenereerd in een regeneratiegedeelte {1 3a) door middel van san regeneratiegas dat doorheen dit regeneratiegedeelte (13a) wordt geleid, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap omvat van het opwarmen van het regeneratiegas alvorens dit
    | BE2019/5376 32 doorheen het voornoemde regeneratiegedeelte (13a) wordt { geleid, gebruikmakend van de warmte aan de uitlaat {6} van { een viceistof-geïniecteerde compressorinrichting (2) en waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het regelen | 2 van de temperatuur van de vloeistof die geïnjecteerd wordt | in het compressorelement (3),
    23.” Werkwijze volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt 9 dat de temperatuur van de vloeistof die geïnjecteerd wordt, { 10 wordt geregeld op basis van één of meer van volgende criteria: - de vereiste temperatuur van het gas of de vloeistof aan de uitlaat (6); - de vereiste temperatuur van het gas aan de inlaat (193) of de uitlaat (15b) van het regeneratiegedeslte; - het vereiste dauwpunt; - de temperatuur en/of de vochtigheid van de omgeving; - de temperatuur, vochtigheid en/of druk aan de inlaat (15a) van de droger (12); - de fase waarin de droger (12) zich bevindt; - de looptijd en/c de belaste en/of onbelaste tijd van de compressorinrichting (2); = het toerental van de aandrijving (4).
    24,- Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, daardoor gekenmerkt dat de temperatuur van de vloeistof die geïînjecteerd wordt, wordt geregeld door op regelmatige tijdstippen gedurende een bepaalde tijd de temperatuur te reduceren, 32
    25," Compressorinstalliatie die voorzien is van een | vineistof-geïn{ecteerde compressorinrichting (23 met | minstens één vlioeistofrgeinjectserd compressorelement (3), : cen uitiastieiding (5) die is aangesloten op een uitlaat : 5 {6} van het compressorelement (3), waarbij in de | uitlaatieiding {53 een vlosistof-afscheider {8} is 9 ppgenomen welke een inlaat (Sa) en een uitlaat {9b} voor | samengeperst gas omvat en een uitlaat (103 voor # afgescheiden vloeistof en van een op de voomoemde uitiaatleiding {5} aangesloten droger (12} van het type dat gebruik maakt van een droogmiddel (14) of dessicant voor het drogen van samengeperst gas, afkomstig van de compressorinrichting (2), waarbij de droger {12} voorzien is van aen drooggedesite {(13b) en van een regeneratiegedeelte (13a) met een ingang (19a} en een uitgang (190) voor regeneratiegas, waarbij op de ingang (192) Van het regenserariegedeelte (13a) DEN regeneratieleiding (20) is aangesloten en waarbij in de voornoemde regeneratieieiding (20) een warmtewisselaar {211 22 is voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met een primair gedeelte (223) waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid, daardoor gekenmerkt dat een secundair gedeelte (22b) van de voornoemde warmtewisselaar {21} is aangebracht in de compressorinrichting (235 en dat de compressorinstaliatie {1} verder vcorzien is van middelen om de temporatuur van de viceistof die geïnjecteerd wordt in het compressorelement {3} te regelen,
    26.- Compressorinstailatie volgens conclusie 25, daardoor gekenmerkt dat het secundair gedeelte {220} van de
    { warmtewisselaar (21) is aangebracht in de uitlaatleiding | {5}, stroomafwaarts van de vioceistofafscheider (8), | Zi." Conpressorinstaliatie volgens conclusie 25, daardoor 3 5 gekenmerkt dat de uitlaat (10) voor afgescheiden vloeistof | verbonden is met het secundair gedeelte (22b} van de 9 warmtewisselaar {21}. 9 268.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande 9 19 conclusies 25 tot 27, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde 9 middeien voor het regelen van de temperatuur een regelbaar 9 ventiel omvatten, 23, Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies 25 tot 28, daardoor = gekenmerkt dat de compressorinstallatie (1) voorzien is van een controle- eenheid {25} voor het aansturen van de voornoemde middelen voor het regelen van de temperatuur, waarbij de controle- eenheid (25} de temperatuur van de te injecteren vloeistof zal regelen op basis van één of meer van volgende criteria: - de vereiste temperatuur van het gas of de vloeistof aan de uitlaat (63: - de vereiste temperatuur van het gas aan de inlaat {19a} of de uitlaat (19b} van het regeneratiegedeelte {13a}: - het vereiste dauwpunt; - de temperatuur en/of de vochtigheid van de omgeving; - de temperatuur, vochtigheid en/of druk aan de inlaat (18a) van de droger {12}; - de fase waarin de droger {12} zich bevindt;
    | - de looptijd en/of de belaste en/of onbelaste tijd { van de compressorinrichting {2}; | - het toerental van de aandrijving (4}, | 3 30,- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande | conclusies 25 tot 29%, daardoor gekenmerkt = dat de 9 compressorinstallatie (1) voorzien is van een controle- | eenheid (25) voor het aansturen van de voornoemde middelen | voor het regelen van de temperatuur, waarbij de controle- 9 10 eenheid (25} de temperatuur van de te injecteren vloeistof 9 zal regelen door op regelmatige tijdstippen gedurende een [ bepaalde tijd de temperatuur van de te injecteren viceistof 9 te reduceren,
    31.7 Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conciusies 25 tot 30, daardoor gekenmerkt dat de compressorinrichting (2} voorzien is van twee injectiecircuits (2683, 26b}), waarbij ser eerste injectiecircuit {26a} icopt vanaf de uitlaat (10) voor afgescheiden vloeistof van de vliceistofafscheider {8} naar het compressorelement (3) en een tweede injectiecirouit {26h} lcopt vanaf de uitlaat (103 voor afgescheiden vioeistof van de viceistofafscheider (8) naar de Lagers van de compressorinrichting {2}.
    32.- Compressorinstaliatie volgens conclusie 31, daardoor gekenmerkt dat in het eerste injectiecircuit (26a} het secundaire gedeelte (225) van de voorncemde warmtewisselaar {21} is aangebracht,
    à BE2019/5376 | 36 9 33. Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande | conclusies 25 tot 32, daardoor gekenmerkt dat het 9 vocrnoemde minstens één compresscrelement {3) wordt 9 aangedreven door een aandrijving (4), 9 34.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande | conclusies 25 tot 33, daardoor gekenmerkt dat de compressorinstallatie (1) zodanig geconfigureerd is dat het voliedige debiet van samengeperst gas afkomstig van het voornoemde compressorelement (3) naar een ingang (18a) van het voornoemde drooggedeeite (13b) wordt gevoerd,
    35.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies 25 tot 34, daardoor gekenmerkt dat aan een 13 uitgang (18b) van het drooggedeelte (13b) een aftakleiding {27} wordt voorzien welke aansluit op de regeneratieleiding {20} voor het aftakken van regeneratiegas aan de uitgang (18b) van het drooggedeelte (13b}. 20 36.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies 25 tot 35, daardoor gekenmerkt dat de uitgang (19b} van het regeneratiegedeelte {13a} via een terugvoerleiding (28) verbonden wordt met de uitlaatieiding {5} van de compressorinrichting (2) op een punt (P) nabij de ingang (18a) van het drooggedeelte (136). 37,- Compressorinstallatie volgens conclusie 36, daardoor gekenmerkt dat in de voornoemde terugvoerleiding (28) een kosier (29) 15 opgenomen en eventueel een viceistofafscheider ({(29a).
    38. Compressorinstallatie volgens vonciusie 36 cf 37, daardoor gekenmerkt dat de YLerugvoerleiding (28) verbonden 9 wordt met de uitlaatleiding (5) via een venturi (303. 9 5 38.- Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande | conclusies 25 tot 38, daardoor gekenmerkt dat de droger 9 (12) is voorzien van een behuizing (15) waarbinnen zich het drooggedeeite {13h} an het regeneratiegedeeite {13a) 9 bevindt, waarbij in de behuizing (15) een trommel (16) is 9 10 opgesteld die het droogmiddel (14) bevat, welke trommel 9 {16} is verbonden met aandrijfmiddelen (17) zodanig dat het droogmiddel {14} achtereenvolgens doorheen het drooggedesite (13b) en het Yegeneratiegedeelte (134) kan worden bewogen,
    40,- Compressorinstallatie voigens één van de voorgaande conclusies 25 tot 38, daardoor gekenmerkt dat de droger (12) een aantal vaten (31) omvat die gevuld zijn met het droogmiddel {14}, waarvan minstens één vat {31} het drooggedeelte (13b) vormt en minstens één vat (31) het regeneratiegedeelte (13a) vormt, waarbij de droger (12) verder een kleppensysteem (37) omvat dat de uitlaatleiding {5}, de Zegeneratieleiding (20) en eventueel de terugvoerleiding (28) en de aftakleiding (27) verbindt met de voornoemde vaten {31}, waarbij het voornoemde kleppensysteem (32) zodanig is dat steeds minstens één vat (31} geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten (31) het samengeperste gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem (39) de vaten (31) elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden,
    dl.
    Compressorinstallatie volgens één van de voorgaande NT bar - conclusies 25 tot 40, daardoor gekenmerkt dat in de : uitisatleiding {5} sen nakoeler {7} is opgenomen en ; eventueel een viceistofafscheider,
BE20195376A 2019-04-24 2019-06-12 Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas BE1027361B1 (nl)

Priority Applications (27)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195376A BE1027361B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas
BE20205176A BE1027364B1 (nl) 2019-06-12 2020-03-13 Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van een samengeperst gas
CN202080023820.6A CN113677890A (zh) 2019-04-24 2020-04-20 压缩机设备和用于递送压缩气体的方法
FIEP20726238.7T FI3959444T3 (fi) 2019-04-24 2020-04-20 Kompressorikokoonpano ja menetelma kompressoidun kaasun toimittamiseksi
PL20726238.7T PL3959444T3 (pl) 2019-04-24 2020-04-20 Instalacja sprężarki oraz sposób dostarczania sprężonego gazu
ES20726238T ES2966663T3 (es) 2019-04-24 2020-04-20 Instalación de compresor y método para la entrega de un gas comprimido
BR112021020544A BR112021020544A2 (pt) 2019-04-24 2020-04-20 Instalação de compressor e método para fornecer gás comprimido
CA3130096A CA3130096A1 (en) 2019-04-24 2020-04-20 Compressor installation and method for delivering a compressed gas
PCT/IB2020/053716 WO2020217156A1 (en) 2019-04-24 2020-04-20 Compressor installation and method for delivering a compressed gas
KR1020217036138A KR20220002352A (ko) 2019-04-24 2020-04-20 압축기 설비 및 압축 가스를 전달하기 위한 방법
AU2020262381A AU2020262381A1 (en) 2019-04-24 2020-04-20 Compressor installation and method for delivering a compressed gas
EP20726238.7A EP3959444B1 (en) 2019-04-24 2020-04-20 Compressor installation and method for delivering a compressed gas
US17/430,805 US20220161186A1 (en) 2019-04-24 2020-04-20 Compressor installation and method for delivering a compressed gas
SG11202111042YA SG11202111042YA (en) 2019-04-24 2020-04-20 Compressor installation and method for delivering a compressed gas
CA3131845A CA3131845A1 (en) 2019-06-12 2020-05-11 Drying device and method for drying a compressed gas
AU2020290081A AU2020290081A1 (en) 2019-06-12 2020-05-11 Drying device and method for drying a compressed gas
JP2021600185U JP3237792U (ja) 2019-06-12 2020-05-11 圧縮ガスを乾燥させるための乾燥装置
KR2020227000003U KR20220000382U (ko) 2019-06-12 2020-05-11 압축 가스를 건조시키기 위한 건조 장치
CZ202139361U CZ35729U1 (cs) 2019-06-12 2020-05-11 Sušicí zařízení pro sušení stlačeného plynu
EP20731209.1A EP3983678A1 (en) 2019-06-12 2020-05-11 Drying device and method for drying a compressed gas
ES202190026U ES1289824Y (es) 2019-06-12 2020-05-11 Dispositivo de secado para secar un gas comprimido
CN202080035433.4A CN113825910B (zh) 2019-06-12 2020-05-11 用于干燥压缩气体的干燥装置和方法
PCT/IB2020/054432 WO2020250054A1 (en) 2019-06-12 2020-05-11 Drying device and method for drying a compressed gas
DE212020000649.0U DE212020000649U1 (de) 2019-06-12 2020-05-11 Trocknungsvorrichtung zum Trocknen eines Druckgases
TR2021/018814U TR2021018814U5 (tr) 2019-06-12 2020-05-11 Sıkıştırılmış bir gazın kurutulması için kurutma cihazı ve yöntemi
US17/599,659 US20220193603A1 (en) 2019-06-12 2020-05-11 Drying device and method for drying a compressed gas
BR212021019654U BR212021019654U2 (pt) 2019-06-12 2020-05-11 Dispositivo de secagem e método para secar um gás comprimido

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195376A BE1027361B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027361A1 BE1027361A1 (nl) 2021-01-14
BE1027361B1 true BE1027361B1 (nl) 2021-01-20

Family

ID=67060227

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195376A BE1027361B1 (nl) 2019-04-24 2019-06-12 Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas

Country Status (4)

Country Link
CN (1) CN113677890A (nl)
AU (1) AU2020262381A1 (nl)
BE (1) BE1027361B1 (nl)
CA (1) CA3130096A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1030799B1 (nl) * 2022-08-22 2024-03-18 Atlas Copco Airpower Nv Compressorinstallatie

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3785755A (en) * 1971-11-22 1974-01-15 Rogers Machinery Co Inc Air compressor system
GB1349733A (en) * 1971-08-06 1974-04-10 Atlas Copco Ab Device for compressing and drying a working fluid
US5087178A (en) * 1990-01-04 1992-02-11 Rogers Machinery Company, Inc. Oil flooded screw compressor system with moisture separation and heated air dryer regeneration, and method
WO2007079553A1 (en) * 2006-01-12 2007-07-19 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Method and device for drying a gas
US20100233004A1 (en) * 2009-03-11 2010-09-16 Hitachi Industrial Equipment Systems Co., Ltd. Air Compressor of Water Injection Type
WO2016094968A1 (en) * 2014-12-16 2016-06-23 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Dryer for compressed gas, compressor installation provided with such a dryer and method for drying gas
WO2019093181A1 (ja) * 2017-11-09 2019-05-16 株式会社神戸製鋼所 給油式スクリュ圧縮機

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10355927A1 (de) * 2003-11-29 2005-06-30 Tepcon Engineering Gesellschaft Mbh Verfahren mit Kombinationstrockner zur Aufbereitung von Druckluft und Gasen
BE1016309A3 (nl) * 2004-11-10 2006-07-04 Atlas Copco Airpower Nv Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas en inrichting daarbij toegepast.
BE1016430A3 (nl) * 2005-02-01 2006-10-03 Atlas Copco Airpower Nv Inrichting voor het drogen van gas.
DE102014108977A1 (de) * 2014-06-26 2015-12-31 Parker Hannifin Manufacturing Germany GmbH & Co. KG Hiross Zander Division Vorrichtung und Verfahren zum Trocknen von Gasen
BE1022403B1 (nl) * 2014-09-19 2016-03-24 Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap Werkwijze voor het sturen van een oliegeïnjecteerde compressorinrichting.
CN106621723A (zh) * 2015-10-29 2017-05-10 中国石化工程建设有限公司 一种干燥器再生系统
BE1024396B1 (nl) * 2016-10-25 2018-02-13 Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap Compressorinstallatie met drooginrichting voor samengeperst gas en werkwijze voor het drogen van samengeperst gas.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1349733A (en) * 1971-08-06 1974-04-10 Atlas Copco Ab Device for compressing and drying a working fluid
US3785755A (en) * 1971-11-22 1974-01-15 Rogers Machinery Co Inc Air compressor system
US5087178A (en) * 1990-01-04 1992-02-11 Rogers Machinery Company, Inc. Oil flooded screw compressor system with moisture separation and heated air dryer regeneration, and method
WO2007079553A1 (en) * 2006-01-12 2007-07-19 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Method and device for drying a gas
US20100233004A1 (en) * 2009-03-11 2010-09-16 Hitachi Industrial Equipment Systems Co., Ltd. Air Compressor of Water Injection Type
WO2016094968A1 (en) * 2014-12-16 2016-06-23 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Dryer for compressed gas, compressor installation provided with such a dryer and method for drying gas
WO2019093181A1 (ja) * 2017-11-09 2019-05-16 株式会社神戸製鋼所 給油式スクリュ圧縮機

Also Published As

Publication number Publication date
CA3130096A1 (en) 2020-10-29
CN113677890A (zh) 2021-11-19
BE1027361A1 (nl) 2021-01-14
AU2020262381A1 (en) 2021-11-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016939A3 (nl) Verbeterde werkwijze voor het drogen van een gas en inrichting daarbij toegepast.
KR0130848B1 (ko) 압축건조공기 공급장치
CN106268199B (zh) 用于干燥压缩气体的装置和设置有这种装置的压缩机设备
BE1013828A3 (nl) Werkwijze voor het regelen van een compressorinstallatie met een droger en daarbij gebruikte compressorinstallatie.
US9956521B2 (en) Blower purge dryer with cooling apparatus and methodology
BE1018586A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het drogen van gas.
JP5268401B2 (ja) ヒートポンプ式乾燥装置
RU2017124918A (ru) Осушитель сжатого газа, компрессорная установка, оборудованная таким осушителем, и способ осушки газа
BE1027361B1 (nl) Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas
CN104289079A (zh) 用于干燥压缩空气的装置和再生方法
CN1385302A (zh) 用于冷却材料带的装置
BE1027110B1 (nl) Compressorinstallatie en werkwijze voor het leveren van samengeperst gas.
US20220213881A1 (en) Compressor system and method for supplying compressed gas
CN219111270U (zh) 压缩机设备
JP4310111B2 (ja) 圧縮空気の除湿装置および除湿再熱装置
RU2802312C2 (ru) Компрессорная установка и способ подачи сжатого газа
BE1027358B1 (nl) Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van gas en compressorinrichting voorzien van dergelijke drooginrichting
CN108072234A (zh) 空气分离装置的控制方法
EP3959444B1 (en) Compressor installation and method for delivering a compressed gas
RU2021131898A (ru) Компрессорная установка и способ подачи сжатого газа
BE1023062B1 (nl) Inrichting voor het drogen van een samengeperst gas en compressorinstallatie voorzien van dergelijke inrichting.
WO2023242785A1 (en) Device for drying compressed gas and compressor installation provided with such device.
RU110167U1 (ru) Система консервации трубопровода
CN113825910A (zh) 用于干燥压缩气体的干燥装置和方法
BE1030799A1 (nl) Compressorinstallatie

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210120